Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, de vluchtelingencrisis beroert al enkele maanden de publieke opinie. De Vlaamse Regering heeft aangekondigd dat ze de komende weken en maanden vanuit de diverse beleidsdomeinen Inburgering, Werk, Onderwijs en Welzijn extra inspanningen wil leveren om de asielzoekers een begin van toekomst in ons land te kunnen bieden.
Minister, begin september nodigde u de cultuur- en jeugdsectoren uit te bekijken hoe ook zij een aanbod zouden kunnen creëren ten behoeve van de asielzoekers. U stelde toen het volgende: “Ook kunst en cultuur moeten hun stem laten horen in het debat (...) kunst en cultuur kunnen (...) een balsem zijn voor de vluchtelingen. Minstens tijdens de soms lange periode dat ze onderdak krijgen in een opvangcentrum.”
U riep daarom de steunpunten en belangenbehartigers op om samen een actieplan op te stellen en af te spreken hoe zij vanuit hun perspectief en ervaring kunnen meewerken aan de opvang, begeleiding en culturele ondersteuning van deze kwetsbare mensen. Op 17 september, dus een dikke maand geleden, nodigden het Overleg Kunstenorganisaties (oKo) en Kunstenpunt heel wat actoren uit de sector uit. Dat was een groot succes, zo konden we in ieder geval lezen in de nieuwsbrief van oKo. Er waren meer dan honderd aanwezigen uit de diverse organisaties en netwerken: kunstenaars en kunsthuizen uit alle disciplines, jeugdwerkers en cultuurwerkers uit alle delen van het land.
Ze informeerden elkaar over hun acties en initiatieven en zochten naar gemeenschappelijkheid, schaalvergroting en efficiëntie. Vluchtelingenwerk informeerde de aanwezigen over de noden van vluchtelingen en riep op tot duurzame gecoördineerde strategieën, vooral in functie van lokale synergie en culturele integratie.
De doelstelling van deze bijeenkomst was onder meer bekijken hoe het sociaal-cultureel veld zijn lokale verenigingen kan inschakelen, of de mogelijkheid bestaat dat organisaties uit de kunst- en cultuurwereld één of meerdere vluchtelingen vrijwilligerswerk kunnen aanbieden, of kunstenaars en kunstenorganisaties hun werk en/of voorstellingen in de opvangcentra kunnen brengen. Jeugdverenigingen kunnen dan weer helpen door bijvoorbeeld in te zetten op spel en ontspanning voor kinderen en jongeren. Minister, kunt u meer toelichting geven bij de concrete acties die de cultuur- en jeugdsector zal opzetten ten voordele van de vluchtelingen in Vlaanderen ? Kort op de bal spelen met concrete acties is belangrijk, maar de integratie van de vluchtelingen zal ook op een duurzame manier aangepakt moeten worden. Hoe zult u hier als minister bevoegd voor de jeugd en de cultuur toe bijdragen? Hoe kan worden gezorgd voor continuïteit en is hierbij coördinatie nodig?
Minister Gatz heeft het woord.
Inleidend wil ik al meegeven hoe en waarrond het platform van de jeugd- en cultuursector werkt. Ik zie dit overleg als een solidariteitsactie, waaraan louter op vrijwillige basis wordt deelgenomen door de sector. Het is een initiatief om samen te bekijken wat we kunnen doen of zichtbaar maken wat al gebeurt. Er ligt hiervoor geen uitgetekend kader vast. Het is de bedoeling dit stelselmatig met de partners aan tafel verder vorm te geven. Het is een signaal om aan te geven wat cultuur, kunst en jeugdwerk in deze crisis op een duurzame manier kan bijdragen en organisaties en vrijwilligers die nu massaal aangeven iets te willen doen, te inspireren en te ondersteunen om acties op te zetten en eventuele samenwerkingsverbanden aan te gaan. Het is vooral een uitdaging om het enthousiasme van vandaag om te buigen naar verbondenheid op lange termijn. De cultuur- en jeugdsector kan hierin een voorttrekkersrol spelen.
Momenteel zetten organisaties in de cultuur- en jeugdsector spontaan diverse acties ten voordele van de vluchtelingen in Vlaanderen op. Ik geef u een overzicht van de verschillende soorten initiatieven die georganiseerd worden. Er zijn initiatieven die op de doelgroep vluchtelingen gericht zijn. Voorbeelden zijn opvang- en inzamelinitiatieven (materiaal en voedsel), onthaal- en vormingsactiviteiten (buddy-systemen, taalcursussen), het ontwikkelen van een artistiek programma voor opvangcentra. Er zijn initiatieven op het vlak van sensibilisering en opiniëring die op het brede publiek gericht zijn. Voorbeelden zijn informatie- en duidingsactiviteiten rond migratie en actuele problemen, debatten en rondetafels. Er zijn initiatieven die op de eigen achterban, het eigen publiek van de organisaties gericht zijn. Voorbeelden zijn informeren van de achterban en oproepen tot solidariteit en fondsenwerving.
Er zijn initiatieven die gericht zijn op organisaties en professionals uit belendende sectoren die met vluchtelingen werken. Voorbeelden zijn de vormingsactiviteiten voor hulpverleners, ontwikkeling van vormingspakketten met betrekking tot het thema vluchtelingen voor het onderwijs, informeren van verstrekkers van inburgeringscursussen inzake jeugdwerk in Vlaanderen. Enkele concrete voorbeelden zijn het project Babbelonië van Vormingplus, waarbij interculturele ontmoetingen tussen Vlamingen en nieuwkomers in het Nederlands georganiseerd worden. Er is ook het evenement ‘Kunst op de vlucht 2.0’, een avond georganiseerd door Toneelhuis en Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Op het programma staan verhalen van vluchtelingen, duiding bij de vluchtelingenproblematiek en een inzamelactie. Er is een actualiteitsdebat over migratie en ontwikkeling dat werd georganiseerd door ORBIT. Op de voorstelling van de nieuwe dansproductie van Sidi Larbi Cherkaoui in deSingel te Antwerpen werden vluchtelingen uitgenodigd. Op de lezingenreeksen die worden georganiseerd door Backgroundeducations in Muntpunt komen gevluchte universitaire docenten en onderzoekers vertellen over hun vakgebied.
Het is inderdaad een grote uitdaging om de integratie van vluchtelingen op een duurzame manier aan te pakken. Hierbij is zonder twijfel een rol weggelegd voor de cultuur- en jeugdsector, om op lokaal niveau een duurzaam, positief en gastvrij draagvlak in de samenleving te creëren. Het omgaan met het diversiteitsgegeven in de brede zin van het woord vormt immers de grote uitdaging op lange termijn. En we willen ten slotte bekijken op welke manier de uitwisseling van expertise tussen de verschillende sectoren georganiseerd kan worden. Zoals vermeld, wordt hiertoe al heel wat initiatief genomen door de cultuur- en jeugdsector zelf.
Ik tracht op mijn beurt bij te dragen door de uitwisseling van informatie en afstemming tussen de deelsectoren jeugd, sociaal-cultureel werk en kunsten, te ondersteunen via een maandelijks overleg met de koepelorganisaties, met name de steunpunten en belangenbehartigers op mijn kabinet. Op die manier willen we in eerste instantie een overzicht bewaren van wat in de sectoren leeft: concrete initiatieven, noden, barrières, vragen, hiaten, enzovoort. Ook Vluchtelingenwerk Vlaanderen en het Minderhedenforum worden bij dit overleg betrokken vanwege hun specifieke expertise.
We onderzoeken de mogelijkheden om enerzijds de vele initiatieven in de cultuur- en jeugdsector gecoördineerd aan te pakken en anderzijds de sterke, positieve verhalen op een hoger niveau te tillen en te faciliteren, samen met de koepelorganisaties. Concreet onderzoeken we op dit moment de aansluiting op bestaande initiatieven zoals de campagne ‘Gastvrije Gemeente’ van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. We onderzoeken eveneens de mogelijkheden om collectieve, cross-sectorale initiatieven of structuren op te zetten zoals een collectieve communicatieactie en een structuur van regionale knooppunten. Dit wordt verder besproken met de koepelorganisaties op het eerstvolgend overleg op 29 oktober.
In de verschillende sectoren worden ook een aantal organisaties gesubsidieerd die actief zijn rond de problematiek. Binnen het sociaal-cultureel volwassenenwerk gaat het over Vluchtelingenwerk Vlaanderen, ORBIT en de etnisch-culturele federaties. Binnen het jeugdwerk ontwikkelen de organisaties Groep intro, Jeugd Rode Kruis, Roeland en Tumult een werking gericht op jonge vluchtelingen. Het gaat onder andere over vormingsaanbod en kampen. In het kader van het Participatiedecreet wordt het Minderhedenforum gesubsidieerd als expertisevereniging. Daarnaast is er een subsidielijn ‘participatieprojecten voor kansengroepen’ waarbinnen subsidies kunnen worden aangevraagd voor projecten met vluchtelingen.
Belangrijk is dat wat opgestart is, kan worden voortgezet en dat er op termijn een bijkomend beleid rond kan worden ontwikkeld. Momenteel gaat het om krachtenbundeling, coördinatie- en informatie-uitwisseling, het detecteren van moeilijkheden en het wegwerken van hiaten.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
De minister gaf enkele mooie voorbeelden van acties die zijn opgestart. Het sociaal-cultureel werk heeft een belangrijke rol: het gaat immers niet alleen om de hulpactie of de pure culturele activiteit, maar ook over het debat en het informeren. Daar moeten we optimaal gebruik van maken en kijken hoe we verschillende acties kunnen ophangen aan de campagne die nu is gelanceerd.
Coördinatie is heel belangrijk, dat hebt u verschillende keren gezegd. De middelen zijn beperkt, hoewel het klopt dat ook in het verleden al heel wat organisaties werden ondersteund. Het combineren van middelen kan tot meer efficiëntie en effectiviteit leiden, woorden die ik in deze context op zich niet graag gebruik. Toch is het niet verkeerd om daarnaar te kijken. Op lange termijn zal het noodzakelijk zijn om de organisaties zoals Vluchtelingenwerk Vlaanderen te blijven ondersteunen in hun coördinerende rol die zij al opnemen en die ze in de toekomst verder vorm willen geven.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Het is hartverwarmend om te zien hoe verschillende initiatieven in de culturele sector naar boven komen borrelen, in al hun verscheidenheid. Minister, ik moet u een pluim geven dat u zelf de lont hebt aangestoken, door in het weekend dat we daarover heel veel zagen in de media, te verwijzen naar de verantwoordelijkheid van de cultuursector in de heel brede betekenis. U hebt hen aangepord. Maar ik denk dat er zonder dat u de zweep erop legt, ook initiatieven zouden zijn genomen.
Duurzaamheid is heel belangrijk, het gaat nu over weken, maanden, jaren, en ook hoe de duurzaamheid wordt bewerkstelligd in de initiatieven. Ik geloof heel erg in de kracht van mensen en vrijwilligers. Maar daar zijn ook grenzen aan wat mensen kunnen blijven doen met de middelen die er vandaag zijn. Ik wil een oproep doen.
Sociaal-cultureel werk kan een heel belangrijke rol spelen. Ze doen dat vandaag al. U moet kijken naar hun merites en hoe u het mee kunt ondersteunen, financieel of op een andere manier. Nieuwkomers komen toe in een samenleving die ze niet kennen. Dan heb je organisaties nodig die een brugfunctie kunnen en moeten spelen. Die organisaties moet je mee ondersteunen, meer nog dan vandaag.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik kan me voor een stuk aansluiten bij de collega’s. Het is belangrijk dat de initiatieven duurzaam zijn. Nu is er heel veel belangstelling. Het is een hot topic. Maar volgend jaar, binnen anderhalf jaar, binnen vijf jaar en binnen tien jaar is het dat nog, wat mij betreft. Ik wil waarschuwen om niet te snel ad hoc te handelen. We moeten er goed over nadenken.
Zoals mevrouw Idrissi zegt, kan het socioculturele veld helpen. Daar ga ik mee akkoord. Maar ze moeten dan ook hun werk kunnen doen. Daarvoor moeten we misschien in de loop der jaren decreten aanpassen. Er is expertise. De etnisch-culturele federaties doen heel goed werk, ze zijn overbevraagd. Zij zijn het best geplaatst. Volgens mij gaan organisaties die dingen willen doen naar die federaties stappen, omdat zij de knowhow hebben. Zij zullen nog meer worden bevraagd.
Het is goed dat er nu initiatieven zijn, het is een golf van solidariteit, ik vind dat ook belangrijk. Maar het moet blijven duren. Als we het allemaal prioritair vinden, moet het zich ook vertalen in beleid, dit jaar, volgend jaar en ook de volgende legislatuur.
Minister Gatz heeft het woord.
De veerkracht en de dynamiek in de sector zijn inderdaad bijzonder groot. Ook zonder mijn oproep zou dat zeker tot een hele reeks activiteiten en initiatieven hebben geleid. Toch is het goed om die dynamiek te versterken, en ook te honoreren, op de manier waarop ik het heb geprobeerd. We hebben elkaar op het juiste moment gevonden.
Ik heb bij het eerste gesprek duidelijk gemaakt dat ik niet de bedoeling had om een actie op korte termijn te doen met een oproep, om mezelf even populair te maken, maar dat we elkaar waarschijnlijk nog lang zouden zien. Dat heb ik letterlijk gezegd bij het begin van de eerste groep. Iedereen had dat gevoel. Toch zal het de komende maanden moeilijk zijn, zoals de heer Meremans heeft gezegd, om de schwung erin te houden. Daar moeten we ons van bewust zijn. Ook moeten we al dan niet de stap zetten naar bijkomend beleid of kader, daarop wil ik niet vooruitlopen. Ik wil het samen met de sector bekijken. Dat wordt de uitdaging voor de toekomst.
Ik ben tevreden dat we op goede voet begonnen zijn in het kader waarbinnen we nu samenwerken en met de veelheid aan initiatieven die ontstaat, zeker ook nog de komende weken en maanden. Ik heb van u verschillende suggesties gehoord. Het wordt vervolgd op een of andere manier, dat staat als een paal boven water.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, ik wil uw engagement mee ondersteunen. Het is belangrijk dat we het engagement van vele actoren proberen te honoreren, en dat kan op diverse manieren. U geeft zelf aan dat we het moeten doen met de sector, want daar is ongelofelijk veel expertise.
Mijnheer Meremans, ik ben blij dat ik u hoor pleiten voor duurzaamheid in de sector, maar die is natuurlijk enkel mogelijk als we organisaties een langetermijnperspectief kunnen geven. Het is de enige manier waarop er expertise kan worden opgebouwd. De minister heeft organisaties, verenigingen en bewegingen bij naam genoemd. Er zijn er nog meer te noemen, daar waag ik me niet aan. Het is heel belangrijk dat we de duurzaamheid kunnen garanderen en dat we de opbouw van expertise naar waarde schatten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.