Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Begin vorig jaar besliste u om het aantal WIJ!-trajecten (Werkinleving voor Jongeren) uit te breiden van 3000 naar 6200 plaatsen. De WIJ!-trajecten worden en zijn de belangrijkste projecten om de jongerenwerkloosheid uit Vlaanderen te halen.
De nieuwe WIJ!-projecten lopen sinds 1 juni voor 36 maanden. Tijdens de oproep die in februari werd gelanceerd, konden alle organisaties met rechtspersoonlijkheid hierop intekenen en partners worden. De bedoeling was en is dat degenen die ze binnenhalen, ook effectief de dienstverlening aanbieden.
Er zijn enkele wijzigingen. Zo kunnen projecten in heel Vlaanderen ingediend worden, ligt er een grotere nadruk op de oriëntering van de jongere en is er een mogelijkheid tot uitstroom naar onderwijs als positief resultaat. Uit de evaluatie van de vorige WIJ!-trajecten bleek dat het niet altijd makkelijk was om de jongeren te bereiken. De doelstelling van 3710 plaatsen werd niet gehaald: er werden 3136 trajecten gestart.
Niet de VDAB maar het Europees Sociaal Fonds (ESF) deed een oproep en we kregen we vanuit diverse hoeken opmerkingen over de manier waarop dat gebeurde. Ook het Vlaams Steunpunt Lokale Netwerken (SLN) kaartte dit per brief bij u aan. Zo werd het erg opvallend genoemd dat deze oproep niet vanuit de VDAB werd gecoördineerd, terwijl zij vorig jaar toch wel de kennis hebben vergaard. Hierdoor werd de opgebouwde expertise niet meegenomen bij de toewijzing van de nieuwe projecten. Sommige promotoren die nu verantwoordelijk worden, hadden bij de vorige oproep geen plaatsen toegewezen gekregen, en dienen nu vanuit zeer beperkte kennis een erg moeilijke doelgroep te begeleiden. Dat baart me zorgen.
Daarbij is er ook kritiek op de verdeling tussen commerciële en niet-commerciële partners. We vernemen zelfs – u gaat dat bevestigen of ontkennen – dat er aanvankelijk was besloten voor een andere verdeling. Om ons onbekende redenen werd dat plots aangepast naar de huidige verdeling.
Minister, kunt u schetsen hoe de toewijzing van plaatsen voor de begeleiding is gebeurd en op basis van welke gronden? Was er aanvankelijk een andere verdeling, en waarom werd die uiteindelijk aangepast? Hoe zullen de mogelijke tekorten in expertise bij bepaalde promotoren ondervangen worden?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Claes, de toewijzing is verlopen zoals steeds bij ESF-oproepen, namelijk op basis van de evaluatiescores van twee onafhankelijk van elkaar werkende lezers. Voor deze oproep waren het ESF en de VDAB de lezersorganisaties. Zo is de expertise van de VDAB wel meegenomen. De lezers hebben kennis van de criteria uit de oproepfiche en toetsen de ingediende voorstellen aan de selectiecriteria. Deze selectiecriteria zijn vastgelegd door het ESF-Managementcomité bij de goedkeuring van de oproepfiche.
De standaardprocedure bij een ESF-oproep verloopt als volgt. De twee lezers lezen onafhankelijk van elkaar. Het evaluatiecollege komt samen, waarbij de scores naast elkaar gelegd worden. Bij niet-consensus tussen de lezers kan de beslissing voorgelegd worden aan ESF-Managementcomité. Dan komt er een bekrachtiging van verslag van het evaluatiecollege – en dus consensus – door ESF-Managementcomité. Als er geen consensus is, wordt de beslissing genomen door het Managementcomité.
Het bijzondere bij deze oproep is dat er ook een advies gevraagd is aan de centrumsteden vanuit hun ervaring in het verleden. Die adviezen zijn bij de bespreking van de scores tijdens het evaluatiecollege meegenomen. De consensustekst van het evaluatiecollege en eventuele opmerkingen, van de lezers of het ESF-Managementcomité, worden als feedback overgemaakt aan de promotoren. Ik denk dat ze daar recht op hebben.
Ik ben wat verbaasd over uw vraag over de verdeling. Er is geen enkele aanpassing van de verdeling gebeurd. Het is wel zo dat er voor sommige ‘loten’ meer positief geëvalueerde promotoren waren dan beschikbare plaatsen. Dat is eigenlijk positief, er was veel interesse. Op dat moment is er toegewezen aan de best gerangschikte promotoren op basis van de criteria die vermeld waren in de oproepfiche. Dat werd mij gemeld. Zoals u begrijpt, ook uit de procedure, kom ik daar niet in tussen.
De WIJ!-projecten worden zeer nauwgezet opgevolgd. Momenteel stelt het ESF-agentschap geen tekorten in expertise vast.
Ik heb de indruk dat het goed is verlopen. De grotere capaciteit en de uitbreiding waarin we voorzien hebben, is goed door de mogelijke promotoren opgepakt. De procedure is verlopen zoals dat gebeurt bij ESF-projecten. De expertise van de VDAB hebben we mee doordat ze bij de lezersorganisatie waren.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik dank u omdat u de procedure heel duidelijk hebt geschetst. Er is geen wijziging geweest in de verdeling en daar ben ik tevreden over. Bepaalde promotoren hebben expertise opgedaan in de vorige periode. Ik heb contacten gehad met mensen die zeggen dat de nieuwe promotoren contact nemen met de oude promotoren om te vragen hoe ze het aanpakten. Daar is niets mis mee. Zou het kunnen dat de nieuwe promotoren de oude promotoren in onderaanneming nemen of is dat totaal uitgesloten?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ken de criteria niet juist, maar ik kan me niet inbeelden dat het verboden zou zijn om derden te betrekken bij de oproep. Ik moet het navragen. Of de oude promotoren in onderaanneming kunnen werken voor nieuwe promotoren, is volgens mij niet uitgesloten. Ik weet het echter niet zeker. Ik zal het navragen en overmaken.
Het is moeilijk. Er is de nodige expertise en er is een oproep gedaan. Als je de oproep verliest, moet je mensen in opzeg plaatsen. Dat geeft wrijving op het terrein. Ik zou het appreciëren als ik daar een duidelijk antwoord op zou krijgen.
Ik zal nagaan of de nieuwe promotoren de oude in onderaanneming kunnen nemen. Het zijn dan nog zij die beslissen. Ik zal het antwoord overmaken aan de secretaris.
De vraag om uitleg is afgehandeld.