Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over e-commerce in België en Vlaanderen
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Bij het begin van de herfst kreeg de Vlaamse overheid er flink van langs in een opiniestuk van Bart Van der Leenen op www.deredactie.be. Ik citeer hem even: “Tot mijn spijt moet ik vaststellen dat u – ondanks vele waarschuwingen omtrent de onrustwekkende achterstand van e-commerce in Vlaanderen – nauwelijks maatregelen hebt ondernomen om de toekomst van onze economie veilig te stellen. U hebt de toekomst van Vlaanderen ondermijnd.”
De auteur beschrijft de zes grootste gebreken en doet in zijn zogenaamde ingebrekestelling de volgende oproep: “Ik verzoek u hierbij met aandrang om vóór 31 december 2015 structurele maatregelen te nemen op het vlak van competitieve werkomstandigheden, flexibiliteit bij aanwerving, loonkost, infrastructuur en de creatie van een gunstig investeringsklimaat voor buitenlandse investeerders.”
De discussie die we in dit Vlaams Parlement hebben rond e-commerce is natuurlijk niet nieuw. Begin dit jaar en in mei hebben we hierover al uitvoerig gediscussieerd in de commissie. In januari kondigde u aan dat u een analyse verwachtte en op basis daarvan de nodige beleidsconclusies zou nemen. Na het uitblijven van beleidsconclusies zei ik in mei in deze commissie: “De problemen rond e-commerce zijn gekend. We hebben ze al verschillende keren aangehaald in de commissie. Ik vrees dat we de boot aan het missen zijn. In vergelijking met andere landen hinkt België voor een stuk achterop. In februari hadden we hierover al een discussie in de plenaire vergadering.”
U hebt toen herhaald dat u een actieplan zou presenteren. U hebt toen niet willen zeggen wanneer het zou worden voorgesteld, maar ondertussen zijn we al meer dan negen maanden verder en is er nog steeds geen plan geboren. De kritiek buiten het parlement zwelt nu ook aan, en daarom herhaal ik mijn vragen van in mei.
Minister, wanneer wordt het actieplan op basis van de studie van UNIZO en de analyse voorgesteld? Wat zijn de krijtlijnen van dit plan? Wat is de meerwaarde van dit plan als de federale minister een werkgroep heeft opgericht? Op welke manier zult u er werk van maken om de lokale handelaars te betrekken in het verhaal van de e-commerce? Plant u projectmiddelen vrij te maken om te experimenteren met kleinschalige projecten?
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister, collega’s, ik hoop dat ik niet te veel in herhaling zal vallen.
Onlinewinkels creëren nieuwe jobs. Dat weten we allemaal. Maar vandaag gaan die in belangrijke mate naar Nederland en Duitsland. Dat is mijn bezorgdheid. De webwinkel is goed voor onze welvaart, maar in de handel verdwijnen per saldo meer jobs dan er bij komen. Het gaat, om precies te zijn, om 30.000 jobs. Dat blijkt uit berekeningen van ING.
Bovendien haalde België geen enkel nieuw groot onlineplatform binnen. Als die negatieve trend zich voortzet, vrees ik dat het banenverlies nog groter zal zijn dan die 30.000 jobs.
Een distributiecentrum voor onlinehandel kan in een mum van tijd een straal van duizenden kilometers bedienen. Waarom zou je je op dit moment dan in België vestigen, met de hoge loonkosten, een ongunstige btw-voet, bureaucratische procedures, een niet-flexibele arbeidsmarkt en meer verplichtingen inzake productveiligheid?
Dat zijn allemaal hefbomen die Vlaanderen vandaag niet in handen heeft, ondanks het feit dat Vlaanderen toch scoort inzake nabijheid van de wagens, huurprijs van de magazijnen en wegendichtheid.
Gelukkig dringt de sense of urgency ook door tot de Federale Regering. Zo zou het verbod op nachtarbeid in de e-commerce worden afgeschaft waardoor het leveren van bestellingen binnen de 24 uren ook vanuit België mogelijk zou worden.
Langs Vlaamse kant moeten we vooral inzetten op het wapenen van de Vlaamse handelaars in het omgaan met de disruptieve uitdagingen die e-commerce stelt aan hun manier van zaken doen. Hoe kunnen zij zich positioneren ten opzichte van de nieuwe platformen? Wat is hun waardevoorstel ten aanzien van de consument? Hoe kunnen ze zich onderscheiden van de bol.com’s van deze wereld die altijd focussen op laagste prijs en onmiddellijke bevrediging van de koopwens?
Minister, hebt u inhoudelijk diepgaandere informatie over de berekeningen van ING? Zo ja, kunnen we deze informatie inkijken?
Wat is de stand van zaken in verband met de afschaffing van het verbod op nachtarbeid? Bent u door de federale minister van Werk en Economie Kris Peeters geïnformeerd over de timing van deze afschaffing en de mogelijke effecten ervan op de Vlaamse economie?
Welke initiatieven zitten er in de pijplijn langs Vlaamse zijde om fysieke handelaars te leren zich te positioneren ten opzichte van de onlinehandel?
Minister Muyters heeft het woord.
Uit navraag bij ING blijkt dat die uitspraken komen uit een presentatie die Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING, heeft gehouden op een studiedag van het logistiek bedrijf Montea. Een formele studie is niet beschikbaar.
Peter Vanden Houte wijst er overigens op dat de cijfers die gepubliceerd werden in de krant, alleen slaan op de directe tewerkstellingseffecten in de sector detailhandel. Hij geeft aan dat er met enige vertraging ook indirecte positieve effecten op de totale tewerkstelling te verwachten zijn als gevolg van de efficiëntiewinst in de detailhandel. De consument zal immers meer overhouden en dat extra budget in andere sectoren kunnen besteden.
De federale minister voor Werk en Economie heeft twee rondetafels over het probleem van de nachtarbeid gehouden, maar heeft me daarover niet actief geïnformeerd. Hij heeft het dossier vervolgens in handen gelegd van de werkgevers- en werknemersorganisaties. Tegen het einde van het jaar zou een akkoord moeten worden bereikt. Als dat akkoord er is, zullen er wellicht nog wetswijzigingen nodig zijn.
Mevrouw Fournier, ik heb er zwaar van langs gekregen met zes grootste gebreken. Ik som er vijf op: competitieve werkomstandigheden: federaal; flexibiliteit bij aanwervingen: federaal; loonkost: federaal; infrastructuur: federaal; creatie van gunstige investeringsmaatregelen voor buitenlandse investeerder: samen. Dus ofwel heeft de journalist zich vergist, ofwel is de zesde staatshervorming toch niet genoeg geweest om alles op het juiste niveau te krijgen. Maar ik ben blij dat u vindt dat ik het zou moeten oplossen, alleen kan ik het niet. Ik zal daar met mijn federale collega verder overleg over plegen.
Het Agentschap Ondernemen zal niet bij de pakken blijven zitten. Wij gaan dat actieplan opstellen. Zoals een gezonde baby heeft dat negen maanden nodig. Het zal binnenkort, een van de volgende weken of maanden, kunnen worden gelanceerd. Ik wil daarin werken op mijn competenties en mijn bevoegdheden. Ik hoop dat de federale focus blijft liggen op het wegwerken van de drempels in verband met arbeidswetgeving, op de btw-toepassing en op eerlijke marktpraktijken.
In Vlaanderen ligt de focus op de handelaar zelf, en hoe die kan omgaan met de uitdagingen van het internet en e-commerce. Het actieplan zal handelaars niet alleen helpen om zich online te positioneren en om eventueel met e-commerce te starten, maar zal ook aandacht hebben voor de fysieke winkel. Die fysieke winkel speelt trouwens ook in steeds meer onlineconcepten een sleutelrol. We zullen de lokale handelaars op een positieve manier benaderen. Voor mij is het fundamenteel dat elke handelaar nadenkt over e-commerce en zich in een brede context positioneert.
De lokale handelaars zullen worden betrokken door samen te werken met handelsverenigingen, door herkenbare voorbeelden en tools op maat aan te bieden en door activiteiten in de buurt te organiseren. Doordat we zo breed willen gaan, duurt het ook wat langer. We moeten immers niet komen aandragen met de zoveelste grote actie, we kunnen beter concrete tools en inhoud voorleggen. Ik wil niet met blabla komen maar met boemboem, zoals gisteren een collega in het parlement het nog verwoordde. Er is al genoeg blabla geweest.
Zoals eerder gezegd, hebben wij geen extra middelen uitgetrokken voor kleinschalige experimenten. Het geld dat ik heb, wil ik inzetten op het actieplan e-commerce.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik besef dat daar heel wat federale maatregelen in zitten, ik heb dat ook in de andere commissies al meegedeeld. U hebt echter gezegd dat u een actieplan zult opstellen. In dat actieplan kunt u middelen gebruiken die wel binnen uw bevoegdheid vallen.
Ik heb op internet nog een artikel gevonden waaruit blijkt dat de sector van de Belgische e-commerce verder groeit. We halen bijna het niveau van Nederland. We moeten dan ook niet dramatiseren maar sensibiliseren. Er moeten drempels worden weggenomen om het gemakkelijker te maken voor de e-commerce. Ik denk dat iedereen daarvan overtuigd is, zowel op Vlaams als op federaal niveau.
U zegt dat het actieplan dat u al in januari had beloofd, nog enkele maanden of weken op zich kan laten wachten. Intussen zal er een jaar veel blabla geweest zijn. Ik hoop dan ook dat dat actieplan geen boemboem is maar een regelrechte knal. Ik hoop op een goed gedefinieerd actieplan dat geen maanden meer op zich laat wachten en dat nog dit jaar zal kunnen worden voorgesteld.
Mevrouw Remen heeft het woord.
We hebben nu al heel veel vragen gesteld over de evolutie van e-commerce en over de bedreiging van onze fysieke handelaars. We hopen dat er met het actieplan eindelijk actie wordt ondernomen, zeker voor onze eigen Vlaamse ondernemers.
Ik heb wel twee bedenkingen. In een studie van Gondola, de organisatie van de retail, staat dat er in België 6 miljoen onlineshoppers zijn. Gemiddeld spenderen die 722 euro per jaar. Zij doen vooral grensoverschrijdende aankopen. Het is een spijtige zaak dat er te veel kapitaal naar het buitenland gaat. Het is dan ook hoog tijd dat e-commerce op een mature manier wordt behandeld in België.
Goed nieuws volgens Gondola is dat 40 procent van de kleinhandel al een webshop heeft. Zij zijn zich ervan bewust dat de concurrentie van de onlineplatforms moordend is.
Een andere bedenking is dat de e-commercemarkt in 2014 is gegroeid met 24 procent. Onderzoeksorganisatie Ecommerce Foundation verwacht voor 2015 slechts een groei van 15 procent. Dat is nog een significante groei, maar het wijst er wel op dat de e-commerce zijn maturiteit heeft bereikt. Vlaanderen mag die trein niet missen ondanks het getalm van de maatregelen die op federaal niveau moeten worden genomen. Een positieve zaak is dat Wouter Torfs zijn onlineplatform in Vlaanderen heeft gevestigd. Hij heeft gekozen voor de verankering van onlinebusiness in Vlaanderen, wat heel nobel is.
We mogen echter niet vergeten dat één zwaluw de lente niet maakt. We moeten dus zeker op onze hoede blijven en e-commerce blijven ondersteunen.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister, u zegt dat er binnenkort een actieplan komt. Is dat hetzelfde als ‘onverwijld’ of heeft dat een andere betekenis? (Gelach)
Mijn andere vraag is iets serieuzer. Het gaat over de eigen bevoegdheden van Vlaanderen. Het onder meer mee omschakelen en integreren van e-commerce heeft heel wat effecten op de verkoopsorganisatie, op marketing, mogelijkerwijze ook op het aanbod, op stockbeheer, maar ook op mobiliteit en distributie. Komt dat ook in het actieplan? Meestal wordt er aan huis geleverd. Ik denk dat dit op ecologisch vlak ook mogelijkheden biedt. Het is niet zo dat, als je als consument naar de winkel gaat en iets mee naar huis brengt, je dan minder kilometers doet dan als de winkel het naar jou brengt. Het lijkt me toch belangrijk om op een rationele manier met die distributie te kunnen omgaan. Als elke winkel dat op zich moet doen, dan is dat een grote stap. Het zou interessanter zijn om organisatorisch een en ander te kunnen samenbrengen. Mobiliteit is een Vlaamse bevoegdheid. Anders zou ik het hier niet durven te vragen. Wordt dat element mee opgenomen in een actieplan?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, dit is een vraag die regelmatig terugkomt. In een vorige sessie van deze commissie hebben we daar ook van gedachten over gewisseld. Toen had ik ervoor gepleit om de kleinhandelaars die dit willen, vooral een toolbox te geven. Dat is exact wat u nu hebt herhaald, dus dat stemt me zeer tevreden. Dan lijkt het me vooral zaak om bij het Agentschap Ondernemen de vinger aan de pols te houden, opdat ze zo spoedig mogelijk met een opzet komen. Ik volg u volledig: geen megalomaan generiek plan, maar iets dat tastbaar en concreet is voor net die handelaar die nu enigszins tussen de mazen van het net glipt, opdat hij mee op de boot zou kunnen springen.
Er is inderdaad sprake van een aantal federale maatregelen. Ook federaal wordt veel actie ondernomen, door de diverse ministers. Minister De Croo heeft een tandje bij willen steken wat de digitale agenda betreft. Ook mijn collega’s Ceysens, Van Quickenborne en Lachaert hebben omtrent de nachtarbeid de kat de bel aangebonden. Ik hoop dat het sociaal overleg iets oplevert, maar als dat vast blijft zitten, dan denk ik dat we hier toch wel gewoon moeten doorduwen. Het primaat van de politiek is een misschien wat omstreden term, maar we moeten daar toch snel werk van maken hier. We mogen dat niet laten verzanden tot een volgende legislatuur.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, e-commerce is inderdaad een pijnpunt. Vlaanderen is op dit ogenblik nog niet echt mee ter zake. Dat is een dossier dat we ook in de vorige legislatuur enkele keren bij de vorige minister hebben aangekaart. Dat is dus geen probleem van vandaag, dat klopt, en de oplossing zal ook niet meteen voor morgen zijn. Enerzijds moeten de bedrijven en de kmo’s klaar zijn om digitaal ook mee te zijn, want alles digitaliseert heel snel. Anderzijds zijn er inderdaad heel veel surfers die aankopen doen in het buitenland. Die moeten we inderdaad proberen hier te houden. Minister, dat is misschien niet meteen uw zaak, maar in het kader van de armoede moeten we ook kijken naar de digitale gap die er is voor sommige mogelijke klanten en kopers. Het is goed dat we inzetten op de digitalisering, maar we mogen de mensen die nog altijd een afstand tot de digitale wereld hebben, ook niet uitsluiten. Die combinatie met aandacht voor lokale verankering en winkels vind ik ook een heel goede zet. Ik ben dus benieuwd naar uw actieplan met betrekking tot e-commerce, dat er onverwijld zou komen, of wat was het nu weer, collega Vanbesien? (Opmerkingen van Wouter Vanbesien)
Binnenkort. Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. Dan gaat het over het andere uiteinde, de grote industriële bedrijven. Eigenlijk gaat het over een reactie van Agoria op de Septemberverklaring. Agoria stelt dat de digitalisering razendsnel toeneemt. Uiteraard staat uw actieplan betreffende e-commerce niet los van de digitalisering van de industrie as such. Agoria wijst erop dat er 10 miljoen euro gepland staat voor Vlaanderen Radicaal Digitaal. Ze vinden dat een goede aanzet, maar zeggen dat dat hoegenaamd nog niet voldoende is: er moet nog meer komen om individuen en industriële bedrijven klaar te stomen voor de toekomst, en die begint nu.
Die 10 miljoen euro voor Radicaal Digitaal, vanwaar haalt Agoria dat, en hoe verhoudt dat zich tot uw actieplan voor e-commerce? Is er zo’n bedrag vrijgehouden? Ik weet niet of u die vraag ook hebt gekregen, maar ik meen dat zo’n vraag van de industrie aan u moet worden gesteld. Kunt u dat even verduidelijken?
Minister Muyters heeft het woord.
Over het volgende wil ik geen enkel misverstand laten bestaan. Ik heb soms de indruk dat wordt gedacht dat het al dan niet mee zijn met de trein van e-commerce de verantwoordelijkheid is van de overheid. (Opmerkingen van Güler Turan)
Ik wil dat gewoon verduidelijken. Voor mij zijn het in eerste instantie de ondernemers die beslissen wat ze wel of niet doen. Wij als overheid, federaal en Vlaams, hebben als plicht de drempels ter zake weg te nemen. Die zijn er zeker, als we vergelijken met andere landen of andere regio’s. Ik denk dat iedereen het hier eens is: de meeste drempels die men ter zake ondervindt, bevinden zich federaal. Dat is toch nummer een. Hoewel die drempels er zijn, zijn er toch wel heel wat bedrijven die ondertussen ook op de trein van de e-commerce stappen. Mijn bedoeling is en blijft om niet met affiches of weet ik veel, maar met een toolbox voor de dag te komen. Ik heb dat gezegd, en dat is nog eens benadrukt door alle sprekers. In het geheel is er ook het aspect van mobiliteit, of distributie, beter gezegd. Als er iets wordt besteld, dan moet men die pakjes ook tot bij de klant krijgen. Op een of andere manier zal dat erbij worden betrokken, maar zij moeten beslissen hoe ze hun pakjes bij de klant krijgen. Het is niet aan mij om daarover te beslissen, maar aan hen. Dat zal een onderdeel zijn van die toolbox.
Wat is onverwijld? Ik ben het eens met de heer Schiltz: dit is de juiste manier van werken. Ik zal er bij het agentschap zeer sterk op aandringen dat die toolbox er veeleer morgen dan tegen het einde van het jaar komt, maar die moet wel af zijn en bruikbaar zijn. Ik ben niets met de start van een toolbox die na een week opnieuw moet worden ingetrokken omdat er nog wat mankementen aan zijn. Ik denk dat iedereen het ook daarover eens is: als je zoiets doet, dan moet je dat ineens doen. Ik ben ook blij met de steun van diverse leden als het gaat over het feit dat dit iets sterks moet zijn. Dit is eigenlijk meer dan sensibiliseren alleen.
We moeten de klanten hier houden. Voor mij zijn dat ook allemaal dingen waarmee de onderneming bezig moet zijn, zeker en vast.
Radicaal Digitaal, dat gaat over het digitaliseren van de overheid. Dat zit dus bij de minister bevoegd voor het overheidsbestuur, bij minister Homans. Die 10 miljoen euro, dat is het bedrag waarin in de begroting is voorzien als extra geld om een stap verder te zetten in het digitaliseren van de overheid. Dat heeft niets te maken met de centen die wij gebruiken met betrekking tot het digitaliseren van bedrijven of de steun daarvoor.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik vind inderdaad ook dat e-commerce geen verantwoordelijkheid is van de overheid: de ondernemer moet nog altijd zelf ondernemen. We kunnen wel drempels wegwerken, zowel federaal als Vlaams. U kunt info geven en best practices tonen, een toolbox, noem maar op, maar het is inderdaad altijd de winkelier, de ondernemer die zelf het initiatief moet nemen, die niet ter plaatse mag blijven trappelen, maar zeker op de trein van de e-commerce moet springen.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We kijken uit naar uw actieplan, met veel acties en goede oplossingen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.