Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de Vlaamse Erfgoedbibliotheek voerde in opdracht van de Vlaamse overheid een haalbaarheidsstudie ‘Deponering van digitale publicaties uit Vlaanderen’ uit. In dit onderzoek werd de haalbaarheid onderzocht van een wettelijk deponeringskader dat alle stakeholders garanties biedt voor het duurzaam bewaren en ontsluiten van digitale stukken.
Internationaal gezien breiden ook steeds meer landen hun deponeringskader uit om tegemoet te komen aan de immense stroom aan digitale publicaties. Er zijn steeds meer publicaties die enkel digitaal verschijnen. Een digitaal depot zou dus een waardevolle aanvulling op het analoge depot kunnen zijn.
In de studie wordt gesteld dat er in tegenstelling tot enkele van onze buurlanden geen gecoördineerde werking bestaat voor het systematisch verzamelen en bewaren van digitale publicaties in Vlaanderen, en bij uitbreiding in België. Digitale publicaties verdwijnen haast even snel als ze verschijnen, waardoor een ‘digitaal zwart gat’ in ons collectief geheugen kan ontstaan. Onlangs heeft een programma op de VRT daar aandacht aan besteed. Een niet te onderschatten historicus wees op ons digitaal zwart gat. Hij betreurde dat. We missen daardoor enkele maatschappelijke zaken.
Uw voorganger, minister Schauvliege, verklaarde in 2013 dat het achteraf verzamelen van digitale publicaties problematisch is: “Met de systematische verwerving en duurzame bewaring van dit materiaal in erfgoedinstellingen, moeten we voorkomen dat zeer veel born-digital publicaties op korte termijn onherroepelijk zouden verdwijnen.”
De studie concludeert dat alle bevraagde stakeholders erkennen dat het digitale zwart gat een maatschappelijk probleem vormt. Ze tonen zodoende ook een grote bereidheid en engagement om na te denken over een deponeringskader als oplossing.
Afsluitend formuleert het onderzoek eveneens een aantal concrete beleidsaanbevelingen. Ik som de uitgangspunten van de aanbevelingen even op. Een deponeringskader voor digitale publicaties moet wettelijk worden verankerd. Alleen een wettelijke regeling biedt voldoende garanties op naleving en duurzaamheid van het initiatief. Men formuleert een voorstel voor de krachtlijnen voor zo’n wettelijk deponeringskader. Men stelt voor om een pilootproject op te starten om op een structurele manier publicaties te deponeren volgens de in de studie geformuleerde uitgangspunten.
In de projectoproepen 2015 Cultureel Erfgoed wordt zo’n project eigenlijk als pilootproject aanvaard. Binnen dit project, in samenwerking met diezelfde partijen, zou verder onderzoek moeten gebeuren. Zo kunnen de resultaten doorstromen om op termijn in een wettelijke verankering uit te monden.
Minister, hebt u reeds kennis genomen van de bevindingen van dit rapport? Wat is uw houding omtrent de beleidsaanbevelingen? Wilt u de aanbevelingen meenemen in uw toekomstig beleid?
Hoe staat u tegenover het voorstel om een pilootproject, goedgekeurd door Cultureel Erfgoed, op poten te zetten? Wat is de opzet en het doel van dat proefproject? Welke actoren worden daarbij betrokken? Welke rol spelen zij dan? Kunt u iets zeggen over de timing?
Een conclusie was ook dat er snel doelgericht overleg nodig is tussen de federale en regionale bestuursniveaus over deze problematiek. Vond hierover reeds overleg plaats? Zo ja, wat was het resultaat van dit overleg? Zo neen, zult u het initiatief daartoe nemen? Of wacht u op een initiatief van een van de collega’s? Is dat voor binnenkort?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, de resultaten van het rapport werden door de opdrachtnemer van het haalbaarheidsonderzoek, de Vlaamse Erfgoedbibliotheek, toegelicht op mijn kabinet. Deze problematiek is zeer belangrijk. Er zal in de toekomst immers steeds meer digitaal worden gepubliceerd en ook deze werken moeten duurzaam bewaard blijven.
Hiervoor een kader uitwerken, is natuurlijk een werk van lange adem. In andere landen heeft het verschillende jaren geduurd om tot een deponeringskader te komen. Een beleid rond digitale publicaties moet bovendien passen binnen een breder beleid rond digitalisering en moet een bedding vinden in mijn conceptnota Cultureel Erfgoed, die momenteel in ontwikkeling is.
Een pilootproject starten rond deze problematiek leek inderdaad opportuun. Dit om bepaalde zaken verder te onderzoeken enerzijds, en naar oplossingen in de praktijk toe te werken anderzijds. Het was ook belangrijk om het momentum dat was gecreëerd door het haalbaarheidsonderzoek te behouden. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience diende voor het pilootproject een projectaanvraag in als ontwikkelingsgericht cultureel-erfgoedproject. De aanvraag kreeg een positief advies en werd gehonoreerd met een subsidie van 62.280 euro. De eerste stuurgroepvergadering heeft plaats op 8 oktober. Net zoals in het haalbaarheidsonderzoek wordt er grote aandacht besteed aan het betrekken van verschillende stakeholders, zoals de Koninklijke Bibliotheek, het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA), Bibnet, boek.be, de Vlaamse Uitgeversvereniging, the Ppress enzovoort, om zo tot gezamenlijke en gedragen oplossingen te komen.
Over de verdere timing kan ik u vandaag geen perspectief bieden. Ik zal vragen dat men u de informatie bezorgt over het tijdsverloop van het project.
In die zin moet u mijn antwoord op uw derde vraag zien. Tot nu toe vond hierover nog geen overleg plaats tussen de federale en regionale bestuursniveaus. Ik zal deze thematiek, in de loop van het pilootproject, zeker wel meenemen op toekomstig overleg.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Het pilootproject is belangrijk. Aan de hand daarvan kunnen we verder werken. Het overleg tussen de actoren van de verschillende bestuursniveaus moet worden opgestart. In andere landen staat men heel wat verder. We moeten een inhaalbeweging maken. We moeten een beetje aandringen om er werk van te maken. Nog langer stilstaan is geen optie meer.
Snel werken is één aspect, goede en kwaliteitsvolle keuzes maken is het andere. We hebben een afwegingskader met selectiecriteria nodig, want alles bewaren kan natuurlijk niet. U hebt het aangehaald, dat sluit aan bij de conceptnota van Cultureel Erfgoed. De afwegingskaders zullen van groot belang zijn. De minder sterke punten uit het proefproject zullen we moeten analyseren en we zullen moeten nagaan hoe we daar beleidsmatig mee omgaan en dat implementeren. Het is echt vijf voor twaalf.
De vraag om uitleg is afgehandeld.