Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Er is al naar verwezen, u hebt het wellicht gelezen in de krant, ik geef de informatie nog even kort. Op onze vraag heeft het onafhankelijke bureau iVOX een enquête afgenomen bij de Antwerpse bevolking. Daaruit blijkt dat er een grote vraag is voor een volledige overkapping. Die stelling werd voorgelegd. 61 procent van de Antwerpen wil een volledige overkapping, 23 procent zegt nee, de rest had geen mening.
Het betrekken van Ringland bij heel dat proces als actiegroep of als burgerbeweging is heel belangrijk, en ook dat men vragen stelt bij het feit dat de Vlaamse overheid te weinig luistert naar de Antwerpenaar. Dat is een verklaring voor de impasse. Er zal veel werk zijn om de Antwerpenaren te overtuigen van de projecten waar de Vlaamse Regering mee bezig is. Een van uw initiatieven in dat kader is een intendant. Op die manier wilt u aan de Antwerpenaren zeggen dat u een onafhankelijke persoon of groep installeert die gaat kijken hoe u de overkapping gaat realiseren. We weten dat er vraag naar is en zo kunt u uw eigen geloofwaardigheid wat vergroten.
De manier waarop de intendant wordt aangeworven en wat zijn opdracht is, zijn erg belangrijk. Er was eerst een selectiedocument, waarna een bestek is uitgeschreven. In dat bestek wordt aan de verschillende kandidaten – ik heb uit de pers begrepen dat het er vijf zouden zijn – gevraagd dat ze een werkvoorstel indienen over hoe ze het zullen aanpakken. De kandidaten moeten zich presenteren. In het bestek staan echter heel wat restricties. De bedoeling van deze vraag is te kijken hoe ver die restricties gaan en waar er openheid en vrijheid is voor de intendant.
Ik lees dat er moet worden vertrokken van de Oosterweelverbinding. Wat betekent dit? Het valt heel erg op – en dat vind ik niet zo’n verstandige keuze – dat het enkel over de ringzone zelf gaat. Die zone wordt geïsoleerd van het Masterplan 2020 en van andere belangrijke en samenhangende infrastructuurwerken zoals de A102 en R11bis. U hebt daarnet zelf gezegd dat Ringland in de MER van de A102 en de R11bis zit. Er wordt een onderzoek gedaan naar de effecten, maar dat staat los van wat de intendant moet doen.
Het valt me ook heel erg op dat het verkeerssysteem taboe is. Ringland stelt als basis van hun voorstel een verkeerssysteem voor van gescheiden tunnels voor doorgaand en plaatselijk verkeer. Met de Singel die bovenop de ring zou komen te liggen, kan er een uitwisseling van verkeer zijn tussen die ring en de Singel. Als randvoorwaarde in het bestek staat dat enerzijds voor de zuidelijke ring het Vlaamse Gewest en de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) tezamen een vereenvoudigd verkeerssysteem zullen uittekenen. De intendant kan zich niet uitspreken over hoe dat verkeerssysteem er moet uitzien. Anderzijds kan over de noordelijke ring met Oosterweel niet worden gesproken. Dat is volledig taboe.
Ook zeer opvallend aan het document is dat er sterk wordt vertrokken van de partiële overkappingen en het groeimodel zoals dat door de stad Antwerpen in de tweede overkappingsstudie is aangenomen als uitgangspunt. Het voorstel van Ringland vertrekt van een totaalconcept en niet van een concept dat opbouwt waarbij in stukjes wordt overkapt.
Minister, hoe loopt de procedure verder? Wie beslist over de uiteindelijke keuze van de intendant en op welke manier? Wanneer kan die aan het werk? Wat is de ruimte voor de intendant om daadwerkelijk de volledige overkapping te bestuderen? Wat als de intendant tot de conclusie komt dat een volledige overkapping enkel te realiseren valt met aanpassingen aan het huidige tracé? Ringland zegt dat een aantakking aan de Hollandse Knoop met het BAM-tracé in tegenspraak is met hun concept van overkapping. Wat als de intendant de argumentatie van Ringland zou volgen? Mag die dat dan zeggen? Zou de Vlaamse Regering daar rekening mee houden? Dat lijkt me niet opgenomen in het bestek.
Zondag heeft de heer Schiltz in de media gezegd dat het misschien wel Oosterweel Noord wordt. Ik heb de indruk dat ook de meerderheidspartijen verschillende dingen zeggen. Waarom krijgt de intendant niet de mogelijkheid om het geheel te bekijken, zoals de samenhang met de A102 en R11bis? Nu wordt hij teruggedrongen tot de ring en moet hij vrij snel tot partiële overkapping komen.
Ik heb daarnet al gezegd dat het verkeerssysteem niet tot de opdracht van de intendant behoort. Waarom niet? Er is wellicht een effect op de overkapbaarheid. Waarom mag hij dat verkeerssysteem niet mee opnemen in zijn opdracht? In hoeverre krijgt de organisatie Ringland een officiële plaats in dit belangrijke proces? Nu zitten ze in een klankbordgroep waarvan niet helemaal duidelijk is wat de opdracht is. In hoeverre worden Ringland maar ook andere actiegroepen voor publieksparticipatie in Antwerpen betrokken? Kan er niet een versnelling hoger worden geschakeld?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de vragen van de heer Vanbesien. We hebben de indruk dat de intendant met handen en voeten is gebonden aan de tracékeuze van de Vlaamse Regering. Vergissen we ons? Is het nog een optie om aan de intendant de vraag te stellen welke wijzigingen aan het verkeerssysteem aangewezen zijn om de overkapping veiliger en goedkoper te kunnen realiseren? Zowel in het eerste als het tweede overkappingsonderzoek werd benadrukt dat wijzigingen aan de verkeersinfrastructuur de overkapping makkelijker en veiliger maken.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik kijk uit naar uw antwoord op de vraag hoe de procedure naar de intendant verder loopt.
Mijnheer Vanbesien, ik ben eigenlijk een beetje teleurgesteld in uw vraag. U erkent dat de opdracht van de intendant duidelijk aangeeft dat het onze – van zowel meerderheid als oppositie – ambitie is om te streven naar de overkapping van de hele ring. Dat staat in de opdracht. Groen zegt steeds constructief oppositie te willen voeren. Ik had gehoopt dat u zou zeggen dat u datgene wat er staat, zou appreciëren en waarderen. Ik heb een beetje de indruk dat u de vis wilt verdrinken. Waarom begint u nu over het uitbreiden van de opdracht naar de A102? De ambitie is al groot genoeg. Laat ons nu gaan voor de overkapping van de ring. De opdracht van de intendant is al erg groot. Laten we ons daar achter verenigen.
Ik begrijp uw vraag eerlijk gezegd niet zo goed. We moeten erover waken dat we stappen vooruit kunnen zetten, zowel in het oplossen van de immobiliteit als in het streven naar betere leefbaarheid. Wat ons betreft, hoort daar ook het streven naar de overkapping van de ring op termijn bij. Het is een en-enverhaal. Er is een uitspraak over het goede en het betere. Laat ons nu gaan voor het goede. Er zijn al heel veel onderzoeken gebeurd. Die bewijzen dat het oké is. Laat ons daar samen voor gaan in het belang van de stad. Ik heb af en toe de indruk dat u met nieuwe vragen en nog meer ambities het goede voor de stad eigenlijk niet wilt.
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, een aantal vragen van de heer Vanbesien zijn interessant, maar andere zijn bijzonder tendentieus. Mijnheer Vanbesien, u verwijst naar het debat op ATV waar ik in antwoord op een vraag heb gezegd: “Wat als de overkapping niet mogelijk is? Wel, als een kat een koe was, dan kon u ze melken achter de stoof.”
De reden waarom de intendant werd aangesteld, is net om het debat voor een stuk uit het politieke woelwater te halen en om een aantal uitdagingen, vraagstukken, mogelijke probleemoplossingen te objectiveren en naast elkaar te leggen. We zullen samen met u moeten afwachten wat daaruit komt.
U kijkt heel pessimistisch en negatief naar het bestek, ik kijk er heel positief naar. Het is een heel zorgvuldig document, waarin ruimschoots aan bod komt dat het de ambitie is om de volledige ring te overkappen. Proberen om die intentie alsnog geweld aan te doen, getuigt een beetje van kwade wil. U zit in de oppositie, u hebt er geen enkele baat bij dat die overkapping er komt, want dan bent u een belangrijke ‘unique selling proposition’ (USP) kwijt. Mijn partij probeert mee de overkapping te realiseren, net zoals de andere partijen van de meerderheid. In die zin ben ik dus niet bezorgd.
De vraag over de timing is interessant opdat de mensen hier in de zaal en de anderen die met het dossier begaan zijn, weten wanneer de intendant van start kan gaan.
De opmerkingen over de A102 zijn heel interessant, mevrouw Kherbache. Ik ben benieuwd wat de minister daarop zal antwoorden. Mij lijkt het evident: de A102 zit mee in het masterplan en vormt vanzelfsprekend een onderdeel van de totaaloplossing. Hoe sneller die gerealiseerd wordt, des te interessanter. Ik ben natuurlijk samen met u benieuwd hoe de minister de meer concrete timing en uitrol ervan ziet.
Minister, hoe verloopt de timing? Haalt u de vooropgestelde veertig dagen na de openbare aanbesteding? Ik kijk ook uit naar uw antwoord over de manier waarop de regeringen of de intendant om moeten gaan met de uitdagingen die ‘en cours de route’ opduiken, met andere woorden met het hete hangijzer: wat als de overkapping niet mogelijk zou zijn met de Oosterweelverbinding?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, voor alle duidelijkheid: het is overkappen in combinatie met Oosterweel. De Vlaamse Regering is daar heel duidelijk over, het regeerakkoord is daar heel duidelijk over. Hopelijk kunnen we daar nu snel mee van start gaan.
Minister, bent u een tevreden man wanneer u naar de kandidaturen kijkt? Is ‘het’ bureau erbij, ‘de’ man of vrouw die de zaak moet trekken? Ik hoop van wel, want dan kunnen we ermee aan de slag. Ik hoop natuurlijk ook dat de timing gehaald kan worden.
Ik koppel deze vraag graag aan een vorige. Communicatie is enorm belangrijk. Niet als verpakking, mijnheer Vanbesien, maar om die twee schitterende zaken te verenigen en om eindelijk een oplossing voor de fileproblematiek in Antwerpen naar voren te schuiven met de start van Oosterweel, maar gekoppeld aan leefbaarheidswerken.
Collega’s, ik zal iets zeggen dat ik misschien beter niet zou zeggen. Er worden hier ook debatten gevoerd over andere ringwegen, over die van Brussel bijvoorbeeld. Ik wacht de hele tijd tot ook daar burgerbewegingen en parlementsleden zullen rechtstaan en zeggen: “Geen stap meer vooruit, eerst moet de Brusselse ring volledig overkapt worden.” Dat zal gebeuren, ik hoop dat we dat allemaal beseffen. En wie kan het hen kwalijk nemen? In Antwerpen lukt het, waarom zou het dan niet lukken voor elke weg die nog wordt aangelegd in Vlaanderen? Het is gevaarlijk om dit te zeggen. Als Antwerpenaren zwijgen we hier beter over. Wij hebben het beste van de twee werelden, we zullen zowel de harde weginfrastructuurwerken hebben die de files moeten oplossen, als de enorm belangrijke leefbaarheidswerken zoals de overkappingen. Laat ons die dubbele keuze, dat en-enverhaal, omarmen. Laten we ons erachter scharen. Laten we het koesteren, want we zijn er uniek mee in Vlaanderen. Ik hoop dat we heel spoedig op beide fronten vooruit kunnen gaan.
Minister, mijn vraag betreft dus de binnenlopende kandidaturen. Natuurlijk kunt u, gelet op de vertrouwelijkheid, de identiteit niet meegeven, maar u kunt wel zeggen of u een tevreden man bent en hoe de timing en de te zetten stappen eruitzien.
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, ik licht even de procedure toe. Nu worden de offertes beoordeeld door de gunningscommissie. In de gunningscommissie zetelen leidend ambtenaren van het Vlaamse Gewest en van de stad Antwerpen. Na de beoordeling van de offertes en eventuele onderhandelingen zal de gunningscommissie een gunningsvoorstel formuleren. In functie van de geldende delegatieregeling zal vervolgens een gunning gebeuren. Aansluitend kunnen de intendant en zijn team starten met hun opdracht.
De besprekingen met de kandidaten starten de komende weken. Ik ga ervan uit dat we spoedig tot goede resultaten kunnen komen. Ik heb geen gebruik gemaakt van welk inzagerecht ook, maar ik krijg alleszins positieve feedback over de kandidaturen.
De intendant krijgt de opdracht om de volledige overkapping van de ring te bestuderen. In het bestek is dit als volgt verwoord: “We stellen uitdrukkelijk de ambitie voorop om, vertrekkende van de Oosterweelverbinding, een overkapping van de volledige ring te realiseren. Hiervoor moeten de technische randvoorwaarden in kaart gebracht worden, zodat elke ingreep op de R1 hiermee rekening kan houden.” Dit is dus letterlijk wat erin staat.
De voor te stellen leefbaarheidsmaatregelen en overkappingen mogen wat mij betreft aanleiding geven tot een beperkte bijsturing van de plannen voor de Oosterweelverbinding, dat heb ik altijd al gezegd. Maar ik wil dat we vooruitgaan, dat we niet teruggeslagen worden in de tijd! We hebben het tracé gekozen en dus zullen we daarmee verder gaan. Ik wil vooruitgaan. We zullen echt niet meedoen met degenen die zeggen dat ze het schip een beetje willen bijsturen met de intentie om het schip de dieperik in te sturen. We willen bijsturen in functie van leefbaarheid en overkapping, maar we willen vooruitgaan.
Ik beklemtoon dat de keuze voor een intendant een keuze voor effectieve realisatie van de overkappingen is. De aanstelling van een intendant heeft niet tot doel om bestaande procedures uit milieuwetgeving opzij te zetten en straal voorbij te lopen aan de inzichten die voortkomen uit de lijvige plan-MER-procedure, gewoon omdat het niet leidde tot de gewenste uitkomst in hoofde van anderen.
Concreet: de Oosterweelverbinding is het meest probleemoplossend op het gebied van mobiliteit en biedt dus de beste garantie om niet alleen te praten over overkappingen, maar om er ook snel werk van te maken. Dat gebeurt op basis van procedures. Met procedures wordt er anders trouwens wel vaak gezwaaid wanneer ze passen binnen het eigen kraam – maar goed, op dat vlak hebben we allemaal wel enige schuld.
De intendant zal in zijn ambitienota kunnen aangeven hoe hij de ontwikkeling van de ringzone ziet. Het lijkt mij logisch dat hij hierbij ook rekening houdt met andere relevante ontwikkelingen, zoals de projecten uit het Masterplan 2020.
Uiteraard is er een interactie tussen de R1 en de wijze waarop het verkeer georganiseerd wordt en de leefbaarheidsmaatregelen en overkappingen. Dat neemt niet weg dat de R1 een onderdeel is van een groter wegennetwerk.
Met het oog op de veiligheid en de doorstroming op de R1 is het daarom aangewezen dat de inrichting van de R1 en de wijze waarop het verkeer hier georganiseerd wordt, afgestemd is op de aansluitende wegen en snelwegen. Daarom wordt ook letterlijk in het bestek vermeld: “Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) tekenen een vereenvoudigd verkeerssysteem uit op de Antwerpse Ring buiten het projectgebied Oosterweel en creëren op deze manier de verkeerstechnische randvoorwaarden voor overkapbaarheid ten aanzien van de intendant. Indien een overkapping invloed heeft op het mobiliteitsoplossend vermogen van de ring, dienen de oorzaken en gevolgen hiervan in overleg met de BAM en het AWV in kaart te worden gebracht.” De laatste zin geeft toch ook duidelijk aan dat er nog ruimte is voor overleg, dat we heel wat openingen laten. We moeten ons daar niet voor forceren, ik wil het niet anders.
Ik voeg daar nog aan toe dat de gevolgen van een overkapping ook uit milieuoogpunt moeten worden bekeken. Ik refereer bijvoorbeeld aan de bermen: we dienen het verbindend ecologisch karakter in ogenschouw te nemen.
Ik maak even een zijsprongetje. Er werd gevraagd om de tunnel in één keer aan te leggen over het volledige traject. Mij lijkt het zinvol dat de intendant aanduidt welke tracés we eerst zullen overkappen. We gaan toch niet heel de ring in één keer overal openleggen? Zo werkt het niet. In de praktijk wordt bekeken waar we het eerst aan de slag kunnen gaan, er wordt bekeken waar het het meest efficiënt is om te beginnen.
De intendant heeft de uitdrukkelijke opdracht om een visibel en zorgvuldig opgezet maatschappelijk proces op te zetten. Zijn opdracht is veel ruimer dan louter het maken van een technisch en stedenbouwkundig onderzoek. De opdracht betreft ook een maatschappelijk proces, een maatschappelijk draagvlak, en inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van een overkapping. Alle kandidaten hebben in hun offerte trouwens uitgebreid aangegeven hoe ze stakeholdermanagement en burgerparticipatie zullen aanpakken. Telkens is hierbij expliciet een plaats voorbehouden voor organisaties zoals Ringland. Ik heb trouwens van bij het begin al gezegd dat er betrokkenheid is van Ringland en andere organisaties. Ik heb daar ook met hen al over gesproken, en dat gebeurde in een heel positieve en constructieve sfeer.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eerst even reageren op mevrouw Bastiaens, maar eigenlijk heeft de minister dat ook al gedaan. Uiteraard heeft de wijze waarop de A102 en de R11bis zullen worden aangelegd een effect op het verkeer en dus ook op de overkapbaarheid van de infrastructuur van de ring. Dat hangt met elkaar samen. De minister heeft dat bevestigd en ik vond hem op dat punt open genoeg om te zeggen dat de intendant een samenhang en een argumentatie voor het een of het ander zal kunnen inbrengen.
Op de andere punten heeft de minister de deur nogal dichtgeslagen. Hij zei: “Het Oosterweeltracé is beslist. Punt. Misschien kunnen er nog heel kleine aanpassingen gebeuren, maar daar zal het tracé lopen.”
Hij deed dat ook over de verkeerssystemen, en die vormen voor Ringland een belangrijk aspect. Het gaat inderdaad over hun tunnels. Kunnen ze die mee aanleggen of niet? Daarover werd gezegd dat het Vlaamse Gewest samen met BAM zal beslissen. Er mag wel overleg over zijn, maar de beslissing ligt bij het Vlaamse Gewest en BAM.
Wat de plaats van Ringland betreft, minister, heb ik vooral veel onduidelijkheid gehoord. U zei dat al die verschillende kandidaat-intendanten er verschillende ideeën over hebben en dat u het dan wel op die plaats zult bekijken. Blijkbaar heeft de Vlaamse Regering ter zake nog geen intentie of engagement. Het zal afhangen van de voorstellen die nog binnenkomen.
Minister, ik wil nog op een laatste punt reageren. U zei dat u toch niet alles in één keer zult aanleggen. Ik denk dat u daarbij planning verwart met uitvoering. Dat niet alles tegelijkertijd wordt gedaan, is logisch. De uitbouw en het betongieten moeten natuurlijk stap per stap gebeuren. Maar van bij de eerste stap moeten we al weten welke stappen er nog zullen volgen. En dat is niet zo bij het groeimodel van de stad Antwerpen en van het Vlaamse Gewest. Daarin staat dat u hier en daar een stuk zult overkappen en dat u daarna wel zult zien hoe het verder gaat. Dat is eigenlijk een kroniek van een aangekondigde partiële overkapping: hier en daar een stuk overkapping, maar geen volledige.
Ik werd hier daarstraks door mijn collega’s wat aangevallen als zijnde iemand die helemaal geen overkapping zou willen of die een slechte Antwerpenaar is omdat ik het slecht voor heb met heel dit project. Als ik een slechte Antwerpenaar ben omdat ik opkom voor een volledige overkapping en voor een nieuwe Scheldekruising die verder van de stad ligt, dan zijn ook 60 procent van de mensen die in Antwerpen wonen, slechte Antwerpenaren. Het is dan een titel die ik met veel plezier zal dragen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Mijnheer Vanbesien, dat hebben wij niet gezegd. Ik heb gezegd dat het er steeds meer op lijkt dat u geen belang hebt bij de realisatie van de overkapping door deze meerderheid. U moet toch eindelijk eens ophouden met te proberen om in de schoenen van de meerderheid te schuiven dat we die overkapping niet willen! Het staat zwart op wit in het bestek van de intendant! Het is zonet door de minister bevestigd. Het is door alle meerderheidspartijen bevestigd. Wij willen de overkapping van de ring. En dus moet u stoppen met de mensen iets anders wijs te maken.
Ik heb helemaal niet gezegd dat u een slechte Antwerpenaar bent. U doet een poging om dit debat in een politiek spelletje te laten verzanden. Ik herhaal dat we de intendant hebben aangesteld om heel correcte beslissingen te nemen, om heel duidelijk te maken wat technisch haalbaar is en op welke manier. Alle antwoorden van de minister hebben bevestigd dat we de goede kant op gaan. Ik stel voor dat we nu eventjes wachten en de intendant zijn werk laten doen. Daarna kunnen we elkaar hier in de commissie terugzien om de opvolging van de plannen en de werken te bespreken.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik had u een heel eenvoudige vraag gesteld, maar ik heb er geen antwoord op gekregen. Ik vroeg u of we de intendant de volgende vraag konden voorleggen.
Welke wijzigingen aan het verkeerssysteem zijn aangewezen om de overkapping veiliger en eenvoudiger te kunnen doorvoeren? Ik heb begrepen dat niets is uitgesloten, dat er ruimte is. Kunnen we die vraag voorleggen aan de intendant?
Het is niet omdat we zeggen dat we de plannen voor de overkapping stap voor stap gaan uitrollen, dat we maar stukjes gaan doen. Wat is het meest realistische? Op welke stukken beginnen we? Dat wil niet zeggen dat we alleen die stukken gaan doen.
Zeggen de mensen van Ringland bijvoorbeeld op 19 oktober dat de overkapping er op 20 oktober zal liggen? Bekijkt u het zo, mijnheer Vanbesien? Dit is geen volwassen manier om naar deze zaak te kijken. Wij maken het concreet. Dat wil niet zeggen dat we stap voor stap alleen maar stukken gaan doen. We zeggen welke concrete stukken we eerst gaan doen.
We hebben niet gezegd dat u een slechte Antwerpenaar bent als u voor overkapping pleit. Dat moet u er ook niet van maken. We pleiten allemaal voor overkapping. Niemand in deze zaal pleit niet voor overkapping. Hou op met misnoegd te zijn: “Ik ben een slechte Antwerpenaar, want ik pleit voor overkapping.” Neen, dat doen we allemaal. Weet u wanneer u een slechte Antwerpenaar zult zijn? Als zou blijken dat u erin slaagt een project van deze omvang, dat de files oplost en de leefbaarheid garandeert, terug naar af te sturen. Iemand die die verantwoordelijkheid draagt, is een slechte Antwerpenaar.
We zijn de enigen in Vlaanderen die erin slagen een dergelijk groot infrastructuurproject te koppelen aan overkapping. In Vlaanderen worden gigantisch veel werken uitgerold. Daar wordt niet gepleit voor overkapping. Wel, ik hoop dat het zo blijft. Heel Vlaanderen kan in principe pleiten voor de overkapping. Wel, ik beschouw mezelf gelukkig als ik de plannen van deze regering en van de stad Antwerpen zie, die gaan voor een oplossing van de files en die zo voluntaristisch zijn daar een zak geld bij te smakken, namelijk 350 miljoen euro. Hoe meer kun je de mensen overtuigen dat dit geen windowdressing is, geen verpakking of strik? Het is een concreet engagement waarin stap voor stap vooruitgang wordt geboekt.
Ik doe nogmaals een oproep die plannen te omarmen. Het is een en-enverhaal. Ik ben heel benieuwd naar de stappen die de intendant zal zetten. Voor mij is dat het bewijs dat het de wil is van deze regering om op de beide pistes voort te gaan, om leefbaarheid en oplossing van de files te verzoenen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik wil hoeden voor de illusie dat Antwerpen alles te zeggen heeft. Mevrouw De Ridder, in Antwerpen is er een heel unieke situatie. De ring loopt ongeveer in de stad. Dat is in Brussel en andere steden natuurlijk niet zo. Voor de burgemeesters van andere steden komen roepen om een overkapping, is de Antwerpse situatie prioritair genoeg door zijn specifieke aard. De Vlaamse Regering moet niet vrezen dat plots overal te lande actiegroepen en lokale mandatarissen om zulke overkappingen zullen roepen.
Minister Weyts heeft het woord.
Met betrekking tot het verkeerssysteem heb ik geantwoord in referentie tot het bestek. Het Agentschap Wegen en Verkeer en BAM tekenen een vereenvoudigd verkeerssystem uit op de Antwerpse Ring buiten het projectgebied Oosterweel en creëren zo de verkeerstechnische randvoorwaarden voor overkapbaarheid ten aanzien van de intendant. Indien een overkapping invloed heeft op het mobiliteitsoplossend vermogen van de ring, dienen de oorzaken en gevolgen hiervan in overleg met BAM en AWV in kaart te worden gebracht. Daarbij wordt veel ruimte gelaten voor overleg, ik zou het niet anders willen.
Ik heb met vreugde in de krant gelezen dat 55 procent van de Antwerpenaren wil dat het vooruitgaat. Wel, dat ligt nu op tafel. Vooruitgang en overkapping liggen op tafel. Daar werken we aan, en de Vlaamse Regering is bereid daar heel veel middelen voor uit te trekken.
De discussie gaat niet over de vraag of het glas halfvol of halfleeg is. Het glas is meer dan goedgevuld. Laat ons het glas niet leeggieten, want dat leidt tot uitstel en afstel en uiteindelijk tot niets.
Voor alle duidelijkheid, het is heel goed dat er veel geld wordt gepland voor zo’n project, een project, aldus de minister van Begroting eerder deze week, dat zichzelf zal terugbetalen door het tolsysteem. Op de lange termijn is dat zeer goed. Het is een zeer goede investering, die bovendien zal opbrengen.
Die investering kunnen we maar één keer doen. Laat ons dat goed doen, laat ons de beslissingen in alle openheid nemen. Als we een intendant aanstellen, moeten we die de ruimte geven om de argumentaties op te bouwen puur op basis van wat er goed is voor de volledige overkapping. Dat staat als algemene doelstelling in het plan. In de verdere uitwerking van het bestek wordt dit serieus beperkt in actieradius.
De vraag om uitleg is afgehandeld.