Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik verwijs naar het Rekendecreet. Ik hoef eigenlijk niet te herhalen dat dat decreet van 8 juli 2011 in artikel 30 voorziet in een semestriële rapportering over een uitvoeringsrekening van de begroting, een resultatenrekening en een balans. Inzake de Vlaamse begroting 2015 was er tot nu toe enkel een impliciete vorm van rapportering naar aanleiding van de begrotingsaanpassing, beslist in april van dit jaar en goedgekeurd op 30 juni van dit jaar, net voor het zomerreces. Zonder ingrepen zou de begroting voor ongeveer 900 miljoen euro in het rood zijn gegaan. Na de aanpassing blijft er van het tekort net geen 550 miljoen euro over.
De hierboven beschreven rapportering of monitoring van de begrotingsuitvoering lijkt op het federale niveau toch veel explicieter te gebeuren. Ik verwijs naar 9 juli van dit jaar. Het monitoringcomité bij de FOD Budget en Beheerscontrole maakt daarbij niet alleen een update voor de begroting in het lopende jaar, maar blikt ook vooruit in functie van de opmaak, bij ongewijzigd beleid, van de begroting voor het volgende jaar.
In zijn laatste rapport van 9 juli nam het federale monitoringcomité overigens al de uitkomst van de herrekening van de gewestelijke personenbelasting mee. Voor de Vlaamse begroting 2015 heeft de herrekening van de gewestelijke personenbelasting een gunstig effect van meer dan 400 miljoen euro.
U stelde eerder, minister, dat u instaat voor een permanente monitoring van alle pps- en alternatief gefinancierde projecten, in uitvoering of in de pijplijn, om tijdig te kunnen inschatten of een aanrekening op de begroting vereist is of niet. Deze budgettaire elementen en allicht ook nieuwe, aangepaste parameters onderstrepen nog eens het belang van een semestriële rapportering over de uitvoering van de begroting. Die uitvoering is van bijzonder belang voor de opmaak van de Vlaamse begroting 2016. Ik heb vorige week en uit eerdere communicatie begrepen dat de Vlaamse Regering daarmee volop bezig is.
Minister, kunt u, zoals bepaald door het Rekendecreet, de semestriële rapportering over de uitvoeringsrekening van de begroting 2015, een resultatenrekening en een balans voorleggen en toelichten aan dit parlement? Noopt deze rapportering tot een nieuwe aanpassing van de begroting 2015 en kunt u een indicatie geven van de effecten van deze aanpassing op het vorderingensaldo? Minister, kunt u aangeven op welke wijze en in welke mate de uitvoering en een tweede aanpassing van de begroting 2015 een invloed hebben op de opmaak van de begroting 2016?
Minister, u weet dat het federale monitoringcomité volgende week met nieuwe cijfers komt. Welke cijfers met betrekking tot de uitvoering van de Vlaamse begroting 2015 zijn overgemaakt aan het federale monitoringcomité, dat ook een herziening gaat doen voor 2015?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Conform het Rekendecreet wordt door de rechtspersonen van de Vlaamse overheid een semestriële rapportering opgemaakt, bestaande uit een uitvoeringsrekening van de begroting, een resultatenrekening en een balans. Deze semestriële rapportering over 2015 wordt door de rechtspersonen van de Vlaamse overheid tegen eind september overgemaakt aan mijn administratie. Voor de rechtspersoon Vlaamse Gemeenschap wordt deze semestriële rapportering door mijn administratie tegen eind september opgemaakt en overgemaakt aan het Rekenhof. Momenteel beschikken we nog niet over deze informatie.
Momenteel heeft de regering geen intenties om een tweede begrotingsaanpassing door te voeren. Er is inderdaad een verschil tussen de federale overdrachten die we bij onze begrotingsinspanningen opgenomen hebben en het cijfer dat de federale overheid opneemt. Technisch gezien kunnen er steeds meerontvangsten worden gerealiseerd op een bepaald ontvangstenartikel. Inhoudelijk gezien moeten we de repercussies van deze meerontvangst ook nog bekijken. Zoals de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) ook aangaf in zijn rapport van vorige week woensdag, worden de ontvangsten gewestelijke opcentiemen van 2015 tot 2017 definitief vastgelegd in 2018, wat tot een neerwaartse bijstelling van deze ontvangsten aanleiding kan geven. Het is dus van belang om eerst de repercussies en de context van deze verwachte meerontvangsten te analyseren alvorens reeds nieuwe maatregelen te beginnen treffen.
Meer specifiek wat de opvolging van de begrotingsuitvoering 2015 betreft, verwijs ik ook nog naar wat ik daarnet zei, namelijk om eind september terug te komen op de stand van zaken in het implementatietraject van de eigen inning van de registratie- en erfbelasting.
Wat de begrotingsopmaak 2016 betreft, zal de Vlaamse Regering in haar Septemberverklaring uiteraard de laatst beschikbare informatie en parameters meenemen in haar analyse van de begroting en het bepalen van de doelstelling voor 2016. Meer concreet verwachten we ook nog een nieuwe raming van de opcentiemen die in 2016 zullen worden doorgestort door de FOD Financiën. Uiteraard kunnen we momenteel nog niet op deze begrotingsoefening vooruitlopen.
In verband met het cijfer dat doorgegeven is: ik heb die informatie gewoon nu niet bij me.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord, maar ik blijf natuurlijk een stukje op mijn honger zitten. Het Rekendecreet is op dat vlak vrij duidelijk. In het Rekendecreet staat een semestriële rapportering over de punten die ik net heb gevraagd. Het antwoord dat ik krijg van u is: u moet wachten tot eind september. Ik weet dat het Rekendecreet onderwerp zal vormen van een discussie in het parlement, maar zolang dat Rekendecreet geldt, verwacht ik toch wel concrete informatie zodat het parlement kan volgen hoe het zit met de uitvoering van de begroting 2015. Het antwoord “u moet wachten tot eind september 2015”, is eigenlijk niet in overeenstemming met het Rekendecreet. Die punten staan duidelijk beschreven in het Rekendecreet. De facto mag het parlement die ook bij u opvragen. Als u mij zegt dat ik moet wachten tot eind september, heb ik ook de vraag hoe het dan gaat lopen met de Septemberverklaring, waarin de contouren van de begroting moeten worden aangegeven. Mijn vragen zijn pertinent omdat ze wel degelijk een impact hebben op de begroting van 2016. Ik blijf dus aandringen dat u wat het Rekendecreet voorschrijft aan informatie, zo snel mogelijk ter beschikking stelt van het parlement.
Geen toevoeging meer van de minister? (Neen)
De heer Rzoska heeft het woord voor een slotopmerking.
Ik kon maar proberen, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.