Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, aangezien de heer Vandenbroucke de eerste was om de aanwezigheid van de minister te vorderen, krijgt hij als eerste het woord.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, collega's, en u minister, dank voor uw komst. Ik verwijs naar de kwestie die tijdens de actuele vragen aan bod is gekomen. Toen verklaarde u dat u via een persbericht vernam dat er nieuwe ramingen zijn van de federale dotatie. Ondertussen hebben we via de parlementsvoorzitter informatie gekregen waaruit blijkt dat datgene wat minister Van Overtveldt beweert, namelijk dat u wel degelijk bent geïnformeerd via een mail, zou kloppen. Ik heb hier voor me effectief een mail liggen, komende van het kabinet van minister Van Overtveldt, gericht aan een aantal mensen van uw kabinet en een aantal andere Vlaamse kabinetten, waarin de informatie staat over de herraming.
Als het zo is dat u via een mail bent geïnformeerd, dan wil ik u gewoon de vraag stellen waarom u dat dan niet hebt gezegd. Waarom hebt u gezegd dat de informatie via een persbericht bekend is geworden? Mijn vragen luiden dus: hoe bent u geïnformeerd, wanneer precies bent u geïnformeerd en wat stond er in die informatie?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, collega's, het debat over de cijfers en de herberekening die er de afgelopen weken en maanden gebeurd is, trouwens op vraag van de gewesten, naar aanleiding van de zesde staatshervorming, hebben gisteren inderdaad geleid tot de bijeenroeping van een interkabinettenwerkgroep (IKW). We zijn daarvoor uitgenodigd om 15.33 uur. Het betrof een interfederale werkgroep, ter voorbereiding van een interministerieel comité. De uitnodiging is dus om 15.33 uur gekomen. In die mail stond er dat er door de herberekeningen “een neerwaartse herziening” zou zijn. Ik lees het letterlijk: “(…) is gebleken dat de 750 miljoen verlaging van de middelen voor de gewesten bij de begrotingscontrole 2015 neerwaarts herzien wordt richting 157 miljoen euro.” Dat is een globaal cijfer vanuit de nv België, dat ook om 15.31 uur in een perscommuniqué verstuurd is. Vrijwel gelijktijdig zijn beide berichten dus verstuurd. Er zit een speling van 2 minuten op.
Als je vragen krijgt hier in het Vlaams Parlement, is het op dat ogenblik natuurlijk zeer moeilijk om te weten wat de exacte impact daarvan voor Vlaanderen is. De 750 miljoen euro voor de nv België resulteerde in een slecht resultaat van 400 miljoen euro voor Vlaanderen. De 157 miljoen voor de nv België geeft een positief resultaat voor Vlaanderen van 7,9 miljoen euro. Dat is de prognose op dit ogenblik.
Als men mij deze namiddag de vraag stelt wat de exacte impact van dit bedrag voor Vlaanderen is en er op dat moment een IKW loopt die misschien net is afgerond of misschien nog net niet, waarbij men de detailcijfers geeft, waaruit trouwens blijkt dat we de achterliggende tabellen de komende uren en dagen nog zullen moeten verfijnen, dan zeg ik in alle eerlijkheid dat ik dat nog niet kan zeggen, dat ik het voorzichtigheidsprincipe toepas. Uiteraard ben ik bereid om daarover meer informatie in de commissie te verschaffen wanneer die beschikbaar is. We zullen moeten nagaan hoe stabiel die nieuwe feiten zijn, en of alles zich in 2015 doet gevoelen – zoals ik deze namiddag ook in antwoord op de actuele vragen heb gezegd –, dan wel of dat ten dele ook in 2016 zal gebeuren. Daarover moet nog duidelijkheid worden gecreëerd.
In een goede federale context is het ook logisch dat je dat doet op interfederale kabinettenwerkgroepen om te kijken of er al rekening is gehouden met het inningspercentage van de belastingen die geïnd worden of dat men rekent met de volledige 100 procent. Dat zal uitgeklaard worden. Ik informeer dus heel correct en duidelijk aan het Vlaams Parlement dat ik op basis van voorzichtigheid vandaag geen exact cijfer kan geven over de impact op de begroting van 2015 omdat daarover de gesprekken volop bezig zijn.
Minister, dank voor uw omstandige uitleg, maar de belangrijkste vraag blijft natuurlijk. U hebt een mail gekregen van het kabinet van minister Van Overtveldt met informatie waarover u nu wat meer toelichting hebt gegeven. U hebt gezegd dat u bent geïnformeerd via een persbericht. Een mail is geen persbericht. U zegt en uw fractieleider heeft gezegd dat het onbetamelijk is, dat het onaanvaardbaar is, dat het onrespectvol is om via de pers te moeten vernemen wat u net komt te zeggen. Maar u hebt wel degelijk een mail gehad op ongeveer hetzelfde moment. Er zitten inderdaad 2 minuten tussen. Waarom zegt u dat dan? Waarom hebt u tegen ons niet gezegd, zelfs nadat de heer Somers de conclusie heeft getrokken dat het een schande is dat u het via de pers hebt moeten vernemen, dat u wel degelijk een mail hebt gekregen van de federale collega? Waarom hebt u dat niet rechtgezet?
Ik heb nog een tweede vraag voor u. Een van de redenen waarom die raming is herzien, is dat de wijze waarop de steekproef is gebeurd, is verfijnd, namelijk niet via een op tweehonderd aanslagbiljetten maar een op twintig aanslagbiljetten. Wanneer hebt u die informatie gekregen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik heb wat de indruk, in de stijl die u nu hanteert, dat u op een of andere manier wat door het stof aan het kruipen bent. Ik kan me niet van de indruk ontdoen – en dat is natuurlijk een bijzondere vorm van teambuilding – dat u na het voorafje met de fractieleiders van de meerderheid nu probeert om de uitspraken die u deze namiddag hebt gedaan, en waar uw fractieleider toch wel een serieuze ‘couche’ bovenop heeft gelegd, dicht te plamuren.
Ik heb een bijkomende vraag voor u. Deze namiddag hebt u dat inderdaad volgens het Woordelijk Verslag gezegd. Ook uw fractieleider vond het onbetamelijk, met woorden als "een gebrek aan respect". Hij had het zelfs over "een kaakslag". Vindt u het normaal dat de pers blijkbaar 2 minuten voor uw kabinet – en ook voor de gewestelijke collega’s – een bericht krijgt van federaal minister Van Overtveldt, en dat hij op die manier handelt?
De heer Janssens heeft het woord.
Dames en heren, ik heb deze namiddag met heel veel plezier geluisterd naar het eloquent betoog van collega-fractieleider Somers en naar de heropleving van zijn sluimerend Vlaams-nationalisme. We hebben dat vurig betoog met heel veel enthousiasme en applaus gesteund omdat je er als parlementslid toch van uit mag gaan dat als een fractieleider en een minister van dezelfde fractie in het parlement iets komen zeggen, dit gebaseerd is op correcte informatie. Ik heb de indruk dat de vork iets anders in de steel zit.
Minister, u hebt nog niet zo lang geleden vanavond een tweet verstuurd waarin u zegt dat Vlaanderen inderdaad baat heeft bij de herziening van de cijfers, maar – en dat is in dezen het allerbelangrijkste – dat correcte informatie-uitwisseling even belangrijk is. Daarin bevestigt u alleen maar wat zowel de heer Somers als uzelf hier in de plenaire vergadering hebben gezegd, met name dat u dus blijkbaar niet op de hoogte was van de herziening van de cijfers, of althans dat u de herziening van de cijfers uit de pers hebt moeten vernemen. Uit het mailverkeer dat we ondertussen hebben gehad, blijkt dat dit helemaal niet het geval is.
Minister, kom u dus nu niet verschuilen achter de impact die de cijfers zouden hebben op de begroting en waarom u die nu niet kunt toelichten aan het parlement. Dat verwachten wij ook niet van u. Wij verwachten als parlement wel dat u zowel tijdens de actuele vragen als nu, wanneer u een herkansing krijgt, aan dit parlement eindelijk eens de correcte informatie geeft. Dat is mijn enige verzoek.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, wij hebben twee mails gekregen. We hebben een eerste mail gekregen, van medewerkers naar medewerkers: van een medewerker van het federale kabinet naar regionale, gewestelijke medewerkers, met een uitnodiging voor die interfederale werkgroep. Daarin staat het cijfer globaal voor de nv België, zijnde 157 miljoen euro. Op basis van dat cijfer is zeer moeilijk te interpreteren, onmogelijk zelfs, wat de impact op Vlaanderen is. Dat is de eerste mail.
De tweede mail is een mail die gestuurd is vanuit het kabinet van de federale minister van Financiën naar de pers, waarbij dezelfde informatie wordt meegedeeld, opnieuw over de impact op de nv België, dat 750 miljoen euro 157 miljoen euro is geworden. Als we dan kijken naar de eindresultaten: 750 miljoen euro gaf een negatief resultaat voor Vlaanderen van 400 miljoen euro. 157 miljoen euro geeft, op basis van de voorlopige cijfers, een positief resultaat van plus 7,9 miljoen euro.
Dat zijn de twee mails die ik heb gekregen: één keer van een medewerker naar de pers, één keer tussen medewerkers, namelijk van de federale administratie naar alle gewestelijke administraties.
Als u mij citeert uit mijn tweet, vind ik dat ontzettend goed, want het betekent dat u hier in het parlement ook de sociale media volgt. Maar u hebt maar een deel geciteerd. Ik heb ook gezegd dat het goed nieuws is voor Vlaanderen. (Opmerkingen)
Het is aan de basis goed nieuws. Waar eerst een negatief resultaat voor Vlaanderen was van 400 miljoen euro, zou het een positief resultaat kunnen zijn – als alle cijfers zijn gevalideerd – van plus 7,9 miljoen euro. Als u citeert, dan graag op basis daarvan.
In de werkgroep deze namiddag bleek dat het er inderdaad goed uitziet, maar dat nog niet alle cijfers stabiel zijn. Net zoals ik deze namiddag hier in de plenaire vergadering heb gezegd, moeten we er eerst voor zorgen, vooraleer mij te vragen in het Vlaams Parlement naar de impact op de Vlaamse begroting, dat de cijfers gevalideerd zijn. De werkgroep vond plaats tijdens de plenaire vergadering. Ik stond op het spreekgestoelte om 17 uur. Dan kan ik echt niet kijken of alles is gevalideerd. Voor ik die informatie geef, moet ik er voor honderd procent zeker over zijn. Ik ben vandaag zelfs op dit moment om 23 uur ’s avonds in de onmogelijkheid om die effectief te geven.
Als u mij vraagt wat de les is uit dit alles: we moeten veel sneller informatie doorspelen aan elkaar. Grote transparantie in cijfers maakt dat niemand het gevoel moet hebben, noch op federaal, noch op Vlaams vlak: wat zijn de achterliggende data en gegevens om tot bepaalde berekeningen te komen? Het moet ons leren om op een bepaald ogenblik niet alleen communicatie te hebben tussen medewerkers, maar vooral een open en transparante communicatie, waarover dit parlement terecht informatie vraagt.
Ik zou hier deze namiddag veel liever hebben gestaan met een grote Exceltabel met alle informatie, maar daarvoor hebben we even tijd nodig om te valideren. Eerlijk gezegd, deze namiddag hadden we die tijd nog niet. Maar ik ben ervan overtuigd dat tussen vanavond en een commissievergadering volgende week, als dat nodig is, al die informatie wel kan worden gevalideerd.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, u bent aan het kronkelen. (Applaus bij de oppositie)
U weet niet wat kronkelen is.
Ja, u bent aan het kronkelen, en ik zal u zeggen waarom u aan het kronkelen bent. Het verhaal dat u nu vertelt, is weer anders dan 2 minuten geleden. Nu is er blijkbaar sprake van een nieuwe mail, een mail tussen medewerkers. (Opmerkingen)
Dat hebt u daarnet wel gezegd. Er is eerst een mail gegaan tussen medewerkers, en de tweede mail die u hebt ontvangen, is die van Van Overtveldt. (Opmerkingen)
Het zijn mails tussen medewerkers. In uw antwoord geeft u aan dat er een andere chronologie is. Er is een mail van medewerker naar medewerker. Daarnet hebt u gezegd, minister, dat de eerste mail die over en weer is gegaan, tussen medewerkers van de betrokken kabinetten is gegaan, en dat het tweede bericht dat u hebt gekregen, het bericht is dat nu op onze banken ligt.
Voorzitter, ik denk dat we dat toch echt moeten uitklaren. Als er inderdaad echt mailverkeer is geweest van medewerker naar medewerker, van een federaal kabinet naar een Vlaams kabinet, dan moeten we die mails ook ter beschikking krijgen.
U hebt echter daarnet gezegd: er is een eerdere mail. In uw antwoord hebt u gezegd dat de chronologie als volgt is: er is een mail geweest van medewerker naar medewerker, en dan heb ik de mail gekregen die nu op de banken ligt. Ik vraag daar duidelijkheid over.
U hebt niet geantwoord op mijn eerste vraag. En mijn tweede vraag blijft, minister. U hebt daarnet zelf de chronologie aangegeven: om 15.31 uur naar de pers, om 15.33 uur hebt u via deze mail informatie gekregen. Mijn vraag daarnet was: vindt u het normaal dat uw federale collega eerst – volgens uw eigen woorden – naar de pers stapt en u pas daarna inlicht? Ik heb daar geen antwoord op gekregen. Ik wil daar een antwoord op. U bent het, gesteund door uw fractieleider, die hier deze namiddag een heel spel heeft opgevoerd over het feit dat u niet op de hoogte was.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, nogmaals dank voor de omstandige uitleg over de cijfers, en wat die al dan niet mogen betekenen. Wij kunnen de mails inderdaad ook lezen.
Maar wat ik vooral voor mij zie liggen, is een mail van een medewerker van minister Van Overtveldt aan uw kabinetschef. De kabinetschef informeren, is de minister informeren. We gaan daar niet onnozel over doen, medewerkers of niet. U hebt met andere woorden gisteren info gekregen per mail.
Vandaag zegt u in een antwoord op een actuele vraag die door uw fractieleider ook vandaag pas is ingediend, dat u die info hebt vernomen via een persbericht. Een mail is geen persbericht. Waarom hebt u gezegd dat u geïnformeerd bent via een persbericht? Waarom hebt u, wanneer uw fractieleider tot tweemaal toe – op dat moment in mijn ogen zeer terecht – zich opwindt over het feit dat u niet rechtstreeks geïnformeerd bent, hem niet gecorrigeerd en gezegd: ik heb wel degelijk een mail gekregen van mijn federale collega. Waarom hebt u dat niet gezegd? U hebt de indruk gewekt dat u het via de pers moest vernemen, en dat is onmiskenbaar niet zo. Dat blijkt hier.
Een tweede vaststelling, collega’s. Ik heb ondertussen ook de twee mails: die naar de pers en die naar uw kabinet. Klopt het dat de mail aan de pers andere informatie bevatte, meer informatie bevatte dan de mail die u hebt gekregen? Is de informatie die de pers heeft gekregen, pas vandaag op de interkabinettenwerkgroep toegelicht?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, u draait rond de pot. Ik wil nog even tot de essentie komen. Daarstraks in de repliek bij de actuele vraag van uw fractieleider, heeft hij gezegd – ik citeer uit het verslag dat door de schitterende diensten nu al online is gezet: “Als de Federale Regering en de bevoegde federale minister van Financiën over de openbare financiën van Vlaanderen communiceren via de pers in plaats van eerst via de Vlaamse Regering, dan noem ik dat een gebrek aan respect voor de Vlaamse Regering. Dat is onaanvaardbaar.”
We zouden daar inderdaad met zijn allen mee ingestemd hebben, ware het niet dat u over andere informatie beschikte. Nochtans hebt u ervoor gekozen, wanneer u na die repliek van uw fractieleider opnieuw het woord hebt gekregen, om niets te zeggen, om niet te spreken over mailverkeer, en ons, het hele parlement, in de waan te laten dat u inderdaad alleen maar informatie hebt gekregen via de pers en niet via de betrokken federale minister van Financiën. Ik vind dat u daarmee een proces hebt laten maken door uw partijgenoten van een minister die hier niet aanwezig was en die zich niet kon verdedigen.
U hebt dat proces laten maken door foutieve mededelingen, en door foutieve mededelingen van anderen van uw partij niet te corrigeren. Ik vind dat een zeer onheuse manier van werken. Ik vind dat een zeer oncollegiale manier van werken. Dit legt vooral de onderliggende wrevel bloot tussen de verschillende meerderheidspartijen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Er is eigenlijk een begripsverwarring. (Gelach. Rumoer)
Vlaanderen is België niet. Op basis van een cijfer over de nv België, dat én over Vlaanderen én over Brussel én over Wallonië gaat, kan ik niet … (Rumoer. Opmerkingen)
Als u vertrekt van de 750 miljoen euro verslechtering, was het op dat moment 400 miljoen euro of 52 procent impact voor Vlaanderen. Als u vertrekt van de 157 miljoen euro, het globale cijfer voor België, geeft dat een positieve impact van 7,9 miljoen euro voor Vlaanderen. Ik kan geen regel van drie toepassen op een globaal cijfer voor België. Iedereen die hier vandaag aan mij zou vragen, pas die regel van drie toe … (Opmerkingen. Rumoer)
Dan zou ik u vertellen dat de 157 miljoen euro, dat de helft daarvan, 52 procent daarvan, 75 miljoen euro verslechtering voor Vlaanderen zou zijn, in plaats van 400 miljoen euro. Ik had echter vandaag inderdaad in de kranten gelezen dat er een communicatie was dat er een 7,9 miljoen euro verbetering was voor Vlaanderen.
Daar kan ik alleen … Als u mij vraagt, collega Rzoska, of we sneller en beter moeten communiceren … Voor alle duidelijkheid, ik kan u de twee mails kopiëren. Het was een mail van medewerkers aan medewerkers. U hebt gelijk: een mail naar mijn kabinetschef is een mail naar mij. Een mail van een kabinetsmedewerker naar de pers is een publieke mail. Laat ons daar niet over discussiëren. De twee zijn: 15.31 uur en 15.33 uur. U kunt zien wanneer ze doorgestuurd zijn naar mij, vrij snel nadien. Dat systeem werkt dus eigenlijk ook wel goed. (Opmerkingen)
Als u mij vraagt: kunt u correctere en betere informatie verkrijgen? Ja. We moeten eens kijken hoe we het systeem kunnen verbeteren, zodat, als ik vragen krijg, … (Rumoer)
Op het moment dat men vragen krijgt, … (Rumoer)
Minister, de vraag gaat niet over wat er in de mail staat. (Opmerkingen van minister Annemie Turtelboom)
De vraag gaat erover dat u zegt dat u wat in de mail staat, vernomen hebt via een persbericht, terwijl er een mail is gestuurd. Waarom hebt u aan het parlement niet gezegd – wanneer daar het politieke debat over ging, aangevuurd door de heer Somers – dat u wel rechtstreeks geïnformeerd bent door minister Van Overtveldt en dit niet via de pers hebt moeten vernemen? Dat is een andere versie. De feiten liggen voor ons. U hebt een mail gekregen. U hebt het niet in de gazet gelezen. U hebt het niet op De Standaard-website gelezen. U hebt een e-mail gekregen, rechtstreeks van het kabinet van minister Van Overtveldt. (Applaus bij sp.a, Groen en van de heer Willy Segers)
Als u mij vraagt of ik geïnformeerd ben over het globale cijfer voor België, zeg ik: ja, want dat globale cijfer stond erin. Als u mij vraagt of ik geïnformeerd ben over wat dat betekent voor Vlaanderen, zeg ik: neen, dat stond niet in die teksten. (Opmerkingen. Rumoer)
Voorzitter, collega’s, ik heb het hier echt wel moeilijk mee. Ik heb het hier echt zeer moeilijk mee. Minister, u blijft mijn vraag ontwijken. Ik kan ze misschien voor de 35e keer stellen.
Ik heb hier het Woordelijk Verslag van deze namiddag voor mij, en daarin staat zeer duidelijk, op de vraag van uw fractieleider: “Gisteren is er inderdaad via een persbericht bekend geworden dat de negatieve 400 miljoen euro waarmee we rekening hadden gehouden net voor de begrotingscontrole, wel eens een positief bedrag van 7,2 miljoen euro zou kunnen worden.” Via een persbericht.
En nu krijgen we, nadat dit parlement, nadat collega Vandenbroucke, nadat de voorzitter himself bij de federale collega de informatie heeft opgevraagd, hier het duidelijke bewijs dat u wel degelijk op de hoogte was. Minister, u krijgt die mail dinsdagnamiddag om half vier. U komt om vijf uur naar het parlement om vragen te beantwoorden. Het waren de laatste actuele vragen op de agenda. Ik vind het dan zeer kwalijk dat u eigenlijk dit parlement, samen met uw fractieleider, meeneemt in een debat waarbij u ons, heel dit parlement, iedereen, de indruk geeft dat u dit hebt moeten vernemen via een persbericht. Het opvorderen van een minister is niet niets. U had de intellectuele eerlijkheid moeten hebben om aan dit parlement mee te geven dat u wel degelijk was geïnformeerd door minister Van Overtveldt om half vier gisterennamiddag, en u deed dat niet. (Applaus bij Groen en sp.a)
Ik kan ze blijven stellen, maar op mijn tweede vraag antwoordt u niet. Als we u opvorderen, dan heeft het parlement recht op een duidelijk antwoord. Collega Somers, ik vind ook dit eigenlijk een aanfluiting van het respect voor het parlement. We hebben hier daarnet met zijn allen beslist de minister de mogelijkheid te geven om een uitleg te geven. Minister, wat is er gebeurd? U hebt dit dichtgebetonneerd met de meerderheid. U blijft nu kronkelen en u blijft ontwijken – ik heb hier het Woordelijk Verslag voor mij – wat u deze namiddag hebt gezegd.
Minister, dit parlement is niet zomaar een praatbarak. U hebt deze namiddag bewust misleidende informatie gegeven, waarmee uw fractieleider en uzelf misschien hebben gescoord, maar waarmee u qua geloofwaardigheid een zeer slechte beurt hebt gemaakt. Misschien moet u aan vertrouwen, verbinden en vooruitgaan een nieuwe 'v' toevoegen, de 'v' van Van Overtveldt, waarmee u misschien inderdaad eens een verbinding kunt maken. (Applaus bij Groen en sp.a)
Minister, u hebt uw plaat op replay staan, en u doet alsof u de bijkomende vragen, of de vragen die er echt toe doen, niet hoort. Het gaat immers allang niet meer over de cijfertjes. Het gaat niet over de regel van drie. Het gaat niet over wiskundige formules. Het gaat over wat u aan dit parlement hebt verteld, en vooral over wat u niet hebt verteld aan dit parlement. Als u nu nog eens het woord neemt zo dadelijk, heb het dan niet over de impact op de begroting, heb het dan niet over de wiskundige formules, maar heb het over de vragen die wij stellen, en vertel de waarheid. Anders denk ik dat u er het best voor de rest van de dag het zwijgen toedoet.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Voorzitter, hier wordt met grote woorden geschermd: er moet worden geluisterd, er moet eerlijkheid zijn. Ik begrijp dat men zijn oppositierol speelt, maar als er al drie keer een antwoord is gegeven op de vraag, dan geldt de bereidheid om te luisteren in twee richtingen. De vraag die collega Somers heeft gesteld, is of we de 7,9 miljoen euro … (Rumoer)
U hebt het woordelijk voorgelezen. (Rumoer)
Voorzitter, ik probeer goed te luisteren in dit parlement. Men heeft daarnet voorgelezen uit het Woordelijk Verslag. (Rumoer)
Het verhit blijkbaar nogal de gemoederen om to the point te komen.
Wat zijn de feiten? Wist de minister wat de impact was voor Vlaanderen? Het antwoord is 'neen'. Het stond gisteren niet in de mail, maar het stond vanmorgen wel in de krant. Zo simpel is het.
Ik zal heel duidelijk antwoorden op uw vraag, mijnheer Rzoska. Als de cijfers slecht zijn voor Vlaanderen, dan moet dat op een behoorlijke manier worden gecommuniceerd tussen Vlaanderen en de federale overheid en tussen de federale overheid en Vlaanderen.
Dat was een aantal weken geleden het geval, en dat is de opmerking die de heer Diependaele en de minister-president toen terecht hebben gemaakt. We hadden toen het vooruitzicht op een tegenvaller, en er was een correctere en elegantere manier geweest om ons dat te laten weten. Vandaag is die tegenvaller een meevaller en geldt exact dezelfde logica. Ook vandaag was er een elegantere manier geweest om dit te laten weten aan het parlement en aan de Vlaamse Regering. De logica die toen gold tussen de N-VA, CD&V en Open Vld, geldt vandaag op dezelfde manier. Dat zijn de feiten.
Maar laat ons nu alsjeblieft niet muggenziften over mails en het moment waarop die zijn toegekomen. (Rumoer)
Waar het over moet gaan, is hoe we er in dit land voor zorgen dat we op een correcte manier informatie uitwisselen, en dat we die informatie uitwisselen met het oog op stabiele begrotingen. Zo simpel is deze discussie. En laat ons vooral niet vergeten dat het deze keer goed nieuws is voor Vlaanderen. Ik denk dat zelfs de oppositie daar blij mee moet zijn.
Mijnheer Janssens, het gaat voor mij wel om inhoud. U zegt dat ik het niet moet hebben over cijfers en over de impact op de Vlaamse begroting, maar de debatten die in dit parlement worden gevoerd, gaan over de keuzes die we maken voor Vlaanderen en over het beleid dat we voeren voor Vlaanderen. Voor mij gaat het dus wel degelijk om inhoud.
Als u mij vraagt wat de impact is op de Vlaamse begroting, dan wil ik correcte cijfers geven. En dan zeg ik alleen dat een negatief cijfer uiteindelijk een meevaller zal zijn voor Vlaanderen. Als u mij vandaag echter vraagt wat de exacte impact is op de Vlaamse begroting voor 2015 en 2016, dan kan ik daar nog niet op antwoorden. We moeten in de informatie immers nog alles valideren en nagaan met welke inflatiecijfers men heeft gewerkt. Heeft men bijvoorbeeld bij de inning van de belastingen rekening gehouden met het ingekohierde bedrag of met het effectieve inningspercentage? Daar is vandaag nog onvoldoende duidelijkheid over.
U zegt dat het enkel over de communicatie gaat, maar voor mij gaat het wel degelijk over de inhoud. Het gaat over de impact op de Vlaamse begroting. Hoe sneller we naar een begroting in evenwicht kunnen gaan, hoe meer budgettaire ruimte we hebben.
Mijnheer Rzoska, als u me vraagt of ik op een correctere manier kan worden geïnformeerd, dan denk ik dat ik daar duidelijk op geantwoord heb. Ik heb gezegd dat we sneller en correcter informatie moeten krijgen. Dat is de logica zelf, want alleen op die manier kan men goed rapporteren in het parlement met duidelijke cijfers. Mijn excuses, maar voor mij gaat het vandaag wel degelijk over inhoud.
Ik val echt om van verbazing. We hebben vanmiddag een hallucinant theater gezien dat stilaan een surrealistisch theater wordt. De manier waarop de Vlaamse Regering en de Federale Regering met elkaar communiceren over al dan niet honderden miljoenen extra voor de Vlaamse begroting met een waanzinnige impact op investeringen in Welzijn en Onderwijs die al dan niet kunnen doorgaan, is onwaarschijnlijk. Ik vind het onwaarschijnlijk dat er niet op een betere manier wordt gecommuniceerd.
Maar het tweede punt – en daarvoor zijn we hier vanavond samengekomen, minister – is dat het feit blijft. U blijft daarrond cirkelen. Dat stoort mij enorm. Het stoort mij enorm omdat vooral uw fractieleider hier opriep om het nodige respect op te brengen voor het parlement. U hebt hier gezegd dat uw federale collega u niet rechtstreeks heeft geïnformeerd, dat u informatie via de pers hebt vernomen, terwijl het zonneklaar is dat dit niet waar is. U hebt een mail gekregen van het kabinet van uw collega, rechtstreeks aan uzelf. Waarom hebt u dat niet gezegd? (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Turtelboom, ik vind het optreden beneden alle peil. Niemand, zelfs uw eigen fractieleider niet, heeft hier eigenlijk gevraagd naar de impact op de Vlaamse begroting. In zijn eerste punt ging het duidelijk over de communicatie. Hij heeft hier toen – maar nu zwijgt hij – gezegd: “Wij spreken in het Vlaams Parlement soms over respect voor het Vlaams bevoegdheidsniveau. Sommigen hebben het over 'kaakslagen'. Als de Federale Regering en de bevoegde federale minister van Financiën over de openbare financiën van Vlaanderen communiceren via de pers in plaats van eerst via de Vlaamse Regering, dan noem ik dat een gebrek aan respect voor de Vlaamse Regering. Dat is onaanvaardbaar.” Dat zijn de woorden van uw fractieleider.
Trouwens, collega Van den Heuvel is zelfs meegegaan in het debat. Hij heeft er zelfs nog een couche bovenop gelegd.
Nu komt u zeggen dat het u niet om de cijfers ging. Het Woordelijk Verslag plakt, minister. Wij hebben natuurlijk geen zicht op interkabinettenwerkgroepen (IKW’s) en andere mails die rondgaan. Maar u hebt hier aan het parlement het beeld gegeven dat u inderdaad enkel via de pers bent geïnformeerd. Het gaat voor mij uiteraard voor een stuk ook over financiën. Maar dit parlement had ook recht op de correcte informatie. En die hebt u niet gegeven. U blijft steevast alle vragen die vanuit deze kant komen, ontwijken.
Collega’s van de meerderheid, u hebt een compromis gesloten en een leuke teambuildingactiviteit georganiseerd. Maar wat ik bijzonder jammer vind, is dat u nu niet meer de moed hebt om het woord te voeren en uw punt te maken. U zwijgt. (Applaus bij Groen, sp.a en van de heer Stefaan Sintobin)
U zwijgt. Dat is beneden alle peil!
De heer Somers heeft het woord.
Voorzitter, mijn naam is verschillende keren en om begrijpelijke redenen genoemd. Daarom wil ik graag even het woord nemen: heel rustig, maar ook heel duidelijk. En dat is niet vanuit een Vlaams-nationale reflex, maar vanuit een reflex van parlementslid en ook vanuit een reflex van iemand die dit beleidsniveau ernstig neemt en belangrijk vindt, zoals wij allemaal hier.
Ik vind dit geen goede manier. Ik ben daarin heel duidelijk. Ik herhaal wat ik daarstraks heb gezegd. Ik vind de manier waarop de federale overheid in dit dossier met de Vlaamse overheid heeft gecommuniceerd, niet goed. Dat doe je niet op deze manier. Je doet dat niet op deze manier! (Opmerkingen. Rumoer)
Ik verklaar mij in alle rust nader. Wanneer er belangrijke cijfers zijn die een grote begrotingsimpact hebben, dan moet de lat voor Vlaanderen hoger liggen dan de manier waarop dat vandaag is gebeurd. Dan stuur je niet tegelijkertijd eerst een mail naar Belga en dan een mail naar de kabinetten om hen uit te nodigen op een IKW. Dan zorg je er niet voor dat als ik deze ochtend de krant opensla, ik in zowat alle kranten kan lezen dat Vlaanderen waarschijnlijk een overschot heeft van 7,8 miljoen euro. Dat moet je daarna verder onderzoeken op een IKW. Dat vind ik geen juiste manier van werken. Ik zeg dat met respect voor deze instelling, en ik ben er eigenlijk van overtuigd dat iedereen dat hier vindt.
De juiste manier van werken, waarbij de Federale Regering en de Vlaamse Regering wederzijds respect betonen, is, wanneer er nieuwe cijfers zijn, dat men eerst rond de tafel gaat zitten, de cijfers die een wederzijdse impact hebben, bekijkt en bestudeert, en dat men dan naar de media stapt. Dat is de juiste manier van werken. Dat heb ik deze namiddag gezegd. (Rumoer bij de N-VA)
Dat heb ik deze namiddag gezegd, en dat herhaal ik vanavond op exact dezelfde manier. Ik vind het geen goede zaak dat er zo gecommuniceerd is. (Rumoer bij de N-VA. Applaus bij sp.a)
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, het is laat. Ik ga dus in alle rust spreken. Laat mij duidelijk zijn. Ik betreur dit voorval ten sterkste. We kunnen hier allemaal nog zeer lang over discuteren. Het punt is dat de communicatie gelijktijdig is verstuurd naar de pers en naar de kabinetten. In die persmededeling stond niets méér dan in die mail aan het kabinet. Inderdaad, het respect voor dit parlement is zeer belangrijk. Dat geldt voor iedereen, zowel voor diegenen die communiceren met dit parlement als voor diegenen die antwoorden moeten geven aan dit parlement. Ik laat het graag aan de oppositie over, aan wat zij tot nu toe gezegd hebben, en aan de mensen zelf, die waarschijnlijk al niets meer begrijpen van deze hele discussie en van wat hier het punt is – ik laat het graag aan hen over om te oordelen op basis van de mail, die nu volledig publiek is, om te oordelen wat er precies gebeurd is. Voor de rest kan ik het alleen maar betreuren, en ik vind het jammer dat we dit niet op een meer volwassen manier hebben kunnen oplossen. (Applaus bij de N-VA)
Vraagt nu nog iemand het woord? (Neen)
Dan is dit debat of deze gedachtewisseling, of hoe ik het ook moet noemen, afgesloten.