Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vergunningsprocedures en de randvoorwaarden voor het Eurostadion op parking C van de Heizel
Verslag
Het antwoord wordt door beide ministers gegeven.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik wil het vandaag niet hebben over het misbruik van de nationale voetbalploeg om het nieuw Eurostadion te bouwen. Ik wil het niet hebben over een mogelijke competitievervalsing. Ik wil het niet hebben over het gebruik of het misbruik van overheidsmiddelen. Ik wil het niet hebben over het bedrog en de leugens met betrekking tot dit dossier. Ik wil het niet hebben over de mogelijke overtreding van de Europese regels betreffende de subsidiëring van voetbalstadions. Ik wil het niet hebben over de verregaande arrogantie waarmee de initiatiefnemers dit dossier hebben voorgesteld en ik wil het niet hebben over de verfransingsgolf die dit project met zich zal meebrengen.
Ik wil het wel hebben over wat Vlaanderen aanbelangt, met name de intentieovereenkomst die wij hebben gesloten met de twee andere partners, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de stad Brussel. Daar waren zes voorwaarden aan gekoppeld vooraleer Vlaanderen akkoord ging met de bouw van een nieuw Eurostadion op parking C.
Een daarvan was de toekomst van de Memorial Van Damme. Uit het voorliggende akkoord blijkt duidelijk dat er geen toekomst is voor de Memorial Van Damme, althans niet op lange termijn. Men kan nog terecht in het Heizelstadion, dat wellicht wordt afgebroken in 2020, maar wat er daarna moet gebeuren, is onduidelijk. Daarnet ging het over topsport in Vlaanderen. Als er één topsportevenement is in Vlaanderen, dan is het toch wel de Memorial Van Damme. Het gaat over een internationaal sportevenement waarvan wij de toekomst op het spel zetten. Minister, welke impact heeft de beslissing van de stad Brussel en van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest over het Eurostadion op uw beleid inzake de Memorial Van Damme?
De heer Segers heeft het woord.
Vorige week konden we inderdaad de persberichten volgen en hebben we vernomen dat de partijen een akkoord hebben gesloten over de bouw van het Eurostadion. De plannen zijn blijkbaar rond, de financiering ook, althans de stukken die we mogen kennen, alles is in kannen en kruiken. De voetbal rolt, zouden we kunnen zeggen, tenzij we iets vergeten zijn, met name de vergunningen. Misschien is dat in Brussel een fait divers, maar in Vlaanderen bestaan daarvoor procedures en voorschriften. Ik neem er even de toelichtingsnota bij over het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) dat daarover is opgesteld. Daarin staat: “De nieuwe activiteiten op parking C zijn gericht op een gemengde en gediversifieerde ontwikkeling. De vloeroppervlakte voor recreatie kan maximaal 50.000 vierkante meter bedragen. Uiteraard zal er ook voldoende parking moeten zijn voor alle activiteiten op de Heizel.”
De stad Brussel beweert dat de plannen conform deze voorwaarden zijn. Ik ga er dan ook van uit dat deze plannen kunnen worden ingekeken en bekend zijn en dat u, minister, al een duidelijk beeld hebt over wat er komt inzake oppervlakte aan recreatie, parkingmogelijkheden, eventueel kantoorruimte enzovoort.
Vlaanderen heeft zich altijd positief opgesteld ten aanzien van Euro 2020, op voorwaarde dat alle procedures en voorschriften worden gevolgd, en zeker de randvoorwaarden die, zoals de heer Sintobin daarnet zei, Vlaanderen aan dit dossier heeft gekoppeld.
Minister, welke afspraken heeft uw kabinet in overleg met de stad Brussel al gemaakt over deze vergunningsprocedures en over de verschillende randvoorwaarden?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, ik zal niet reageren op de punten waar u het niet over ging hebben, maar ik wil wel reageren op de punten die u wel hebt besproken.
Ik ben een beetje verbaasd over de berichtgeving over het nieuwe stadion. Voor mij blijft het uitgangspunt van de Vlaamse Regering de brief van de Vlaamse Regering uit 2013 waarin we uitgingen van het multifunctionele karakter van zo’n stadion. Ook toen al was er sprake van mogelijkheden voor de Memorial Van Damme.
U verwijst naar de intentieverklaring. Bedoeling was om samen onze kandidatuur te stellen voor Euro 2020. De Vlaamse Regering heeft daarbij een addendum voorgesteld dat nooit is ondertekend door Brussel. Daarin spraken wij een voorkeur uit voor een stadion met een open dak en een verschuifbare tribune zodat ook atletiekwedstrijden mogelijk zouden zijn. De Vlaamse Regering heeft trouwens ooit het mandaat gegeven aan de minister-president om gesprekken te voeren met de Brusselse Regering voor een oplossing voor de Memorial Van Damme en voor een atletiekstadion. In afwachting zou het Koning Boudewijnstadion tot zeker 2020 niet worden afgebroken. Ook dat is een standpunt dat ik blijf verdedigen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Segers, ik kan eigenlijk heel kort antwoorden op uw vraag. Wij hebben geen weet van concrete plannen, er werd ook niets concreet ingediend. Het is zelfs zo dat wij proactief op 5 juni zelf een brief hebben geschreven aan Brussel en aan de ontwikkelaar om te melden dat als er bepaalde plannen zijn – want ook wij hebben daarover vernomen via de pers – het dringend tijd wordt of is om contact op te nemen met onze diensten en om die plannen ook te bespreken.
Naar aanleiding van die brief is er vorige week een heel kort overleg geweest tussen de ontwikkelaar en de Cel Vlaamse en strategische Investeringsprojecten (Cel VIP), de cel die ervoor moet zorgen dat de investeringsprojecten ook versneld kunnen worden uitgevoerd in Vlaanderen. Daar zitten alle verschillende administraties samen, ook die van Mobiliteit is er dus bij betrokken. Er werden geen concrete plannen op tafel gelegd door de ontwikkelaar. Er is heel kort toegelicht wat de plannen waren, maar we weten niet wat de concrete aanvraag zal zijn. Ook daarover hebben we met de Cel VIP heel duidelijk aangegeven dat indien men plannen heeft en men er een strikte timing op na wil houden, een aantal procedures moeten worden gevolgd en voorschriften moeten worden nageleefd.
Dit is de stand van zaken. Ook wij wachten af wat de concrete aanvragen zullen zijn die zullen worden ingediend in Vlaanderen.
Minister Muyters, ik kan begrijpen dat u niet antwoordt op de zaken die ik niet heb aangehaald, maar uw partij doet dat in Brussel natuurlijk wel. Ze veroordeelt de bouw van een Eurostadion op Parking C en zegt: “Stad Brussel en gewest lachen de bevolking uit”. En dat klopt natuurlijk. Ik had dan ook liever een meer strijdvaardig antwoord van u gekregen. (Rumoer bij de N-VA)
Ministers, ze lachen ons uit in Brussel! We hebben vorige week nog in de commissie Mobiliteit een vraag om uitleg gehad over het voetbalstadion en de afwikkeling van de mobiliteit. Ook toen bleek dat minister Weyts sedert 19 maart niets meer heeft gehoord van Brussel en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Ik weet niet of u de persconferentie hebt gezien, maar daaruit bleek dat voor hen alles in kannen en kruiken is. Wat wij er in Vlaanderen van vinden, daar trekken ze zich geen moer van aan.
En dat er geen plannen zijn, klopt niet. Ik stel u voor het verslag van de commissievergadering van vorige week erop na te lezen. Er zijn wel al plannen van Ghelamco/BAM en er wordt bij gezegd dat Vlaanderen wel zal zorgen voor de mobiliteitsafwikkeling. Ze lachen ons uit. U staat erbij en kijkt ernaar.
Minister Schauvliege, ik dank u voor het korte, maar kordate antwoord. Het verbaast me dat er, afgaande op de nieuwsberichten van de afgelopen dagen, geen plannen zouden zijn. De collega gaf het al aan, die zijn er wel degelijk al.
Het belang van het hele dossier is al aangetoond. Ik wil u daarom vragen om met spoed aan te dringen – ik plak er geen termijn op om het u makkelijker te maken – dat die plannen zo snel mogelijk naar het parlement komen, naar de desbetreffende commissie, zodat iedereen op de hoogte kan worden gebracht van wat er nu uiteindelijk voorligt. Wetende dat er elke dag over wordt gepalaverd in de media, lijkt me dit een heel terechte vraag.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, we weten allemaal dat we in Vlaanderen voor een enorme uitdaging staan op het vlak van de mobiliteit, zeker op en rond de Brusselse ring. Er staan heel wat nieuwe projecten op stapel, het nieuwe stadion op Parking C is er een van. Het stadion gaat waarschijnlijk open in 2018-2019. En dat is ook het moment waarop volgens minister Weyts de werken aan de ring nog moeten beginnen. Ik heb nu al medelijden met al die voetbalfans die nog veel meer in de file zullen staan.
Vanuit Vlaanderen kunnen we niet lijdzaam toekijken op dit dossier. Het is zo belangrijk, het heeft zo’n grote impact op de mobiliteit op en rond die ring. De gemeente Grimbergen die dit moet vergunnen, kan het niet alleen. De gemeente heeft geen geld, geen mensen en geen expertise. We mogen dat dossier niet uit handen geven. We mogen het echter ook niet onttrekken aan de gemeente Grimbergen, want de verzuchtingen van de Grimbergenaren op het vlak van mobiliteit en leefbaarheid moeten zeker ook worden meegenomen. Dat is minstens even belangrijk.
Minister, hoe gaat Vlaanderen, samen met Grimbergen, dit dossier in goede banen leiden? Indien de gemeente zal beslissen, zult u in dat geval de gemeente Grimbergen bijkomend ondersteunen?
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Ministers, de komst van het Eurostadion betekent een ongelooflijk grote verandering voor Brussel en de Vlaamse Rand, een grote verandering met heel veel uitdagingen. Toch vind ik dat er echt lichtzinnig mee wordt omgegaan.
De plannen staan vol knelpunten waar geen antwoorden op komen. Het gaat inderdaad over mobiliteit, zoals mevrouw Segers zei, maar ook over noodzakelijke maatregelen die Grimbergen en Wemmel al zo lang vragen. Maatregelen over veiligheid, over lawaaihinder, over lichthinder en maatregelen over de afwatering.
Minister Schauvliege, het GRUP van het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB) stelt heel expliciet dat de totale vloeroppervlakte beperkt moet blijven tot 50.000 vierkante meter. Als we dan weten dat er drie bouwpromotoren waren met een gelijkaardig bouwproject en dat een van die drie, zijnde Denys, al heeft gezegd dat hun project over het drievoudige gaat – wat betekent dat het GRUP moet worden aangepast –, dan moet dat toch een belletje doen rinkelen? Exact dezelfde vraag als die van vandaag hebt u een paar weken geleden in de commissie afgedaan als te lokaal. Ik vind dat een schande en hoop dat u met spoed uw verantwoordelijkheid neemt. (Applaus bij Groen)
De heer Doomst heeft het woord.
Ik had een vraag aan de minister-president willen stellen omdat ik vind dat we als Vlaanderen hier buitenspel staan, om het in voetbaltermen te zeggen. De minister-president zit nu in China, maar ik hoop dat hij bij zijn terugkeer zal zeggen: “Met alle Chinezen, maar niet met den dezen.” Als we over Uplace zo’n spel maken, moeten we dan ook doen over ‘Cplace’. Dit dossier heeft verschillende aspecten: mobiliteit, leefomgeving, sport. Ik wil er geen ‘metro- of voetbalpolitane’ gemeenschap rond doen ontstaan. We moeten ook constructief blijven. Ik ben blij dat we daardoor ook Brugge in beweging hebben gekregen.
Minister, moeten we het dossier echt niet naar ons trekken? Is het concreet niet nodig daar dringend een hoorzitting rond te organiseren waarop we de plannen ook in het parlement kunnen bekijken?
De heer De Ro heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, voor onze partij moeten uiteraard alle reglementeringen die Vlaanderen oplegt voor zulke projecten, worden nageleefd. Net zoals in andere dossiers, ga ik ervan uit dat de Vlaamse Regering en de administratie daar zullen over waken.
De collega’s die zelden op de Brusselse ring rijden en die niet beseffen dat een deel van dat verkeer nu al om de veertien dagen over de ring rijdt – weliswaar vijf afritten verder, namelijk Ninoofse Steenweg richting Constant Vanden Stockstadion –, of naar het Anderlechtstadion of het bestaande Heizelstadion van de Rode Duivels komt per auto, per trein, per metro, per bus, mogen toch niet zo kort door de bocht gaan.
Er is op dit moment geen enkel stadion waar een Europa League-finale of een Champions League-finale kan plaatsvinden. Als we willen dat dat mogelijk is, dan moet er worden geïnvesteerd. Onze fractie vindt het zeer positief dat er zo’n grote investering komt en dat er ook wat mobiliteit betreft, kansen liggen: tienduizend forensenparkings die elke dag ter beschikking zullen zijn, vlakbij een metrostation en een tramlijn. Maak er dan alstublieft geen communautaire kwestie van.
Mijnheer Doomst, ik wil gerust beslissen over hoorzittingen, maar ze hebben mij altijd gezegd dat het parlement die zelf organiseert. Ik laat het dus aan u en uw commissie over.
Mijnheer Sintobin, als u andere vragen stelt, zal ik die beantwoorden. U zegt dat u een aantal dingen niet zult aanhalen, dan zal ik die ook niet beantwoorden. Ik denk dat ik duidelijk ben geweest over het standpunt van de Vlaamse Regering over de Memorial Van Damme. Wij geven er de voorkeur aan dat de atletiekpiste er blijft en wij willen dat er een oplossing komt. Als die er niet komt, moet ze wel tot 2022 mogelijkheden bieden. Dit was het standpunt dat de minister-president in het verleden heeft ingenomen, en hij zal dat ook nu innemen tegenover Brussel.
Ik kan ook heel duidelijk stellen dat er vanuit mijn sportbeleid geen subsidie komt – en binnen de Vlaamse Regering is afgesproken dat er helemaal geen subsidie komt vanuit Vlaanderen – om dat Eurostadion te ondersteunen. Dat was en is niet het geval. Dat gaan we niet doen.
Ik heb zelf ondervonden hoe moeilijk het is om voetbalstadions te ondersteunen binnen de Europese regels. Ik ben heel benieuwd hoe Brussel dat eventueel zou gaan doen. Maar het is niet aan mij om dat te controleren. Het is aan Europa om dat te doen.
Collega’s, ik wil nog eens herhalen dat wij effectief ook zelf stappen hebben gezet om zowel Brussel als de ontwikkelaar erop te wijzen dat er bepaalde reglementen, voorschriften en gewestelijk ruimtelijk ordeningsplannen zijn die gevolg moeten worden en procedures die doorlopen moeten worden. Wij horen en lezen van alles in de krant. Daarom heb ik op 5 juni zelf proactief een aanmaning gestuurd, zowel naar Brussel als naar de ontwikkelaar, met de dwingende vraag om snel contact op te nemen en om, als zij plannen hebben, die ook op tafel te leggen en te kijken of die inderdaad binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan passen. De reactie was dat men dat zou doen. Er is ook een gesprek geweest, maar in dat gesprek dat heeft plaatsgevonden met de VIP-cel – dat verslag kan aan iedereen bezorgd worden – zijn er geen concrete plannen op tafel gekomen.
Ik hoor een aantal collega’s zeggen dat zij de plannen al gezien hebben, maar wij kunnen als Vlaamse overheid natuurlijk alleen maar plannen beoordelen als die door de ontwikkelaar worden ingediend of op tafel gelegd. Op dit moment kunnen wij geen uitspraak doen over een dossier dat wij officieel nog niet kennen.
Wat we wel weten, is dat er, als daar een ontwikkeling moet gebeuren, ook een project-MER zal moeten worden opgemaakt en alle mobiliteitsaspecten mee in rekening moeten worden gebracht, om te zien wat de effecten zijn en hoe dat binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan past.
Het wordt dus verder opgevolgd. We zijn absoluut van plan om de geldende voorschriften ook te doen naleven. Alle procedures, zoals iedereen die moet volgen in Vlaanderen, zullen ook nauwgezet gevolgd moeten worden door de ontwikkelaar die plannen heeft met een stadion op die plaats.
Collega Doomst, ik heb twee weken geleden een interpellatieverzoek ingediend om de minister-president te ondervragen over dit dossier in zijn globaliteit. Mijn interpellatieverzoek werd afgewezen door de commissievoorzitter. Ik herhaal dus mijn oproep om een globaal debat te voeren rond dit dossier. Vandaag blijkt ook dat er toch wel een aantal deelaspecten zijn.
Minister, ik vind het bijzonder straf dat in een dossier waar Vlaamse bevoegdheden – Mobiliteit, Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening – nauw bij betrokken en zelfs heel belangrijk zijn, de initiatiefnemers op tv komen zeggen: alles is in kannen en kruiken, en wat ze daar in Vlaanderen over denken, daar trekken wij ons niets van aan. Het is straf dat u als minister een aanmaning moet sturen naar Brussel om te weten hoe het nu precies zit, wat er beslist is, wat de plannen zijn. Dat vind ik bijzonder straf. Bovendien zeggen de initiatiefnemers dat de contacten met de Vlaamse Regering toppie zijn, zo lees ik in de krant. Dat blijkt dus helemaal niet het geval te zijn. Als er een vergunningsaanvraag zou komen, zou ik er geen spoed achter zetten, zou ik zeggen.
Minister, positief zijn alvast de stappen die u hebt gezet om op proactieve wijze, zoals u dat hebt aangekondigd, de vergadering van 5 juni aan te pakken. Ik zou het verslag daarvan zeer graag krijgen. Het is een mooi initiatief dat u dat wilt bezorgen.
Collega’s, ik wil nog even de bekommernis van de mensen in de Vlaamse Rand beklemtonen over dit soort projecten. Collega De Ro heeft het gehad over de uitdagingen, maar er zijn natuurlijk ook wel wat mogelijke knelpunten. Ik denk aan het financiële verhaal. Ik denk aan het taalgebruik. Ik denk aan de arrogantie, zoals de mondelinge territoriumdrift van een bepaalde schepen toch wel geïnterpreteerd mag worden. Dat zijn zaken die in de Rand met de nodige argwaan bekeken worden.
Minister, wij rekenen op u als minister van Omgeving, om ervoor te zorgen dat alle procedures, in het bijzonder de randvoorwaarden zoals omschreven door de vorige minister-president, zullen worden gerespecteerd, en dat dan pas de nodige vergunningen zullen worden gegeven. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.