Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, u hebt het de laatste weken en maanden niet zo gemakkelijk gehad. Zelfs deze namiddag zien we dat het niet gemakkelijk is door de keuzes die u in uw beleid maakt. In sommige van die keuzes volgt sp.a de kritiek van anderen. Ik denk aan de Federatie van Drinkwaterbedrijven die u niet volgt in uw hervorming van de drinkwaterfactuur. Of de proffen die u niet volgen in uw natuurbeleid. Of de klimaat-BV’s die zelfs een rechtszaak tegen u hebben aangespannen. Het is allemaal kritiek waarvan sp.a denkt dat ze daarin gelijk hebben.
De kritiek die u de afgelopen dagen kreeg over de plannen die u lanceerde om een betere ruimtelijke ordening in Vlaanderen te hebben, die vinden wij ongegrond. U hebt ideeën gelanceerd om de locatie van industrieterreinen te koppelen aan goed bereikbare plaatsen. U hebt geprobeerd een debat op gang te brengen om de ruimtelijke wanorde eindelijk aan te pakken.
Sp.a wil u daarvoor feliciteren, want een politica die verder denkt dan een legislatuur en op de lange termijn initiatieven wil nemen om vooral de ruimtelijke ordening aan te pakken, verdient steun. Mevrouw Lieten heeft gelijk. U hebt problemen met steun in uw regering, want het is niet normaal dat u nog geen uur nadat u zelf een debat op gang probeert te trekken, wordt neergesabeld door uw eigen meerderheid. We vinden dat jammer, want op die manier kun je geen debat voeren over ruimtelijke ordening en kun je geen ambitie tonen om de chaos op lange termijn op te lossen.
Op dat vlak staan we vandaag terug waar we vorige week stonden in het debat over de ruimtelijke ordening. U bent wel gestart met de procedures van het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, maar aangezien u de afgelopen dagen onmiddellijk reacties kreeg die uw debat naar beneden halen, vraag ik me af wat u gaat doen op korte termijn om toch resultaten te boeken om uw beleid voor ruimtelijke ordening aan te passen en daarin vooral ambitie te tonen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Beenders, bedankt dat u zegt dat er ambitie is inzake ruimtelijke ordening, want die is er ook. De grote lijnen in het beleid zijn duidelijk, dat is kernversterking, zorgen dat we niet meer massaal open ruimte aansnijden en inzetten op vereenvoudiging en versnelling. Dat staat prominent in mijn beleidsnota en dat zijn we nu al een jaar lang samen met de Vlaamse Regering aan het uitvoeren.
Er is al heel wat gebeurd. U verwijst naar het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Het Groenboek is gerealiseerd in de vorige legislatuur. We zijn dat nu aan het uitvoeren met tien proefprojecten, twee per provincie. Het zijn geen proefprojecten die ook op de lange termijn voorstellen doen. Ik heb gevraagd om quickwins op tafel te leggen, die op heel korte termijn kunnen worden gerealiseerd.
Ik ben deze en volgende week bezig met mijn ronde in Vlaanderen om kennis te nemen van die quick wins. Ik debatteerde eergisteren in Kortrijk en aan de oostkust. Er zitten heel wat quick wins in die voorstellen, die ook van onderuit gegroeid zijn, samen met het middenveld en de verschillende actoren. Wij zullen daar ook werk van maken. Dat is meteen een antwoord op uw vraag wat ik op korte termijn zal doen.
U weet dat wij met betrekking tot de vereenvoudiging en de versnelling al heel wat hebben gedaan. De omgevingsvergunning zal binnenkort definitief worden goedgekeurd. Ook het decreet over de complexe projecten is definitief goedgekeurd door deze Vlaamse Regering. Er is de integratie van de milieueffectenrapportage. Ook de planning is al een eerste keer goedgekeurd. Daarnet hadden we een hele discussie over de eengemaakte attesten. Ook daar is werk van gemaakt. Die beslissing is ook genomen door de Vlaamse Regering. We hebben heel concreet al acht gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen goedgekeurd. Ik zou nog een tijdje zo kunnen doorgaan. Het zijn allemaal voorbeelden die aantonen dat er op het terrein al heel wat is gebeurd. Wij willen die ambitie absoluut waarmaken. Dat is ook de visie van de voltallige Vlaamse Regering.
Dank u, minister. Het siert u dat u de initiatieven die al genomen zijn, opsomt. Maar de conclusie van die initiatieven is dat er op het terrein maar weinig verandert. We moeten vandaag een antwoord bieden op projecten zoals Uplace: plaatsen we dat nog op een weg die al verzadigd is? We moeten vandaag tal van antwoorden geven die we niet kunnen geven omdat uw lijstje nu net te weinig ambitie toont. Wanneer u quick wins wilt lanceren, gaat er geen uur voorbij of ze worden neergesabeld. Dat is nu net wat sp.a bedoelt: zorg ervoor dat u echt kiest voor de verandering in de ruimtelijke ordening. Dat is helaas in de voorbije legislatuur te weinig gebeurd. Durf alstublieft dat debat te blijven voeren, ook al sabelt de meerderheid u neer. U hebt bij het M-attest een aantal organisaties genoemd die wel het debat met u willen aangaan. Wij vragen u om die ambities te blijven tonen. Kom met zo veel mogelijk voorstellen en denk vooral verder op de langere termijn. Dan zal de ruimtelijke ordening, die de afgelopen vijf jaar een stilstand heeft gekend, misschien een voorsprong krijgen.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, wij hebben in de commissie Ruimtelijke Ordening al een aantal vragen gesteld over de stand van zaken van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Wij stellen in de media vast dat daar naarstig aan wordt gewerkt in de tien projectgroepen. Het is goed dat u uitgaat van een visie waarbij industrie en woningen moeten worden ingepland waar een goede ontsluiting en bereikbaarheid worden gegarandeerd. Maar als wij dan een schot voor de boeg lezen, waarbij u zegt dat wij in Vlaanderen het reservegebied voor industrie, dat nu niet goed ontsloten is, zullen schrappen, dan vraag ik mij af waar u dat gaat compenseren. Zult u in het kader van uw nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen op zoek gaan naar goed ontsloten zones waar bedrijvigheid kan ontstaan? Dergelijke signalen wekken inderdaad ongerustheid. Het is beter om met een meteen goed geïntegreerd verhaal voor de dag te komen dan om onsamenhangende schoten voor de boeg te lossen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mijnheer Beenders, na een hele inleiding had u uiteindelijk toch een complimentje voor de minister. Ik denk dat dit terecht was: de bevoegdheid Ruimtelijke Ordening komt in dit parlement meestal maar aan bod als er ergens een RUP is vernietigd. Maar er zijn in het dagelijkse beleid van ruimtelijke ordening gigantische stappen vooruit gezet. Ik noem de omgevingsvergunning, de eengemaakte handhaving waaraan we werken, het decreet over de complexe projecten, de eengemaakte attesten, enzovoort. Maar daar mag het inderdaad niet bij blijven. Een schip zonder haven heeft altijd de wind recht op kop. Dat ging bij de minister heel duidelijk in haar hoofd om op het moment dat ze het groenboek van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen opnieuw uit de schuif heeft gehaald en zei dat we hiermee concreet op het terrein aan de slag moeten. Collega’s, als we durven na te denken over de toekomst, moeten we niet onmiddellijk elke gedachtegang afknallen. We moeten mee durven na te denken hoe Vlaanderen er in 2050 moet uitzien.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Mijnheer Beenders, graag toch een beetje nuance. U zegt dat de meerderheid voortdurend het beleid van ruimtelijke ordening neersabelt. Ik kan u verzekeren dat dat niet het geval is. Wij steunen het beleid inzake ruimtelijke ordening. Hier en daar wat kritische opmerkingen maken, staat absoluut niet gelijk met neersabelen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De startconferentie was inderdaad op 20 november 2014. Toen zijn tien werkgroepen bezig geweest met het verder uittekenen van de plannen voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Het is een ambitieus plan waarin – en dat hopen we – de billijkheid en de logica zal zegevieren. U hebt gezegd dat u bezig bent met het inzamelen van die quick wins. Ik hoop dat we in de commissie zo snel mogelijk een terugkoppeling krijgen zodat we de verdere evolutie van het beleidsplan goed en snel kunnen opvolgen.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, in uw beleidsnota zegt u dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zou voortbouwen op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, dat nu zeventien jaar van kracht is. Het is niet duidelijk of het instrument van de ruimtebalans behouden blijft. De ruimtebalans bepaalt hoeveel hectare er aan welke bestemming wordt gegeven: wonen, recreatie, natuur, bos, landbouw enzovoort. De ruimtebalans levert zeer verhelderende cijfers op, die soms ook wel confronterend zijn. Er blijkt bijvoorbeeld uit dat voor de bestemming natuur en bos in die zeventien jaar slechts 36 procent van de doelstelling is gerealiseerd. Voor wonen is de doelstelling behaald, evenals voor recreatie en voor industrie. Voor natuur en bos is van de ongeveer 50.000 hectare die bijkomend moest worden gerealiseerd, nog geen 20.000 hectare gerealiseerd.
Minister, wat gaat u doen met de doelstellingen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen die niet werden gehaald, zoals die voor natuur en bos? Gaan we de ruimtebalans terugvinden in het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen?
Collega’s, als we het hebben over de opvolger van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen – het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, dat de nieuwe visie op lange termijn op ruimtelijke ordening moet uittekenen – , merk ik op dat iedereen het eens is over kernversterking. Iedereen vindt dat we moeten ophouden met massaal nieuwe ruimte aan te snijden. Maar iedereen verstaat iets anders onder kernversterking. Je moet een aantal moedige keuzes durven te nemen en soms schrappen in destijds aangeduide woongebieden of industriegebieden of ruimte die moeilijk ontsloten kan worden. Je moet dan nagaan waar we in kernen nog de mogelijkheid tot ondernemen in Vlaanderen kunnen geven, zoals de heer Ronse ook zegt. Dat is de oefening die we inderdaad met z’n allen zullen moeten doen.
Mijnheer Beenders, sta me toe u op een tegenstrijdigheid te wijzen. U hebt daarnet een voorbeeld gegeven van een brownfieldconvenant. Een brownfieldconvenant heeft net als doel om op een verlaten industrieterrein met een heel vervuilde grond een nieuwe ontwikkeling te doen, in plaats van een nieuwe open ruimte aan te snijden. Dat is de filosofie van een brownfieldconvenant. Ik denk dat het voorbeeld dat u gaf dat tegenstrijdig zou zijn met kernversterking, niet het beste voorbeeld was.
Mevrouw Pira, u vraagt naar de ruimtebalans. Ik heb al heel vaak in de commissie – en misschien jammer dat u op dat moment niet aanwezig was – heel uitdrukkelijk gezegd dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen dezelfde ruimtebalans zal hanteren als het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De ruimtebalans zal dezelfde blijven. De manier waarop we gaan werken, zal iets minder stringent zijn. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen verplicht nu iedereen om over het kleinste terrein in Vlaanderen een ruimtelijk uitvoeringsplan te maken dat heel veel tijd vraagt, dat heel strikt is. Als je nieuwe ontwikkelingen wil, zit je vast. Daar willen we van af. We willen meer strategisch nadenken en zorgen dat ook vernieuwende projecten, nieuwe ideeën rond wonen, makkelijker en vlotter op het terrein kunnen worden gerealiseerd.
Dus, kernversterking, niet opnieuw open ruimte aansnijden, vereenvoudiging en versnelling: dat zijn mijn ambities op het vlak van ruimtelijke ordening die we de komende jaren in de Vlaamse Regering en samen met het Vlaams Parlement zullen uitvoeren.
Minister, sp.a roept u op om zeker een versnelling hoger te schakelen. Het is een legislatuur van bijna stilstand geweest op het vlak van ruimtelijke ordening. Uw voorganger, minister Muyters, is niet verder geraakt dan een groenboek. Hij heeft het in de schuif gestoken en u haalt het er nu weer uit. U probeert het debat op gang te trekken, schakel een versnelling hoger, zorg ervoor dat we ambitie tonen zodat de problemen waar we vandaag mee zitten, een antwoord krijgen op korte termijn.
Als dat niet lukt binnen de Vlaamse Regering, roepen we u net zoals voor het natuurbeleid op om naar het parlement te komen. We zullen u daarin steunen. Ik hoop dat uw collega’s van de meerderheid met u het debat willen aangaan, vooraleer een-twee-drie uw pogingen om iets te doen aan de ruimtelijke verrommeling neer te sabelen.
De actuele vraag is afgehandeld.