Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Voorzitter, minister, de Federale Regering besliste om de toegang tot het systeem van de inschakelingsuitkering te beperken en verstrengen. Voortaan kunnen enkel jongeren tot 25 jaar er gebruik van maken en wie jonger is dan 21 moet een diploma kunnen voorleggen. In een vorige plenaire vergadering was u verontwaardigd over die beslissing. U noemde het een onaanvaardbare ongelijkheid omdat een heel aantal jongeren op die manier uit de boot zouden vallen: de jongeren die wel een getuigschrift halen maar geen diploma.
Afgelopen vrijdag bereikte u een akkoord met federaal minister van Werk Peeters. De diplomavereiste zou worden uitgebreid naar een aantal getuigschriften en certificaten. Dat is uiteraard een goede beslissing.
Er blijft helaas nog altijd een groep jongeren uit de boot vallen. Het is vrij cynisch om vast te stellen dat die groep net de meest kwetsbare groep jongeren is. Het zijn jongeren die geen diploma of certificaat op zak hebben als ze de school verlaten. Het is de groep die wellicht het meest nood heeft aan dat vangnet en die extra ondersteuning en begeleiding. In plaats van in deze jongeren te investeren, laat men hen eigenlijk vallen als een baksteen en worden ze nog eens bijkomend gestraft. Ik noem dat onaanvaardbaar.
Minister, wat zult u doen als minister van Onderwijs om die jongeren niet uit de boot te laten vallen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Soens, het klopt dat de diplomavereiste om van een inschakelingsuitkering te kunnen genieten, nu ingevuld is. Het is niet alleen een akkoord tussen mij en de federale minister van Werk, het is ook in de Vlaamse Regering besproken. We hebben een nota goedgekeurd. Die is nog lichtjes bijgestuurd en opgenomen in een federaal KB.
Dat is een zeer goede zaak. De inschakelingsuitkering is bedoeld voor jongeren die een kwalificatie hebben – we kunnen niet meer spreken van een diploma – om hen na het doorlopen van een wachttijd, de termijn tot ze een job vinden, beter te laten overbruggen.
Het is geen uitkering om jongeren aan een kwalificatie te helpen. Minister Muyters heeft de cijfers bekendgemaakt. Er zijn nog nooit zoveel jongeren zonder kwalificatie op de arbeidsmarkt terechtgekomen.
We kunnen of moeten nu op twee manieren verder investeren. We moeten proberen te zorgen dat steeds minder jongeren ongekwalificeerd aan de start komen. Dat kan door ons actieplan Leerrecht, dat hopelijk vrijdag goedgekeurd wordt door de Vlaamse Regering. Dat kan zeker door het stelsel leren en werken, dat we volop aan het uitwerken zijn samen met minister Muyters. Onderwijs is preventief.
We kunnen ook curatief optreden door jongeren in de wachttijd – ze moeten allemaal sowieso enkele maanden door een wachttijd – een opleiding aan te bieden of de weg naar een kwalificatie. Dat kan via het volwassenenonderwijs of via modules in het stelsel leren en werken.
Mevrouw Soens, vanaf 21 jaar, dat weet u wellicht, wordt het recht op de arbeidsmarkt sowieso geopend voor iedereen. Het is de periode daartussen die we belangrijk vinden. Ik sta er 100 procent achter dat jongeren met een kwalificatie op de arbeidsmarkt komen. Vandaag is weer gebleken dat vooral voor die jongeren zonder kwalificatie en de zeer laaggeschoolden de toegang tot de arbeidsmarkt gesloten blijft. Als we niet alle impulsen proberen te geven om toch tot een kwalificatie te komen, denk ik, dragen die dat hun hele leven mee.
Minister, ik ben een beetje teleurgesteld in uw antwoord. Het is sowieso positief dat er steeds minder jongeren zonder kwalificatie de school verlaten. U noemt goede maatregelen en we zullen daar ongetwijfeld in de commissie verder over praten. Maar het gaat hier over zo’n 3000 jongeren zonder kwalificatie die vanaf september geen recht meer hebben op die uitreiking. De incentive verdwijnt om nog naar de VDAB te gaan om die begeleiding en extra ondersteuning te krijgen.
Niemand heeft het ter sprake gebracht, maar als de wachttijd voor die jongeren verdwijnt, verdwijnt dan ook de kinderbijslag voor hen? Want eigenlijk is dat daarop geënt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik denk dat u iets heel belangrijk hebt gezegd dat de N-VA ook heel belangrijk vindt. Het is niet langer een 'wachtuitkering', maar een ‘inschakelingsuitkering’. Het is belangrijk om jongeren incentives te geven om zich in te zetten om een kwalificatie te behalen. Daarover gaat het.
Ik wil nog even verwijzen naar het oorspronkelijke KB op voorstel van minister Peeters. Daarin was al opgenomen: “Ofwel een bewijsstuk kan voorleggen, afgeleverd door een gemeenschap, dat een gelijkwaardigheid vaststelt met het diploma.” De opening was er al om de verschillende andere kwalificaties zoals attesten, mee te laten tellen.
Een tweede punt is dat het inkorten van de tijd tot drie jaar reeds door de regering-Di Rupo is ingevoerd. Het heeft niet geleid tot een massale uitstroom naar het leefloon.
De heer De Meyer heeft het woord.
Ik ga niet verwijzen naar uitspraken van collega’s in het federaal parlement. Ik ga beleefd blijven.
Minister, u hebt niet alleen belangrijke zaken gezegd, u hebt ook belangrijke zaken gedaan. Ik wil mijn appreciatie uitspreken voor het feit dat u dit KB hebt kunnen laten aanpassen en dat alternerende opleidingsvormen ook in aanmerking zullen komen. Mijn volle appreciatie daarvoor, ook van onze fractie.
Bovendien hebt u hard gewerkt aan een systeem van duaal leren en hopelijk komt vrijdag het actieplan Leerrecht effectief op de tafel van de ministerraad en wordt er ook een beslissing over genomen.
Ik vind dat u in vergelijking met de vorige legislatuur – maar ik ga opnieuw beleefd blijven –, voor wat de ongekwalificeerde uitstroom betreft, op deze maanden eigenlijk al meer hebt gedaan dan wat er de hele vorige legislatuur is gebeurd. Ik zou alleen willen vragen om met bekwame spoed verder te werken.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, mevrouw Gennez en ik hebben u laatst een actuele vraag gesteld en u hebt toen gezegd dat de invulling vanuit de gemeenschappen – welke voorwaarden, welke diploma’s, welke kwalificaties – nog moest gebeuren en dat u een belangrijke inbreng wou doen. Heel terecht hebben ik en uzelf toen bijzondere aandacht gevraagd voor het buitengewoon onderwijs.
Ik heb er de website van de RVA bijgehaald en de passage over buitengewoon onderwijs is zeer summier en leidt tot vragen op het terrein. Misschien is het vandaag een kans om te zeggen wat er in het buitengewoon onderwijs wel kan? Misschien kunt u aan de federale collega’s ook vragen om de communicatie iets duidelijker te maken, want rond buitengewoon onderwijs leven er toch nog bezorgdheden.
Collega’s, het is voor mij cruciaal dat we alles op alles zetten dat jongeren gekwalificeerd de sprong maken naar de arbeidsmarkt. We stimuleren jongeren om een kwalificatie te halen, en dat hoeft geen diploma te zijn, maar kan evengoed een certificaat zijn of een attest van het buitengewoon onderwijs dat je een arbeidsmarktgerichte opleiding hebt gevolgd of een attest dat je zes jaar beroepsonderwijs hebt gevolgd. We moeten jongeren incentives geven om een kwalificatie te halen. Vandaar dat die maatregel voor mij een goede maatregel is.
Mijnheer De Ro, ik zal met de RVA contact laten opnemen, want de regeling buitengewoon onderwijs is iets breder geworden dan wat er initieel op de ministerraad is goedgekeurd: een aantal jongeren die een arbeidsmarktgerichte opleiding volgen dreigden immers uit de boot te vallen. Ik zal vragen dat dat klaar en duidelijk zal worden gecommuniceerd.
Mijnheer De Meyer, alternerend leren en leren en werken stond in de initiële beslissing ook vermeld, maar er is nog eens expliciet gemaakt wat hiermee wordt bedoeld. Bovendien zijn er steeds meer jongeren – een aanvulling die voor ons cruciaal was – die via een tweede kans een diploma behalen of via het volwassenenonderwijs. Ook zij komen in aanmerking. De groep is dus aanzienlijk groter geworden en dat is terecht.
Mevrouw Soens, u hebt het over drieduizend jongeren. Ik had dat cijfer ook gehoord. Ik heb deze middag de cijfers opgevraagd bij de RVA. Ze hebben geantwoord dat het over vijfhonderd of zeshonderd jongeren gaat. Ik wil dat wel nuanceren. Er zijn er die nu al in een wachttijd zitten, die dus ook kunnen worden aangesproken en waarvoor we een circuit kunnen hebben. Over de cijfers kunnen we discussiëren. Er komen volgend jaar weer jongeren bij, en het jaar erna ook. We moeten proberen hen op een goede manier te bereiken.
De link met de kinderbijslag is mij niet duidelijk. Die komt naar ons, uiteraard, maar het gaat over een inschakelingsuitkering. Misschien moet u nog eens verduidelijken wat u daarmee bedoelt.
Het is evident, mevrouw Soens, dat we volop inzetten op het stimuleren van jongeren om een kwalificatie te halen. Dat is een taak van het onderwijs, dat minimaliseer ik zeker niet. Voor sommigen is dat het voltijds secundair onderwijs, voor anderen het deeltijds secundair onderwijs of een individueel traject. Als ik kijk naar alle inspanningen van de VDAB en van Onderwijs, denk ik dat het ons zal lukken om de komende jaren de groep ongekwalificeerde jongeren echt naar beneden te halen, of om hen te overtuigen in de latere jaren eventueel nog een kwalificatie te halen.
De jongeren zonder een diploma of kwalificatie zouden we net extra moeten ondersteunen, niet straffen, en niet hun uitkering afpakken. Dat helpt niet. Het gaat misschien maar om vijfhonderd jongeren, maar dan begrijp ik niet waarom u de maatregel neemt. Uw partij zegt altijd dat ze het sociale gelaat is van deze regering. Als u hieraan niets doet, begint dat sociale gelaat meer en meer op sociaal geblaat te lijken.
De actuele vraag is afgehandeld.