Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dienstenchequeondernemingen zijn vandaag wel alom aanwezig in de debatten. Nu gaat het om het aspect discriminatie. Ik wil om te beginnen, benadrukken dat het voor onze fractie enorm belangrijk is dat elke vorm van discriminatie op de arbeidsmarkt bestreden wordt.
Vrijdag konden we via de pers vernemen dat de regering maatregelen heeft goedgekeurd om de discriminatie die opgedoken is in de dienstenchequesector, te bestrijden. De dienstenchequesector bestaat niet alleen uit private, commerciële ondernemingen, maar evengoed uit een openbare poot met de OCMW’s en de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s), en uit non-profitorganisaties.
Vandaar, minister, mijn korte vraag. Kunt u garanderen dat al die ondernemingen worden gevat door de maatregelen waarin u voorziet, en hoe kunt u dat garanderen?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Taelman, voor mij is het heel duidelijk. Ik wil een actieplan waarbij iedereen betrokken is, ook onder meer het centrum voor gelijkheid. Ik wil ook dat iedereen die mee aan tafel zit, de engagementen van dat actieplan op zich neemt.
Een van die engagementen zijn de ‘mystery callings’. Het is daarover dat iets in de krant is verschenen. Ik wil de hele sector engageren en vragen om met mystery callings aan sensibilisering te doen: bedrijven waarvan bij mystery callings blijkt dat ze zouden willen discrimineren, zullen via een handleiding geholpen worden om in de toekomst op een gepaste manier te reageren en niet te discrimineren.
Als ik zeg ‘de hele sector’, dan is dat voor mij evengoed de private sector, zoals Federgon, als de openbare sector, met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de OCMW’s, Gezinszorg en de PWA’s. Aan hen zal ik in het actieplan duidelijke engagementen vragen over die manier van werken.
Wie heb ik dan niet gevat? Dat zouden eventueel de was- en strijkdiensten zijn, maar die sturen niet direct mensen naar klanten, en eventueel ook de natuurlijke personen die niet aangesloten zijn. Daarom voorzie ik in het actieplan sowieso ook in een algemene sensibiliseringsactie en ook – en dat is totaal nieuw ten opzichte van wat er vroeger federaal was – heb ik in het bestek voor de uitgiftemaatschappij van de dienstencheques een verplichte sensibiliseringsactie rond antidiscriminatie opgenomen ten aanzien van alle dienstenchequebedrijven, en zo vat ik ze allemaal, maar ook ten aanzien van de klanten. Dit is een van de actiepunten. Het is ondertussen vertaald in het bestek. Ik meen dat we op die manier in de toekomst iedereen vatten in het actieplan.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De problematiek is naar aanleiding van een onderzoek door het Minderhedenforum op tafel gelegd. Uit dit onderzoek is gebleken dat vooral de openbare dienstenchequeondernemingen in de fout gaan. We moeten dan ook vermijden dat enkel de groep die u hebt vermeld hierdoor zou worden gevat. Het gaat dan om de bedrijven die bij Federgon zijn aangesloten. Die bedrijven hebben al ervaring met dergelijke mystery calls. Het is in de commissie aan bod gekomen dat misschien enkel die bedrijven hierdoor zouden worden gevat. Het probleem is echter groter en bestaat ook buiten die bedrijven. We moeten vermijden dat diegenen die al inspanningen hebben geleverd, wegens de meldingen problemen met erkenningen en dergelijke zouden krijgen.
Als een maatregel wordt uitgewerkt, moet die maatregel voor iedereen in de sector gelijk zijn. Dit moet voor iedereen gelden. Enkel op die manier kunnen we de arbeidsdiscriminatie bestrijden.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mevrouw Taelman, ik dank u voor deze actuele vraag. Het antwoord lijkt me zeer eenvoudig. U vraagt om een garantie in verband met een uniforme, performante aanpak van de discriminatie in de dienstenchequeondernemingen. Ik ben en blijf ervan overtuigd dat hiervoor praktijktests door de overheid nodig zijn.
De Vlaamse Regering heeft onderzoeken besteld. Vorige week hebben we dit tijdens een hoorzitting besproken. Ik heb de onderzoekers op de man af een vraag gesteld. Ze hebben geantwoord dat dit juridisch mogelijk is. Die deur blijft open. Het is niet zo dat u niet kunt, maar dat u niet wilt.
In heel wat sectoren, gaande van het verkeer tot de gezondheid en de milieuzorg, gebruiken we een combinatie van wortel en stok, van sensibiliseringen en gerichte sancties. Waarom kan dit niet in verband met discriminatie? We hebben die praktijktests broodnodig.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een bijkomende concrete vraag. Vorige week heeft een lid van de N-VA in de pers verklaard dat praktijktests niet mogelijk zijn. Hij heeft zich hiervoor gebaseerd op de studie van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) die tijdens de hoorzitting is besproken. Hij is wel vergeten te vermelden dat de onderzoekers zelf hebben gevraagd rekening te houden met de beperktheden van de studie en de studie niet als basis voor een antidiscriminatiebeleid te gebruiken.
Tijdens de voormiddag hebben de vakbonden een duidelijk pleidooi voor praktijktests gehouden. Na de middag heeft de heer Vlierink van de rechtsfaculteit van de KU Leuven op mijn vraag duidelijk geantwoord dat praktijktests, mits enkele juridische aanpassingen, mogelijk zijn. De vraag is niet of de tests mogelijk zijn. Het komt erop aan ze te onderbouwen.
Minister, bent u het eens met de Vlaamse volksvertegenwoordiger die vorige week duidelijk heeft verklaard dat praktijktests niet mogelijk zijn, of bent u bereid die optie als minister nog verder te verkennen?
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, hoewel ook wij discriminatie in de sector natuurlijk niet kunnen goedkeuren, vind ik het toch grappig. Daarnet hebben we een debat gevoerd over het belang van de dienstenchequesector in de sociale economie en over het belang van jobs in die sector. Ik vrees dat we de sector nu dreigen te viseren.
Mevrouw Taelman, ik ga akkoord dat er ten aanzien van die bedrijven een zekere sensibilisering moet komen. Als er nu één sector is die allochtonen tewerkstelt, is het echter wel de sector van de dienstenchequebedrijven.
Ik weet uit ervaring dat consumenten die om een bepaalde poetshulp vragen dat niet altijd om redenen van discriminatie doen. U lijkt dat te denken. Ik vind dat we die praktijktests zeker niet moeten invoeren. We moeten ons op sensibilisering toespitsen.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het een beetje vreemd dat deze actuele vraag hier wordt gesteld. We hebben in de commissie hoorzittingen georganiseerd. We hebben afgesproken dat we een gedachtewisseling met de minister zouden houden. Ik zou het onderwerp dan ook graag nog in de commissie bespreken.
Mevrouw Taelman, u hebt uiteraard gelijk. Er is discriminatie in de publieke en de private dienstenchequebedrijven. Beide sectoren kampen met dezelfde problemen. Alvorens maatregelen te nemen of tot uitspraken over te gaan, zou ik toch willen vragen de gedachtewisseling in de commissie voort te zetten.
De heer Bothuyne heeft het woord.
We moeten inderdaad discriminatie bestrijden maar vooral ook vermijden. In die zin ben ik ook blij met het antwoord van de minister: een breed actieplan waarbij alle werkgevers worden betrokken, zowel uit de privésector als uit de openbare sector, maar ook werknemers en klanten. De Vlaamse overheid heeft een lange geschiedenis van een sterk diversiteitsbeleid met heel wat instrumenten. Minister, hoe zullen die instrumenten, zoals de diversiteits- en loopbaanplannen, Jobkanaal, consulenten, worden ingezet bij het plan?
Ik wil het antwoord voor mevrouw Van Eetvelde en de heer Bothuyne combineren. Laat mij toe om in de commissie – dan hebben we iets meer tijd dan de 4 minuten 51 seconden die mij nog resten – wat dieper in te gaan op de verschillende aspecten die ik in het actieplan zie. Ik zal ernaar streven om samen met alle betrokken partners effectief tot een actieplan te komen waar iedereen engagementen neemt die ze nadien sterk zullen maken. Dat is de bedoeling. Laat ons dat doen in de hoorzittingen waar de aspecten van diversiteitsplannen, waar de betrokkenheid van sectoren aan bod moet kunnen komen. Het is mijn bedoeling dat iedereen engagementen neemt.
Mijnheer Annouri en mijnheer Van Malderen, voor mij is het heel duidelijk. Ik vind het raar dat jullie citeren uit de commissie. Ik heb begrepen dat het advies van Eubelius ook al aan bod is gekomen. Daar staat dan wel duidelijk in dat het een moeilijkheid is om de praktijktesten toe te passen. Er staat ook in wie er uiteindelijk voor bevoegd is, en dat is niet de Vlaamse overheid. Er is ook naar voren gekomen dat het een degelijke studie is; dat hebben ook de andere onderzoekers naar voren gebracht.
Ik ben het eens met u, mijnheer Van Malderen. Laat ons sensibiliseren en sanctioneren als het moet. Sensibiliseren betekent dat de praktijktesten worden gebruikt om de sector te sensibiliseren. Dat is de juiste manier om dit wapen te gebruiken. Laat ons dan sanctioneren, en beter dan mijn federale oud-collega dat deed. Ik zal in een getrapt systeem voorzien zodat niet meteen de erkenning moet worden ingetrokken, wat in de praktijk dan toch niet gebeurt. Laat ons dan werken met boetes waar het mogelijk is. Ik zal het dus anders doen dan mijn federale oud-collega, die geen gevolg gaf aan mogelijke sanctionering.
Als het duidelijk is dat een bedrijf niet wenst om discriminatiemaatregelen te nemen, als er moedwil is, dan mogen we dat niet toestaan. Mevrouw Taelman, ik veronderstel dat u het daarmee eens bent.
Uw bekommernis was de openbare sector, evengoed als de privésector, en ik kan daar volmondig ‘ja’ op zeggen. We zullen die maatregelen, de mystery calling als sensibiliserend middel vanuit de sector, toepassen in de totale sector, de openbare en de privé. Dat is mijn bedoeling.
Het klopt natuurlijk dat de dienstenchequesector een sector is die procentueel al heel veel allochtonen tewerkstelt. Wie wordt er nu geviseerd? Federgon heeft in de interimsector al bewezen dat zij een effectief instrument hebben, namelijk de mystery calling. Aan mijn collega’s van sp.a en Groen wil ik zeggen dat het mij niet uitmaakt hoe de kat muizen vangt, als ze ze maar vangt.
De actuele vraag is afgehandeld.