Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Gatz.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik denk dat we het allemaal kunnen toejuichen als gezinnen energiezuiniger willen bouwen. We moeten onderzoeken hoe we dat zo veel mogelijk kunnen ondersteunen, in de vorm van communicatie enzovoort. Diezelfde gezinnen worden echter soms ook beperkt door wat ze kunnen lenen. Men zou de redenering hard kunnen maken dat, als iemand 100 euro per jaar kan besparen, hij in principe een hoger bedrag kan gaan lenen. Minister, dat is wat uw collega, minister Turtelboom, heeft aangekondigd op de Open Wervendag. Ze stelde dat moet worden bekeken of men de leencapaciteit bij de bank eventueel kan verhogen voor wie energiezuinig bouwt. Dat betaalt zichzelf immers wel terug, maar uiteraard zit men wel met meerkosten. Tijdens de vorige regeerperiode werd er al een vrijwillig convenant afgesloten tussen de banken en de overheid. Indien banken zouden voldoen aan een aantal voorwaarden en speciale financierings- of kredietformules geven, dan zouden ze mee in de overheidscommunicatie worden opgenomen. We hebben echter gezien dat dit in 2013 maar tot ongeveer 110 cases heeft geleid, en in 2014 tot ongeveer 150 cases. Twee banken hebben daar dus aan meegewerkt, maar met zeer weinig succes.
Toen ik de opmerking van minister Turtelboom zag, veronderstelde ik dan ook dat ze opnieuw had samengezeten met de bankensector of met Febelfin, om die voornoemde redenering hard te maken. Minister, wat zijn de resultaten van het overleg met de bankensector of met Febelfin?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Gryffroy, zoals u hebt gezien, antwoord ik in naam van minister Turtelboom, die in het buitenland vertoeft.
U weet dat in haar beleid en in het beleid van de Vlaamse Regering de energiezuinigheid van woningen, gebouwen, bedrijven zeer belangrijk is. Het is zo dat de Vlaamse overheid in een aantal zaken het voortouw neemt en het goede voorbeeld geeft, maar uiteraard zijn de meeste gebouwen eigendom van particulieren. Minister Turtelboom is nu aan het bekijken, samen met de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) en Febelfin, in welke mate er oplossingen kunnen worden gevonden voor het probleem dat u daarnet goed hebt geschetst. We weten allemaal dat energiezuinig bouwen, laat staan renoveren, op zich duurder is qua beginkosten, qua investeringskosten, maar dat dit zich in principe terugbetaalt door een lagere energiefactuur.
Nu bestaat er al het systeem van de E-calculator, samen met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) en de Thomas Morehogeschool in Geel. Die is in staat om voor nieuwbouw die kosten te objectiveren, want dat is natuurlijk een discussiepunt waarover duidelijkheid moet komen in de driehoek beleid-bankensector-bouwsector. Men wil dat nu verder op punt stellen, want om dat praktisch operationeler te maken is het nog niet helemaal rond. Men wil daar natuurlijk ook vooral de vernieuwbouw aan toevoegen, zodat er een objectieve grondslag kan worden bereikt met de bankensector en de bouwsector om de net door u geschetste vooruitgang te kunnen boeken. Dat staat op stapel voor de komende periode. Het is nog niet afgerond, maar er wordt duidelijk een nieuwe poging ondernomen, en een nieuw draagvlak gecreëerd om meer energiezuinige gebouwen en woningen in Vlaanderen te verkrijgen, en tegelijkertijd ook een impuls aan de bouwsector, en dus ook aan de economie, te geven.
Minister, dank u wel voor het antwoord. In een vorige commissiebespreking in oktober vorig jaar hebben we daar ook over gedebatteerd en is het probleem omtrent de E-calculator naar boven gekomen. Je kunt een bank immers moeilijk verplichten om in een grotere ontleningscapaciteit te voorzien als de bank geen zekerheid heeft. De bank heeft ook geen zekerheid op basis van een certificaat. Veel hangt af van hoe de mensen hun huis gebruiken. Veel hangt af van het eerste jaar. Hoeveel bouwvocht heb je nog in je huis?
Ik blijf dus eigenlijk bij mijn vraag: is het gewoon iets geweest dat minister Turtelboom opnieuw heeft opgenomen in aanwezigheid van de lobbygroep, de Confederatie Bouw, of heeft ze effectief recent onderhandelingen gevoerd met Febelfin of de bankensector?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, dit thema hebben we al een aantal keer besproken. Ik heb ook vastgesteld dat de minister schijnbaar een nieuw initiatief heeft aangekondigd.
Het is goed dat er wordt nagedacht over de financiering van de noodzakelijke investering in rationeel energiegebruik en energie-efficiëntere woningen. We hebben een premiestelsel en we hebben het Renovatiepact dat volop in opmaak is. Minister Turtelboom heeft ook handig gebruikgemaakt van haar nieuwe bevoegdheid die ze via de zesde staatshervorming heeft gekregen en ze heeft van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) de Vlaamse energielening gemaakt om de financiering van dergelijke investeringen te ondersteunen.
In Limburg gaan ze nog een stapje verder. Met middelen van het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK), deels Vlaamse middelen, heeft men daar de Vlaamse energielening uitgebreid. Je kunt daar naar maximum 40.000 euro gaan in plaats van maximum 10.000 euro en de looptijd is verlengd van vijf naar tien jaar. Gezinnen kunnen dus meer ontlenen en kunnen grotere investeringen financieren. Denkt de minister eraan om de Vlaamse energielening conform het Limburgse model – ik had nooit gedacht dat ik dit zou zeggen – te gaan uitbouwen en op die manier toegankelijk te maken voor alle Vlaamse gezinnen?
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mijnheer Gryffroy, uw vraagstelling is nogal cru. Uiteraard is het niet de bedoeling van de minister om de banken wat dan ook te gaan verplichten. De essentie van dit dossier – en dat is ook de reden waarom dit al een tijdje aansleept – is dat de manier van berekenen van de terugbetalingscapaciteit en het aandeel vaste kosten dat daarvoor in aanmerking komt, niet meer beantwoordt aan de realiteit en ook niet beantwoordt aan het soort woningen dat we willen in de toekomst en dat gestimuleerd wordt.
Daarom juich ik het antwoord van de minister, via minister Gatz, toe. Het is natuurlijk wel een zaak om te zien hoe de ontwikkeling van deze E-calculator verder zal verlopen en op welke manier mogelijke bijkomende initiatieven zullen worden genomen om het versneld bouwen van energiezuinige woningen te stimuleren.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, ik wil twee dingen weten. In het verlengde van de vraag van de heer Gryffroy: wat is concreet dat overleg? Het komt aan bod naar aanleiding van een gebeurtenis bij de confederatie, maar de vraag is ook of dat met de gehele sector wordt bekeken. Ik denk dat het even interessant is om met de Bouwunie en met de kleinere ondernemingen daarover te spreken.
Wat zijn de insteken van de minister? Ze zal dat gezegd hebben naar aanleiding van een analyse van een zeker probleem. Ik denk dat dat er ook is: de toegang tot liquide middelen voor de energiezuinige lening. Maar wat zijn de insteken van de minister ten aanzien van de banksector om te zorgen dat dat product beschikbaarder wordt?
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, minister, elk initiatief om energierenovatie te stimuleren, moeten we steunen, en ook energiezuinig bouwen. Nieuwbouw is ook heel erg belangrijk.
In de commissie is al een paar keer gesproken over de energielening. De heer Bothuyne heeft mij de Limburgse woorden uit de mond genomen. Ik heb daar al aan de orde gesteld dat het goed zou zijn om het plafond van 10.000 euro voor de lening die de Vlaamse overheid zelf verstrekt, te verhogen. Als je een woning fatsoenlijk energiezuinig wil maken, zeker bij een verbouwing, dan is er zeker veel meer nodig dan dat. Is de minister bereid om die piste te onderzoeken?
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Het is inderdaad zo dat het idee op zich niet gloednieuw is, het is al voor Nieuwjaar besproken in de commissie. Men pikt eigenlijk de piste opnieuw op. Er zijn wel degelijk vernieuwde contacten geweest. Het is de bedoeling om die te intensifiëren.
Tegelijk zit heel de knoop in het objectiveren van de kost. Daarom moet de E-calculator, die al in bepaalde mate in orde is voor nieuwbouw, nog verder worden verscherpt en uitgebreid tot renovatie- of vernieuwbouwkosten, waar de paramaters dan toch weer iets volatieler zijn. Het gaat dus wel degelijk om het objectiveren. De hoop van de minister is dat op het ogenblik dat die zaken scherper zijn uitgeklaard, de banksector mee voor het nodige draagvlak kan zorgen. Van verplichting is hier immers inderdaad geen sprake. Dit behoeft nog enige tijd omwille van het gemeenschappelijke draagvlak.
Wat de Limburgse voorstellen betreft, wil ik mijn joker inzetten en vragen aan minister Turtelboom om dat toe te lichten in de commissie. Maar first things first: het is belangrijker om de oplossing zoals ik die hier heb geschetst, voor het volledige Vlaamse grondgebied te kunnen vooropstellen. Limburgse inspiratie kan altijd nuttig zijn, maar in hoeverre dat zo is, dat wordt vervolgd in de commissie.
Wat kunnen we doen met de Vlaamse energielening, wat kunnen we doen met de energiezuinige lening? We kunnen kijken naar het Limburgse voorbeeld. Minister, het belangrijkste is dat u kunt bevestigen dat er effectief contacten zijn geweest met de bankensector en Febelfin.
Als we zoiets inschalen, is een tool of een certificatensysteem belangrijk, want anders krijg je de banken niet mee. Ik zou niet willen dat we straks moeten concluderen, na het opsommen van enkele mogelijkheden, dat de bankensector plots zegt dat ze daar niet aan meedoet, want dan is alles verloren.
De actuele vraag is afgehandeld.