Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het Europees Investeringsplan
Verslag
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, door de aanhoudende economische en financiële crisis ligt het niveau van investeringen in Europa te laag. De Europese Commissie wil daar iets aan doen volgens drie krachtlijnen. Een: 300 miljard euro private middelen mobiliseren om te investeren. Twee: ervoor zorgen dat die investeringen op de juiste plek gebeuren. Drie: regelgeving die het maken van investeringen belemmert, trachten weg te werken.
Om de eerste twee doelstellingen te bereiken, heeft men het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) ontwikkeld. Het komt erop neer dat men aan de Europese Investeringsbank zegt: we hebben hier 16 miljard euro, als jullie daar 5 miljard euro bijdoen, hebben we een garantiefonds van 21 miljard euro, dat voldoende moet zijn om 300 miljard private middelen te mobiliseren.
Critici fronsen de wenkbrauwen en zeggen dat dit de wonderbaarlijke vermenigvuldiging is, niet met broden en vissen, maar met miljarden. Dit neemt niet weg dat het plan bestaat, en dat er nu een dynamiek rond wordt ontwikkeld, dat er een momentum is dat er regelgeving wordt uitgerold, dat er spelregels worden ontwikkeld. Worden die spelregels uitgerold op een manier dat Vlaanderen als kmo-regio ten volle van dat Junckerplan kan genieten?
Minister-president, gisteren had u een ontmoeting met de Europese commissarissen Thyssen en Katainen. Kunt u daar iets meer over vertellen? Kunnen we gerustgesteld zijn dat Vlaanderen ten volle van dat plan-Juncker kan genieten? Deze middag zijn er bij Belga mededelingen binnengerold die zeggen dat er problemen zijn.
De heer Daems heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, 21 miljard euro op tafel als garantie. Vermenigvuldigd met multiplicator 15 wordt er 315 miljard euro ter beschikking gesteld voor heel Europa. Is dat zo wonderbaarlijk? Eigenlijk niet. Het is een techniek die de Europese Investeringsbank gebruikt. Die gebruikt een multiplicator van 18. Dat is de reden waarom men denkt dat te kunnen. Het zijn privémiddelen. Het probleem waar we voor staan, is het samenbrengen van een aantal investeringsdossiers die in aanmerking komen om door dit investeringsfonds te worden geïnvesteerd.
Twee elementen interesseren mij daarin. Een: het luik middelgrote ondernemingen. Katainen zei gisteren in de Senaat dat we een platform zouden moeten maken, publiek-privaat, een soort fonds waar je de kmo’s hun projecten laat indienen en die dan screent enzovoort. Overweegt de Vlaamse Regering dat?
De tweede vraag is dan wat je met België en Wallonië en Brussel doet, want iedereen zal dossiers indienen. In de krant lees je dat er competitie zal zijn tussen Vlaanderen en Wallonië en België en Brussel, wat ik nogal gek zou vinden. Minister Michel antwoordde in de Senaat op een vraag van mij: “Neen, de vroegere lijst doen we weg en in samenwerking met alle regio’s, maken we één globaal pakket dat we indienen.” Is dat ook de logica die u gaat volgen? Kan het in overleg met het parlement?
Voorzitter, ik zou graag nog een kleine opmerking maken. Gisteren was er een commissie Europese Aangelegenheden waarin we als deelstaatsenatoren aanwezig zijn, maar die werd voorgezeten door de voorzitter van de Commissie voor de Financiën van de Kamer. Als je dat doet, lijkt het mij evident dat ook de commissies Financiën van de deelstaatparlementen aanwezig zouden zijn. Voorzitter, in die zin zou ik u durven te vragen om dit te signaleren aan uw collega’s van Kamer en Senaat. In de commissie Europese Aangelegenheden zijn de deelstaatsenatoren wel degelijk welkom, maar als men er Financiën en Begroting bij betrekt, lijkt het mij logisch – zeker omdat Vlaanderen zelf dossiers moet indienen – dat ook de Vlaamse commissie Financiën en Begroting zou worden betrokken. Het zou mij zeer plezieren als u er enige aandacht aan zou willen besteden en het signaal zou doorgeven.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, u hebt beiden het kader waarover we spreken, goed geschetst. Ik geef nog eens het uitgangspunt: de Europese Commissie stelt vast dat sinds 2007 in de Europese Unie de investeringen met 15 procent zijn gedaald. België bengelt aan de staart inzake investeringen. Het gaat over de cijfers voor publieke investeringen. De Europese Commissie wil dus, naast andere maatregelen die moeten worden genomen, proberen een impuls te geven aan die investeringen. Er wordt 21 miljard euro aangeboden om garant te staan voor privékapitaal dat moet worden aangetrokken. Het zijn bestaande Europese middelen, geld van de Europese Investeringsbank (EIB), maar ook nieuwe middelen en middelen die verschuiven binnen de Europese begroting. Het doel is 315 miljard euro. 240 miljard euro met de Europese Centrale Bank voor langetermijninvesteringen, 75 miljard euro met het European Investment Fund (EIF) voor kmo’s.
Ik ben gisteren met de heer Katainen het schitterend toptechnologisch bedrijf Materialise in Leuven gaan bezoeken. Het toont wat we kunnen, welke welvaart dit creëert, welke jobs dit creëert, ook blue-collarjobs. Ik heb er twee dingen geleerd. Ten eerste, dat het de bedoeling van de Europese Commissie is om vooral op privé-investeringen te mikken. Katainen heeft vanmorgen een percentage van 80 procent laten vallen. Dat is dus heel belangrijk. Ten tweede, dat de Europese Commissie niet van plan is om afwijkingen toe te staan met betrekking tot het Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen (ESR) wat natuurlijk tot problemen zal leiden als de publieke overheden fondsen moeten mobiliseren. Katainen gaf het voorbeeld van Nederlandse provincies die assets verkocht hebben en die dan inbrengen. Dat is niet meer ESR-neutraal als je het op die manier moet doen. Hoe dan ook, dit komt niet op ons af. Op dat vlak verandert het beleid niet.
Wij hebben daar op een aantal manieren op ingespeeld. Ten eerste hebben wij zes werven afgebakend. Ten tweede hebben wij een interministeriële werkgroep opgericht. Ten derde, wij hebben PMV nog niet kunnen aanduiden als investeringsplatform. Het is wachten op de verordening. Het Europees Parlement en de Europese Raad moeten dit nog behandelen. Ik hoor dat er amendementen komen. PMV is zich nu al aan het voorbereiden op het moment dat de verordening er zal zijn en dat de regering PMV zal aanduiden als investeringsplatform waar dan financiële experts zullen bij betrokken worden. Ten vierde gaan wij met het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap een ruime voorlichting organiseren voor privébedrijven, voor banken en voor investeerders. Op 15 juni ga ik zelf naar de EIB in Luxemburg – op dat moment zal de verordening er hopelijk zijn – om nog verdere afspraken te kunnen maken met de Europese Investeringsbank.
Mijnheer Daems, u had een vraag met betrekking tot het parlement. We hebben breed gedefinieerd en we hebben de zes werven. Als het nodig zou zijn, kunnen we die nog bijsturen.
Ik wijs erop dat de techniek anders zal zijn. We gaan werken met een onafhankelijk investeringsplatform. Europees is dat evenzeer met een stuurgroep die bestaat uit experten die met een call zullen worden aangeworven, met iemand van de commissie en iemand van de EIB. Er zullen geen lidstatelijke, regionale of sectorale verdeelsleutels zijn. Elk project zal op zijn merites worden beoordeeld.
Men mikt vooral op privégeld, op privé-investeringen met nogal de klemtoon op nieuwe technologieën, high risk en dergelijke meer. We gaan werken met onze eigen platformen. Ik zie dat Wallonië dat evenzeer zal doen. Dat is beter dan een soort wafelijzer te installeren en dan oeverloos te discussiëren. Die investeringsprojecten worden op hun merites beoordeeld, onafhankelijk van de vraag van wie ze komen, maar wel welke toegevoegde waarde ze creëren en wat de privé-input is. Die lijn moeten we ook aanhouden en zal belangrijk zijn op het moment dat we ons platform creëren.
Minister-president, dit is een zeer complexe maar belangrijke problematiek. Er is het risico op bijkomende bureaucratisering met nieuwe instellingen en de steering board die wordt ontwikkeld. Is dat allemaal nodig? Voldoen de huidige instellingen niet?
U hebt het even over de intra-Belgische wafelijzerpolitiek. We zullen dat hopelijk niet doen. Ik hoop dat dit ook geldt voor het volledige Europese niveau. We spreken over significante bedragen: 315 miljard aan investeringen die worden gemobiliseerd. Het zou ideaal zijn mocht het kunnen dat alle projecten geselecteerd worden door onafhankelijke experts die elk project beoordelen op zijn eigen merites. Dat moet het doel zijn. Als dat niet gebeurt, verliest het plan zijn effect. Ik hoop dat we in de praktijk niet zien dat er allerlei mechanismes ontstaan op het vlak van geografische spreiding en landen die allemaal een stuk van de koek willen. Ik wil graag nog eens de bevestiging dat elk project ook in de Europese context op zijn merites zal worden beoordeeld door onpartijdige en onafhankelijke professionals.
Minister-president, het is een goede zaak dat PMV in essentie de kern zal zijn van het platform waarmee zal worden gewerkt om investeringsdossiers naar de groep van zes experts te brengen, die dan volledig onafhankelijk, zonder politieke inmenging en zonder geografische overwegingen, zullen beslissen. Het lijkt me belangrijk dat u in dit platform organisaties als Voka betrekt. Zij zullen investeringsdossiers mee kunnen aanbrengen.
Het gaat om 80 procent private investeringen. Diegenen die denken dat we de overheidsinvesteringen door Europa zullen kunnen laten financieren, zijn eraan voor de moeite. Dat is maar goed ook, als u het mij vraagt. Vergis u echter niet: een totaal van 1 miljard euro aan investeringsdossiers voor België, een land van vooral kmo’s, naar voren brengen, vraagt een enorme inspanning. In landen zoals Frankrijk heb je met een paar dossiers van grote private investeerders voldoende – of misschien ook met het nodige gelobby. Hier gaat het om een veelvoud van dossiers. We zullen er zeker op terugkomen in de commissie voor Buitenlands Beleid en de commissie voor Economie.
Waar het parlement kan bijdragen, zullen we dat graag doen. Ik wil u volgende caveat meegeven, komende van investeringsfondsen: we gaan hier in Vlaanderen te maken hebben met een enorm veelvoud aan kleinere dossiers. De inspanning die de regering zal moeten leveren, is zoveel groter. Normaal gezien zou ons land ongeveer 1 miljard euro in zijn totaliteit moeten kunnen binnenhalen. Het zou beter zijn dat we meer dan dat miljard binnenhalen als gevolg van de kwaliteit van onze dossiers. De inspanning in Vlaanderen is gigantisch, maar we zijn zeker bereid om daaraan mee te werken. Het is zo belangrijk om investeringen in Vlaanderen aan te trekken. Dank dat u PMV wilt aanduiden. Onze steun hebt u.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, we zijn blij dat de EU eindelijk wil doen wat de sp.a-fractie al lang vraagt, namelijk investeren in deze tijden van economische crisis. Als bedrijven en consumenten besparen en als de overheid daarenboven ook niet investeert, geraken we niet uit het economisch slop.
Het is zeer positief dat een plan tot stand is gekomen en dat hiervoor 315 miljard euro is uitgetrokken. Ik hoop dat het multiplicatoreffect zal werken. Er worden nog vragen bij dat project gesteld. Als het lukt, zou het positief zijn. In dat geval mogen we als Vlaamse overheid onze projecten indienen. Ik zou hierover echter graag nog een vraag stellen.
Minister-president, de verschillende gewesten en de federale overheid hebben al een lijst ingediend. Premier Michel heeft bevestigd dat die projecten kunnen worden herbekeken en nieuwe dossiers zullen worden ingediend.
Op 14 april 2015 heeft het Europees Parlement, op initiatief van ons partijlid mevrouw Van Brempt, beslist van dit totaalbedrag 5 miljard euro voor energie-efficiënte investeringen voor te behouden.
Minister-president, als ik naar de reeds ingediende lijsten kijk, mis ik twee zaken. In de eerste plaats gaat het om de vertegenwoordiging van de kmo’s, het onderwerp van de actuele vraag van de heer Daems. In de tweede plaats gaat het om de energie-efficiënte projecten. U moet hier gebruik van maken om onze economie een boost te geven. U moet niet enkel projecten indienen die u van de Europese Commissie uit de begroting moest houden.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik ben misschien toch wat sceptischer dan de vorige sprekers. Een van de cruces inzake de voorwaarden die de EU oplegt in verband met de verdeelsleutel, die 15 of 21 miljard euro tegenover 300 miljard euro plaatst, heeft betrekking op de privé-investeerders.
Minister-president, uw zes werven hebben me enigszins verbaasd. U hebt er eerder al een paar aangekondigd. De sociale huisvesting, de zorginfrastructuur in de welzijnssector en de scholen maken hier ook deel van uit. Enkele weken geleden hebben we hier over de pps-formule en over de inkanteling gediscussieerd. Ik merk nu dat de Vlaamse Regering, ditmaal met behulp van een super-pps, opnieuw privé-investeerders in dergelijke infrastructuurprojecten wil binnenhalen. We zijn de problemen met de vorige dossiers nog aan het oplossen.
Minister-president, ik wil nog even abstractie maken van de mobiliteitsdossiers. Gelooft u er echt in dat u de Europese Commissie ervan kunt overtuigen hierin te investeren? Is het een goede zaak in verband met die infrastructuurdossiers opnieuw een grote pps op te zetten?
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, u hebt erop gewezen dat de PMV een belangrijke rol zal spelen, dat er geen wafelijzerpolitiek wordt gevoerd en dat elk project op zijn eigen merites zal worden beoordeeld. Dat is een goed kader. In een land waar 70 procent van de tewerkstelling door de kmo’s wordt verzekerd, is de zorg natuurlijk dat zij voldoende toegang tot dit geheel moeten krijgen. Om de investeringen te halen, zal het absoluut nodig zijn het privékapitaal van de kmo’s mee in te zetten. De ervaring leert ons echter dat lokale besturen en dergelijke in verband met Europese projecten vaak op de bureaucratie vastlopen of ontmoedigd geraken.
Ik zou u dan ook willen vragen vooral op de laagdrempeligheid, de toegankelijkheid en de ondersteuning in te zetten. Vlaanderen beschikt over veel goede projecten. Die projecten moeten ook hun weg tot deze investeringen vinden.
Mijnheer Van Overmeire, mijnheer Kennes, wat de bureaucratie betreft, wil ik erop wijzen dat we van Europees commissaris Katainen hebben vernomen dat het bedoeling is dit allemaal te depolitiseren en niet van de bureaucratie afhankelijk te maken. De stuurgroep zal beslissen. Vervolgens zullen de dossiers naar de board of directors van de EIB gaan. De stuurgroep zal de projecten beoordelen aan de hand van de criteria die door de EU zijn vastgelegd.
Dit plan heeft een grote verdienste, maar ik wil erop wijzen dat het slechts een van de onderdelen is. Aangezien dit punt altijd terugkomt, heb ik er nu ook de klemtoon op gelegd. Er zijn structurele hervormingen in de lidstaten nodig. We zijn daarmee bezig. Onze competitiviteit moet beter. We kunnen veel investeringsinstrumenten creëren. Als de competitiviteit en de concurrentiekracht niet verbetert, hinken we slechts op één been.
Ten tweede: er is ook de budgettaire inspanning die we moeten leveren. Ik denk dat het EFSI vooral de verdienste heeft dat het wellicht een impuls zal geven aan investeringen en een aantal andere zaken zal losmaken. Het zal ertoe leiden dat er een nieuw geloof ontstaat en dat er investeringen zullen gebeuren. Alles valt samen met de goede internationale voorwaarden en met het groeiend vertrouwen bij onze ondernemers.
Mevrouw Turan, dit is niet een Europa dat investeert, maar wel een Europa dat een waarborg verleent, met de bedoeling dat de privésector zou investeren. De waarborg komt er tegen betere voorwaarden dan die van de privéverstrekkers. Dat hoop ik toch, zo niet wordt het een maat voor niets. Dat kan ook zorgen voor een lagere rente. De vraag is dan voor welke landen dat het geval zal zijn. Gelukkig hebben we een zeer lage rente. Het rentepeil zal van land tot land verschillen. Het rentevoordeel van de gewaarborgde lening zal niet voor elk land hetzelfde zijn.
Het zal erop aankomen, mijnheer Daems, om voldoende investeerders te mobiliseren voor voldoende aantrekkelijke investeringsprojecten. De Europese Commissie mikt vooral op privé-investeringen, wat niet betekent dat er geen pps-constructies mogelijk zijn. Dat laatste kan, maar die zullen dan wel conform de bepalingen van het Europees boekhoudstelsel moeten zijn. Ik zei het al: er worden geen afwijkingen van het Europees rekeningenstelsel toegestaan. Meer nog: u weet dat we vragende partij zijn om in het Groei- en Stabiliteitspact – met het oog op een begroting in evenwicht in 2018 – duurzame groeibevorderende investeringen op te nemen. Op dat vlak is er een Europese richtsnoer, en het EFSI is daarin opgenomen. Maar België beantwoordt niet aan de voorwaarden en de EU heeft die nog altijd niet aangepast.
Nederland en Luxemburg beantwoorden aan de voorwaarden. Waarom wij niet? Wij blijven niet meer dan 1,5 procent onder ons economisch potentieel. Wij voldoen niet aan de norm. Wij hebben veel inspanningen geleverd om daaraan te verhelpen, want wij zijn van mening dat voor grote, duurzame groeibevorderende investeringen enige flexibiliteit geoorloofd is. Wij voldoen evenwel niet.
Mijnheer Daems, het zal erop neerkomen dat wij kmo’s kunnen mobiliseren. Wij zijn een kmo-land. Ik denk niet dat we schrik moeten hebben van de grote privé-investeringen in andere landen, want de Europese Commissie mikt op de SME's en midcaps. Dat gaat iets ruimer dan wat wij onder kmo’s verstaan, maar het gaat toch niet over de grote kmo’s. Ook in andere landen mikt men op kleinere projecten. Het zal zaak zijn om veel energie te mobiliseren. Daarom is het goed dat de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) de zaak nu al voorbereidt en praat met de stakeholders en de banken, zodat alles tot een goed einde wordt gebracht.
Mevrouw Turan, de EU investeert dus niet; de EU verstrekt een waarborg. U vraagt naar de lijst die is overgemaakt. Dat gebeurde op vraag van de Europese Commissie. Toen is aan alle administraties van alle landen gevraagd om hun lades leeg te maken en een inventaris op te maken van alle geplande, al dan niet gebudgetteerde publieke investeringen op korte en lange termijn. Dat is gebeurd. Maar nu zegt men dat die inventaris niet de vertrekbasis wordt, en dat men met projectfiches zal werken. Die inventaris is geen leidraad.
U spreekt over duurzame energie en het amendement van het Europees Parlement. Volgens mijn informatie moeten het parlement en de raad nog hun akkoord geven over de verordening. Er is nu sprake van amendementen met compromissen. Wij zullen zien wat dat oplevert. In elk geval is duurzame energie een van onze zes werven.
Mijnheer Rzoska, ik denk dat ik op uw vragen over de pps-constructies en de zaak van het EFSI en de flexibiliteit heb geantwoord. Op de vraag van de heer Kennes over het bureaucratische aspect antwoordde ik ook.
We zullen dit moeten blijven opvolgen, hier en in de commissie en elders. We moeten niet sceptisch zijn, maar wel kritisch, mijnheer Rzoska. We moeten er vooral voor zorgen dat de Vlaamse kmo’s hun rol kunnen spelen.
Tot slot moeten we goed voor ogen houden dat het plan-Juncker een specifiek antwoord is op een specifieke crisissituatie, en dat mag ons er niet van weerhouden om te werken aan structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën. (Applaus bij de N-VA)
Nogmaals bedankt voor uw antwoord, minister-president. Barco, Bekaert en Recticel zijn ‘midcaps’. Spijtig genoeg hebben we in ons landje geen echt grote bedrijven, op een paar na. Als we een miljard euro investeringen zouden hebben – dat zou het dan wel kunnen zijn – spreken we over driehonderd tot vijfhonderd investeringsdossiers die elk 3 tot 4 miljoen euro zouden bedragen. Wie in het bedrijfsleven zit, weet dat: een investering van 3 miljoen euro van een investeringsfonds, dat is niet klein. Ik maak deze opmerking omdat ik weet dat er heel veel werk voor de deur staat. We willen daar graag toe bijdragen.
Als liberaal denk ik dat er heel veel potentieel zit in de sociale sector. De sociale woningbouw werd al aangehaald. Misschien zou dit soort investeringsfonds uitgerekend een opportuniteit kunnen zijn om vanuit de privésector op rendementsbasis heel dat sociaal domein mee te gaan ontwikkelen. Ik ben ervan overtuigd, mijnheer Rzoska, dat u daar zult aan meewerken.
De actuele vragen zijn afgehandeld.