Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, uit een ver verleden als minister van Verkeerswezen heb ik een paar dingen onthouden en die zijn helaas niet veranderd. 80 procent van ons vrachtverkeer gebeurt over de weg. De Antwerpse en de Brusselse ring zijn daar helaas goede voorbeelden van. Er gebeuren goede werken zoals knelpunten vermijden, missing links herstellen, wegen veilig maken en investeringen doen.
In ons land heb je twee of drie grote assen die van west naar oost gaan, een in het noorden, een in het zuiden en een tussen die twee. Nogal wat gewestwegen loodrecht daarop verbinden ze. Die gewestwegen – horror ingens – gaan ook over de gewestgrenzen, hoe eigenaardig dat ook is.
Uit recente informatie en seminaries die ik volgde, kon ik vaststellen dat daar iets niet werkt. Er is geen coördinatie tussen het noorden en het zuiden van dit land. Die gewestwegen kunnen de steden en gemeenten op de gewestgrenzen nochtans helpen bij hun industrie en hun bereikbaarheid. Wellicht is dat te wijten aan het zuiden. Ik wil geen zwartepieten uitdelen, maar een goede mobiliteit, die groter is dan alleen ons land, is toch noodzakelijk. België is in oppervlakte een 557e deel van de gewezen Sovjetunie. We zijn zodanig verlost van die zaken door onze mobiliteitsmogelijkheden dat ik me afvraag wat er gebeurt wanneer er geen overleg is om die grenzen te kunnen overschrijden op veilige en praktische wegen. Minister, wat denkt u daaraan te doen?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer De Croo, ik heb eens nagevraagd naar welke concrete casus u verwijst. Blijkbaar gaat het om een publieke vergadering waar een afdelingshoofd van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) gewag heeft gemaakt van problemen omdat hij zijn Waalse homoloog niet kon bereiken. Dan is het probleem geëscaleerd en naar de leidend ambtenaar gegaan.
De leidend ambtenaar van AWV en zijn evenknie uit Wallonië zien elkaar geregeld. Als er problemen zijn, kunnen ze elkaar ook ad hoc zien. En ook op het politieke niveau zijn er contacten, zowel met Waals minister van Mobiliteit Di Antonio als minister van Openbare Werken Prévot. Dat gaat dus wel. Als er problemen zijn op een lager niveau, dan escaleert dat naar het hoogste ambtelijke niveau en desgevallend naar het politieke niveau. Op dat vlak heb ik geen weet van grote problemen op het terrein.
Het Overlegcomité dat de zaken finaal zou moeten trancheren, wordt zelden of nooit gevat door deze aangelegenheden. De laatste tijd is dat in elk geval niet gebeurd. Er moet een wil zijn om dat door te drukken. U hebt het over de N42 en de N60 in het zuiden van Oost-Vlaanderen, om maar die twee te noemen. Die komen in een dead end street terecht als er geen overleg is over doortrekkingsmogelijkheden van die wegen. Minister, ik reken op u om dat verder uit te voeren.
Wenst iemand zich aan te sluiten? (Neen)
Minister, wilt u nog een aanvullende opmerking maken? (Neen)
Mijnheer De Croo, wilt u nog een slotopmerking maken?
Ik denk dat het parlement gelukkig is met mijn actuele vraag. Er is geen reactie. Dat doet deugd. Dank u wel.
De actuele vraag is afgehandeld.