Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, in een akkoord van 2013 heeft Nederland gevraagd om de gastoevoer vanaf 2024 af te bouwen om te eindigen in 2030. We spreken in totaal over 1,5 miljoen gezinnen, waarvan 962.000 in Vlaanderen, met kleine gaswandketels of kleine huishoudelijke ketens, eventueel met een gashaard en andere toepassingen.
We krijgen dus 6 jaar de tijd om uit te faseren. Als we dit eventjes uitrekenen, betekent dit dat we ongeveer 250 brandertechnici nodig hebben gedurende 6 jaar om in al die woningen de nodige controles te doen.
We hebben een kost voor de teller, namelijk de kost om het transportnet en het distributienet aan te passen. Die wordt begroot op ongeveer 250 miljoen euro. Dit bedrag zal mee opgenomen worden in het investeringsprogramma.
We hebben ook een kost na de teller, namelijk de kost om de controle te doen van het verbrandingsrendement en voor eventuele kleien aanpassingen. De kostprijs is 250 à 400 miljoen euro.
Zoals u weet, ben ik ingenieur, ik heb dit dus eventjes uitgerekend. Er zullen gedurende 6 jaar ongeveer 250 brandertechnici nodig zijn plus ongeveer 250 mensen in de backoffice.
Mijn vraag is vrij simpel. We weten dat dit op ons afkomt. Hoe denkt u dit aan te pakken? Wellicht gebeurt dat in overleg met de federale overheid. Hoe denkt u dit te kunnen financieren en wat is uw timing?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, het is inderdaad zo dat vanaf een bepaald ogenblik de productie van laagcalorisch gas in Nederland wordt afgebouwd en dat we tegen 2022 een overschakeling zullen moeten doen naar hoogcalorisch gas.
Hoe bereiden we ons daarop voor? Het is inderdaad een gemengde bevoegdheid, federaal en gewestelijk. In de schoot van de FOD Economie is er een werkgroep van de federale overheid en de gewesten, om de volledige transitie voor te bereiden.
Belangrijk is dat in 2016 wordt gestart met een proefproject om te bekijken op welke manier we dit echt zullen uitrollen op het terrein. De bedoeling is dat we uit het proefproject leren. We hebben tussen 2020 en 2029 de tijd om bij 1,4 à 1,5 miljoen plaatsen, gezinnen en bedrijven, de omslag te doen. Dat betekent dat we bijna 10 jaar tijd hebben en dat er ongeveer 140.000 per jaar moeten worden gedaan.
De belangrijkste fase is de start van het proefproject in 2016. We hebben dan nog een aantal jaar om het echt goed ‘up and running’ te krijgen zodat alles goed werkt. De kostprijs is aanzienlijk, maar in het federaal regeerakkoord staat dat er een fonds zal worden opgericht. Er zal in middelen worden voorzien, maar de modaliteiten moeten nog worden bepaald.
Op dit ogenblik is alles in voorbereiding om die omslag op een goede manier te laten verlopen. Met het fonds dat wordt opgericht, zullen daarvoor de nodige budgettaire middelen worden vrijgemaakt. De modaliteiten moeten nog worden bepaald. We beginnen vanaf 2020 en we hebben tot 2029. We hebben dus nog wel even de tijd, maar het gaat over een grote massa, we hebben dus ook niet waanzinnig veel tijd.
Het laagcalorisch gas zal niet van de ene moment op de andere helemaal stoppen, het is een scenario van geleidelijke afbouw. De problematiek treft vooral delen van de provincie Antwerpen, de provincie Vlaamse-Brabant en hier en daar Limburg. We volgen het zeer goed op, om die omslag goed te doen en optimaal voorbereid te zijn, zodat de gasbevoorrading en de omslag voor en na de teller optimaal verlopen.
Dank u voor het antwoord, minister. Ik hoor u zeggen dat we nog even de tijd hebben. Daar moeten we toch voorzichtig mee zijn. In de kranten hebben we onrustwekkende berichten gelezen over de Nederlandse situatie. Daar is beslist om de productie met 20 procent te verminderen tot eind juni, en daarna zou men wel zien. Intussen zijn daar nieuwe provincieraadsverkiezingen. Ook zijn er nu al 90.000 woningen beschadigd, daarvoor is 6,5 miljard euro nodig.
Zou het niet beter zijn om dit versneld te doen? Dan zijn wij minder afhankelijk van de import uit Nederland. Voor een keer helpen we dan ook Nederland. Want daar komen steeds meer stemmen op dat het hun gas is, dat het niet moet worden verkocht aan het buitenland, dat het niet moet worden gebruikt om elektriciteitscentrales te voeden. Ik vraag om het niet de tijd te geven tot 2020, maar er zo snel mogelijk mee te starten. De techniek is gekend en onder controle. We hebben de kans om het sneller te doen.
U hebt 250 brandertechnici nodig. Ze lopen niet dik rond in Vlaanderen. Het is een knelpuntberoep.
De heer Danen heeft het woord.
Momenteel is er in Nederland een opbod om de gaskraan steeds dichter te draaien. Vandaag zegt Diederik Samsom in een Nederlandse krant dat het gas van hen is, inderdaad, en als het van hem afhangt, gaat er na juli niets meer naar buiten. Het zou verkiezingspraat kunnen zijn, maar ook als er een beetje waarheid in zit, maak ik me al zorgen. Hoe zeker bent u van de bestaande leveringscontracten? Houdt u rekening met een versnelde afbouw en bent u daarop voorbereid?
De heer Bothuyne heeft het woord.
De problematiek is niet nieuw. In het verleden heeft de heer de Kort er ook al vragen over gesteld. In 2012 was er al een proefproject in Leopoldsburg. Uit het antwoord van toenmalig minister Van den Bossche bleek dat er een grootschalige informatiecampagne werd gepland voor het anderhalf miljoen betrokken gezinnen. We moeten geen paniek zaaien. Uiteindelijk zijn alle gastoestellen van na 1978 bruikbaar voor alle soorten gas, dus die moeten niet worden omgebouwd. Maar een goede, gerichte communicatie is nu wel noodzakelijk. Door de berichten in de media is er onrust bij onze Vlaamse gezinnen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, de bronnen die worden gehanteerd, dateren van 2008. Toen was er sprake van dat de hele operatie 700 miljoen euro zou kosten. Het lijkt me nuttig om te bekijken of er een meer recente berekening bestaat van de mogelijke kosten. U hebt ook gesproken van een fonds dat zou worden opgericht om de kosten te amortiseren. In het licht daarvan en van het overleg, is het nuttig om een accurater beeld te krijgen van die kosten.
Ik sluit aan bij de opmerking van de heer Danen, maar met minder paniekzaaierij, over de bevoorradingszekerheid. Ik weet dat de gascontracten op lange termijn lopen en dat de leveranciers nog een aantal jaar goed zitten. Maar hebben zij al bezorgdheden geformuleerd, indien er in Nederland een bruuske beslissing zou komen? Hoe kan daarop worden gereageerd?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij wat de heer Gryffroy heeft gezegd over de urgentie van de problematiek. U kondigt een pilootproject aan, maar in welke mate verschilt dat van de proefprojecten die al zijn gebeurd? De heer Bothuyne heeft gezegd wat Infrax heeft gedaan in Leopoldsburg. Ook Fluxys heeft al twee trajecten omgebouwd. Wat is daarvan de meerwaarde? Wat wordt er precies onderzocht?
We moeten dit inderdaad heel nauw opvolgen. Het gaat over 1,4 miljoen aansluitingen. Dat is gigantisch veel. Belangrijk is dat de federale overheid waakt over de bevoorradingszekerheid. Het is een federale bevoegdheid, maar in de werkgroep volgen we dat heel nauw op. We moeten ons niet onmiddellijk zorgen maken, want het zijn langetermijncontracten. Maar goed, we mogen zeker ook niet te gerust zijn.
De bedoeling van het project dat start in 2016, is een update te maken van de kostprijs. Die schommelt tussen 500 en 750 miljoen euro, maar moet worden geüpdatet. We moeten ook kijken naar de apparaten, naar voor en na de teller. De meeste toestellen zijn wel aangepast. Daar kunnen we toch van uitgaan.
Ik ben er ook van overtuigd dat er een campagne moet komen en dat we de mensen goed moeten bevoorraden. We mogen geen paniek zaaien. We moeten het heel nauw opvolgen. De bedoeling is dat dit pilootproject de timing en de kostprijs heel gedetailleerd vastlegt. Die timing moeten we doorspreken met Nederland om ervoor te zorgen dat de twee goed op elkaar worden afgestemd. Die fase zal voorkomen dat we plots worden geconfronteerd met de nieuwe politiek vanuit Nederland. Er zijn inderdaad verkiezingen. We zullen zeker moeten nagaan wat de woorden voor en na de verkiezingen zijn. De timing moeten we met Nederland extreem goed doorspreken zodat die met elkaar sporen.
Op dit ogenblik is er geen enkele reden tot ongerustheid. Alles is in stelling, de planningen zijn haalbaar. We zitten op schema om alles vlot te kunnen laten verlopen. Het zal wel superbelangrijk blijven om dit heel nauw op te volgen zodat er geen kinken in de kabel komen.
Mijn actuele vraag had niet de bedoeling om paniek te zaaien. Laat dat duidelijk zijn. De meeste toestellen zijn van het jaar 1978 en die zijn geschikt om te werken op laagcalorisch en hoogcalorisch aardgas. Nu een grote mediacampagne opzetten is weinig zinvol. Het is niet omdat ze geschikt zijn, dat ze niet opnieuw moeten worden gecontroleerd. Dat is uiteindelijk gepland in het technisch reglement.
Mijn grootste bekommernis is dat je voor de controles veel mensen nodig hebt, en er zijn er niet zoveel. Als we vroeger kunnen starten en meer kunnen spreiden in de tijd, kunnen we dat doen met 150 technici gedurende 15 jaar, in plaats van met 250 technici gedurende 10 jaar. Dan is de kost meer gespreid en helpen we ook ons buurland. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.