Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, op 8 februari 2013 keurde de Vlaamse Regering de Vlaamse spoorvisie goed. Die spoorvisie is opnieuw opgenomen in het regeerakkoord. En misschien nog belangrijker, in het federale regeerakkoord wordt ook duidelijk verwezen naar het uitvoeren van de gewestelijke prioriteiten. Hup met de geit, zou een mens dus denken. Vergeef me dan ook mijn ongeduld, minister. Ik ben al enige tijd aan het proberen om daar een vraag om uitleg over te stellen. Met wat aandringen is dat ook gelukt. Door een toeval vanmorgen in de pers kan ik al een voorafname doen op die vraag.
Vanmorgen las ik in de krant een neerslag over het plan-MER voor de realisatie van de lijn Hasselt-Neerpelt. Daaruit blijkt dat die lijn een potentieel heeft van 6500 extra reizigers per werkdag, wat niet onaardig is. Daarbovenop zou 88 procent van die reizigers autogebruikers zijn. Die lijn Hasselt-Neerpelt wil toch wel toevallig onderdeel uitmaken van de Vlaamse spoorstrategie.
Minister, welke initiatieven zijn er al genomen om de Vlaamse spoorvisie door te vertalen in het investeringsprogramma van Infrabel?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb ook in Het Belang van Limburg dat artikel gelezen waarvan sprake is van een plan-MER voor dat spoortraject. Ik ken dat plan-MER niet en Het Belang van Limburg wel. Ik moet mijn plaats kennen. (Gelach)
Het klopt niet. Er is geen plan-MER. Het plan-MER is nog lopende. Uiteindelijk gaat het blijkbaar over een oude studie van 2009, die door de cel MER op de website is gezet. Het is eigenlijk geen nieuwe studie. Het plan-MER loopt nog.
In de Vlaamse spoorstrategie heeft Vlaanderen 51 spoorinvesteringen aangediend. Er zijn 8 prioritaire investeringsdossiers – of eigenlijk 9 omdat de NMBS er een heeft opgesplitst – geselecteerd. De lijn Hasselt-Neerpelt zit daarbij. Ik heb ondertussen ook contact gehad met minister Galant onder meer daarover met de expliciete vraag naar concrete inspraak. Ik heb die garantie ook gekregen. De gesprekken lopen nog. Deze week is daarover trouwens nog door onze beide kabinetten een gesprek gepland.
Voor alle duidelijkheid, die lijn blijft voor Vlaanderen behoren tot de prioritaire spoorinvesteringen. Ondertussen wordt er tussen de administraties, namelijk NMBS, Infrabel en De Lijn gekeken hoe de timing van de negen projecten respectievelijk zal worden aangeduid. Dat zal gebeuren op basis van een maatschappelijke kosten-batenanalyse om te proberen enig onderscheid onder te brengen in de uitvoering. Het blijven wel prioritaire projecten.
Er is inderdaad discussie over de besparing van 665 miljoen die op het federale niveau is goedgekeurd ten aanzien van de totaliteit van het spoorwegenbudget. Het is nog niet uitgemaakt wat het aandeel is voor exploitatie, NMBS, en investeringen, Infrabel. Ik heb van de heer Cornu begrepen dat hij voor de zomer een aanpassing wil in het investeringsplan.
We zijn nu al gesprekken bezig, ook rechtstreeks met het kabinet van minister Galant.
Minister, dank u voor uw antwoord. We hebben onlangs in de commissie nog een bespreking gehad over de investeringsdossiers van De Lijn. Ik heb toen nog eens heel duidelijk gezegd dat ik betreurde dat het Spartacusproject in Limburg was verworden tot een project Hasselt-Maastricht. Mijnheer Keulen, dat is inderdaad zeer belangrijk, voordat u nog eens de oorlog verklaart aan Maastricht. Maar Spartacus is veel meer voor Limburg. Spartacus is een project dat bestaat uit drie lijnen waarop knooppunten zouden kunnen worden geënt. Destijds werd dit geïnitieerd vanuit De Lijn. Lijn 3 was een sneltramproject. Men heeft dat mee ingeschreven in de Vlaamse spoorvisie.
Minister, ik begrijp van u dat wij op goede hoop mogen leven wat betreft de lijn Hasselt-Neerpelt. Is daarmee een definitieve keuze gemaakt voor de spoorlijn? In welke mate wordt de piste van de sneltram nog achter de hand gehouden, kwestie van op twee paarden te wedden?
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, ik waardeer uw inspanningen om bij de federale collega’s aan te dringen, maar ik ben er, eerlijk gezegd, minder positief over dan u. Als je bij de spoormannen je oor te luisteren legt, krijgt je daar hetzelfde verhaal als hier in Vlaanderen: de Federale Regering legt enorme besparingen op aan de NMBS. Zij zullen hun investeringsprogramma, dat voor de verkiezingen in ontwerp was, serieus moeten bijwerken. Ik hoor dat ze niet eens geld genoeg hebben om de noodzakelijke onderhoudsinvesteringen en ondertunnelingen van overwegen te doen. Ik vrees dat de aanleg van nieuwe lijnen daar helemaal niet de prioriteit zal zijn omdat de veiligheidsinvesteringen uiteraard voorrang krijgen.
Ik wil u een suggestie doen. Het Spartacusplan is een totaalplan. De lijn naar Noord-Limburg is daarin essentieel. Er is destijds voor geopteerd om de NMBS deze lijn te laten uitvoeren. Maar als de NMBS u niet kan garanderen dat zij daar de volgende jaren werk van maakt, dan zou ik u durven te suggereren om opnieuw het heft in handen te nemen vanuit Vlaanderen en om die investeringen over te nemen. Minister, is het voor u een optie om opnieuw aan De Lijn te vragen om die noord-zuidas te realiseren als de NMBS daarover geen garanties kan geven?
De heer Danen heeft het woord.
De laatste decennia heeft de NMBS heel wat plannen gemaakt voor Limburg. Ik stel vast dat er bijzonder weinig van in huis is gekomen. U zegt dat u nu gaat onderhandelen. Dat is iets te weinig. Ik stel ook vast dat de Vlaamse Regering in september 2013 bijna 200 miljoen euro heeft uitgetrokken om lijn 18 te heropenen als een van de prioritaire spoortrajecten van Vlaanderen. Maar Infrabel is nog steeds aan het nadenken of dat wel zal worden opgenomen in het investeringsplan. Minister, wat gaat u heel concreet doen om dit dossier op korte termijn te realiseren?
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik twijfelde aanvankelijk aan de actualiteitswaarde van de vraag van de heer Ceyssens, want het is inderdaad een oude studie die ter kennis is gebracht, maar dat neemt niet weg dat ik helemaal niet twijfel aan de actualiteitswaarde van het probleem. De ontsluiting van Noord-Limburg is een echt probleem. Wij hebben altijd gestreefd naar die ontsluiting, op welke wijze dan ook. Wij zijn dan ook heel blij te horen dat de minister de prioriteiten van de spoorwegstrategie hanteert, en dat Spartacus op dat vlak ook nog altijd achter de hand wordt gehouden. Onze partij is er altijd voorstander van geweest om lijn 3 als lijn 1 te beschouwen. Het grootste probleem is de ontsluiting van Noord-Limburg.
Ik ben ook blij dat de voorzitter van de commissie Mobiliteit, mevrouw Jans, die vandaag helaas niet hier is, regelmatig contacten heeft onderhouden met de spoorweg en met Infrabel. Ik wil vragen om die contacten zeker in stand te houden. Minister, wij vragen u dan ook met klem om de spoorwegstrategie op dit punt te hanteren en alle prioriteit te leggen op de ontsluiting van Noord-Limburg.
De heer Keulen heeft het woord.
Mijnheer Lantmeeters, sinds 2004 staat Spartacus in het regeerakkoord. Dat is een verhaal van knooppunten en verbindingen, en van drie lijnen. Wat dat betreft, zijn wij, Open Vld, van ons woord. Er was voor gekozen om die lijn 3 te laten realiseren via de NMBS. Het verhaal blijven vertellen dat lijn 3 eigenlijk gelijk is aan lijn 1, dat is telkenmale een provocatie. Dan had u dat niet in het regeerakkoord moeten laten schrijven in 2004, noch in 2009, noch in 2014! Pacta sunt servanda. Na elf jaar moet die lijn 1 nu eindelijk worden gerealiseerd, conform de akkoorden en de contracten uit 2011 en 2014. (Applaus bij Open Vld, sp.a en Groen)
Ik wil niet opnieuw de discussie openen met betrekking tot lijn 1. Ik ben daar altijd zeer duidelijk over geweest, ook op dit spreekgestoelte. Pacta sunt servanda. Hetzelfde geldt natuurlijk voor lijn 3. Ter zake hebben we inderdaad de keuze gemaakt voor de spoorstrategie. Ik ga dus onderhandelen. U vindt dat niet genoeg. Wel, ik ga geen troepen sturen, ik ga onderhandelen. Ik ga onderhandelen op basis van datgene waartoe we al hebben beslist en opnieuw beslist, namelijk dat dit een prioritair dossier is. Ik ga niet zeggen aan de NMBS of aan Infrabel: u moet die investering doen, en als u die niet doet, dan zal ik ze doen. Dat lijkt me geen goede onderhandelingspositie. Wij blijven heel duidelijk bij ons standpunt. We hebben dat als prioritair dossier aangeduid. We hebben 51 dossiers ingediend. Daarvan zijn er 9 aangeduid als prioritair. Wel, we blijven bij die prioriteiten en we zullen die verdedigen op elk niveau, ook op het federale niveau.
Minister, ik heb uw antwoord heel goed begrepen. In de zomer van 2013 las ik dat de minister-president en de minister van Openbare Werken harder op tafel moesten slaan bij de federale overheid om dit te realiseren, en dat ze met hun federale collega’s aan tafel moesten gaan. Ik neem aan dat u er dan ook geen probleem mee hebt dat de minister-president en u als minister van Openbare Werken daar zeer regelmatig nog eens over worden opgejaagd, want dit is zeer belangrijk, voor heel Vlaanderen trouwens. (Applaus bij CD&V, Open Vld en sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.