Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Voorzitter, geachte minister, beste collega’s, er is opnieuw een episode gebreid aan de saga der taaltest. Een paar maanden geleden stond ik hier en heb ik u verteld dat we het met Groen heel belangrijk vonden dat anderstaligen zo snel en zo goed mogelijk Nederlands leren spreken, maar dat het invoeren van het verplichte taalexamen, zoals deze Vlaamse Regering wil, niet de manier is om dat te bewerkstelligen. Het was een plenaire vergadering met heel veel opschudding.
Het meest frappante die dag was voor mij een uitspraak van collega Marino Keulen. De heer Keulen, voormalig minister van Wonen en Integratie en lid van de huidige coalitie, zei het volgende: “Minister, als iemand met deze maatregel naar een rechtbank stapt en u verliest dat geding, dan verliest u niet alleen de casus, maar ook de geloofwaardigheid als Vlaamse Regering rond een heel delicaat punt.”
Zijn woorden zijn de voorbije week waarheid geworden. Niet in Vlaanderen, of nog niet, maar wel in Nederland. In Nederland is het volgende gebeurd. In 2007 heeft men er de verplichte taaltest ingevoerd. Daarna zijn er twee mensen naar de rechtbank gestapt. Een paar dagen geleden heeft de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie een uitspraak gedaan. In die uitspraak heeft hij gezegd: “De invoering van de verplichting tot het behalen van een inburgeringsexamen ondermijnt het wezen van de inburgering zelf.”
Minister, hoe gaat u deze uitspraak van de advocaat-generaal implementeren in uw beleid en in het plan om een verplichte taaltest in te voeren?
Minister Homans heeft het woord.
Ja, mevrouw Moerenhout, het moet me toch weer, net zoals vorige keer, van het hart dat u er nogmaals in slaagt om twee debatten compleet met elkaar te vermengen. U hebt het enerzijds over de taaltest of de taalvereiste die we zullen opleggen binnen sociale huisvesting en anderzijds gaat uw vraag dan ineens over het inburgeringsexamen.
Ja, mevrouw Moerenhout, u hebt de heer Keulen geciteerd. Hij deed zijn uitspraak wel degelijk in het debat over het invoeren van de taalverbintenis in de sociale huisvesting. Daar ging het citaat over. Uw eigenlijke vraag gaat over inburgeren. Maar bon, ik denk dat we het erover eens zijn dat het twee aparte, gescheiden debatten zijn. U bent daar niet van overtuigd, ik weet dat het twee aparte, gescheiden debatten zijn.
Om nu concreet in te gaan op uw vraag, even de situatie.
Eén, het is gebeurd in Nederland. U moet niet doen alsof het hier, bij ons een uitspraak is.
Twee, wat u natuurlijk ook vergeet – en u gooit daarbij alles op een hoopje –, is wat de uitspraak is geweest in Nederland en over wie het ging. Het ging inderdaad over inburgering. We zijn nu hopelijk allebei over inburgering aan het praten. Ja? Wat was de uitspraak specifiek? Die ging over langdurig ingezetenen, mensen die het statuut hebben van langdurig ingezetenen. Daar is de vraag gesteld of het kan dat je na x aantal jaren – dat kan zelfs na tien of twintig jaar zijn – mensen met dat statuut die verplichting nog oplegt. Dat is compleet verschillend van wat wij doen met inburgering. Langdurig ingezetenen zijn mensen die hier bijvoorbeeld al tien of twintig jaar wonen… (Opmerkingen van mevrouw An Moerenhout)
“Bijvoorbeeld” heb ik gezegd. Of vijf jaar dus. Maar wij vragen die inspanning niet na vijf jaar, wij vragen die onmiddellijk. Ik sta nog absoluut achter onze betrachting om van de inspanningsverbintenis een resultaatsverbintenis te maken.
En waarom? Ik heb u dat al proberen uit te leggen, maar u schijnt het maar niet te willen begrijpen. (Rumoer bij Groen en sp.a)
Waarom? Omdat het inburgeringsattest dan ook meer waard wordt! Het wordt meer waard voor de betrokkenen. Men kan een attest behalen en men kan tegelijkertijd aantonen dat men een bepaald resultaat heeft gehaald. Volgens mij is dat een win-winsituatie.
Als we sancties opleggen, zal dat niet zijn op het al dan niet behalen van het resultaat op zich, maar wel op de inspanningen die zijn geleverd om het resultaat te behalen.
Minister, hoe meer u van leer trekt, hoe meer ik de indruk krijg dat ik gelijk heb. U zegt dingen die niet kloppen. De argumentatie gaat over het woonbeleid, maar ook over de inburgering.
Ik wil u nog enigszins volgen door te zeggen dat een inburgeringstraject er anders uitziet. Het feit blijft dat de grond van het advies dezelfde is. De grond van het advies voor Nederland is ook bij ons toepasbaar.
Ik heb het advies heel goed gelezen. Ik kan u een aantal dingen zeggen. Het is een heel goed onderbouwd advies. Er zijn twee artikelen heel interessant voor de uitbouw van uw beleid. Het eerste is artikel 80. Ik heb u daarnet gezegd dat het invoeren van een verplichte taaltest slecht is voor de integratie. Artikel 80 zegt dat als het slecht is voor de integratie, u dat zelfs niet mag doen en Europa zal ingrijpen. Of het voor een sociale woning is, of het voor een integratietraject is, maakt niet uit. Het tweede artikel is artikel 81 waarin wordt gezegd dat u geen beslissingen mag nemen op het moment dat er nog steeds wachtlijsten zijn. Er moeten genoeg avondcursussen Nederlands zijn. Vandaag zijn er nog niet genoeg dagcursussen, wat zouden er dan genoeg avondcursussen zijn.
Ik denk dat we het met z’n allen eens zijn dat het belangrijk is dat nieuwkomers zo goed mogelijk Nederlands leren spreken, maar de vraag is hoe. Ik – en ik niet alleen – ben er ten stelligste van overtuigd dat het invoeren van zo’n verplichte taaltest niet de juiste manier is. U zult meer problemen dan oplossingen creëren.
De heer Kennes heeft het woord.
Het is belangrijk om de zaken uit elkaar te houden. Wat we beogen met de maatregel zoals die in het regeerakkoord, in de beleidsnota en in de toekomstige decreetgeving staat, is emancipatorisch voor de betrokkene en, inclusief, voor de hele samenleving. We willen een betere participatie mogelijk maken. Dat kun je doen met een voldoende aanbod – en het is terecht dat mevrouw Moerenhout de vinger op de wonde legt. De basiskennis blijft A2, een basiskennis. En het is heel belangrijk om te weten dat er niemand wordt gestraft omdat hij niet slaagt in het behalen van het attest. Dat is toch wel zeer essentieel. Er wordt te vaak gezegd dat wie niet slaagt, gesanctioneerd wordt. Neen, hij zal het attest niet krijgen. Als hij voldoende inspanningen levert, heeft hij voldaan aan zijn verplichtingen.
Minister, ik wil u vragen om de Europese regelgeving nauwgezet op te volgen en ervoor te zorgen dat alles wat wij doen in Vlaanderen, conform die regelgeving is.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Ik heb het verhaal van mevrouw Moerenhout en het verhaal van de minister gehoord. Het zou toch wel goed zijn dat we enige duidelijkheid hebben. Er is enerzijds de verplichte taaltest en anderzijds het inburgeringstraject. Het is belangrijk dat juridisch alles zeer goed wordt uitgeklaard naar aanleiding van het advies in het arrest, zodat er geen misverstanden zijn.
Minister, ik zou u willen vragen om tijdens de eerstvolgende commissievergadering volledige duidelijkheid te geven.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, mijn vraag is of u de inzichten van de auditeur wilt meenemen in uw huisvestingsbeleid, want met een taalkennisvoorwaarde in de sociale huisvesting heeft het Hof van Justitie wel een probleem. Ik heb het dus niet over inburgering, maar over iemand sanctioneren of in ieder geval rechten ontzeggen wegens het niet kennen van de taal. Gaat u daar lessen uit trekken, want dat is volgens de auditeur wel een probleem?
De heer Sintobin heeft het woord.
De fundamentele kwestie en de fundamentele discussie is: in hoeverre laten we de EU-bemoeienissen toe? Er zijn bemoeienissen met onze migratiewetgeving, met de inburgeringswetgeving, met van alles en nog wat. Ik hoor de afgelopen weken toch wel EU-kritiek vanuit bepaalde hoeken als in bepaalde landen de verkiezingen worden gewonnen. Maar als het gaat over bemoeienissen in eigen land, neemt men die EU-beleidsmaatregelen zomaar mee.
Minister, de heer Kennes heeft het zelf gezegd: u spreekt over resultaatsverbintenis en een meerwaarde op de arbeidsmarkt en zo. Maar de heer Kennes zegt het zelf: er is geen enkele, echt geen enkele, sanctie verbonden aan het niet behalen van een attest. U weet dat dit onze vraag is om ook daar te werken met een sanctie en alleen op basis van het verkrijgen van een attest een permanente verblijfsvergunning toe te kennen.
De heer Wouters heeft het woord.
Integratie is een verhaal van insluiting. Doe mee! Dat het niet meer vrijblijvend kan, is actueler dan ooit. We hebben een gedeelde toekomst. Er is geen alternatief. Wie niet meedoet, zet zichzelf buiten spel. Dat begint op de speelplaats, daar moet men de spelregels kennen, en dat gaat zo het hele leven door.
Daarom is het ook zo belangrijk om Nederlands te leren en te kennen. Als verplichte inburgering daar dan het werktuig voor is, dan is dat niet meer dan normaal. Vlaanderen neemt zijn verantwoordelijkheid door het aanreiken van kansen via die inburgering. We verwachten dat van onze nieuwkomers, en deel uitmaken van onze gemeenschap is niet vrijblijvend.
Mevrouw Moerenhout, voor alle duidelijkheid: er is nog geen arrest. Het is goed om dat hier te stellen. Er zijn inderdaad wel een aantal uitspraken gedaan. Ik wil er nogmaals op wijzen dat het niet ging over de inburgeraars in Nederland op zich. Het ging over de langdurig ingezetenen, enkel en alleen die groep.
Ons inburgeringstraject en -verhaal is totaal anders georganiseerd dan in Nederland. Ik denk dat we hier niet in de problemen zullen geraken, juridisch gezien, maar ik neem de suggestie van de heer Kennes natuurlijk wel ter harte. We zullen inderdaad afwachten wat de concrete arresten zeggen.
Ik heb het al tot vervelens toe gezegd: bij NT2 is er geen wachtlijst, wel bij het centrum voor basiseducatie (CBE) en het centrum voor volwassenenonderwijs (CVO), dat klopt. Daarom hebben we beslist dat de middelen die nu bij Onderwijs zitten voor NT2 en andere vormen van taalcursus zullen worden overgeheveld naar het beleidsdomein Inburgering. Dat is een goede evolutie.
Verder willen we er ook privépartners bij betrekken om het aanbod groter te maken. Ik vind het zeer belangrijk dat men niet alleen binnen de reguliere schooltijden een NT2-cursus of cursus Nederlands kan volgen, maar ook in het weekend of ’s avonds.
Moeten de Huizen van het Nederlands zich zorgen maken? Is dit een blaam omdat ik niet tevreden ben over hun kwaliteit? Geenszins. Absoluut niet. Het is gewoon een en-en-verhaal zodat we meer aanbod genereren voor de mensen die naar hier komen en een inburgeringstraject volgen. Ik wil nog eens benadrukken dat ik de inburgering een zeer positief verhaal vind. Ik hoop dat we het hierover eens zijn. Het is emancipatorisch. Deel willen uitmaken van een gemeenschap en gemeenschapsvorming is zeer belangrijk. Als overheid is het onze plicht om dat aanbod te doen. Ik heb u net uitgelegd dat we dat nog gaan uitbreiden.
Mijnheer Kennes, inderdaad, u hebt het al aangegeven, ik heb het ook al aangegeven: mijnheer Sintobin, volgens u is er geen enkele sanctie, maar er is wel degelijk een sanctie. Die sanctie zal niet worden gelegd op basis van het resultaat dat al dan niet wordt behaald, maar wel op de inspanningen. Er is wel degelijk een sanctie.
Mevrouw Kherbache, u hebt het weer over de sociale huisvesting gehad. U mag dat doen, maar in haar originele vraagstelling heeft mevrouw Moerenhout beide elementen bij elkaar gebracht. Volgens mij was het voor iedereen moeilijk om te volgen.
Wat uw punt in verband met de taalkennisvoorwaarde betreft, zal ik niet herhalen wat ik heb verklaard de vorige keer dat we hier een debat over dit onderwerp hebben gevoerd. Ik sta daar achter. Ik weet dat nog andere mensen hier achter staan of in het verleden achter hebben gestaan.
Wat u hebt verklaard, klopt echter niet. Ik heb dat in het Vlaams Parlement al tot vervelens toe verteld. Volgens u zal ik het afleggen van een taaltest koppelen aan het recht op een sociale woning. Ik heb hier al tot vervelens toe verklaard dat er een recht op huisvesting bestaat. Als ik me niet vergis, staat dat in artikel 13 van de Grondwet. Daar mag geen misverstand over bestaan. Ik blijf achter die maatregel staan. Het is geenszins mijn bedoeling die mensen uit hun huis te zetten of de toegang tot hun huis te ontzeggen.
Minister, eerst en vooral maakt NT2 deel uit van het aanbod van de centra voor basiseducatie (CBE’s) en van de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s). Als er wachtlijsten voor NT2 zijn, zijn er wachtlijsten in de CBE’s en de CVO’s.
Mijnheer Kennes, wat u hebt verklaard, klopt niet. Als er geen attest wordt afgeleverd, heeft dit wel degelijk gevolgen. Een attest is belangrijk om de Belgische nationaliteit te verwerven. De minister wil die attesten ook aan de werkgevers tonen. Dit debat heeft wel degelijk belangrijke gevolgen.
Minister, ik vat alles nog even samen in mijn slotpleidooi. Ten eerste is een verplichte taaltest volgens het Europees Hof van Justitie niet goed voor de integratie. Ten tweede kan de Vlaamse overheid geen maatregel invoeren die niet goed is voor de integratie. Ten derde is er momenteel een groot capaciteitstekort voor de Nederlandse lessen.
We hebben u gewaarschuwd en we waarschuwen u nu opnieuw. Er is uit dit halfrond al menige sceptische reactie gekomen. Ook in het middenveld worden vragen gesteld. Ik hoop dan ook dat u hebt geluisterd. Ik heb u net horen verklaren dat u het arrest zult afwachten. Dat vind ik de meest optimistische zin in uw antwoord. U hebt enige openheid getoond. Ik hoop dan ook dat u, zodra het arrest er is, uw beleid zult aanpassen. (Applaus bij Groen en bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.