Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Somers heeft het woord.
Minister, collega’s, voorzitter, de Studiedienst van de Vlaamse Regering heeft heel recent de bevolkingsprognoses bekendgemaakt voor de Vlaamse steden en gemeenten. Naast een aantal tendensen waar we vaak over praten, namelijk de vergrijzing, de groei van het aantal inwoners in Vlaanderen en de verstedelijking, valt in het document nog een belangrijke evolutie op: de opmars van de singles in Vlaanderen, de toename van de alleenstaande personen. Tien jaar geleden waren ze met 750.000, vandaag zijn het er ongeveer 850.000, en hun aantal groeit volgens die prognoses tot 934.000 in 2028. In sommige steden bestaat meer dan 40 procent van de gezinnen uit alleenstaanden. Dat is een belangrijke sociologische evolutie. We stellen vast dat op tal van beleidsdomeinen onze regelgeving niet aangepast is aan die nieuwe sociologische evolutie en dus ten aanzien van die evolutie niet modern genoeg is.
Wie zijn die alleenstaanden? Het gaat om twintigers, om dertigers die vaak uit een relatie zijn gestapt, en dan de mensen die deel uitmaken van de vergrijzing in Vlaanderen. Het gaat vaak om mensen die zich daar heel goed bij voelen, maar die vaak worden geconfronteerd met regelgeving die niet past bij hun situatie.
Ik geef een paar voorbeelden. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is de fiscale druk in ons land met 55,8 procent het hoogst voor alleenstaande personen zonder kinderen. Op het gebied van erfenisrecht, in het woonbeleid, in het huisvestingsbeleid, in de zorg, in de fiscaliteit in het algemeen zie je telkens opnieuw problemen en hindernissen en vaak regelrechte discriminatie van de alleenstaanden.
Minister, welk beleid denkt u, als minister van onder meer Gelijke Kansen, ten aanzien van deze belangrijke en ingrijpende sociologische evolutie in Vlaanderen te voeren? Wat wilt u doen om deze problemen, deze discriminatie of dit niet aangepast zijn van onze regels ten aanzien van deze groeiende groep Vlamingen aan te pakken?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Somers, ik ben blij dat u mijn bevoegdheid in dezen noemt, want het was mij echt niet duidelijk waarover het ging: Wonen, Gelijke Kansen, Ruimtelijke Ordening en dergelijke meer. Ik heb uiteraard ook de studie van de Vlaamse overheid gelezen. Er staan zeer waardevolle aanbevelingen in. U hebt enkele voorbeelden gegeven. Het gaat over vergroening en vergrijzing, en over het toenemende aantal alleenstaanden. Ik geef daarbij een randbemerking. Er is inderdaad een grote groei in de steden, maar ook in de buitengebieden, bijvoorbeeld in de Kempen, is er een toename van het aantal alleenstaanden. Ik ben daar redelijk van geschrokken.
Het is zeer goed dat de Vlaamse Regering met die aanbevelingen rekening houdt. U kaart terecht aan dat ik vanuit mijn bevoegdheid Gelijke Kansen moet vaststellen dat er een aantal oneerlijkheden zijn ten opzichte van mensen die alleen wonen. U hebt mij schriftelijk gevraagd of ik bereid ben een conceptnota op te maken. Ik moet dit afstemmen met mijn collega’s vooraleer ik mij daartoe engageer. Want het is natuurlijk veel breder dan enkel mijn eigen beleidsdomein. Gelijke Kansen is een zeer horizontaal beleidsdomein. Het heeft ook te maken met hoe steden omgaan met hun ruimtelijke ordening en met de verdichting, met het bouwen van kleinere woonentiteiten. Wat betreft mijn ander beleidsdomein, Wonen, kan ik u zeggen dat we in het sociaal wonen echt wel mee zijn met de trend om compacter te bouwen, en met het feit dat er veel meer alleenstaanden een sociale woning huren en niet meer zozeer de grote gezinnen van weleer.
Ik heb ook opgemerkt dat er in 2011 in dit Vlaams Parlement een zeer geanimeerd actualiteitsdebat over dit thema is geweest. Er werden toen enkele moties ingediend. Het wordt tijd dat we die moties nog eens goed onder de loep nemen. Ik wil zeker mijn verantwoordelijkheid nemen, niet alleen vanuit Gelijke Kansen maar ook vanuit Wonen.
Ik denk echter dat ook zeker mijn collega van Ruimtelijke Ordening hierbij moet worden betrokken, omdat zij natuurlijk ook wel een belangrijke verantwoordelijkheid heeft. Wat de vergrijzing betreft, kijk ik natuurlijk dan weer naar collega Vandeurzen, en dergelijke meer. Ik zal hierover dus overleggen in de schoot van de Vlaamse Regering, maar het lijkt me in ieder geval waardevol om nu al te kunnen anticiperen op de demografische toename en bepaalde aspecten daarvan die we echt wel moeten verwachten.
Minister, ik dank u voor het tonen van openheid over dit thema. Ik denk dat we samen vinden dat dit een heel belangrijke maatschappelijke evolutie is. Ik heb die vraag inderdaad aan u gesteld. Ik had ze ook aan de minister-president kunnen stellen, maar ik zie hier toch een nieuw werkdomein voor u als minister van Gelijke Kansen.
U hebt gelijk: het is niet alleen uw bevoegdheid. Het is ook de bevoegdheid van de minister van Ruimtelijke Ordening, maar ook bijvoorbeeld van de minister van Financiën en Begroting. Er zit ook veel wat fiscaliteit in. Dit gaat ook over welzijn en zorgmaatregelen.
Als ik u nog één voorbeeld mag geven: vandaag vinden we het normaal dat een gezin dat bestaat uit twee personen, dubbel zoveel dienstencheques kan krijgen voor poetshulp als een alleenstaande, terwijl in nogal wat gevallen een werkende alleenstaande misschien wel evenveel of nog meer poetshulp nodig heeft dan dat gezin dat uit twee personen bestaat. Er zitten in onze regels dus heel wat voorafnames, heel wat benaderingen die gebouwd zijn op het klassieke gezin, terwijl dat in Vlaanderen vandaag absoluut niet meer de norm is. We moeten onze regelgeving moderniseren ter zake.
Of het nu gaat over een conceptnota of over een analyse, een screening die men maakt van de regelgeving, waarbij men stapsgewijs probeert die te moderniseren, dat vind ik eigenlijk de inzet van een gelijkekansenbeleid, of alleszins een belangrijk onderdeel van een beleid dat zich richt op gelijke kansen in Vlaanderen.
Mijnheer Somers, ik kan u alleen maar gelijk geven. Zoals u zelf hebt aangegeven, is het een horizontale bevoegdheid. Ik coördineer dat, dus ik wil zeker mijn verantwoordelijkheid ter zake opnemen. Het lijkt me inderdaad interessant te bekijken welke regelgeving eigenlijk niet meer anno 2015 is, want we weten inderdaad dat er een aantal tendensen zijn die in de toekomst alleen maar zullen toenemen. Ik zal dit dus bespreken binnen de regering, en ik denk dat we ter zake wel tot een consensus kunnen komen.
Minister, ik dank u. Onze fractie zal dat mooi opvolgen. We zullen bekijken hoe dat evolueert. Ik denk dat het ons beider ambitie zou kunnen zijn ervoor te zorgen dat we een singlevriendelijk Vlaanderen uitbouwen in onze regelgeving. (Applaus bij Open Vld en van de heer Johan Verstreken)
De actuele vraag is afgehandeld.