Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Remen heeft het woord.
Geachte minister, beste collega’s, wij Vlamingen zijn echte webshoppers geworden. Het afgelopen jaar is onze internethandel gestegen met 15 procent tot een omzet van 5,6 miljard euro. Daarmee vertegenwoordigt onze online handel 6,44 procent van de totale binnenlandse handel.
Dit is natuurlijk goed economisch nieuws, maar er is ook een keerzijde aan de medaille. Al die miljarden euro’s zorgen in het buitenland voor bijkomende economie, maar niet zozeer in Vlaanderen. Liefst 42 procent van de online handel gebeurt in onze buurlanden. Het zijn buitenlandse webshops, ofwel Belgische handelaren die in het buitenland opereren. Daarmee verloor België vorig jaar 2,4 miljard euro en missen we 8300 jobs. Dit althans volgens een studie van Comeos, de federatie van handel en diensten.
Minister, laat Vlaanderen een voorbeeld zijn om die binnenlandse e-commerce centraal op de politieke agenda te plaatsen. Online handel verstevigt onze economie, daar kunnen we niet omheen. E-commerce kan in België voor extra jobs zorgen, maar dan moeten we er wel voor zorgen dat de Vlaamse handelaars met gelijke wapens kunnen strijden als hun buitenlandse concurrenten. Comeos heeft berekend dat wij anders tegen 2018 in de handel 36.000 banen dreigen te verliezen.
We moeten ook onze fysieke kleinhandelszaken stimuleren om meer aan e-commerce te doen. Zij moeten mee in de evolutie van de online handel, anders missen ze de boot. Het is voor kmo’s moeilijk om te concurreren met de online handel, door toedoen van het veranderende koopgedrag van de consument, maar ook door de concurrentie van de grote e-commercespelers. Inzetten op online handel moet worden gezien als een complementair verkoopkanaal voor de fysieke handelaars. Het is voor die mensen niet altijd eenvoudig maar het is wel noodzakelijk.
UNIZO heeft berekend dat het niet eenvoudig is voor de handelaars. Ze hebben gebrek aan tijd en kennis, hun aanbod is niet afgestemd op online handel, en er is die sterke concurrentie online.
Minister, toch wil 60 procent van de kmo-handelaars nog niet starten met online handel. Welke specifieke maatregelen kunt u nemen om de Vlaamse e-commerce te stimuleren en zo onze economie, ons sociaal verdienmodel en vooral die extra jobs te stimuleren en te creëren?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Remen, ik verwijs ook naar die studie van Comeos. De drie grootste knelpunten die Comeos zag, waren: de loonkost die 20 procent hoger ligt dan in Nederland; het gebrek aan arbeidsflexibiliteit; de problemen rond nachtarbeid. Al deze problemen worden op het federale niveau geregeld. Gelukkig hebben we een Federale Regering die aan de loonkost iets wil doen. Voor mij mag er gerust ook met de arbeidswetgeving iets gebeuren. Ik trap een open deur in als ik zeg dat er daar enige actualisering zou mogen gebeuren van de manier waarop we vandaag handel drijven.
Kunnen wij dan vanuit Vlaanderen niets doen? Ik heb aan het Agentschap Ondernemen gevraagd om een professionele analyse te maken, zelfs met externe bureaus, om te bekijken wat we daar in Vlaanderen aan kunnen doen. Ik verwacht de analyse de eerstvolgende dagen. Ik heb ook gevraagd dat er met de sector zou worden bekeken welk actieplan er zou kunnen komen. Zeker de studie van UNIZO waarnaar u verwijst, kan daarvoor een basis zijn.
Dus met wat UNIZO in de studie van november vorig jaar naar voren heeft gebracht, samen met die externe analyse die het Agentschap Ondernemen nu aan het maken is, moeten we kunnen komen tot een actieplan in Vlaanderen waar de sector zelf voor 100 procent achter staat.
Laat me duidelijk zijn: zoals u ben ik er ook echt van overtuigd dat dit een trend is die we niet meer gaan wijzigen. Die trend zal doorgang vinden. Laten we dus onze winkeliers, onze ondernemers sensibiliseren. Laten we ook bekijken op welke manier ze daar daadwerkelijk een antwoord op kunnen bieden, en zo hun business kunnen redden.
Minister, ik dank u voor het verhelderende antwoord. Het zijn inderdaad die belangrijke federale maatregelen qua nachtarbeid en loonkosten die cruciaal zijn voor de concurrentie met onze kmo-handelaars.
Ik wil de suggestie doen dat men eventueel eens nadenkt over het opzetten van een nieuw project in Vlaanderen. Ik geef het voorbeeld van Regent Street in Londen. Daar heeft men een winkelstraat van de toekomst uitgewerkt: door het invoeren van beacontechnologie versmelten het digitale en het fysieke winkelen er met elkaar. Het gaat over een soort zenders die zijn geïnstalleerd in de winkels en dadelijk signalen opvangen van de iPad en de iPhone, zodat ze de klant eigenlijk gemakkelijker kunnen begeleiden en bijstaan in de winkel. Dat zou eigenlijk een mooi project zijn voor Vlaanderen om mee uit te pakken. We zouden hier echt vernieuwend in kunnen zijn. We kunnen immers niet om die e-commercetrend heen, maar we moeten misschien wat verder kijken dan onze neus lang is. We mogen ons de kaas niet meer van het brood laten eten. We moeten echt denken aan die nieuwe technologieën, waaronder eventueel dit proefproject.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, minister, dit onderwerp is al uitgebreid aan bod gekomen in de commissie Werk en Economie, op 8 januari. De diverse problematieken zijn daar ook aan bod gekomen. Er waren de federale problematieken van de loonkosten, het nachtwerk, de flexibiliteit, het inzetten van extra personeel in de piekuren. U heb daar ook al naar verwezen. Minister, ik veronderstel dat u daar regelmatig overleg over hebt met minister Peeters.
Er zijn ook wel problemen die Vlaanderen zelf kan aanpakken. Ik verwijs ook naar uw antwoord op een vraag om uitleg over een initiatief van minister Schauvliege. U stelde dat zij de typologie van de bedrijventerreinen zal evalueren en meer zal inzetten op distributie en logistiek. Het zou interessant zijn om daar een stand van zaken van te kunnen krijgen. Misschien kan dat gebeuren in de commissie Werk en Economie, kan daar een toelichting bij worden gegeven. Ook de aanpak van de fileproblematiek is iets dat wij in handen hebben.
Ook is er een taak ten overstaan van de detailhandel. De collega heeft ernaar verwezen. Het lijkt me toch aan de Vlaamse Regering te zijn om de detailhandel beter te informeren. Ik weet dat er initiatieven bestaan zoals Commerciële Inspiratie van het Agentschap Ondernemen. Ik ben echter ook hoopvol over de enquête en de studie die nu zal worden opgeleverd en waarmee u bepaalde beleidsmaatregelen zult nemen. Ik ben hoopvol over de discussie die we dan zullen kunnen voortzetten in de commissie.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, minister, dit is inderdaad een interessant debat, dat inderdaad niet alleen vandaag aan de orde is. Ook in de vorige legislatuur hebben we hier diverse keren over gediscussieerd met uw voormalige collega Kris Peeters. De jongste discussie die we de vorige keer uitvoerig hebben gevoerd, kwam er naar aanleiding van het feit dat de Studiedienst van de Vlaamse Regering in 2012 zelf een volledige update had gedaan met betrekking tot e-commerce in Vlaanderen. Toen was aan het licht gekomen dat we ter zake een aanzienlijk potentieel lieten liggen. U zegt vandaag dat u ook met externen een studie hebt besteld. Hebt u ook gekeken naar de eigen studiedienst, naar de Studiedienst van de Vlaamse Regering? Is er een nieuwe update gebeurd met betrekking tot e-commerce? U zegt te zullen bekijken met welk actieplan u daarover kunt komen. Hebt u alvast al een timing voor ogen? Ik wil in ieder geval voorstellen om ter zake inderdaad geen potentieel te laten liggen, maar ook om de eigen studiedienst het werk te laten verrichten, dus om eigen kennis ook te gebruiken.
Mevrouw Remen, wat u voorstelt in verband met het winkelen zoals in Londen gebeurt, is een goed idee. Gisterenavond heb ik enkele bedrijven kunnen lauweren als Fabrieken voor de Toekomst. Eigenlijk is daar een heel sterke parallel. Wat zie je bij elk van die Fabrieken voor de Toekomst? Dat er heel sterk wordt ingezet op talent, op de mensen die in het bedrijf werken. Dat is nog altijd een heel sterke zaak voor ons. Dat kan ook gelden ten aanzien van handel. Een tweede aspect is het innovatieve, het doorgedreven digitale, wat maakt dat een bedrijf sterk kan concurreren. Een van de vier bedrijven die daar aan bod kwamen, is een internationaal bedrijf waar de digitalisering en het werken met het geheel van het digitaal tijdperk, de mogelijkheid gaf om heel wat zaken die elders in Europa anders werden geproduceerd, naar Vlaanderen te halen. U doet een suggestie ten aanzien van winkelen. Het is zeker de moeite waard om dat verder te bekijken.
Mevrouw Fournier, ten aanzien van de typologie, zal minister Schauvliege dat bij gelegenheid zeker verder naar voren brengen. Mevrouw Turan, ik heb aan het agentschap gevraagd om mij eens een totale analyse te geven waarin alles wordt meegenomen dat bestaat, ook wat vroeger bestond. Ik heb een eerste basis gezien, ik heb nog niet de hele analyse gekregen. Ik wil de analyse gerust geven. Ik wil ineens een stap verder gaan. Ik heb gevraagd om dan onmiddellijk met de sector een actieplan op te stellen. Ik stel voor dat op het moment dat we de analyse en het voorstel van actieplan hebben, waarover overleg is geweest met de sector, ik dat agendeer in de commissie Economie en Werk. Op die manier kunnen we daar de discussie verder over voeren.
Ik ben er net zoals u van overtuigd dat we de e-commerce niet mogen zien als een bedreiging maar als een mogelijkheid, een extra, iets dat kan bloeien in de toekomst. Dat is de weg die we moeten bewandelen.
Dank u wel, minister. Ik vertrouw erop dat u de nodige stappen zult zetten. E-commerce en fysieke handel zijn heel belangrijk in het digitaal tijdperk dat op ons afkomt.
We moeten onze economie en ons sociaal verdienmodel in Vlaanderen goed op peil houden, want daar komen alle financiële middelen van, daar moet alles van worden betaald. Het is een echt aandachtspunt. Ik wil dat nauwgezet met u opvolgen.
De actuele vraag is afgehandeld.