Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft mevrouw Katrien Schryvers bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Katrien Schryvers, Lorin Parys, Martine Taelman, Freya Van den Bossche en Elke Van den Brandt betreffende de erkenning van de slachtoffers en overlevers van de gedwongen adopties in Vlaanderen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Wij hebben dit voorstel rechtstreeks in de plenaire vergadering ingediend en vragen de behandeling bij hoogdringendheid. Ik zal uitleggen waarom.
In de commissie Welzijn worden hoorzittingen gehouden over de problematiek van de gedwongen adopties. Deze voormiddag heeft een derde hoorzitting plaatsgevonden. Daarmee hebben we onze hoorzittingen voorlopig afgesloten.
Wij zouden het expertenpanel dat intussen door minister Vandeurzen is aangesteld en zijn werkzaamheden vorige week heeft aangevat, heel graag een aantal bijkomende opdrachten geven. Ik zal daar straks inhoudelijk verder op ingaan.
Dit expertenpanel plant zijn werkzaamheden af te ronden tegen 2 april. Dat is ook wat wij wensen, zodat we na het paasreces verdere besprekingen kunnen houden. Wanneer wij de gewone weg zouden volgen – indiening, toewijzing aan commissie –, terwijl we nog met de beleidsnota bezig zijn enzovoort, zouden we niet tijdig duidelijkheid kunnen bieden aan dat expertenpanel. Wij vragen dan ook of wij vandaag, na het afsluiten in de commissie, vanuit dit parlement een aantal bijkomende vragen kunnen stellen aan het expertenpanel via de regering.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Is het parlement het eens met dat voorstel tot spoedbehandeling? (Instemming)
Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van Katrien Schryvers, Lorin Parys, Martine Taelman, Freya Van den Bossche en Elke Van den Brandt betreffende de erkenning van de slachtoffers en overlevers van de gedwongen adopties in Vlaanderen onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Katrien Schryvers, Lorin Parys, Martine Taelman, Freya Van den Bossche en Elke Van den Brandt betreffende de erkenning van de slachtoffers en overlevers van de gedwongen adopties in Vlaanderen.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De problematiek van de gedwongen adopties is in deze plenaire vergadering ook al ter sprake gekomen naar aanleiding van een actuele vraag. De commissie Welzijn heeft toen geoordeeld daar hoorzittingen over te organiseren. Minister Vandeurzen heeft tegelijkertijd een expertenpanel aangesteld, naar analogie met het expertenpanel over het historisch misbruik. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een resolutie en excuses van u, voorzitter, namens dit parlement.
In onze commissie hebben we vastgesteld dat de problematiek van de gedwongen adopties zeer ernstig is en dat er absoluut erkenning nodig is voor de slachtoffers om van daaruit helend te kunnen werken. Er is ook een grondige analyse nodig van de verschillende dossiers. Er werden immers verschillende werkwijzen gehanteerd in die verschillende adoptiecircuits. Vandaar dat wij met dit voorstel van resolutie tussentijds een aantal zaken willen vragen aan de regering en aan het expertenpanel, met de bedoeling om na 15 april het expertenpanel te kunnen horen binnen de commissie Welzijn. Op die manier kan over een aantal zaken ten gronde via een verdere resolutie worden beslist. Het kan dan gaan over zaken die dat expertenpanel voorstelt, zoals dat ook is gebeurd in de commissie historisch misbruik, zoals excuses of andere zaken.
Intussen vragen wij aan de regering om de doelgroep van de Erkennings- en Bemiddelingscommissie voor Slachtoffers van Historisch Misbruik uit te breiden. Die commissie is recent van start gegaan en wij vragen dat zij wordt uitgebreid naar de slachtoffers van gedwongen adopties. Wij vragen ook dat slachtoffers zich zouden melden via het meldpunt 1712, dat is opgericht voor misbruik, geweld en kindermishandeling.
Met betrekking tot het expertenpanel vragen wij een gerichte analyse, onder andere op basis van de aanmeldingen bij 1712, maar ook nazicht van de dossiers door het Vlaams Centrum voor Adoptie, en dat in participatie met de slachtofferanalyse van die gedwongen adopties en van de mechanismes die dat onrecht mogelijk hebben gemaakt, en het aanreiken van een aanpak, zowel individueel als globaal, die maximaal bijdraagt tot erkenning en verwerking, en die we nadien kunnen meenemen in een voorstel van resolutie ten gronde.
In de commissie hebben we naar voren gebracht dat een DNA-databank mogelijkheden zou bieden, zodat mensen die elkaar zoeken – dat kunnen zowel adoptiekinderen als afstandsmoeders zijn – elkaar kunnen vinden. Wij vragen dat het expertenpanel die mogelijkheid onderzoekt en er een advies over uitbrengt, zodat we verder gemotiveerd kunnen beslissen over de oprichting van een dergelijke DNA-databank.
Vanmorgen nog hebben we in de commissie gehoord dat de problematiek met betrekking tot de metissen een bijzondere problematiek is. Er zouden ook gegevens beschikbaar moeten kunnen zijn, niet in België, maar ver weg. We vragen dat daar een specifiek onderzoek naar gebeurt.
Aangezien het expertenpanel plant om de werkzaamheden af te ronden op 2 april, vragen wij in dit voorstel van resolutie dat er een rapport zou worden opgeleverd tegen 15 april, zodat wij het expertenpanel meteen na het paasreces kunnen horen in de commissie Welzijn en dan verder beslissen.
In afwachting daarvan onderschrijven wij als indieners allemaal dat de dossiers gecentraliseerd moeten worden. Dat is dringend nodig, opdat het expertenpanel zijn onderzoek zou kunnen doen. Wij vragen dan ook dat alles wordt gedaan opdat geen enkel dossier verloren gaat en dat die dossiers aanvaard worden door het Vlaams Centrum voor Adoptie, en dat iedereen die dossiers in zijn bezit heeft, wordt gevraagd die dossiers ook actief te overhandigen, ook de OCMW’s en andere publieke instellingen, maar ook alle katholieke instellingen die dergelijke dossiers in hun bezit zouden hebben.
We hebben vastgesteld dat heel wat van die afstandsmoeders – door gedwongen afstand – bevielen in Frankrijk. Er zijn dus mogelijk ook nog heel wat gegevens ter beschikking bij diensten voor burgerlijke stand in Frankrijk. Daarom vragen wij ook dat medewerking wordt gevraagd van andere deelstaten en de publieke instanties in Frankrijk, zoals bijvoorbeeld de prefect van Nord-Pas-de-Calais. Slachtoffers moeten ook altijd nog aangifte kunnen doen, zelfs indien men vermoedt dat feiten verjaard zijn. Wij willen hen daar ook op wijzen.
Dat zijn de belangrijkste elementen van het voorstel van resolutie dat wij hier voorleggen, voorzitter.
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, de verhalen die wij tijdens de drie hoorzittingen over gedwongen adopties gehoord hebben van slachtoffers, waren pakkend, ontroerend en soms onthutsend. Het gebeurt niet elke dag dat slachtoffers in dit parlement komen getuigen over een onrecht dat hen is aangedaan. En het is helemaal zeldzaam dat een commissiezaal muisstil en verbijsterd luistert. Het wordt helemaal uitzonderlijk als meerderheid en oppositie elkaar daar ook in vinden, over de politieke partijgrenzen heen.
Ik ben daarom, samen met mijn fractie, heel erg blij dat wij dit onderwerp als Vlaams Parlement hebben opgenomen. Ik heb nog maar een heel korte parlementaire carrière achter de rug, maar het is wellicht het meest verrijkende dat ik als parlementslid heb mogen meemaken.
Want wat hebben we gedaan? We hebben mensen die onvrijwillig van hun ouders zijn gescheiden en die vandaag alle moeite van de wereld doen om hen terug vinden, een stem gegeven in dit huis. Die publieke erkenning is echt cruciaal voor die slachtoffers. Het is balsem op hun wonden. En de dankbaarheid die wij daar van hen voor gekregen hebben, is tastbaar. Dat is een eerste, belangrijke verwezenlijking die wij met deze hoorzittingen hebben bereikt.
Een tweede realisatie, vind ik, is het voortschrijdend inzicht waar de hoorzittingen voor hebben gezorgd, bijvoorbeeld bij de kerkelijke instanties. Bij hun getuigenis was de commissie verbijsterd over het woordgebruik en de benadering die de Kerk had ten opzichte van de slachtoffers. Maar ondertussen hebben we een voortschrijdend inzicht gemerkt. We hebben gezien dat de Kerk zich per brief heeft geëxcuseerd. Dat is al een belangrijk begin. Maar het gaat hier niet alleen over de Kerk. Het gaat ook over andere openbare instellingen die zich, weliswaar in een andere tijdgeest, schuldig hebben gemaakt aan gedwongen adopties.
Dat vind ik twee heel belangrijke verwezenlijkingen van die hoorzittingen.
Maar collega’s, we hebben zelf ook een dubbele verantwoordelijkheid. De eerste verantwoordelijkheid is om voor heling te zorgen en om te doen wat kan om dat mogelijk te maken. Dus roepen we in deze resolutie op dat slachtoffers zich zouden melden, geven we de opdracht om te onderzoeken of we zo’n DNA-databank kunnen oprichten. En collega’s, het gaat over het vrijwillig afstaan van een DNA-staal van een afstandsouder of van iemand die onvrijwillig geadopteerd werd om zo te kijken of er een match is tussen zulke twee stalen en of er op een onafhankelijke manier voor kan worden gezorgd dat een afstandsouder en een kind opnieuw worden verenigd. In Nederland boeken ze daar resultaat mee. Daar zijn er de voorbije jaren een aantal matches van gekomen. Waarom zouden we dat hier niet kunnen hebben?
In de resolutie zoals mevrouw Schryvers ze daarnet heeft aangegeven, zoeken we ook naar een rechtsgrond die het mogelijk maakt voor het Vlaams Centrum voor Adoptie om proactief dossiers op te sporen en in ontvangst te nemen. Maar we roepen ook op, onder andere de Katholieke Kerk, om mee te werken aan het vrijwillig overmaken van die dossiers. En we willen weten hoe we kunnen samenwerken met andere landen, zoals Frankrijk, waar veel van onze moeders anoniem zijn bevallen. Dat is onze eerste verantwoordelijkheid: doen wat kan om voor heling te zorgen.
De tweede verantwoordelijkheid die we hebben, is om te leren uit dat verleden, zodat het nooit meer onze toekomst kan worden. De eerste les, collega’s, is dat we bij onszelf moeten beginnen. De misbruiken en wanpraktijken die zijn kunnen gebeuren, zijn gebeurd omdat ze vaak niet eens illegaal waren. Er was geen regelgeving over wie kon bemiddelen bij adoptie. En dat hebben wij zo gelaten tot 1989.
En de tweede vaststelling, collega’s, is dat het decreet uit 1989 nog steeds voornamelijk bestaat uit een aantal strafbepalingen, negen artikelen, zonder duidelijke taakstelling voor wat adoptieagentschappen dan wel of niet moeten doen, zonder een inzagerecht voor adoptiekinderen in hun dossiers of zonder vereisten over hoe adoptieagentschappen en andere bemiddelaars met afstandsouders moeten omgaan wanneer ze hen moeten informeren over de keuze die ze moeten maken.
Dit parlement moet daarom de hand aan de ploeg slaan, om ook die regelgeving die verouderd is, te updaten en te moderniseren.
En de laatste les, collega’s, die wij moeten trekken, is dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen om dit allemaal in een ruimer plaatje te zien. Het aantal kinderen dat in aanmerking komt voor adoptie, daalt; het aantal kandidaat-adoptieouders stijgt. Dan krijg je een toenemende vraag van mensen met een sterke kinderwens om een beroep te doen op bijvoorbeeld draagmoederschap of donorschap. Maar vaak blijkt dan dat we daarover helemaal geen of een volstrekt ontoereikende regelgeving hebben. Over draagmoederschap is er bijvoorbeeld niets bepaald.
Daarvan, collega’s, komen er ongelukken. Dus laat ons ook in dit parlement de discussie starten over afstamming, dus niet alleen over adoptie, maar ook over draagmoederschap, donorschap en discreet bevallen, vooraleer we ook daar de wantoestanden krijgen die we hier dan misschien binnen dertig jaar opnieuw moeten proberen op te lossen.
Ik hoop, collega’s, dat we kamerbreed dit voorstel van resolutie kunnen steunen. Het voorstel van resolutie is belangrijk als eerste stap naar erkenning van de slachtoffers van die gedwongen adopties en ze moet leiden naar een formele resolutie in de maand april of mei waarin we ons kunnen buigen over eventuele excuses van dit parlement over wat er gebeurd is in het verleden. Maar laat ons er vooral voor zorgen dat het ook in de toekomst nooit meer kan gebeuren. (Applaus)
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Ik kan heel kort zijn, want de vorige sprekers hebben gezegd wat gezegd moest worden en hebben vooral het aspect van de collectieve verantwoordelijkheid benadrukt.
Het voorstel van resolutie waarin we ten gronde gaan, moet nog komen, maar dit voorstel van resolutie maakt wel mogelijk om alles in het werk te stellen om informatie te verzamelen, ter beschikking te stellen en alles in het werk te stellen om een volledig en diepgaand onderzoek mogelijk te maken. Dat is op dit moment heel belangrijk en cruciaal.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
104 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
104 leden hebben ja geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het voorstel van resolutie aan. De resolutie zal aan de Vlaamse Regering worden overgezonden.