Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de benoeming van een kabinetschef in de raad van bestuur van KBC
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, in 2007-2008 hebben we de bankencrisis gehad, gevolgd door de financiële crisis, gevolgd door een economische crisis. Toen zijn er veel werkzaamheden geweest in diverse parlementen, zijn er dure eden gezworen, straffe verklaringen afgelegd, allerlei principes uitgewerkt inzake deugdelijk bestuur en corporate governance, en zijn er mentaliteitswijzigingen gevraagd in de financiële sector en in de raden van bestuur.
Wat zien we nu? Na de parlementaire werkzaamheden in de gemengde bankencommissie en daarna de Dexia-commissie, kwam er hier aanbeveling 36, waarin letterlijk staat dat er een onverenigbaarheid zou moeten zijn tussen een mandaat in de raad van bestuur van een bank en een politiek mandaat. In dit eigenste Vlaams Parlement is er dan een resolutie goedgekeurd waarin ook aanbevelingen staan. We hebben dan in 2014 een Bankenwet gekregen.
Minister-president, waarom negeert uw regering al die werkzaamheden en terechte bekommernissen van de verschillende parlementen? Waarom neemt u dat werk niet meer serieus? Gaat u ervan uit dat de regelgeving die ter zake geldt, is gevolgd en gerespecteerd?
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister-president, we hebben hier de voorbije maanden heel wat discussies gehad over de begroting. Onze benadering is heel verschillend. U stuurt de factuur door naar de gezinnen en u voorziet in veel te weinig investeringen. Wij willen wel investeren, onder meer door een tax shift te realiseren. Maar goed, dat is een ander debat.
Waar we het wel over eens zijn en wat de uitgangspositie is, is dat Vlaanderen, net zoals de andere overheden in ons land, krap bij kas zit. We zitten met een budgettair probleem dat we moeten oplossen. De oorzaak daarvan – en dat wordt te weinig mee in het vizier genomen en zo benoemd – is terug te brengen naar 2007-2008. De bankencrisis is ontstaan door het feit dat banken veel te veel risico hebben genomen. We kwamen in een soort casinokapitalisme terecht met heel wat intransparantie en belangenvermenging. We waren het er allemaal over eens dat dit nooit meer mocht, nooit meer een bankencrisis, nooit meer de overheden zo in de penarie duwen omdat banken moeten worden gered en omdat er een economische crisis op volgt.
Er is een advies, een commissierapport, goedgekeurd in het federale parlement dat zeer helder en duidelijk nominaal zegt in artikel 36: “Een kabinetsmedewerker gaan we niet meer in de raad van bestuur zetten van een systeembank.” Een heel helder en duidelijk advies, maar wat doet de Vlaamse Regering? U doet exact het tegenovergestelde en benoemt de kabinetschef van minister Muyters in de raad van bestuur van KBC. Toon u als een verantwoord leider, neem die adviezen au sérieux en trek die benoeming terug. Neem iemand die wel volgens de adviezen kan, namelijk een onafhankelijk iemand die niet in een situatie van belangenvermenging kan terechtkomen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Vanbesien, het verwondert me dat u het begrotingsdebat wilt heropenen naar aanleiding van deze casus. We hebben toen duidelijk aangetoond dat het Groen is dat de gezinnen wil belasten en miljarden nieuwe belastingen wil heffen. Ik ben altijd bereid om dat debat opnieuw te voeren, maar het is niet het voorwerp van deze vraag. Die gaat over de voordracht tot benoeming van een KBC-bestuurder.
Mijnheer Bertels, in uw schriftelijke voorbereiding die mij is bezorgd, verwijst u alleen naar de Vlaamse resolutie. Nu haalt u die niet meer aan. Wat u mij bezorgd had, klopt natuurlijk niet. Daar staat in de Vlaamse resolutie geen woord over. Ik heb dat onderzocht en het klopt helemaal niet. Ik verwijs naar de resolutie van de heer Van Rompuy en consoorten.
U verwijst nu naar aanbeveling 36 van de Dexiacommissie net zoals de heer Vanbesien. Aanbeveling 36 zegt inderdaad dat er geen kabinetsmedewerkers of ambtenaren vanaf niveau A3 zouden mogen worden benoemd tot bestuurder van systeembanken. Alleen, mijnheer Bertels, mijnheer Vanbesien, vergeet u dat u dat niet omgezet hebt in wetgeving.
Na die aanbeveling is er een Bankenwet gekomen. Die werd gesteund door sp.a, niet geamendeerd door sp.a, zelfs niet door Groen. U hebt er met geen woord over gerept tijdens de bespreking. Dat punt is weggevallen omdat men het blijkbaar niet meer essentieel vond.
Er zijn andere criteria gekomen in de Bankenwet die zeer duidelijk zijn. Artikel 60 van de Bankenwet zegt dat bestuurders moeten voldoen aan professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid. De opdracht om dat te controleren is voor sommige banken toevertrouwd aan de Nationale Bank, voor andere – zoals de KBC – aan de Europese Centrale Bank. Deze laatste zal ook deze kandidaatstelling moeten beoordelen. De Nationale Bank heeft een circulaire gemaakt om de criteria te verduidelijken, en om standaarden te bepalen. U kent die circulaire, ze is heel duidelijk. Ze gaat over de ‘fit and proper’ test. Daarmee wordt de deskundigheid en integriteit van de personen die worden voorgedragen, onder de loep genomen. Er komt een heel onderzoek naar de kandidaten en ten slotte oordeelt de Europese Centrale Bank. Met andere woorden, een kandidaat moet een soort examen afleggen.
Ik heb van u niet gehoord dat u de persoon die wij voorgedragen hebben niet als deskundig zou beschouwen. Het is een doctor in de economie, hij heeft een Master of Science van de London School of Economics. Die man is wat mij betreft, maar dat zal de Europese Centrale Bank moeten beoordelen, van een grote integriteit, het is zelfs een onthecht man. Zijn kandidaatstelling zal worden beoordeeld volgens de criteria die u met sp.a hebt vastgelegd in de Bankenwet en die geëxpliciteerd zijn in de circulaire. Tijdens de parlementaire voorbereiding van de Bankenwet is daar met geen woord over gerept. Die aanbeveling 36 is weggevallen.
Minister-president, ik heb het heel bewust niet willen spelen op de man maar op de bal. Ik wou het systeem aanklagen. Ik denk dat de geest van de verschillende aanbevelingen anders was. Mijn vraag over de regelgeving had expliciet betrekking op artikel 60 van de Bankenwet. Hebt u de Nationale Bank en de Europese Centrale Bank vooraf geïnformeerd over de voordracht? Wat is het resultaat van de ‘fit and proper’ test die moet gebeuren vooraleer de betrokkene kan worden aangesteld? Daarover blijven wij in het ongewisse. Het zou leuk zijn om te weten of dat goed is, los van de persoon in kwestie, want ik ga geen oordeel vellen over zijn kwaliteiten. Ik vind het een beetje kort door de bocht om te beweren dat er geen probleem is, dat de wet toch niet goedgekeurd is en dat u de aanbevelingen die de parlementairen hebben gedaan naast u neerlegt.
U zegt eigenlijk: “Die Koen Algoed, dat is eigenlijk wel een slimme”. Ik betwist dat niet, dat hij ‘een slimme’ is, maar in artikel 36 van het rapport, dat mee is goedgekeurd door de N-VA, staat niet “een kabinetsmedewerker mag niet in de raad van bestuur van een systeembank zitten tenzij het een slimme is”. Dat staat daar niet bij.
Het gaat niet om de persoon, het gaat niet om zijn capaciteiten. Het gaat erom dat hij in een positie van belangenvermenging kan terechtkomen. Hij zal niet alleen Vlaanderen maar ook de belangen van de Vlaamse minister en van de partij van die minister moeten in het oog houden. We kampen in België en Vlaanderen al heel lang met dat probleem. Blijkbaar vindt u dat advies niet belangrijk, blijkbaar wilt u alleen de wettelijkheid bespreken en niet de moraliteit.
Vandaar mijn bijkomende vraag aan de N-VA: hoe voelt u zich om niet alleen de partijken van de traditionele partijen over te nemen, maar nu ook de argumenten? Hoe voelt u zich nu u die oude politieke cultuur omarmt en definitief in het gild van de traditionele partijen stapt?
Voorzitter, ik stel vast dat de collega’s de wet negeren. Zij verwijzen naar een aanbeveling. Die aanbeveling is omgezet in een wet. Daar hebt u met z’n allen aan meegewerkt. Die speciale aanbeveling is weggevallen en vervangen door zeer duidelijke criteria in de wet. U moet dat niet proberen weg te lachen, mijnheer Vanbesien. Het is de wet zoals die door het parlement is goedgekeurd en waarbij men criteria heeft bepaald om te zorgen dat het gaat om betrouwbare mensen, om deskundige mensen.
‘Fit and proper’ is inderdaad een test die die mensen moeten doorstaan, mijnheer Bertels. Die kandidaatstelling is voorgedragen door de Nationale Bank. Het onderzoek loopt. Die man is nog niet benoemd. Zijn papieren en zijn kandidaatstelling worden onderzocht.
Mijnheer Vanbesien, u zegt dat u niet op de man speelt, maar u zegt in één adem dat u mij vraagt of het wel logisch is dat we iemand aanduiden die de belangen van mijn partij moet verdedigen. Dan gaat u wel een stap te ver. Ik daag u uit om aan te tonen dat het hier gaat om iemand die lid is van mijn partij. Ik daag u uit. Als u op de persoon speelt, moet u met feiten komen. Dat is een kabinetschef die zeer deskundig is. Ik daag u uit om waar te maken wat u zegt. Ik weet één ding: die man is geen lid van mijn partij. Hij is zeer deskundig. Ik heb zijn kwaliteiten geroemd en wat mij betreft, is hij ook heel integer.
Collega’s, ik wil erop wijzen dat in de resolutie van het Vlaams Parlement is gezegd – en daarom haalt u ze ook niet aan, mijnheer Bertels – dat er meer transparantie moet zijn, dat er meer informatie moet zijn, dat de overheid nauwer moet toekijken opdat een aantal zaken niet meer zouden gebeuren. De overheid mag haar ogen niet meer sluiten, er zijn een aantal zaken gebeurd die nooit meer mogen gebeuren. Ze moet deskundige bestuurders aanduiden, bestuurders die ‘fit and proper’ zijn. Ik zou die voordracht niet hebben gesteund als ik niet dacht dat die man beantwoordt aan die criteria ‘fit and proper’. We gaan er geen eindoordeel over vellen. Dit zal de Europese Centrale Bank doen. (Applaus bij de N-VA)
Minister-president, ik ga niet meedoen aan het spelletje ‘op-de-man-spelen’ tussen u en de heer Vanbesien.
Er zijn nieuwe normen en waarden geïnstalleerd en we moeten leren uit de fouten van het verleden. Laat ons er ook uit leren.
Ik heb heel straffe en stoere verklaringen gehoord van uw fractieleider tijdens het debat: “Een politicus hoort niet thuis in een raad van bestuur van een bank.” Ik merk nu dat het gewoon vergeten wordt. (Applaus bij sp.a)
Ik wil graag aantonen, als dat uw vraag is, dat de heer Algoed kabinetschef is bij minister Muyters. Daar gaat het natuurlijk over: dat hij in die functie ook een loyauteit heeft aan politiek verantwoordelijke minister Muyters.
Ik ben begonnen met te verwijzen naar het begrotingsdebat, want daar gaat het over. U vraagt aan de Vlaamse gezinnen om mee te betalen voor alle rotzooi die er in slipstream van de bankencrisis is gekomen. U hebt nu de verantwoordelijkheid om die Vlaming in de ogen te kijken en te zeggen: “Ik heb er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat het niet meer opnieuw zou kunnen. Ik ga de adviezen die we zelf hebben goedgekeurd, ook volgen.” Dat doet u niet en dat vind ik spijtig. (Applaus bij Groen en sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.