Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, er wordt altijd gezegd dat vis eten gezond is, en dat zal wel voor een groot deel zo zijn, maar daarbij moeten we wel opletten welke vis we eten. Dat bleek opnieuw uit een reportage op televisie met als titel ‘Hoe rot is de viskweekindustrie?’, waarbij vooral de wanpraktijken van de Noorse zalmkwekerijen werden belicht. We hebben al meerdere verhalen gehoord van de Aziatische viskweekindustrie, met vooral opmerkingen over de viskweekwijze en de duurzaamheid. Blijkbaar is de toestand van de sector dichter bij ons ook niet zo rooskleurig. De Noorse vis bevat blijkbaar vijfmaal meer pcb’s en dioxines dan ander voedsel. Aan het visvoer wordt ethoxyquine toegevoegd. In de kweekbassins worden ook heel wat pesticiden, antibiotica en geneesmiddelen toegevoegd. Die komen allemaal terecht in de kweekvis.
Vlaanderen stimuleert de aquacultuur, ook ikzelf ben daar een grote voorstander van. We hebben daar een grote expertise in, met internationale erkenning. Ons onderzoekpotentieel mag nu eindelijk de weg vinden naar vermarkting en ik hoop dat die vermarkting dan ook positief mag evolueren. Dat mag echter niet ten koste gaan van duurzaamheid, volksgezondheid en veiligheid van de kweekvis en van onszelf.
Minister, denkt u dat u met een preventiebeleid kan voorkomen dat schadelijke stoffen in onze kweekvissen terecht komen door bijvoorbeeld een normering toe te passen in de bedrijfsvoering? In Noorwegen, een hoogontwikkeld OESO-land, kan dat blijkbaar wel gemakkelijk.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Vermeulen, u verwijst naar een reportage uit 2013 over aquacultuur in Noorwegen. U uit hier terecht uw bezorgdheid. Er zijn gelukkig heel goede voorbeelden heel dicht bij huis. Ik wil onder andere verwijzen naar het aquacultuurproject Omegabaars, in uw eigen achtertuin, in Deinze. Daar zal een heel gezonde vis op biologische wijze worden gekweekt, zonder vismeel en in een gesloten circuit, zodat er weinig gevaar is voor ziektes.
De vis die bij ons binnenkomt, wordt gecontroleerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Ook binnen de aquacultuur ligt de lat zeer hoog. Er gebeuren heel wat onderzoeken in die sector naar duurzaamheid. We hebben een eigen platform over aquacultuur dat ervoor zorgt dat al het onderzoek dat wordt verricht, ook in de praktijk kan worden omgezet. Het gaat over het minder gebruiken van schadelijke stoffen en het teelten op een biologische manier. We hebben ook een strategische stuurgroep aquacultuur. De hele onderzoekswereld en de praktijk zitten daarin en daar worden ervaringen uitgewisseld.
Tot slot zijn er ook heel wat duurzaamheidslabels op het vlak van aquacultuur. Als u vis koopt die gekweekt is in aquacultuur, dan hangen daar vaak duurzaamheidslabels aan die heel streng worden gecontroleerd.
Ik denk dat er bij ons veel minder gevaarlijke stoffen worden gebruikt dan in andere landen. We moeten daar verder blijven op inzetten. Ik zal die bezorgdheid nog eens extra formuleren in de strategische raad aquacultuur, waar de onderzoekswereld en de praktijk samen zitten. We zullen daar verder onderzoek naar blijven doen en dit verder in die zin ondersteunen. Ik onderschrijf uw bezorgdheid en zal dit dossier nauwgezet opvolgen.
De lopende projecten zijn op het vlak van duurzaamheid heel interessant in Vlaanderen. Er bestaat een grote expertise en het onderzoekspotentieel wordt eindelijk benut. Dat heb ik al gezegd tijdens de bespreking van de beleidsnota. Toen was het antwoord dat er vooral wordt ingezet op economie en ecologie. Vandaar ook mijn expliciete vraag om in de toekomst inzake voedselveiligheid eventueel een extra normering toe te passen in de bedrijfsvoering.
De heer Sintobin heeft het woord.
Mevrouw Vermeulen heeft met haar vraag Deinze op de kaart gezet. Ik deel haar bezorgdheid, maar we moeten ons toch niet laten leiden door bepaalde ernstige feiten die we in buitenlandse reportages zien. Ik herinner aan de reportage over de pangasius uit Vietnam.
In de commissie Landbouw discussiëren we al een tijdje over hoe we aan duurzame visserij kunnen doen. Een van de oplossingen is de aquacultuur. Daar zijn we op de goede weg. We moeten zorgen voor een goede en veilige kwaliteit van onze aquacultuur in plaats van ons te laten leiden door bepaalde reportages.
Inzake normering komt er natuurlijk altijd wel een zekere administratieve overlast bij kijken. We kennen dat van de landbouwsector. Daarvoor wil ik dan toch wel waarschuwen. Maar een label zoals de minister voorstelt, is toch een voldoende middel.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, voedselveiligheid is terecht een topprioriteit in ons land. De huidige en vorige minister van Landbouw, in de mate dat we bevoegd waren, en ook de Belgische minister, hebben steeds hun verantwoordelijkheid genomen.
Die zogenaamde kritische burger, die tegelijk de consument is die zo weinig mogelijk wil uitgeven, moet meer bereid zijn om een faire vergoeding te geven voor onze landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten, zeker als je behoort tot de wereldtop van voedselveiligheid. Minister, ik raad u aan om de inspanningen die uw voorgangers hebben gedaan, voort te zetten.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Mevrouw Vermeulen uit een terechte bezorgdheid, los van de reportage over een sector die in volle ontwikkeling is en die in Vlaanderen in zijn kinderschoenen staat. Aquacultuur is een intensieve aangelegenheid. Vooral als het gaat over de gezondheid van dieren, is dat een echte uitdaging. Mevrouw Vermeulen haalt heel wat voorbeelden – die niet echt voorbeelden kunnen worden genoemd – aan uit het buitenland, over overmatig antibioticagebruik. Die kaart moeten we in Vlaanderen niet trekken.
De sector is in volle ontwikkeling. In 2013 is er in de schoot van het Vlaams Aquacultuurplatform een specifieke werkgroep over wetgeving opgericht. Zal dat die strategische werkgroep zijn? Het zou de bedoeling zijn dat die werkgroep de knelpunten in kaart brengt via een enquête. Is er al meer zicht op de resultaten van die enquête? Welk gevolg zal daaraan worden gegeven?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, het klopt dat het een heruitzending was van Panorama, maar het blijft nog altijd actueel. Of het nu een heruitzending is of een nieuwe reportage, is dus niet zo relevant. Feit blijft dat het toch schokkende beelden waren. Ik hoop dat zulke praktijken zo goed als onbestaand zijn in Vlaanderen. Ik hoor dat althans. Het neemt niet weg dat we geschokt zijn dat dat in het buitenland wel gebeurt, en ook nog eens niet zo ver hiervandaan.
Noorwegen is wel geen lid van de Europese Unie, maar heel wat normering zit op het Europese niveau voor zaken die in het buitenland worden geproduceerd, maar die bij ons worden geconsumeerd. In die zin zijn we wel betrokken partij inzake gezondheid. Minister, ik hoop dat u dat op Europese bijeenkomsten opnieuw op tafel legt.
Alle voedsel, ook de vis die bij ons wordt geïmporteerd, wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van schadelijke stoffen, op een teveel aan antibiotica enzovoort. Dat gebeurt door het FAVV, dat zich ent op de Europese regelgeving. Als daar stappen vooruit worden gezet, wordt dat ook op Europees niveau bekeken.
Nu, los daarvan zetten wij in Vlaanderen echt in op die aquacultuur, omdat we daarin geloven, omdat er voor de toekomst moet worden geïnvesteerd in duurzame vis en aquacultuur een van de belangrijke pijlers is. We moeten inderdaad duurzaamheid en gezondheid vooropstellen. Daarom ook hebben we een specifiek Vlaams platform dat daar onderzoek naar doet, samen met alle universiteiten, en dat ook een aantal proefprojecten heeft. Mijnheer Vanderjeugd, ik zal de resultaten van dat strategisch platform aan het parlement bezorgen. Ik zal bekijken of die al bekend zijn.
Naast het platform is er ook die strategische stuurgroep. Het is heel belangrijk dat de onderzoekswereld en de praktijk daar samen zitten om alle technieken nog te verbeteren en daar ook volop op in te zetten. Voor ons is dat een van de prioriteiten. Dat onderzoek wordt ook in de praktijk omgezet, met ondersteuning vanuit het platform. Ook voor ons is het belangrijk dat die aquacultuur op een duurzame en gezonde manier kan gebeuren. Mijnheer De Meyer, uiteraard zetten we die werkzaamheden voort en ondersteunen we dat ook in de toekomst ten volle.
Als we aquacultuur, als we vis van bij ons ten volle willen promoten, ook in het buitenland, dan hebben we er natuurlijk alle belang bij om er ook op te kunnen wijzen dat dit op een duurzame, verantwoorde, gezonde manier is gebeurd. Ik wil ook nog eens verwijzen naar die duurzaamheidslabels. Er zijn twee soorten labels. Er zijn labels die door de overheid worden gepromoot, maar ook labels die de sector zelf oplegt. U kent dat veeleer als het gaat over landbouwproducten zoals vlees en fruit, maar ook bij vis bestaat dat. Dat wordt aan heel strenge eisen onderworpen. De consument kan erop rekenen dat, als hij een vis koopt met dat label, die voldoet aan strenge kwaliteitseisen.
Nogmaals, mevrouw Vermeulen, ik vind het terecht dat u die bezorgdheid hier formuleert. We zullen er nog eens bijkomend op hameren in het platform en in de strategische stuurgroep dat men daar nog meer aandacht aan besteedt en nog meer inzet op nieuwe technieken en bijkomend onderzoek, om ervoor te zorgen dat het rendement er is, maar op een verantwoorde manier.
Hier wordt kamerbreed gepleit voor veilige Vlaamse kweekvis, die toch wel zuiver moet zijn tot op de graat. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.