Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over het Vlaamse klimaatbeleid.
Het debat is geopend.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat het parlement klimaatverandering belangrijk genoeg vindt om er een actualiteitsdebat aan te wijden. Ik vind het eerlijk gezegd een beetje spijtig dat dat op de regeringsbanken niet zo wordt aangevoeld. Ik had verwacht dat de minister-president ook aanwezig zou zijn, als de Vlaamse Regering echt gelooft in een beleid inzake het tegenhouden van de klimaatverandering. Dat is een spijtige vaststelling.
Minister, u hebt deze week heel wat verontwaardiging veroorzaakt, in kranten, op sociale media, op de trein, op het werk. Er wordt veel over u en uw klimaatboodschap gesproken, maar spijtig genoeg om de verkeerde reden. Uw boodschap aan de Vlaming is immers: schuld en boete. U wijst de Vlaming met de vinger. De geëngageerde burgers en bekende Vlamingen die de klimaatzaak behartigen, bestempelt u meteen als grote, zondige vervuilers. Schuld en boete, maar ook van uzelf, want u slaat meteen een mea culpa, alsof we het u kwalijk zouden nemen dat u op een tablet tokkelt wanneer u een klimaatbeleid voert.
Minister, boven op het collectieve boetekleed schetst u ook nog eens een zeer donker en pessimistisch toekomstbeeld. U spreekt in uw publieke boodschap over soberheid, maar eigenlijk bedoelt u dat we het met z’n allen met minder zullen moeten stellen. Gaat het over minder comfort, collega’s? Neen, het comfort zal er tijdens de 21e eeuw helemaal anders uitzien dan vandaag: meer producten en diensten delen, meer lokale energieproductie door burgers in plaats van een handvol oligarchen, meer rechtstreekse handel tussen mensen, in plaats van een economie die volledig gestuurd wordt door enkele multinationals. Ik vind dat een positief en hoopvol toekomstbeeld, collega’s. Maar daarvoor is een stevig beleidskader nodig, en dat moet van de politiek komen.
Als verontwaardigde mensen u aanspreken, minister, is dat niet als mens, als gezinshoofd, als moeder die haar kinderen rondrijdt, als iemand die graag een sauna neemt of graag op reis gaat, maar dan spreekt men u aan als de minister van wie klimaatbeleid wordt verwacht.
U hebt eigenlijk een fantastische job, minister. U kunt de komende jaren de basis leggen om in Vlaanderen de oorzaken van de klimaatverandering tegen te houden. U zou enthousiast moeten zijn, u zou boordevol energie moeten zitten, u zou voluntaristisch moeten zijn. Mijnheer Somers, u bent een echte voluntarist, u zou mijn pleidooi moeten ondersteunen. Voluntarisme, daar hebben we nood aan, minister. U zou de mensen moeten aanspreken, organisaties en bedrijven inspireren met uw klimaatbeleid. Wat een voorrecht!
U wordt ook gesteund door de bevolking. De geëngageerde mensen die bezig zijn met de Klimaatzaak, maken deel uit van een veel grotere groep mensen, mensen die klimaatbeleid vragen. Uit studies blijkt dat ongeveer vier op vijf mensen een klimaatbeleid eisen en de klimaatverandering als een urgent probleem zien. Luister naar die mensen, minister. Luister naar uw eigen bevolking. De burger staat aan uw kant.
Minister, u weet ook wel dat het klimaatbeleid eigenlijk niet op het goede spoor zit. U weet ook wel, ondanks uw uitspraken en interviews in de kranten, dat Vlaanderen in de Kyotoperiode, tussen 2008 en 2012, 7,9 miljoen ton CO2 te veel heeft uitgestoten. U schudt van neen, maar dit komt uit het voortgangsrapport van uw eigen administratie. Wat is er gebeurd? De industrie, die onder het Europese systeem valt, heeft veel minder uitgestoten dan verwacht door de economische crisis. Minister, ik hoop dat u de economische crisis niet zult recupereren als beleidsmaatregel. Collega’s van de N-VA en Open Vld, het zou me heel sterk verwonderen dat jullie de economische crisis gebruiken als grote beleidsmaatregel inzake klimaat.
Minister, u hebt dat blijkbaar wel gedaan. Dat kan toch niet uw bedoeling zijn. Voor 2013 en 2014 had u veertien maatregelen aangekondigd, die zouden moeten zorgen voor 1 miljoen ton minder CO2. We zijn eind 2014 en wat is daarvan gerealiseerd? Minister Turtelboom, het is interessant als u ook luistert, want het gaat onder andere over uw bevoegdheid.
Een renovatiepremie voor de sociale huisvestingsmaatschappijen: 7,9 miljoen euro. Status: het geld werd gestort. Bij mijn weten is er geen enkele klimaatwetenschapper die beweert dat er door het storten van geld minder CO2 wordt uitgestoten. Dus: geen realisatie. Kmo’s energieadvies verlenen: wordt vermoedelijk geannuleerd volgens uw antwoord op mijn parlementaire vraag. Aanpassing premies voor kmo’s: wordt vermoedelijk geannuleerd. Investeringssteun glas tuinbouwsector: moet nog worden beslist. Investeringssteun kleinschalige vergisting: moet nog worden beslist. Infrastructuur voor binnenvaart: moet nog worden beslist.
Ik kan zo doorgaan. Minister, ondanks wat u op het publieke forum zegt, geloof ik niet dat u denkt dat u het beloofde beleid voor 2013 en 2014 effectief hebt gerealiseerd. U weet dat dat niet klopt. U weet ook dat er voor de periode van 2015 tot 2020 nog geen enkel perspectief of geen enkele beslissing bestaat voor het klimaatbeleid, om de uitgerekende 9 miljoen ton te veel CO2-uistoot te vermijden. U weet dat. In het Vlaamse regeerakkoord schrijft u dat tot de helft van de klimaatinspanningen kunnen worden afgekocht in het buitenland. Dat is allemaal geld dat eigenlijk in onze eigen economie zou moeten worden gepompt om die te verduurzamen. U gelooft er duidelijk zelf niet in.
Minister, toegegeven, het is verleidelijk om een motie van wantrouwen in te dienen. Ik zal dat echter niet doen, want u draagt een grote politieke verantwoordelijkheid, maar het is een verantwoordelijkheid van alle ministers van deze regering. En misschien is het niet zo gemakkelijk minister Weyts van Mobiliteit ervan te overtuigen om te investeren in duurzame mobiliteit, net zoals het moeilijk is de minister van Energie te overtuigen van meer isolatiepremies en meer geïsoleerde woningen. Ongetwijfeld krijgt u heel veel telefoons van belangenorganisaties inzake landbouw die eigenlijk geen duurzamere landbouw willen.
Eigenlijk, minister, willen we u helpen. We reiken u de hand. We vragen samen met u een engagement van minister-president Bourgeois – die hier weliswaar niet aanwezig is, maar u kunt de boodschap doorgeven – en de voltallige regering, hopelijk kamerbreed gesteund in het parlement, voor drie zaken.
Voor het eind van deze maand worden de zeven ontbrekende klimaatmaatregelen die u de afgelopen jaren hebt beloofd, maar nog niet zijn beslist, op de ministerraad besproken en beslist. Doe het nu.
Voor het einde van de maand moet duidelijk worden hoe we tussen 2015 en 2020 de te hoge uitstoot van 9 miljoen ton CO2 zullen vermijden.
Minister, ik besef dat dit niet gemakkelijk is omdat we veel tijd verloren hebben. Maar wij willen u daarin ondersteunen, wij willen u de hand reiken. Doe het nu.
Minister, voor het eind van de maand moet er duidelijkheid komen over de financiering van het klimaatbeleid. Op dit moment staat er voor klimaatbeleid ongeveer 200 miljoen euro ergens op een rekening van de Nationale Bank, en er wordt niets mee gedaan. Minister, doe het dus nu.
Ik hoop dat u in dit debat niet uw stekels zult opzetten, zoals u ten aanzien van de Vlamingen deed. Ik hoop dat u luistert naar de mensen die meer klimaatbeleid willen. Groen vraagt het samen met hen. Doe het nu. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik zou willen oproepen tot enige ernst in het debat. Mijnheer Sanctorum, kunt u nu eindelijk eens ophouden met paniek te zaaien? Collega’s, als we sommigen moeten geloven, dan smelten de ijskappen en zal dat hier aan onze kust overstromingen veroorzaken.
Maar dat is ook zo!
Mijnheer Sanctorum. Als u wilt tussenkomen, moet u het woord vragen. De heer Vandaele heeft het woord.
Die ijskappen liggen hier verdorie 16.000 kilometer vandaan. Laat ons eens ernstig blijven. (Rumoer)
Volgens diezelfde onheilsprofeten zal ook de temperatuur stijgen. En dan? Er zijn vandaag toch ook streken waar het veel warmer is dan bij ons? Is dat erg? Neen, integendeel, de mensen genieten daarvan. Ze hebben er zelfs geld voor over om daar met vakantie te kunnen gaan. (Gelach. Rumoer)
De aardbol bestaat al vier en een half miljard jaar, en het zal heus niet dat beetje min of meer CO2 zijn dat wij al dan niet uitstoten dat zal bepalen waar het met deze planeet naartoe gaat.
Mijnheer Vandaele, ik veronderstel dat het ironisch bedoeld is, maar het is in elk geval een vreemde opener. Het zou de indruk kunnen wekken dat de N-VA alleen maar geïnteresseerd is in wat er in Vlaanderen gebeurt. En alles wat daarbuiten gebeurt, interesseert u niet. Het wekt in elk geval die indruk op.
De heer Beenders heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, ik wil enkel een concrete vraag stellen. Is het echt ironisch bedoeld, of hebt u zich niet gewoon vergist van speech? Hebt u de speech van de stand-upcomedy van deze avond gebruikt, in plaats van een realistisch debat te voeren over een probleem waarvan de ernst nu toch wel genoeg bewezen is? Ik zou u toch willen vragen om de ernst in dit debat te behouden en uw stand-upcomedypraat daar op het spreekgestoelte voor uzelf te houden. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Pira heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, ik heb u in een aantal commissies leren kennen. Ik dacht echt dat u de groene was van de N-VA. Echt waar, maar dat is achteraf gezien naïef gebleken. (Gelach)
Voorzitter, ik had moeten vragen om niet onderbroken te worden want mijn collega’s kunnen inderdaad niet om met een inleiding die natuurlijk bedoeld was om hun aandacht te trekken. Collega’s, ik heb met opzet een negationistische inleiding gehouden. Jullie hebben het nu natuurlijk verpest, dat is jammer. (Applaus bij de N-VA)
Wees gerust, collega’s, dit is niet mijn visie. Dit is niet de visie van mijn partij, de N-VA. Dit is ook niet de visie van deze Vlaamse Regering. Helaas bestaat deze houding nog wel. En helaas niet enkel aan de toog van café Bij Suzanne, maar ook in de betere salons. Collega’s, een dergelijke negationistische houding is natuurlijk dom, en zelfs misdadig. (Applaus van de heer Matthias Diependaele)
Ja, en nu zeggen ze niets meer.
Collega’s, de Vlaamse Regering ontkent het probleem niet. Wij pakken de gevolgen van de opwarming van de aarde aan: adaptatie. Denk maar aan het grote masterplan voor de kustverdediging en de maatregelen voor infiltratie. En, beter nog, we pakken ook de oorzaken aan: mitigatie.
In de vorige legislatuur stelden we een Klimaatbeleidsplan op, we zetten een Klimaatfonds in de steigers, momenteel bevat dat 38 miljoen euro. We steunden een verscherping van de Europese ambities om de uitstoot van broeikasgassen met 30 procent te doen dalen tegen 2020. Er werd hier een resolutie goedgekeurd op 15 maart 2012. Intussen delen we de Europese ambitie om met 40 procent te verminderen tegen 2030 en met 80 procent tegen 2050.
In dit parlement, collega die mij net de groene N-VA’er noemde, heb ik mij in de vorige legislatuur nog hoogstpersoonlijk, met steun van collega’s van de meerderheid, ingezet voor de vergroening van de belasting op inverkeersstelling (BIV). We hebben wel degelijk werk verzet. Hebben we daarmee genoeg gedaan? Neen, natuurlijk niet. Ook het nieuwe regeerakkoord en het milieubeleidsplan dat momenteel voorligt en ook de andere beleidsplannen, bevatten maatregelen. Ik denk aan de kilometerheffing voor vrachtwagens en aan de aanzet om een ander systeem in te voeren voor personenwagens. Ook andere elementen in de portefeuille van minister Weyts gaan in de goede richting: stimuleren van carpooling, fietsen, telewerken, vergroening van ons eigen wagenpark, het openbaar vervoer enzovoort. Het is een lange lijst.
Met deze meerderheid willen we volop inzetten op energiebesparing. Bij minister Homans – zij werd ook al genoemd – gaat het bijvoorbeeld over milieukwaliteitsnormen voor sociale en huurwoningen, hoogrendementsglas, spouwmuurisolatie en hoogrendementsketels.
De heer Crombez heeft het woord.
De opsomming van het regeerakkoord doet me denken aan een opmerking die iemand onlangs maakte. Deze meerderheid discussieert vaak over het doorsturen van facturen naar de toekomst. Iemand zei: als ze op federaal niveau zeggen “We gaan het aantal treinen verminderen, er zijn meer bussen nodig” en het Vlaams regeerakkoord zegt “We gaan de bussen verminderen”, dan is dat toch een pijnlijke zaak? Als we één grote factuur doorsturen naar de toekomst, dan is het deze. Dat is ook negatief voor de bedrijven. De toename van de files van de afgelopen jaren wordt door deze regering beantwoord met minder en duurder openbaar vervoer. U moet deze keuze enorm betreuren, als u meent dat het moet verbeteren.
Het debat over het openbaar vervoer werd hier al gevoerd. (Opmerkingen van de heer John Crombez)
Dat is een kwestie van interpretatie. De meerderheid heeft nooit gezegd dat ze het openbaar vervoer wou afbouwen, integendeel. Er zitten elementen in die juist dat openbaar vervoer willen versterken. De minister wil meer comfort en gebruiksgemak. (Opmerkingen van de heer John Crombez)
De minister wil meer reizigers op dat openbaar vervoer. Hij bespaart evenmin op investeringen, dat is toch wel een goed signaal?
Minister Weyts heeft het woord.
Er is inderdaad een besparing van 3 procent op De Lijn, mijnheer Crombez, op het hele budget van Mobiliteit. Dat is veel minder dan op andere entiteiten of departementen.
Wij willen naar een efficiënter openbaar vervoer. Dat wil niet zeggen gratis openbaar vervoer. Van dat dogma stappen wij af. Er is niets zo milieuvervuilend als bussen die leeg rijden. We gaan komaf maken met een inefficiënt openbaar vervoer. We willen een openbaar vervoer dat vraaggestuurd is, niet aanbodgestuurd. Dat is een van de grote weeffouten in het systeem. Bij een aanbodgestuurd openbaar vervoer krijgen we inderdaad lege milieuvervuilende bussen. We maken daar werk van.
U maakt een allusie op de leren zetels. Ik kreeg 167 vragen in de commissie Mobiliteit. Eén daarvan kwam van een zeer gedegen en onderlegde collega, en die vroeg of ik het voorbeeld van Brussel zou volgen. U weet, in Brussel is een socialist minister van Mobiliteit en hij heeft leren zetels ingevoerd in het openbaar vervoer. Die bussen rijden nu al, er staat op ‘full option’, en dat betekent alle opties inbegrepen, leren zetels en alles.
Het is een socialistisch idee. Ik heb ook gezegd dat in Gent een proefproject loopt. We zullen dat evalueren, en misschien is het wel verantwoord om het te veralgemenen. In elk geval: u vindt dat idee misschien belachelijk, maar het wordt in Brussel in de praktijk gebracht, op voorstel van een socialistisch minister. (Applaus bij de meerderheid)
Als dit een klimaatdebat is, dan illustreert uw antwoord het probleem waarmee we zitten. Want u zegt eigenlijk dat het wel meevalt. U zegt dat er maar 3 procent wordt bespaard, en dat dit minder is dan in andere departementen. In werkelijkheid komt dit voor mensen die gaan werken en voor de bedrijven neer op een enorme meerkost. Als bevoegde minister weet u dat de files in vijf jaar tijd zijn verdubbeld. Het klimaatprobleem is dus ook het probleem van de files.
Mijnheer Vandaele, u zegt dat het openbaarvervoerdebat is gevoerd. Alsof het fijnstofprobleem in Antwerpen, dat hier al vaak is besproken, ook geen zaak is van gezonde lucht. Natuurlijk is dat een van de belangrijke kwesties. Maar u, minister, zegt dat het allemaal wel meevalt. Het kom altijd neer op minder en duurdere bussen. Men sprak hier over het comfort. We kunnen het er eindeloos over hebben. De idee van gratis openbaar vervoer was een idee uit de jaren ’90, van de heer Geert Bourgeois. (Rumoer)
Is dat relevant voor het debat? Ik denk het niet. Hier gaat het om: als men op alle niveaus desinvesteert in het openbaar vervoer, voor honderden miljoenen euro, dan schuift men een enorme factuur naar de toekomstige generaties door. Het is fout om dat te minimaliseren.
Mijnheer Crombez, ik had het niet beter kunnen zeggen dan onze minister. Hij zei niet dat het meevalt, maar wel dat een vermindering van het aantal bussen niet automatisch voor meer milieuvervuiling zorgt. Want bussen die leeg rondrijden, zorgen voor milieuvervuiling.
Voorzitter, minister, collega's, laat ons naar de kern van de zaak gaan. Ik hoor hier spreken over leren zetels, maar daar gaat het niet over. Mijnheer Vandaele, ik heb een aantal concrete voorstellen gedaan. Want Vlaanderen stoot te veel uit, en dat is een objectieve vaststelling. Dat is een gevolg van te weinig klimaatbeleid. Ik zou dus graag van u vernemen wat er concreet is gerealiseerd van het Klimaatbeleidsplan en het Klimaatfonds. En als u het met mij eens bent dat Vlaanderen te veel uitstoot, wil ik graag vernemen wat u concreet voorstelt om de CO2-uitstoot te verminderen. Laten we daarover debatteren, en niet over de leren zetels.
De heer De Kort heeft het woord.
Het afgelopen weekend heeft de minister van Mobiliteit, samen met De Lijn, een mooi voorbeeld van vermindering van de C02-uitstoot publiek gemaakt. Van Hool zorgt voor waterstofbussen, wat moet zorgen voor een vergroening van het wagenpark. Die bussen stoten geen CO2 uit. Op die ingeslagen weg moeten we voortgaan. Ik hoop dat dit ook gebeurt, minister, zodat het openbaar vervoer zijn steentje bijdraagt aan de realisatie van de klimaatdoelstellingen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, ik ben het met u eens: laten we het over de kern van de zaak hebben. Neem me evenwel niet kwalijk dat ik nog reageer op wat de heer Crombez zei. In het debat over De Lijn weerlegde ik zijn uitspraak al, in een reactie op wat de heer Vandenbroucke toen zei.
Ik begrijp dat u dat idee van gratis openbaar vervoer graag bij iemand anders legt, omdat u er zelf natuurlijk niet meer trots op bent, omdat u doorhebt dat het niet werkt. Het voorstel van toen nog federaal parlementslid Bourgeois dateert uit 1996 en had twee onderdelen. Eerst en vooral wou hij het idee van het gratis openbaar vervoer voor parlementsleden uit de Grondwet halen, zodat men in afspraak tussen de diverse parlementen in dit land een ander systeem kon hebben. Subsidiair stelde hij voor de term ‘vrij verkeer’, die toen een andere invulling kreeg door Europese regelgeving, te vervangen door ‘gratis vervoer’. Ik weet dat u afstand wilt doen van dat idee van gratis openbaar vervoer, maar u moet dan wel correct zijn. Het is dus niet zo dat dit een idee is van Geert Bourgeois.
Mijnheer Sanctorum, u vraagt me wat wij dan willen. Op de eerste plaats vinden wij preventieve maatregelen van buitengewoon belang: beter voorkomen dan genezen. Mijnheer de Kort, u hebt gelijk: ook op het gebied van innovatie mogen we inderdaad een aantal initiatieven verwachten, die nu in de maak zijn en die veelbelovend klinken.
Tussen 2013 en 2020 verwachten we 600 miljoen euro aan inkomsten uit de veiling van emissierechten. De helft wordt geïnvesteerd door deze regering om de milieuscore van met name de sociale huisvesting en scholen te verbeteren. We bereiken daardoor diverse doelen ineens: we beperken de CO2-uitstoot, we scheppen werkgelegenheid en we gaan energiearmoede tegen.
Het probleem is echter complex. Was het dat niet, dan was het natuurlijk allang opgelost. Dan waren we er vandaag niet nog eens over bezig. Dit heeft een impact op onze economie. Die is broos, zodat we aarzelen om eisen te stellen die het buitenland niet stelt, waardoor onze bedrijven zouden kunnen vertrekken – de fameuze carbon leakage – zonder dat er op dat moment ook maar één millimeter milieuwinst wordt geboekt, vaak zelfs integendeel. Dat is dus niet de oplossing. De klimaatproblematiek is ook een internationale, grensoverschrijdende problematiek. Luchtvervuiling stopt niet aan de grens, en als het ene land inspanningen doet en het andere doet dat niet, dan lossen we ook weer niets op. Er zijn dus wereldwijd internationale afspraken nodig. We kennen de dwarsliggers: Brazilië, Mexico, India, Rusland. Andere landen evolueren echter ten goede. De VS beloofden recent 3 miljard euro in het Groene Klimaatfonds (Green Climate Fund) van de Verenigde Naties te storten en de uitstoot van broeikasgassen in de VS met 25 procent te verminderen tegen 2025. Dat is nieuw.
Mijnheer Vandaele, het is interessant dat u het Groene Klimaatfonds aanhaalt. Dat is inderdaad een fonds van middelen om ontwikkelingslanden te ondersteunen in hun strijd tegen de klimaatverandering. Kunt u me echter zeggen hoeveel Vlaanderen al heeft gestort in dat fonds? Ik zal het u meteen zeggen: 0 euro.
We kennen die discussie natuurlijk. Ook die is niet nieuw.
U begint er zelf over.
Dit gaat terug op engagementen die de Federale Regering destijds is aangegaan. Het gaat over 150 miljoen euro. Die waren echter niet doorgepraat met de gewesten. Ik meen dat dit federaal aan de orde zal komen in het kader van een totaalproblematiek: u weet dat er federaal immers nog wel wat dossiers zijn waarover we afspraken moeten maken.
Mijnheer Vandaele, u zit toch zowel federaal als in Vlaanderen in de regering. Waarom zorgt u er niet voor dat dat akkoord er is?
Precies, en ik denk dat nu inderdaad het ogenblik is gekomen om daar werk van te maken. Dat is misschien niet de eerste prioriteit voor de N-VA, zult u zeggen. Neen, maar het is zeker ook iets waaraan we aandacht besteden, waar zowel Vlaams als federaal aandacht naar gaat.
Ook de nieuwe economieën moeten zich uiteraard inschrijven in het verhaal. Stapsgewijs doen sommige dat ook. Op 20 november hadden we hier een delegatie van het Chinese parlement op bezoek. Een paar collega’s waren daarbij. Daar zal in 2015, volgend jaar, 11,4 procent van de energie hernieuwbare energie zijn. Tegen 2030 moet dat 20 procent zijn. Het gaat vooral over hydro-elektriciteit. In een land als China gaat dat natuurlijk wel iets gemakkelijker dan hier: je bouwt een dam, je zet honderd dorpen onder water en het is opgelost. Bij ons ligt dat iets gevoeliger: we merken dat het heel moeilijk is om in een dichtbevolkt land als Vlaanderen grootschalige projecten van hernieuwbare energie in te passen.
En zeggen dat het hier alleen maar om een nimbysyndroom gaat, is volgens mij te kort door de bocht. Soms zijn de bezorgdheden van de mensen wel degelijk gegrond. Windturbines zorgen op sommige locaties nu eenmaal voor slagschaduw en voor lawaai. We hebben in ons kleine landje nauwelijks de ruimte om alle functies onder te brengen die we zouden willen.
Op zee dan maar? Prima: windturbines op de Thorntonbank, op 50 kilometer afstand. Applaus, iedereen tevreden. Maar een eiland voor energieopslag op 5 kilometer voor onze kust, voor mijn gemeente De Haan? Dat is andere koek. Dan zijn er ook mensen die het hebben over de impact op het toerisme, over de gevolgen daarvan. Hebben zij ongelijk? Dat denk ik niet. Er zijn een aantal argumenten die verder gaan dan nimby, argumenten die wel degelijk steek houden en die inderdaad de mogelijkheden beperken om bij ons op grote schaal hernieuwbare energie in te voeren.
We moeten ook komen tot een billijke verdeling van de lasten – dat is wat de heer Sanctorum daarnet aanhaalde –, zowel internationaal als binnen België, op basis van potentieel en kostenefficiëntie. We weten dat de Nationale Klimaatcommissie al een tijd niet meer is samengekomen. Er ligt dus zeker nog werk op de plank, zowel voor de Vlaamse als voor de Federale Regering.
Minister Schauvliege, u vroeg zich in een reactie op de BV’s af of zij ook mea culpa wilden slaan. U deed dat in ieder geval wel. U zei: “Ik rijd elke dag 150 kilometer met de auto. Ik tokkel een halve dag op mijn iPad.” Ik denk dat u daarin overdrijft, dat het niet zo is. Maar u hebt dat opgebiecht. U vroeg de BV’s wat zij deden. U dacht misschien aan een of andere dj die om een sessie te spelen met het vliegtuig naar Ibiza vertrekt vanuit Brussel en helaas ook terugkomt. (Gelach)
Minister, u hebt natuurlijk een punt als u ons ertoe oproept onze verantwoordelijkheid te nemen. Niet alleen de mensen natuurlijk, maar ook de overheid, de industrie, de landbouw en het transport. Maar inderdaad, minister: ook de mensen, ook de gezinnen.
Ook wijzelf, collega’s. Voorzitter, ons eigen parlement verbruikt jaarlijks – ik heb het nagekeken – 2700 megawattuur aan aardgas en 4700 megawattuur aan elektriciteit. Samen is dat goed voor een klein miljoen euro per jaar. Ook bij mij thuis zou ik wat zuiniger kunnen zijn. Het is vervelend dat de camera’s draaien. Mijn vrouw laat de radio de hele dag aan staan. Zelfs als ze in de tuin is of in de badkamer, blijft die radio spelen. Weet ik veel wat ze nog allemaal doet als ik er niet ben.
Ook in mijn bureau zou ik dingen kunnen veranderen. Waarschijnlijk staat mijn pc niet uit, maar op slaapstand. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor de printer. En ook de gsm-lader heb ik vanmorgen waarschijnlijk niet uit het stopcontact gehaald.
In de gemeenteraad heb ik wel wat tegengeprutteld voor de ijspiste en de kerstverlichting, maar uiteindelijk heb ik niet tegengestemd.
Mijnheer Vandaele, het spijt me dat ik u onderbreek. Ik wilde u eigenlijk laten doorgaan tot het einde, maar het wordt mij gewoon te veel.
Mijnheer Vandaele, u volgt eigenlijk helemaal het pleidooi van de minister. Dat verbaast mij enigszins wel. (Opmerkingen van de heer Wilfried Vandaele. Gelach)
U begint over uw eigen verbruik en dat van uw vrouw. Dat interesseert niemand. Wat de Vlamingen vragen, is een klimaatbeleid. Ze vragen hoe u dat beleid zult voeren. Aan de boodschap dat we allemaal een beetje moeten inleveren, heeft niemand iets. De overheid, het beleid kan kansen creëren voor de mensen om klimaatvriendelijker te leven. Dat beleid verwacht men van de meerderheid en van de regering. (Applaus bij Groen en sp.a)
En dat, collega, heb ik ook gezegd voordat ik het voorbeeld gaf van bij mij thuis. Want ook de overheid, het beleid, de verschillende sectoren moeten iets doen. Uiteraard. Het beleid moet daarvoor het kader aanreiken. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum-Vandevoorde)
U weet dat de gezinnen toch ook nog altijd een respectabel aandeel hebben in de uitstoot van broeikasgassen en CO2. De gezinnen, wij allemaal, kunnen daarin nog altijd een tandje bij steken.
Mijn tijd is bijna op. Ik zal besluiten, hoe boeiend dit debat met de heer Sanctorum ook is.
Volgend jaar, in 2015, komt er een nieuwe klimaattop in Parijs, die wordt vandaag voorbereid in Lima. We hopen echt dat in Parijs bindende afspraken op mondiaal niveau worden gemaakt. Deze Vlaamse Regering wil, net zoals de vorige, extra inspanningen doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het staat in het regeerakkoord en in de beleidsnota: “We treffen alle maatregelen die technisch en economisch uitvoerbaar en maatschappelijk aanvaardbaar zijn.”
Ik ga ervan uit dat dit parlement, net zoals het vorige, de regering niet alleen wil helpen om het regeerakkoord en de beleidsnota uit te voeren. Ik ga ervan uit dat dit parlement, mocht dat nodig zijn, de regering ook zal aansporen om een tandje bij te steken. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Vandaele, collega’s van de meerderheid, u zegt dat u al het mogelijke zult doen, maar u formuleert dat heel raar. U zegt dat u zult doen wat uitvoerbaar is en wat maatschappelijk toelaatbaar is. Deze discussie gaat over de vraag hoe u het nodige zult doen voor het klimaat. De heer Sanctorum merkte dat al op.
Gisteren is op een bepaald moment tijdens de begrotingsbesprekingen duidelijk geworden dat er geld te kort was voor de studiebeurzen. Daar is een normale discussie op gevolgd en de regering heeft gezegd dat te zullen compenseren. De regering heeft voorgesteld om 10 miljoen euro af te trekken bij het Minafonds (milieu en natuur). Dat doet niet bij iedereen een belletje rinkelen, maar het gaat om het fonds dat in 1991 werd opgericht ter preventie en sanering inzake leefmilieu en natuur. Het dient voor duurzaamheidsinvesteringen.
Mijnheer Vandaele, mijn vraag is heel simpel. Stel dat het waar is wat u zegt, dat u al het mogelijke zult doen – niet het noodzakelijke, maar het mogelijke. Hoe komt het dan dat de regering gisteren nog, met steun van de meerderheid, een amendement indient op de begroting waarbij het fonds voor preventie en sanering inzake leefmilieu nog eens met 10 miljoen euro wordt verminderd? Hoe rijmt u dat met elkaar?
Als uw daden het omgekeerde zijn van uw woorden, hebben we een probleem nog voor we zijn gestart.
Mijnheer Crombez, wat ik daarnet zei, is natuurlijk wat in het regeerakkoord staat. U zegt dat ik dat heb gezegd, maar het was een citaat. Het is ook precies wat ik heb uitgelegd. Er staat: “alle maatregelen die technisch en economisch uitvoerbaar zijn”.
Voor de technische uitvoerbaarheid moeten we volop inzetten op de beste beschikbare technieken (BBT). We mogen, zoals de heer de Kort zei, zeker nog iets verwachten op het gebied van innovatie.
Ook de economische uitvoerbaarheid heb ik uitgelegd. We leven niet op een eiland. We moeten rekening houden met de context. Het heeft weinig zin dat wij hier de vlucht vooruit nemen als anderen niet volgen, want dan zijn alleen onze eigen bedrijven daar het slachtoffer van.
Ik maak even een kanttekening. We weten natuurlijk dat de industrie grotendeels onder het ‘emissions trading scheme’ (ETS) valt. De verhandelbare emissierechten worden Europees geregeld. Europa is dus al vrij goed geregeld, maar het gevaar komt natuurlijk vooral van buiten Europa. Wat we binnen Vlaanderen doen, bevindt zich vooral op het gebied van non-ETS of niet-ETS met gebouwen, mobiliteit en landbouw.
Naast de technische en economische uitvoerbaarheid, is er ook de maatschappelijke aanvaardbaarheid. Dat is natuurlijk, mijnheer Sanctorum, ook de rol van de gezinnen, van ons allemaal. We moeten ervoor zorgen dat het draagvlak, ook in de samenleving, er is.
Mijnheer Vandaele, sorry dat ik het oneerbiedig zeg, maar wat is het antwoord op mijn vraag? Waarom besliste u gisteren om de investeringen in klimaat en duurzaamheid met 10 miljoen euro te verminderen in de begroting? U had het opnieuw over de drie aspecten. Ik vroeg waarom u, indien u positief staat tegenover het klimaat, gisteren hebt beslist om er 10 miljoen euro af te doen? Dat werd gisteren door de regering ingediend en goedgekeurd door de meerderheid.
Dat kan, maar het is niet in mijn commissie gebeurd, mijnheer Crombez. Zoals u weet, zit ik in de commissie Leefmilieu. Ik zal nakijken wat de reden ervoor is. Als het belangrijk is, zullen we inderdaad zeker de nodige stappen zetten. Maar ook daar moet het totaalplaatje worden bekeken. Eén ingreep op een begroting is natuurlijk niet het beeld van een volledig regeringsbeleid dat we hopelijk vijf jaar zullen uitvoeren.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Crombez, u verwijst naar de begrotingsbesprekingen, waarbij ik duidelijk gemaakt heb dat een aantal middelen uit het Minafonds bijkomend worden gebruikt voor riolering. Het gaat om een verschuiving. Zeggen dat die middelen weg zijn of niet worden aangewend, is een brug te ver. Investeringen in waterzuivering zijn ook een belangrijke investering in milieu.
Het is mogelijk dat ik me gisteren in de commissie Begroting heb vergist. De minister van Begroting is hier ook, we kunnen het haar vragen.
Minister Schauvliege, u antwoordt dat die middelen niet zomaar weg zijn. Gisteren is er een amendement op de begroting ingediend om die middelen met 10 miljoen euro te verminderen. De oppositie heeft daar een amendement bovenop ingediend omdat we het er niet mee eens zijn dat er middelen worden geschrapt wanneer het gaat over leefmilieu, klimaat, waterzuivering enzovoort. Die vermindering van 10 miljoen euro is gisteren door de meerderheid goedgekeurd. Als dat niet klopt, dan moeten we het aan de minister van Begroting vragen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
We hebben gisteren dat debat in het parlement gevoerd. Wat de inhoud betreft, heeft minister Schauvliege net geantwoord.
Dit debat begint bedroevende proporties aan te nemen.
Mijnheer Vandaele, ik zal het nog een keer proberen. In uw discours is vaagheid troef. Ik heb u daarnet concreet voorgesteld om tegen eind deze maand een pakket maatregelen te treffen over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. U gaf me eigenlijk gelijk toen u daarnet zei dat het klimaatbeleid van vandaag niet genoeg is. Er moet een tandje worden bijgestoken. Mijn vraag is dan ook: ondersteunt u onze oproep, ja of neen?
Mijnheer Sanctorum, u kunt niet van mij verwachten dat ik in tien minuten tijd alle maatregelen opsom. Bovendien hebt u mijn intro gemist. Er staan heel wat maatregelen in de teksten van de verschillende vakministers. Ik heb vanmiddag de maatregelen van minister Weyts nog eens nagelezen. Ongeveer twee bladzijden maatregelen gaan precies daarover. Ook voor de bevoegdheid Wonen is er een lijst met maatregelen waar een belangrijk budget aan vasthangt om echt iets te doen op het terrein. Als u dan zegt dat dit niets voorstelt, dan is dat te kwader trouw.
Mijnheer Vandaele, u vergist zich. Ik neem aan dat u het Klimaatbeleidsplan goed kent. Dat plan zelf gaat uit van een tekort van 9 miljoen ton CO2. Dat betekent dat we dat te veel uitstoten tot 2020, ondanks alle maatregelen die al aangekondigd zijn. Wat gaan we verder ondernemen om ervoor te zorgen dat Vlaanderen wel de klimaatdoelstellingen haalt die we internationaal afspreken? Daar moet u een antwoord op geven, maar dat doet u niet. U blijft in die vaagheid dat er maatregelen zijn aangekondigd maar ik zou graag weten hoe we het klimaatbeleid opnieuw op de rails krijgen.
Het gaat hier om een momentopname, mijnheer Sanctorum. Ik las ook in de pers dat u zegt dat er veertien maatregelen zijn in het Klimaatbeleidsplan waarvan er zes bijna zijn uitgevoerd en acht niet. Het Klimaatbeleidsplan is nog niet afgelopen, we hebben nog enkele jaren te gaan. Met de maatregelen die ik nu zie bij de verschillende vakdepartementen – en daarbij gaat het over zowat alle ministers – denk ik dat er de komende jaren een tandje wordt bijgestoken.
De heer Bertels heeft het woord.
Ik zou dit debat graag intellectueel eerlijk voeren. Er is gisteren een amendement ingediend met een plus bij de studietoelagen en een min bij het Minafonds. De meerderheid heeft duidelijk gezegd dat het gaat over evenwichten en dat er evenwichten moeten worden gezocht binnen de meerderheid, dus compensaties, intern bij een bepaalde partij.
Ik wil nog even terugkomen op het betoog dat ik aan het begin van uw inleiding heb gehouden. Ik had het niet helemaal juist wat de vorm van die toelichting betreft. Ik had echt uitgekeken naar uw antwoord als grootste partij op de oproep die gisteren is gedaan in de media om vandaag van dit forum gebruik te maken om al uw initiatieven in tien minuten op een piëdestal uit te leggen aan dit parlement.
U had gebruik kunnen maken van een forum om een antwoord te kunnen geven aan een grote groep mensen die zich echt zorgen maken en ik ben echt, echt teleurgesteld. U hebt een paar dingen opgesomd die u zult uitvoeren, maar die maatregelen zijn minder dan die in de vorige legislatuur, terwijl u net meer moet doen. Ik vind dit echt bedroevend.
Wat ik echt bedroevend vind – maar ik vind het heel jammer dat u mij bijna hetzelfde wilt doen zeggen als de heer Janssens bij het begin –, is dat inderdaad een oproep van een paar mensen, van een paar BV’s, in de media ons ineens vandaag alert moet maken. (Applaus bij de N-VA en het Vlaams Belang)
Deze problematiek is niet nieuw. We kennen de problematiek. De collega’s die dat volgen, weten al jaren dat het probleem bestaat. We zijn ermee bezig. Er zijn concrete voorbeelden. Ik heb er een paar gegeven in de tien minuten die ik had. Er zijn dingen die we al gedaan hebben en dingen die we nog gaan doen. Misschien hebt u niet goed geluisterd.
Maar nu die BV’s zich roeren, moeten wij als parlement ineens iets doen. Dat vind ik echt heel bijzonder triestig. (Applaus bij de N-VA, Open Vld en het Vlaams Belang)
Mijnheer Vandaele, vindt u die meer dan 20.000 burgers die zich aansluiten bij de klimaat-BV’s, dan ook nutteloos? (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijnheer Vandaele, ik begrijp het niet. U was in mijn ogen inderdaad wat in verwarring begonnen, maar ik heb het u vergeven want het was leuk gevonden, maar nu snap ik het niet. Uw eigen fractieleider ging akkoord met dit debat. Mag ik u erop wijzen dat we zoveel weken geleden een actualiteitsdebat hebben gehouden over De Lijn – terecht – omdat er ook daar een en ander bewoog. Als u nu, op dit moment, twijfelt om een actualiteitsdebat te houden over het klimaat waarbij de heer Sanctorum concrete cijfers op tafel legt van beloftes die in 2013 en 2014 gemaakt zijn, en als hij vaststelt dat het traject niet wordt gevolgd en een heel deel niet wordt gerealiseerd, dan slaat u net als de heer Janssens de bal mis. (Applaus bij Groen en sp.a)
Dat heb ik niet gezegd. Dat heb ik niet gezegd. Voor mij mag er iedere week over zo’n belangrijk onderwerp als dit een actualiteitsdebat worden gehouden. Laat ons duidelijk zijn. Maar om te zeggen dat we dat nu doen omdat een paar BV’s daartoe oproepen, dat vind ik inderdaad triest.
Iets anders is dat het draagvlak bijzonder belangrijk is. Als vandaag 20.000 mensen steunen, dan is dat goed. In het verleden zijn er ook acties geweest – we hebben er waarschijnlijk allemaal aan deelgenomen –, het is dus niet nieuw. Maar nu is dit blijkbaar de aanleiding, wel voor mij en mijn partij niet. Het is een thema dat ons al langer bezighoudt en dat ons ook in de toekomst zal bezighouden. (Applaus bij de N-VA)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de klimaatproblematiek komt hier geregeld aan bod. Zowel de meerderheid als de oppositie in dit parlement is zich heel goed bewust van de uitdaging waar we voor staan.
Als het de bedoeling was van de heren en dames van Klimaatzaak om het klimaatthema hoger op de agenda te plaatsen, is dat gelukt. Gisteren telde ik, naast de nieuwsuitzending, nog drie praatprogramma’s op één zender waarin de klimaat-BV’s werden opgevoerd.
De boodschap was telkens dezelfde: het is aan de politiek om het probleem op te lossen. Ze hebben gelijk: de politiek heeft een heel grote verantwoordelijkheid. Wij moeten ervoor zorgen dat de mobiliteit veel klimaatvriendelijker wordt, dat de industrie energie-efficiënt werkt, dat de uitstoot van de landbouwbedrijven daalt, dat het verwarmen van de woningen minder energie vergt enzovoort. Maar collega’s, de politiek vermag niets zonder dat de mensen en de bedrijven er zich achter zetten.
Er zijn al jaren heel genereuze premies om op verschillende manieren je woning te isoleren. Toch moeten we vaststellen dat honderdduizenden Vlamingen, om uiteenlopende redenen, ervoor kiezen om niet tot actie over te gaan. Toch heeft de overheid al een vrij actief beleid gevoerd.
De verandering begint bij onszelf. Daar moet elke Vlaming, elke Belg, elke Europeaan en elke wereldburger van doordrongen zijn. Om ons gedrag aan te passen, hebben we geen rechtszaak nodig.
Dit neemt niet weg dat de actie van de vzw Klimaatzaak heel erg welkom is. Het is een kans om het klimaatbeleid onder de aandacht te brengen. Dit punt komt hopelijk niet enkel hier, maar ook bij vele duizenden Vlamingen hoog op de agenda te staan.
Het is wel jammer dat de actie de indruk wekt dat Vlaanderen zijn engagementen niet zou nakomen en dat met betrekking tot het klimaatbeleid geen actie wordt ondernomen. Dit klopt helemaal niet.
De grote kritiek, met de heer Sanctorum als koploper, luidt steevast dat de internationale klimaatfinanciering nog niet rond is. Iedereen weet dat we daarvoor een akkoord met de drie gewesten en de federale overheid nodig hebben. Die gesprekken zullen heel spoedig opnieuw van start gaan. De federale overheid zal deze week haar vertegenwoordigers in de Nationale Klimaatcommissie aanduiden. We hopen dat er snel concrete voorstellen op tafel zullen liggen. Vlaanderen zal zijn engagementen nakomen. De bijdrage voor het Europees Adaptatiefonds is dit jaar gestort. Ook de andere financiële engagementen zullen worden gehonoreerd.
Mijnheer Bothuyne, het klopt natuurlijk dat op de Vlaamse Regering veel kritiek te leveren valt. De internationale engagementen inzake de ondersteuning van ontwikkelingslanden in de strijd tegen klimaatverandering worden niet nagekomen. Het gaat echter niet enkel daarom. U mag dit niet tot deze discussie herleiden. Het gaat immers ook om het intern klimaatbeleid in Vlaanderen. Het gaat om dat beleid, dat betrekking heeft op de Vlamingen.
Er is daarnet gesproken over de in 2013 en in 2014 beloofde maatregelen, de zogenaamde quickwins. Volgens mij betekent dit snelle winsten. Ze zijn bijna twee jaar geleden aangekondigd en op het grootste deel wachten we nog steeds. Slechts 15 procent van de quickwins is tot stand gebracht. Dit betekent dat er iets aan het intern klimaatbeleid schort.
Mijnheer Sanctorum, u hebt last van iets waar ik zelf ook vaak last van heb, namelijk jeugdig enthousiasme. Ik kom straks nog op het interne klimaatbeleid terug. Eerst wil ik nog iets over het internationaal gedeelte zeggen.
We moeten ons ervan bewust zijn dat een klimaatbeleid dat wil werken, niet enkel Vlaams, Belgisch of Europees mag zijn. Het moet een mondiaal beleid zijn. Europa is goed voor ongeveer 10 procent van de broeikasgassenuitstoot. De verantwoordelijkheid van grote vervuilers als India, China en de VS is gigantisch. De historische verantwoordelijkheid vormt hier een deel van. Er wordt echter constant bijkomende vervuilende industrie neergeplant. Wat die verantwoordelijkheid betreft, mogen we de vinger op de wonde leggen. Ik hoop dan ook dat volgend jaar in Parijs een ambitieus akkoord zal worden gesloten. Als we het klimaatprobleem echt willen aanpakken, is dit levensnoodzakelijk. Het is spijtig dat het akkoord betreffende de internationale klimaatfinanciering er nog niet is. Het zou veel erger zijn indien Vlaanderen zelf nog niet tot actie zou zijn overgegaan.
Wat het intern beleid betreft, wil ik stellen dat wel degelijk een sterk klimaatbeleid is gevoerd. Vlaanderen veegt voor eigen deur. De concrete maatregelen zorgen voor een reductie van de broeikasgassen. Tijdens de Kyotoperiode heeft de landbouwsector met een reductie met maar liefst 32 procent het goede voorbeeld gegeven. De elektriciteitsproducenten hebben voor een reductie met 29 procent gezorgd. De industrie heeft de eigen uitstoot met 10 procent laten dalen. De enige grote toename is in de transportsector genoteerd.
Als we alles optellen, blijkt dat Vlaanderen de Kyotonorm heel ruim heeft gehaald. We moesten 5,2 procent minder uitstoten. Uiteindelijk is een vermindering met 8 procent gerealiseerd.
De uitstoot van broeikasgassen daalt sinds 2004 bijna permanent. Toevallig of niet is sinds dat jaar een CD&V-minister verantwoordelijk voor het klimaatbeleid. Die daling is geen gevolg van de aankoop van schone lucht in het buitenland of van een of andere boekhoudkundige truc. Het is ook geen gevolg van de economische crisis. Het is de voorbije tien jaar gelukkig niet permanent crisis geweest.
Mijnheer Bothuyne, u gaat voorbij aan de realiteit van de cijfers die door onze eigen administraties worden voorbereid. Ik veronderstel dat u die rapporten ook wel hebt gelezen. In de periode 2008-2012 werd in de sectoren landbouw, transport, woningen – dat pakket waarvoor het Vlaamse beleid verantwoordelijk is – bijna 8 miljoen ton CO2 te veel uitgestoten. Doordat de industrie door de economische crisis ook onder het Europese systeem van emissiehandel valt, halen we Kyoto. Dankzij het Europese beleid en de economische crisis kunnen wij onze Kyotonorm halen, maar daar waar we zelf verantwoordelijk voor zijn, halen we een veel te hoge uitstoot. Dat is de realiteit. Dan mag u echt niet koketteren met hoe CD&V het beleid de voorbije jaren heeft vormgegeven. U creëert een fout beeld. U hebt er de voorbije jaren voor gezorgd dat er te veel werd uitgestoten in Vlaanderen. Dat is de waarheid.
U doet de waarheid geweld aan door er maar een deeltje van te brengen. Uiteraard heeft het Europese beleid bijgedragen. Uiteraard is er een impact van de economische crisis. Als de landbouwsector zijn uitstoot met 32 procent kan doen dalen, dan is dat wel degelijk omdat er in Vlaanderen beleid rond is gevoerd, omdat er incentives zijn gegeven aan de bedrijven om te investeren in zuinige toepassingen. Daar ligt het Vlaamse beleid wel degelijk aan de basis van de reductie. Is dit voldoende? Uiteraard niet.
We zullen verder moeten gaan om de Europese doelstellingen 2020 te halen in de volgende periode. Vandaar het Klimaatbeleidsplan dat pas vorig jaar is goedgekeurd. Dat is niet alleen een plan, er is ook geld voor. Er is het Vlaams Klimaatfonds waarin middelen zijn ondergebracht om ervoor te zorgen dat de projecten effectief kunnen worden betaald. Het zijn projecten om sociale woningen te isoleren, kmo’s te helpen, energiezuiniger te werken en landbouwers toe te laten hun mest te vergisten en zo groene stroom te produceren. Een ander project betreft laadpaleninfrastructuur om elektrische auto’s te installeren. Er zijn heel wat projecten die worden of zullen worden gefinancierd, mijnheer Sanctorum, met middelen uit het Vlaams Klimaatfonds.
Elke keer als u de heer Sanctorum zijn naam noemt, dan reageert hij. (Gelach)
Er wordt een debat gevraagd en dan krijgt u een debat.
Mijnheer Bothuyne, u hebt het nu over de quick wins. U verwijst graag naar het Klimaatbeleidsplan. Investeringssteun in de glastuinbouwsector en de investeringssteun kleinschalige vergisting zijn allemaal voorbeelden die Vlaanderen op de goede weg moeten helpen. Als die maatregelen worden beloofd maar niet worden gerealiseerd, dan komt u uw engagementen uit het Klimaatbeleidsplan niet na. Waarom gebeurt dat niet? Waarom worden die beslissingen niet genomen?
Die beslissingen zullen wel degelijk worden genomen als ze nog niet genomen zijn. Dat geldt voor een heel aantal projecten. Het is ook belangrijk om een plan van 2013 tot 2020 te evalueren op het moment dat het is beëindigd. Een jaar nadat het is opgestart de rekening maken, is oneerlijk.
Dat zijn zaken die werden aangekondigd voor de voorbije twee jaar. U moet niet verwijzen naar 2020. Die moesten al zijn gerealiseerd en dat is niet zo. Dat is nu net het grote probleem. We praten over klimaatbeleid en er worden grote verklaringen afgelegd, maar er gebeurt vanuit de regering in de feiten onvoldoende. Dat is de waarheid. Eigenlijk zou u wel een mea culpa moeten slaan, maar niet over uw eigen verbruik, ook niet over dat van de minister of de heer Vandaele. Het gaat over een mea culpa van de Vlaamse Regering, en niet alleen dat. Er moet eindelijk eens worden gestart met een echt klimaatbeleid die naam waardig!
Ik heb de indruk dat vooral u goed bent in goeie en grote verklaringen, maar zeer weinig concrete voorstellen doet.
U antwoordt niet op mijn vraag.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, ik weet niet met welke cijfers u werkt, maar ik hoop dat ze van dezelfde studies zijn. U vergelijkt de cijfers van 2008 met die van 2012. De 20-20-20-regel van Europa heeft als referentiejaar 2005.
Als u dan kijkt ten opzichte van 2005, dan denk ik dat Vlaanderen – ik spreek niet over België – het voor de CO2-uitstoot niet-ETS niet slecht doet en waarschijnlijk de doelstelling in 2020 kan halen, inclusief voor landbouw, lachgas enzovoort.
U zegt zelf dat u de hand reikt, maar met welk voorstel? Ik wil wel eens zien met welk voorstel u dat zult doen. Ik ken ze: 100 procent hernieuwbare energie, maar wie zal dat betalen? Stop in godsnaam met het volledig dogmatiseren van de discussie over het klimaat.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Collega Sanctorum, ik vraag toch een beetje duidelijkheid van Groen. U verwijt deze meerderheid vaagheid.
Deze meerderheid beslist inzake landbouw om de instandhoudingsdoelstellingen en de Europese engagementen aan te gaan op een evenwichtige manier, met respect voor iedereen, en wil de discussie tussen landbouw- en milieudoelstellingen op een correcte manier voeren. Maar gisteren hoorde ik uw collega van Groen in de commissie Landbouw, waar de landbouwsectoren het woord namen, pleiten voor de landbouwers en hoorde ik daar helemaal niets over milieudoelstellingen. Als u ons vandaag een lesje wilt leren in milieu en klimaat, dan stel ik voor dat u begint met dat lesje te leren aan uw eigen partijgenoten en eens duidelijkheid schept over waar u echt naartoe wil. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Gryffroy, ik stel voor dat u het hele Klimaatbeleidsplan eens leest en dan zult u zien dat er inderdaad een probleem is. U haalt er één grafiekje uit, maar dat is natuurlijk niet de kern van het probleem.
Wat betreft de concreetheid, collega’s, stel ik voor om de politieke spelletjes opzij te schuiven. Ik ben inderdaad heel kritisch, want er is een probleem en eigenlijk weten jullie dat allemaal. Er is een probleem met dit beleid. Ik reik inderdaad de hand. Ik heb daarnet drie concrete voorstellen gedaan: nog dit jaar moet er duidelijkheid komen over de beloofde maatregelen voor 2013-2014; er moet een pakket van maatregelen zijn voor 2015 tot 2020; er moet duidelijkheid zijn over de financiering. Wij zijn bereid om daaraan mee te werken. Als het gaat over concrete voorstellen, kan ik u een hele waslijst geven. Dan gaat het bijvoorbeeld over de vergroening van de autofiscaliteit. Daarnet werd verwezen naar de belasting op de inverkeerstelling (BIV). Dat is maar één klein stapje en dat ging zeer moeizaam in dit parlement. De heer Vandaele kan dat bevestigen. Maar het gaat over veel meer dan dat. Het gaat over de jaarlijkse autobelastingen, het gaat over het hele vergroeningspakket van de autofiscaliteit. Daar blijven we gewoon de beslissingen voor ons uit schuiven. Laat ons aan tafel zitten en samen knopen doorhakken.
Dat ‘pakket’ is weer zo’n algemeen woord. Dat is een dogmatisch woord. Wees dan concreet en zeg ook wat het kost.
Voorzitter, ik ben blij dat de heer Sanctorum toch wel erkent dat we inderdaad een stap hebben gezet. Het is misschien een kleine stap, collega, maar we hebben hem samen wel gezet. Ik denk dat er nog veel zullen komen in de loop van deze legislatuur.
Er wordt geïnsinueerd dat ik niet concreet zou zijn. Ik ben heel concreet. Er wordt al zeer lang gesproken over een slimme kilometerheffing waarbij mensen die minder of buiten de spitsuren rijden, worden beloond en dat mensen die meer kilometers rijden tijdens de fileperiodes, iets meer betalen. Je zou een budgetneutrale operatie uitvoeren, maar met een duidelijke vergroening van de fiscaliteit. Dat is een zeer concreet voorstel. Uit allerlei studies, die jullie ongetwijfeld ook hebben gelezen, blijkt dat dat een gigantisch voordeel oplevert voor ons klimaat. Waarop wachten we dan nog?
Collega Sanctorum, ik heb die voorbeelden toch genoemd? De kilometerheffing voor vrachtwagens staat in het regeerakkoord. Daar zijn afspraken over. Daar wordt werk van gemaakt. Wat betreft de autofiscaliteit voor gewone personenwagens is er een pilootproject. Daar wordt werk van gemaakt. U kunt toch niet zeggen dat er niets gebeurt?
Ik denk dat we het daarmee niet zullen halen.
Er worden concrete maatregelen gevraagd. Wel, er zijn concrete maatregelen genomen. Er is daarnet al gesproken over de BIV. Er zijn de steeds strenger wordende eisen voor nieuwbouwwoningen. Er worden passiefscholen gebouwd over heel Vlaanderen. Er worden warmtenetten ondersteund. Onze vorige minister-president heeft er via de ecologiepremie voor gezorgd dat straks de overtollige warmte van Stora Enso, een papierfabriek, niet langer de lucht wordt ingeblazen maar nuttig wordt hergebruikt in de fabriek van Volvo enkele honderden meter verderop. Her en der in Vlaanderen zijn er nog dergelijke projecten uitgerold of in uitvoering.
Is dat genoeg? Neen. Moeten we verder gaan? Heel zeker. Daarom denken wij dat er een heel pakket van maatregelen moet komen. Dat zit vervat in het regeerakkoord. Op die manier kunnen we er stap voor stap voor zorgen dat we de doelstelling van 2020 halen, en later, als de doelstelling voor ons land is vastgelegd, ook die van 2030.
Ons klimaatbeleid is gebaat bij een constante evolutie, niet bij een revolutie. Als we morgen alle industrie in Vlaanderen sluiten of alle auto’s van de weg bannen, halen we ongetwijfeld met gemak onze klimaatdoelstellingen. Maar dat kan niet de bedoeling zijn. We hebben een beleid nodig dat stap voor stap vooruitgang boekt, met een breed draagvlak. Want zonder de medewerking van de Vlamingen, de Vlaamse bedrijven, onze lokale besturen en zo verder zal het niet lukken.
Wat is er dan concreet nog meer nodig? Op het vlak van energiebeleid moeten we verder inzetten op meer hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Voor ons is een beleid dat bestaat uit een intelligente mix van energiescans, begeleiding, premies en financiering, via de Vlaamse energielening, de juiste keuze. Meer dan vroeger moet daarbij worden ingezet op totaalrenovaties en het bereiken van de armste gezinnen. Zij hebben meestal de hoogste energiefactuur en de hoogste uitstoot. Daar moeten we aan werken.
Dat alles moet passen in een langetermijnvisie, vandaar ook het energiepact dat we willen afsluiten met de Vlaamse en de Federale Regering, zodat we op termijn een duurzame en betaalbare energievoorziening kunnen garanderen voor iedereen, waarbij de klimaatimpact van ons energieverbruik verder gereduceerd wordt.
De heer Crombez heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik wil mijn vraag van daarnet nog eens herhalen. Waarom heeft de meerderheid gisteren het Minafonds met 10 miljoen euro verminderd? We hebben daar nog geen antwoord op gekregen. We hebben gisteren al gezegd dat wij tegen zijn. We hebben geprobeerd om het amendement van de regering te amenderen, maar dat is mislukt. Als u het allemaal meent wat u zegt, waarom hebt u gisteren dan 10 miljoen euro aan investeringen voor klimaat en milieu geschrapt?
En ten tweede, als u vindt dat de grotere gezinnen het meest last hebben van energiearmoede, hoe komt het dan dat u het gratis kilowattuur schrapt? Dat systeem bestond net om de factuur voor de grotere gezinnen kleiner te maken. Dat was een herverdeling tussen de verschillende actoren in de maatschappij, om voor gezinnen met kinderen de factuur wat te drukken. Dus stel ik u opnieuw de vraag: als u meent wat u zegt, waarom schrapt u dan het gratis kilowattuur?
Mijnheer Bothuyne, ik hoor u graag zeggen dat de meest kwetsbare gezinnen de meeste nood hebben aan stimulansen om te renoveren en isolatie te plaatsen. Maar waarom hervormt u dan de renovatiepremie en maakt u het voor de mensen die die nood hebben, net moeilijker om hun woning te renoveren? U gaat nu de premie in stukjes teruggeven, waardoor mensen zeggen: laat maar, het is te duur voor mij, het duurt te lang voor ik mijn premie krijg, ik ga toch maar niet investeren in renovatie. Dat toont toch net aan dat het klimaatbeleid van deze regering niet goed is?
Mijnheer Crombez, elke studie over het gratis kilowattuur zegt dat die gratis energie er net voor zorgt dat de uitstoot verhoogt. Mensen geven er niet meer om of ze nu meer of minder elektriciteit verbruiken, om de simpele reden dat ze het gratis krijgen. Alleen bestaat gratis niet. Gratis wordt altijd betaald en verrekend in de energiefactuur. Elke studie geeft aan dat het gratis kilowattuur een antiklimaatmaatregel is en was. En daarom willen wij ervan af. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Beenders, wij kiezen er net voor om met een versterkt premiestelsel en een versterkte energielening te gaan voor energierenovatie. Het feit dat de renovatiepremie, die niets te maken heeft met energierenovatie, maar met andere elementen van de woningbouw, hervormd wordt, zal er niet voor zorgen dat we minder woningen gaan renoveren op het vlak van hun energieverbruik.
We hebben een intelligente mix gevonden van maatregelen met begeleiding, met premies en een lening, die ervoor zullen zorgen dat, veel meer dan vroeger, de energiearmoede aan de bron zal worden aangepakt.
Mijnheer Crombez, ik zat niet in de commissie Begroting, dus ik weet niet welke uitleg daar is gegeven op uw begrotingsvraag. Ik ga ervan uit dat we eerst en vooral onze engagementen ten aanzien van de jongeren willen nakomen, dat we de studiefinanciering willen garanderen. Dat is de prioriteit, zonder de concrete projecten inzake leefmilieu te verminderen. Maar dat is iets voor de commissie Begroting.
We steunen de meerderheid dat er ten minste voldoende geld is voor de studiebeurzen. Maar mijn vraag ging over iets anders. Voorzitter, aan wie moeten we hier eigenlijk vragen wat het standpunt is van de coalitie en de regering? We hebben twee ministers en twee volksvertegenwoordigers gehoord, maar aan wie moeten we die vraag nu stellen?
Gaat het over het amendement van die 10 miljoen euro?
Twee leden van de meerderheid komen hier zeggen dat ze een ambitieus klimaatbeleid willen voeren. Mijn vraag is heel simpel: waarom hebben jullie gisteren vanuit de regering de middelen voor investering in duurzaamheid, klimaat, preventie en sanering met 10 miljoen euro verminderd? Dat is heel concreet. Dat is het verschil tussen wat je aankondigt en wat je doet. Het is een eenvoudige vraag, maar aan wie moet ik ze stellen?
Mijnheer Schiltz, kunt u daarop antwoorden?
Ja, voorzitter, ik wil antwoorden. Mijnheer Crombez, ik krijg het er stilaan van op mijn heupen. Alles is voor u een begrotingskwestie. Ik zeg u, het is een begrotingskwestie. Deze regering moet gigantische kapitalen besparen door het wanbeleid van vorige regeringen. Ik zal het nog drie keer zeggen, waaronder vandaag. (Applaus bij de meerderheid)
Als er geen geld in de kas is om klimaatbeleid te voeren, dan moeten we dat op een andere manier zoeken. De rist maatregelen die deze regering voorstelt, is al opgenoemd: energiebesparing door isolatie, hervorming van het energieprestatiecertificaat, zorgen dat de distributiestructuren van het netwerk verder kunnen, zorgen dat de steden en gemeenten hun ding kunnen doen. Stop met alles te herleiden tot het debat in de commissie Begroting. (Applaus bij de meerderheid)
We maken verder werk van een klimaatvriendelijk energiebeleid. Voor onze bedrijven gaan we hetzelfde doen met de energiebeleidsovereenkomst waar een nieuwe generatie zich aandient. Het energieverbruik van de duizenden kmo’s zullen we verder laten dalen met begeleiding, ondersteuning en derdebetalersystemen. Op het vlak van ruimtelijke ordening zetten we stappen vooruit met het beleidsplan Ruimte Vlaanderen, waar intelligente keuzes zullen worden gemaakt om de open ruimte niet meer zomaar aan te snijden.
Dan is er nog de grote uitdaging van de mobiliteit. Er zijn stappen gezet met de vergroening van de belasting op de inverkeerstelling (BIV), de aankoop van zuinige bussen, de investeringen in tramlijnen en fietspaden enzovoort, maar we moeten verder gaan. Wij zijn voorstander van een mobiliteitsbudget. De bedrijven en hun werknemers willen we niet langer dwingen om te kiezen voor een bedrijfswagen. We laten de mensen, financieel even voordelig, kiezen tussen de verschillende vervoersmodi. Zo halen we straks effectief auto’s van de weg, verminderen we de files en de broeikasgasuitstoot. En dat staat wel in het regeerakkoord.
Ook geeft het regeerakkoord aan dat we verder werk maken van de kilometerheffing voor vrachtwagens. We gaan de slimme kilometerheffing verder bestuderen om daar ook stappen vooruit te zetten. De introductie van lage-emissiezones, in de eerste plaats bedoeld om luchtvervuiling in hotspots tegen te gaan, zal ook een bijdrage leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit in het algemeen en aan het klimaatbewustzijn in het bijzonder.
Auto’s zullen nodig blijven, maar welke auto’s hier rijden, daar kunnen we wel iets aan doen. Europa vraagt ons land tegen 2016 een actieplan elektrische voertuigen op te maken. 21.000 publieke laadpalen zijn daarvoor nodig. In Vlaanderen staan er nu 861. Dus hier moeten we zeker nog een tandje bij steken.
Collega’s, er is veel werk op de plank, maar dat neemt niet weg dat we moeten vaststellen dat de minister en de Vlaamse Regering wel degelijk hun job doen. We zitten op schema. De uitdaging is om dat zo te houden. We moeten daar met ons allen aan werken, bekende of onbekende Vlamingen. Het klimaat is van ons allemaal en te belangrijk om er spelletjes mee te spelen. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Bothuyne, het staat u natuurlijk vrij om te zeggen wat u wilt. Dat is uw eigen verantwoordelijkheid. Maar u zegt dat we op schema zitten. Dat is niet waar. De cijfers bewijzen dat dat niet waar is. We zitten niet op schema. Daarom herhaal ik nog eens mijn vraag. Bent u bereid om ervoor te zorgen dat tegen het einde van deze maand een duidelijk pakket van klimaatmaatregelen klaar ligt, zodanig dat we weten dat we onze 2020-doelstellingen halen? Vandaag is dat niet duidelijk. Nogmaals, wij willen daar gerust aan meehelpen.
Mijnheer Sanctorum, hebt u eigenlijk geluisterd? Ik heb daarnet meer dan tien maatregelen opgesomd, die heel concreet zijn en heel concrete stappen vooruit zullen betekenen. Zij zullen de broeikasgassen terugdringen. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Als u het daar niet mee eens bent, moet u het zeggen.
Wij hebben die maatregelen getroffen, het geld is er, wij zullen dat ook zo uitvoeren. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Mijnheer Sanctorum, we horen niets meer. Mijnheer Bothuyne, ik heb uw antwoord op de heer Sanctorum niet gehoord.
Ik denk dat de heer Sanctorum mijn antwoord duidelijk gehoord heeft. Wij zullen de geplande maatregelen, die noodzakelijk zijn om de uitstoot terug te dringen, effectief nemen. Ze zijn opgenomen in het regeerakkoord. De komende maanden en jaren zullen we ze uitrollen, zodat Vlaanderen effectief de doelstelling haalt in 2020.
Voorzitter, ik wil het veeleer hebben over de manier waarop we discussie kunnen voeren in het parlement. Er is door de vijfde spreker een antwoord gegeven op de concrete vraag. Het antwoord is dat het allemaal komt door het wanbeleid van de vorige regeringen. De heer Schiltz doet dat wel vaker. Hij valt dan CD&V en de N-VA aan en heeft het over het wanbeleid dat zij de vorige jaren hebben gevoerd. Dan krijgt hij het op zijn heupen als wij vragen stellen. (Opmerkingen van de heer Willem-Frederik Schiltz)
Dat zei hij letterlijk.
Voorzitter, ik richt mij tot u. Tot wie moeten wij ons richten? Gisteren hebben de mensen van de meerderheid in de commissie Begroting, waar wij meestal degelijke discussies hebben, geen antwoord gegeven. Er komt geen antwoord van de regering. Als je zulke elementaire vragen stelt als waarom er nu 10 miljoen euro minder wordt geïnvesteerd in datgene waarover we het hier hebben, is het dan zo onredelijk van de oppositie om te vragen waarom de meerderheid gisteren nog maar heeft beslist om daar 10 miljoen euro uit te halen? Voorzitter, dat is toch geen onredelijke vraag? Of vergis ik mij?
Voor mij is dat geen onredelijke vraag. Maar als de regering daar niet op kan antwoorden, stel ik voor dat zij u binnen een paar dagen een schriftelijk antwoord bezorgt. Ik denk dat dat de verstandigste oplossing is. Ik kan de regering niet zes keer vragen of zij wil antwoorden. (Applaus bij sp.a)
We hebben hier een register van toezeggingen. Ik beschouw dat als een toezegging van de regering. Mijnheer Crombez, ik veronderstel dat u een schriftelijk antwoord zult krijgen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, we hebben gisteren een lang debat gehad in de commissie. We hebben er al een aantal gehad over de begroting. We hebben ook al een debat gehad over het amendement. Minister Schauvliege heeft net geantwoord. Het gaat om een verschuiving waarbij niet wordt bespaard op klimaat en niet op de klimaatdoelstellingen. De 10 miljoen euro wordt effectief verschoven voor één jaar. Maar dat is geen besparing op het onderdeel dat te maken heeft met de klimaatdoelstellingen. Het gaat om een eenmalige besparing op het vlak van rioleringen. Die besparing kan perfect worden uitgelegd door de bevoegde minister. Het is geen besparing op het onderdeel klimaat.
Men doet alsof deze regering niets doet. Ik zal spreken over mijn bevoegdheid. De beste manier om klimaatdoelstellingen te halen, is ervoor zorgen dat je minder verbruikt en minder uitstoot hebt. Het is de eerste keer dat het onderdeel energie-efficiëntie zo hoog op de agenda staat in een regeerakkoord.
We hebben in de commissie Energie al zeer goede debatten gehad. Door de zesde staatshervorming komt de energielening vanaf 1 januari 2015 naar Vlaanderen. Die wordt op dit moment niet volledig benut. We hebben het budget om meer leningen te geven maar gebruiken het op dit moment niet. We gaan die energielening hervormen. We zijn die transparanter en gemakkelijker aan het maken, en in het pakket aan het zetten met de REG-premies (rationeel energiegebruik). We verbeteren de energiesnoeiers. Daardoor zorgen we ervoor dat de energiesnoeiers echte audits zullen doen. Daardoor zorgen we voor een pakket, waardoor onze consumenten onze doelstellingen op het vlak van energie-efficiëntie meer dan halen.
Daarnaast werken we het systeem van de derdepartijfinanciering nog verder uit in de bedrijfswereld. Het bestaat al in Vlaanderen maar Duitsland haalt betere resultaten. We zoeken onder andere met PMV uit hoe we dat systeem en de vóórfinanciering voor bedrijven om te investeren in energie-efficiënte maatregelen kunnen verbeteren. We nemen dus concrete maatregelen. Een paar maanden na de start van deze regering hebben we al zo’n volledig pakket voor de consumenten. Met het pakket voor de bedrijven zijn we volop bezig.
De heer Bothuyne heeft verwezen naar de warmtenetten. Vanaf 5 december is er een tweede call om projecten op te starten. We hebben 8 miljoen euro gereserveerd om extra investeringen te doen in groene warmte.
U spreekt over groene energie, maar groene warmte is een goedkopere manier om onze doelstellingen van hernieuwbare energie te halen. Daar hebben we in Vlaanderen nog een enorm potentieel voor. Als we op dat vlak ooit het niveau van Nederland zouden kunnen halen, dan zijn we ook al stappen verder.
Kijk naar ons regeerakkoord, kijk naar onze maatregelen, en u zult zien dat we de daad bij het woord voegen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, in dit debat is het belangrijk om elkaar en de mensen thuis geen angst aan te jagen voor een klimaatbeleid. Er werd al een kleine opening gemaakt, maar het is natuurlijk het teloorgaan van het klimaat, de vervuiling, de verkwanseling van schaarse grondstoffen die het probleem zijn en niet het beleid daartegen.
Een dergelijk beleid moet ervoor zorgen dat onze economie er niet één is van rook spuwende bedrijven maar van bedrijven die propere producten maken, die ervoor zorgen dat onze omgeving beter wordt en niet slechter, dat wijzelf en onze kinderen het niet slechter hebben maar beter. Een dergelijke omslag is geen verhaal van kommer en kwel, niet van elkaar pijn doen, soms wel van heftige debatten in het parlement.
Groei is niet per se groei van schulden. Het is niet een systeem in gang zetten, een systeem van windmolens en zonnepanelen, en dat zal wel groeien, en de schulden zullen ook wel groeien, en we zien dan wel. Als u zit te hameren, leden van de oppositie, op het feit dat deze regering geen enorme zak met geld heeft om op tafel te smijten en alles te regelen, dan is dat omdat er veel opgestapelde schulden zijn. Met dat beleid, door aan de mensen te vertellen: “Uw factuur is zo hoog omdat uw buurman zonnepanelen heeft”, zullen we geen draagvlak creëren voor hernieuwbare energie en voor een properder klimaat. Want dat is de essentie, zorgen voor een draagvlak.
Deze regering neemt een aantal andere maatregelen die niet budgettair van aard zijn. Ik heb er al een paar genoemd, het EPC-systeem wordt hervormd en we werken aan groene warmte. De regering moet creatieve manieren zoeken om die transitie te realiseren zonder dat het veel geld kost, want dat is er niet. We gaan onze economie niet in de kiem smoren en we gaan de mensen geen pijn doen ter wille van het klimaat, want dan geven ze het op.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Mijnheer Schiltz, ik krijg het op mijn heupen. U en sommige van uw collega’s schuiven telkens weer als excuus naar voren dat het aan de socialisten ligt, dat wij slecht bestuurd hebben en een gat hebben achtergelaten. (Rumoer)
Ik ben minister geweest in de vorige regering, samen met de N-VA en CD&V. We hebben geen enkele begroting afgesloten met een tekort. Als er schulden zijn opgestapeld, als er slecht bestuurd is, is dat misschien gebeurd toen u in de Vlaamse Regering zat!
U hebt die buiten de begroting gehouden. Zo is het gemakkelijk
Mijnheer Schiltz, ik ben het met u eens wanneer u zegt dat de politieke wereld moet werken aan de versterking van het draagvlak. U verwijst dan naar de zonnepanelendiscussie, en zegt dat het een slechte zaak is dat mensen tegen elkaar werden opgezet. Mensen met zonnepanelen werden opgezet tegen hun buurman, die er misschien geen heeft. Maar u weet toch dat uw partijgenoot, de heer Geert Versnick, dat op gang heeft getrokken? Ik ben het met u eens, maar vind het vreemd dat u dat vermeldt, want Open Vld heeft de zaak op gang getrokken.
De heer Somers heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, ik begrijp u niet goed. Ik denk dat we het over de grond van de zaak eens zijn: vanuit maatschappelijk oogpunt is het onverantwoord en vanuit klimaatoogpunt is het contraproductief om de komende jaren de recurrente factuur van meer dan 1,2 miljard euro – dat is meer dan we jaarlijks uitgeven aan openbaar vervoer – te betalen om zonnepanelen te installeren die goed zijn voor minder dan 1 procent van onze energieproductie. Zo zullen we geen draagvlak creëren. Dat is volslagen contraproductief. De oversubsidiëring die we jarenlang hebben volgehouden en waarvoor we nu de factuur zullen moeten betalen – het gaat om de recurrente én de historische kosten, die in 2019 zullen oplopen tot 1,5 miljard euro … (Opmerkingen bij sp.a)
Uw minister droeg toen de verantwoordelijkheid. Als we daarmee doorgaan, vernietigen we het draagvlak voor wat een zeer belangrijk beleidsdomein is: zorgen voor een degelijk klimaatbeleid waarbij we de CO2-uitstoot terugdringen. Als de heer Schiltz daarnaar verwijst, dan heeft hij 100 procent gelijk. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer Somers, ik zeg alleen dat het culpabiliseren is begonnen met opmerkingen van uw partijgenoot. Ik stel dat gewoon vast. Voorts ben ik het met u eens dat oversubsidiëring geen goede zaak is. Zodra zonnepanelen rendabel zijn, zijn subsidies niet meer nodig. Het is evenwel zo dat wat vandaag in de groene-energiesector gaande is, dramatisch is. Vandaag weet niemand nog waaraan men zich mag verwachten. En u, als liberalen, weet als geen ander dat investeerders duidelijkheid van de overheid willen.
Mijnheer Sanctorum, leden van de sp.a-fractie, de reden waarom ik fors uithaalde en zei dat het de schuld van de socialisten is – ik heb niet de gewoonte om zo te spreken –, is het feit dat uitgerekend jullie onze minister aanvallen met te zeggen dat zij geen beleid voert, dat ze alleen maar bespaart, en dat ze tegen een klimaatbeleid is. Dan zeg ik: wacht eens even. Ik zou een aantal opiniestukken van mevrouw Van Brempt kunnen voorlezen waarin zij mijn en andere ministers allerlei baldadigheden tegen het klimaatbeleid en een groene-energiepolitiek toeschrijft. Het is uitgerekend deze minister die al meermaals – ook in haar beleidsbrief – heeft verklaard dat zij groene energie wil blijven steunen. Maar ze wil dat wel op een rationele manier aanpakken. Zij wil dat niet doen door het geld uit de mensen hun zakken te halen, en als die leeg zijn, het uit hun spaarpot te halen. U brandt die voluntaristische aanpak af. Wel, dan bouw ik een verdediging op. Want het klimaatdebat gaat over de wil om iets te veranderen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mijnheer Schiltz, u hebt het over de wil om iets te veranderen. Ik stel alleen maar vast dat uw partij en uw fractie al enkele keren van mening is veranderd. Voorzitter, kunnen de heren Schiltz en Somers de Handelingen ontvangen van de besprekingen van het Energiedecreet, van december 2012?
Ik zit hier lang genoeg om het mij te herinneren. Bij de bespreking heeft mevrouw De Knop namens de Open Vld-fractie het wijzigingsvoorstel dat de subsidiëring voor zonnepanelen terugschroefde en de onrendabele top wegsaneerde, afgebrand als was het ketterij en ze voorspelde het einde van de zonnepanelensector. Vandaag moeten we allemaal vaststellen dat die zonnepanelensector niet dood is. Integendeel, toen is er een einde gemaakt aan die onrendabele top en vandaag spreken we nog altijd van een duurzame investering in die sector. Die is toen, met uw goedvinden op dat moment, mee mogelijk gemaakt, maar op het moment dat er een bijsturing nodig was, gaf uw fractie niet thuis. (Applaus bij sp.a)
Mijnheer Van Malderen, uw redenering is toch wel erg krom.
Ik citeerde uw fractiegenote.
Wij – wij trouwens niet alleen, ook de collega’s van Groen – hebben in de vorige legislatuur vanop de oppositiebanken regelmatig gewaarschuwd voor het totaal uit de hand lopen van de kosten van de subsidiëring van de zonnepanelen. Uw minister droeg daar de verantwoordelijkheid voor. Ze heeft vijf jaar lang als een struisvogel de kop in het zand gestoken, met het gevolg dat we vandaag met een onvoorstelbaar grote factuur van 1,7 miljard euro per jaar zitten. Die factuur zullen we nu moeten wegwerken. Dat is een hypotheek. Dat is een fout beleid van het oversubsidiëren van zonnepanelen, dat de mensen veel geld zal kosten. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer Somers, het is niet omdat u het vaak herhaalt dat het de waarheid is. Het is niet omdat u het gelooft dat het ook klopt. In twee keer is die subsidiëring gereduceerd en totaal weggewerkt, en daarvoor is één minister verantwoordelijk geweest. Dat is mevrouw Van den Bossche, punt.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Men verwijst hier naar Handelingen van december 2012. Ik was daar ook bij. Mijnheer Van Malderen, wat u nu zegt, is niet correct. Ik heb in mei 2010 hier vooraan gepleit voor het meteen verlagen van de groenestroomcertificaten. Iedereen die toen in het parlement was, was daar getuige van, zelfs vlak voor de verkiezingen! Onze fractie was dus zeer duidelijk! Wij wisten dat er oversubsidiëring was. Uw minister wist het ook! Uw toenmalige energiespecialist, de heer Martens, wist het ook, want het stond in de sp.a-nota. Er is echter een jaar niets gebeurd, niets, omdat men binnen de regering niet overeenkwam! Het Energiedecreet is een jaar later goedgekeurd, met als gevolg dat er nu een schuld is van 1,7 miljard euro, door het getalm van uw minister. Alle gezinnen, alle mensen die vandaag geen zonnepanelen hebben, gaan dankzij sp.a de rekening betalen!
We hebben nu een mooi rondje uitgevochten over wiens schuld het was. (Opmerkingen van de heer John Crombez)
Nu wil de heer Crombez een rondje uitvechten over wie er begonnen is. Ik heb er al bijna spijt van dat ik naar het Vlaams Parlement ben gekomen. (Opmerkingen)
Dat was ironie.
We voeren vandaag dit debat opnieuw omdat een aantal mensen het op de agenda hebben gezet. Onze fractie heeft veel respect voor het engagement dat deze mensen hebben getoond. De Klimaatzaak is een knap initiatief. We moeten daar niet flauw over doen: het gaat niet over elf bekende mensen die hun gezicht nog eens in de boekjes willen hebben. Dat is ondertussen een veel grotere groep mensen. De strijd die zij willen aangaan, is lovenswaardig. Mijn fractie is evenzeer van mening dat het instrument misschien niet het meest ideale is. Wij zijn geen voorstander van een ‘gouvernement des juges’, een regering van rechters die bepaalt wat er moet gebeuren. Beleidsbeslissingen moeten door het beleid worden genomen, en dan ook het liefst in een federaal of een Vlaams Parlement, een democratisch parlement worden bediscussieerd.
Natuurlijk mogen we ook niet de fout begaan het initiatief van deze mensen weg te sussen. Wat dat betreft, is er hier en daar toch wel wat ruis op de lijn gekomen. Een mooi christelijk gezegde luidt dat men eerst de balk uit het eigen oog moet halen alvorens naar de splinter in dat van een ander te zoeken. Of een van de woordvoerders van het initiatief al dan niet beter of minder goed zijn best doet om het klimaat te redden dan de dames en heren ministers of de collega’s, lijkt me dus eigenlijk minder belangrijk.
De essentie is dat ons klimaatbeleid er een is waarbij we draagvlak zoeken, niet alleen met actiegroepen, maar ook met burgers en bedrijven, individueel of collectief, al naargelang, maar zeker ook met steden en burgemeesters. De rol van steden en lokale overheden in een klimaatbeleid kan niet worden onderschat.
Na de top van Kopenhagen, die niet de meest succesvolle was, zijn een aantal geïnspireerde burgemeesters gaan samenzitten. Ze dachten dat het voor grote landen misschien te moeilijk was om ineens een zwaar engagement aan te gaan en dat zij, als vertegenwoordigers van het lagere niveau, het niveau dat dichter bij de mensen staat, op zoek konden gaan naar manieren om toch aan de slag te gaan en ervoor te zorgen dat het klimaat en het milieu er op verbeteren. Zij hebben dan het Convenant of Mayors afgesloten, een soort contract tussen burgemeesters om in de steden op zoek te gaan naar quickwins – of hoe je het ook wilt noemen –, naar manieren om een stad, een wooneenheid op zo’n manier in te richten dat je grote klimaatwinsten kunt boeken.
Dat initiatief ondersteun ik ten zeerste. Ik werp het veel lof toe. Het kan een belangrijk voorbeeld zijn van hoe je het klimaat moet aanpakken, namelijk niet alleen met grote toppen en engagementen, hoewel die ook belangrijk zijn. Er is verwezen naar de verschillende internationale instrumenten. We zijn geen eiland in de wereld, zeker niet. Maar we mogen ons ook niet verstoppen achter de brede internationale context. Wat we zelf doen, kunnen we ook beter doen en daardoor ook de steden betrekken.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mijnheer Schiltz, ik vind uw insteek over de lokale besturen zeer interessant. Collega’s, als u naar www.klimaat.be surft, vindt u een overzicht van alle steden en gemeenten die lokaal heel dynamisch en ambitieus bezig zijn met die klimaatthematiek. Daar zijn ook heel wat grote steden bij. Collega’s, velen van u zijn ook lokaal zeer actief als schepen of burgemeester. U kunt zien dat onder andere Genk, Gent, Antwerpen en Leuven zich hebben geëngageerd om klimaatneutraal te worden.
De heer Sanctorum vraagt naar quickwins en wat er op korte termijn kan gebeuren. Ik wil de minister vragen waarom ons Vlaams Klimaatfonds niet kan worden aangewend om die lokale besturen te ondersteunen in de opmaak van hun Klimaatbeleidsplan.
Mevrouw Taeldeman, ik dank u voor de zeer nuttige toevoeging.
Collega’s, het beleid kan een aantal instrumenten uitrollen en een aantal impulsen geven. Deze regering doet dat ook binnen haar budgettaire marge. Ik zeg dit tegen mijnheer Crombez, maar hij is er blijkbaar niet meer. Misschien heb ik hem weggejaagd.
Het stimuleren van de omslag naar een economie waar propere producten goedkoper zijn en waar de vervuiler mee betaalt, is natuurlijk een belangrijk element. Het is de kern van de zaak waarover het in het beleid gaat. Alleen kunnen wij dat beleid niet enkel vanuit het parlement, vanuit de regeringscenakels voeren. Zoals ik al zei, moeten we dat samen met steden en gemeenten doen, maar ook met de industrie en met individuen. We moeten de creativiteit van de mensen stimuleren om samen met ons na te denken hoe we die omslag kunnen maken.
Collega’s, de omslag naar een economie waarbij de bedrijven en producten proper zijn en beter voor het milieu, zorgt voor groei en welvaart. Mijnheer Sanctorum, het hoeft inderdaad niet altijd pijn te doen. Het kan er ook voor zorgen dat, in plaats van moeilijk op te boksen tegen economische grootmachten, net deze regio een topregio kan worden van innovatie in dergelijke propere producten. Op die manier kunnen we weer een stapje vooruitgaan en meer welvaart voor onze burgers teweegbrengen. Op die manier, collega’s, wordt klimaat een zaak van welvaart en vrijheid, niet alleen nu maar ook voor onze kinderen. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Schiltz, u maakt een goede analyse. We moeten niet wachten op de dynamiek van de internationale klimaattoppen en van de Verenigde Naties. We mogen veel verwachten van de lokale besturen. Dat klopt allemaal. Maar in dit parlement en dit debat ging het in de eerste plaats over het Vlaamse klimaatbeleid. Dan stel ik opnieuw de vraag: wat doen we met ons klimaatbeleid? De andere fracties hebben daar telkens volgens hun insteek op geantwoord.
We stellen vast dat het onvoldoende is. Wat stelt Open Vld voor om een tandje bij te steken?
Collega, ik heb dat onderdeel van mijn betoog bewust kort gehouden omdat er door anderen al naar verwezen is. Mijn partij levert de minister van Energie en die heeft ook al een aantal concrete maatregelen genoemd.
Groene warmte is een belangrijke maatregel. Het grootste deel van de uitstoot zit in het transport en de gebouwen. We willen het Vlaams Energiebedrijf hervormen tot leverancier en esco-leverancier (energy service company) van de Vlaamse overheid. Dat is een ingewikkelde term om te zeggen dat we een systeem hebben bedacht waardoor gebouwen van de Vlaamse overheid energiezuiniger kunnen worden. Dat zijn belangrijke elementen, net als het hervormen van het energieprestatiecertificaat waardoor er meer duidelijkheid komt om over het verbruik van huizen.
Ik kan zo doorgaan. Uiteraard moeten we meer inzetten op innovatie en moeten we de ambitie hebben om tegen 2050 een koolstofarme economie te krijgen zonder alles in het buitenland aan te kopen. U hebt de beleidsnota’s ook gelezen, ik heb er een paar elementen uit geplukt die voor ons belangrijk zijn: energiebesparing, groene warmte, isolatie en innovatie.
Dat is nu net het grote probleem, mijnheer Schiltz. Met al die elementen, die vaak theoretische beschouwingen zijn, komen we er niet. Dat is het grote probleem. We moeten inderdaad de ambitie hebben om naar een koolstofarme samenleving te gaan tegen 2050. Uiteraard! Wij zijn daar absolute voorstanders van! Maar met die ambitie op zich reduceert u natuurlijk geen CO2-uitstoot. Vandaar mijn vraag. Ik blijf herhalen dat we blijkbaar in een ontkenningsfase zitten in het parlement en op de regeringsbanken. We zien niet in dat we onze doelstellingen niet zullen halen aan het ritme dat we vandaag aanhouden. Het is een heel spijtige vaststelling die ik vandaag moet maken.
Mijnheer Sanctorum, in het schoon Engels-Vlaams: ‘you are barking up the wrong tree’. U merkt in de beleidsnota van de minister van Energie het engagement om de steun voor hernieuwbare energie te blijven volhouden, maar op een andere manier, zodat we die kunnen blijven dragen en zodat die geen gaten in de begroting slaat. Er is het engagement voor groene warmte. Warmte is 70 procent van ons energieverbruik, elektriciteit slechts 30 procent. Het zijn heel concrete maatregelen.
Ik kan niet van België een microkosmos maken of van Vlaanderen een microregio die met Europa geen uitstaan heeft. Onze welvaart wordt nog altijd op handelsbalansen gecreëerd en dus moeten we ook daar de ‘lead’ blijven nemen om samen met Europa de klimaatengagementen te krijgen zodat er gelijke speelvelden komen voor bedrijven, niet alleen hier, maar ook in de rest van Europa.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Schiltz, ik kan het niet laten om ook een kleine toevoeging te doen. In Open Vld vind ik soms een bondgenoot. Dat gebeurt als het gaat over het progressieve, over de vooruitgang, over het innovatieve. Uw betoog overtuigt me absoluut niet deze keer. De grootste brok van uw betoog ging erover dat we de oversubsidiëring in de sector van de zonnepanelen moeten tegengaan omdat dat het draagvlak verkleint. Ik ben het daarmee eens, maar dat mag toch niet het energiebeleid van Open Vld zijn? Ik heb niet veel meer gehoord dan dat, het grootste deel van uw betoog ging daarover.
Maar waar zit uw partij? U hebt op alle vlakken en op alle niveaus de sleutel in handen. Op tax shift, het verschuiven van belastingen naar milieu, zegt uw partij neen. Ook als het gaat over het aanpakken van de bedrijfswagens, zegt uw partij neen. En op Vlaams niveau gaat uw partij ook nog eens de subsidies terugschroeven op het vlak van de hernieuwbare energie, van de isolatie.
U mag wel schieten op de rest. U mag de fouten van anderen benoemen, daar heb ik geen probleem mee. Maar waar zit uw klimaatbeleid? Ik zie het niet. U bent geen groene partij op dit moment. Ik vind dat jammer, want soms zijn we bondgenoten in het zoeken naar innovatieve, creatieve en alternatieve groene oplossingen.
Mevrouw Meuleman, ik heb niet de ambitie om van mijn partij een groene partij te maken. Ik heb de ambitie om van mijn partij een oerliberale partij te maken en dat zo te behouden. Binnen een liberaal verhaal en een vrijheidsverhaal hoort een gezonde zorg voor het milieu en voor de generaties na ons. U hoeft die rekening voor mij niet te maken.
Als u zegt dat u mij alleen hebt horen afgeven op het vorige beleid, dan klopt dat niet. Ik kan u mijn betoog geven, het gaat om twee zinnetjes. Alleen ontploffen op dat moment een aantal mensen. Dat debat werd door anderen gevoerd, niet door mij. Ik heb duidelijk opgeroepen om een draagvlak te zoeken, om samen met de verschillende geledingen van de maatschappij uit te zoeken waar we nog sneller kunnen gaan om een goed klimaatbeleid te realiseren. Alleen zijn er deze keer geen bakken en zakken vol geld om ertegenaan te gooien.
Ik heb een fundamentele vraag aan Groen. U zegt te willen spreken over de partijgrenzen heen en u vraagt aan een aantal collega’s concrete maatregelen, maar wat doet u op lokaal vlak? Wanneer er actiegroepen zijn, bijvoorbeeld tegen windmolens of tegen het trekken van een ondergrondse kabel, dan is ook Groen daarbij betrokken. Is Groen dan plots tegen hernieuwbare energie? U moet eenduidig zijn in uw standpunt. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum-Vandevoorde)
Mijnheer Sanctorum, we kunnen zo eindeloos bezig blijven. U kunt niet zeggen dat u vandaag uw ei niet hebt kunnen leggen.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
We kunnen zeker meer doen. We kunnen allemaal meer doen, ook ikzelf, als moeder, als burger, als politica. We moeten niet schijnheilig zijn en elkaar de zwartepiet toespelen. Laten we elkaar vooral de hand reiken. Laten we die open brief van de klimaat-BV’s, zoals ze worden genoemd, omarmen en niet wegduwen. Zij verkondigen de mening van heel veel mensen die ongerust zijn. Zij vinden over meerderheid en oppositie heen dat de politici dat ernstiger moeten nemen. Laten we dus niet in de aanval gaan tegen deze burgers en tegen de natuurverenigingen maar met hun bezorgdheden aan de slag gaan. Dat zijn geen loze woorden, want ik wil hier meteen een concreet voorstel doen.
We kunnen meer doen. De klimaat-BV’s vragen ons en de regering om binnen vier weken een concreet voorstel op tafel te leggen en een concrete overeenkomst te sluiten over de engagementen die de politiek zal aangaan. Meerderheid en oppositie, parlement en regering moeten de handen in elkaar slaan. Voorzitter, ik stel voor dat wij nu een uniek initiatief nemen en dat parlement en regering samen op basis van artikel 78 van ons reglement een commissie ad hoc oprichten om dat themadebat te houden. Daarin moet het door de BV’s gevraagde voorstel van overeenkomst worden voorbereid waarover we dan in dialoog kunnen gaan.
Die commissie af hoc is nodig omdat het klimaatplan niet alleen kan worden afgeschoven op de minister van Leefmilieu en Natuur. Ook de minister van Mobiliteit, de minister van Energie, de minister van Wonen en zeker ook de minister van Begroting moeten hier hun inbreng doen. Ik zal samen met mijn fractie een voorstel indienen in de commissie Leefmilieu om daar werk van te maken en niet langer over en weer te schieten naar elkaar.
Wanneer het gaat over begrotingen, zeggen wij vaak dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen en onze schulden niet mogen afwentelen op onze kinderen. Wat de milieuproblematiek, de leefkwaliteit, de gezondheid en de veiligheid van onze kinderen betreft, moeten we zeker onze verantwoordelijkheid nemen. Dat is een van de grootste uitdagingen die wij moeten aangaan om de toekomstige generaties veilig te stellen.
Zoals het er nu uitziet, zijn we er onvoldoende in geslaagd om ons menselijk handelen, dat de oorzaak is van heel veel CO2-uitstoot, terug te draaien. De klimaat-BV’s hebben het over een aantal passages die zeer belangrijk zijn. Zo laat de klimaatverandering zich nu al voelen. Wereldwijd zijn er bosbranden en is er een verlies aan biodiversiteit. De oceanen verzuren en het zeeniveau stijgt. Gletsjers en poolkappen krimpen versneld. Volgens hen leeft de indruk dat het hier louter om een milieukwestie gaat, maar we weten allemaal dat het verder gaat en onze economie en de fundamenten van onze samenleving bedreigt.
Het is ook niet verstandig om de transitie naar hernieuwbare energie en efficiënter energiegebruik verder uit te stellen en ons daardoor ook nog eens afhankelijker te maken van de fossiele brandstoffen uit andere landen.
Verschillende collega’s hebben aangegeven dat er al veel gebeurt, en dat is ook zo. De verschillende overheden in ons land nemen initiatieven. Er is gesproken over de gemeentebesturen en de burgemeesters die lovenswaardige initiatieven nemen. Ook verschillende provinciebesturen hebben een charter en actieplan uitgewerkt om CO2-neutraal te worden. En ook de verschillende regeringen – of we nu in de oppositie of in de meerderheid zaten – hebben al heel wat maatregelen genomen: renovatiemiddelen voor de sociale huisvesting, ondersteuning van groene warmte, innovatie-initiatieven voor duurzame energie enzovoort.
Maar collega’s, de overheid moet meer doen. Alle overheden moeten meer doen. Ik ben ervan overtuigd dat de overheid trekker moet zijn. Wij moeten allemaal samen die gedragsverandering trekken. Wij moeten het mogelijk maken. Het is net zo als met het rookgedrag: als de overheden niet hadden gewezen op de gezondheidsrisico’s, als de overheden geen verbodsbepalingen hadden ingesteld op het roken in restaurants en cafés, zouden we dan staan waar we nu staan? Iedereen weet dat dat niet zo is.
De overheid moet dus trekker zijn, en we hebben daar instrumenten voor. Er is het Klimaatplan dat een goede basis is. Er staan heel veel goede maatregelen in, maar deze mogen geen vrome wens blijven, geen mooie zinnetjes in een beleidsplan, geen mooie zinnetjes in een regeerakkoord. We moeten effectief in middelen voorzien om die maatregelen op het terrein uit te voeren en versneld uit te voeren.
Deze regering moet in haar dagdagelijks beleid de juiste keuzes maken. De juiste keuzes zijn voor mij niet de afbouw van het openbaar vervoer, niet het vertragen van de investeringen in de zorginstellingen zodat ze geen energieduurzame gebouwen kunnen maken, niet het beperkt ambitieniveau voor het verbeteren van de fietsinfrastructuur, niet het fiscaliseren van de renovatiepremie waardoor oudere en alleenstaande mensen er helemaal geen gebruik meer van kunnen maken, niet de subsidies voor energiebesparende maatregelen terugschroeven, niet besparen op het Fonds voor Duurzame Stadsontwikkeling en ook niet besparen op de ecologiesteun voor de bedrijven. Dat zijn niet de juiste keuzes.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Mevrouw Lieten, u haalt de fiscalisering van de renovatiepremie aan. Ik heb twee bemerkingen. Het is bijzonder knap dat de hoogte van de renovatiepremie, ondanks de budgettaire moeilijkheden, dezelfde blijft. Het is toch wel een mooie verdienste om de impact op de investeringen zo klein als mogelijk te houden, om niet te zeggen te herleiden tot nul.
U haalt de renovatiepremie aan. Ik denk dat ik er niemand van moet overtuigen dat de belangrijkste maatregelen die we kunnen nemen, maatregelen zijn die het energieverbruik beperken. U weet evengoed als ik dat isolatie niet in aanmerking komt voor de renovatiepremie. Uw opmerking over de renovatiepremie in dit debat doet eigenlijk niet ter zake.
Collega, de renovatiepremies zijn hervormd net om het energiezuinig maken van woningen mogelijk te maken. U gaat die maatregelen nu fiscaliseren. Dat wil zeggen dat mensen die investeringen doen, moeten prefinancieren en twee of drie jaar moeten wachten alvorens ze het geld via de belastingen terugkrijgen. Mensen die weinig belastingen betalen – bijvoorbeeld oudere mensen die net in huizen wonen die zeer oud zijn en niet energievriendelijk zijn –, zullen vermoedelijk geen premie meer krijgen omdat er te weinig aftrek zal zijn.
Dit is gewoon een slechte keuze van de Vlaamse Regering. (Opmerkingen van de heer Björn Anseeuw)
Dergelijke keuzes zijn contraproductief. De vorige Vlaamse Regering heeft renovaties gestimuleerd. Dat beleid wordt nu teruggedraaid.
Mevrouw Lieten, u hebt eigenlijk geen antwoord gegeven op mijn opmerking dat de renovatiepremie hier niet ter zake doet. Het belangrijkste onderdeel van de energiebesparende maatregelen is de isolatie. De renovatiepremie kan hiervoor niet worden gebruikt.
Ik begrijp dat u hier de indruk wilt wekken dat de Vlaamse Regering al het geld van elke arme Vlaming wil afpakken. Dat klopt niet. De hoogte van de renovatiepremie blijft gelijk. Bovendien doet het hier niet ter zake. Dit is geen debat over de toestand van de bouwsector. Het gaat hier om de CO2-uitstoot. Isolatie is in dit verband veruit de belangrijkste energiebesparende maatregel. De renovatiepremie had daar in het verleden geen impact op. Dat is nu nog het geval en dat zal ook in de toekomst zo blijven.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, dit klopt niet. Als we nagaan welke werken voor de renovatiepremie in aanmerking komen, merken we dat twee belangrijke ingrepen een directe impact op het energieverbruik van een woning hebben.
In de eerste plaats gaat het om de vervanging van de centrale verwarming. De investeringen in hoogrendementsketels worden wel degelijk terugbetaald. In de tweede plaats gaat het om de investeringen in nieuwe ramen. Dat is een belangrijke investering in energiezuinigheid. Wie in superisolerende ramen investeert, krijgt ten gevolge van de renovatiepremie zelfs meer terug. Het klopt niet dat de renovatiepremie geen impact heeft. De renovatiepremie is wel degelijk een hefboom.
De overheid reikt energie-efficiëntiepremies uit om mensen tot de plaatsing van isolatie en dergelijke aan te zetten. Wat de Vlaamse Regering in de begroting heeft gedaan, is heel erg. Uit de reguliere middelen is gewoon 48 miljoen euro voor de betaling van deze subsidies geschrapt. De Vlaamse Regering heeft verklaard dat ze veel op energie-efficiëntie wil inzetten. De Vlaamse Regering wil ervoor zorgen dat veel mensen daarvoor subsidies zullen aanvragen.
De vraag is enkel wie dat zal betalen. Het wordt gewoon aan de factuur van de energieleverancier toegevoegd. Dat is wat de Vlaamse Regering heeft gedaan om de energie-efficiëntie te stimuleren. De Vlaamse Regering neemt de financiële verantwoordelijkheid niet op. Ze voegt elke week iets anders aan de factuur toe en dat mogen we niet vergeten.
Het klimaatplan is een goede basis. De Vlaamse Regering mag dan wel geen contraproductieve maatregelen nemen of de klok terugdraaien. Om de maatregelen in het klimaatplan uit te voeren, moet er natuurlijk geld zijn. Het Klimaatfonds moet worden gespijsd.
We weten allemaal dat we er toe nu toe niet in zijn geslaagd een overeenkomst over de burden sharing tussen de verschillende deelregeringen en de Federale Regering tot stand te brengen. Dat is een moeizaam proces.
Minister, ik hoop dat u er, samen met uw ambtsgenoten, snel in zult slagen een akkoord te bereiken. Ik hoop dat u erin zult slagen de sfeer te doorbreken. Iedere regering onderhandelt steeds om zo weinig mogelijk te moeten doen. Hierdoor is die patstelling ontstaan.
Dat geld voor het Klimaatfonds is dringend nodig om de juiste keuzes te maken en om de interne preventieve en curatieve maatregelen te financieren die we gebruiken om ons energieverbruik naar beneden te halen. Ik denk dan aan de investeringen in de renovatie van sociale woningen en aan de uitbouw van de renovatiepremies, van de groene warmte, van de elektrische mobiliteit, van het openbaar vervoer en vast en zeker ook van de duurzame energieproductie.
Mevrouw Lieten, ik heb alle sympathie voor u, maar u staat hier te preken. Volgens u doen alle regeringen al jarenlang hetzelfde. Iedereen onderhandelt steeds om zo weinig mogelijk te moeten bijdragen. U zou zich moeten schamen. Tot een vijftal maanden geleden was u zelfs viceminister-president van de Vlaamse Regering. De recente maatregelen die u hebt aangehaald, hebben nog geen effect gehad. Waar we nu staan, is een gevolg van het beleid van een Vlaamse Regering waarvan u de viceminister-president was en waarin uw partij de minister van Energie en de minister van Wonen leverde.
Mevrouw Van Volcem, ik heb de Vlaamse Regering op dit vlak niets verweten. Ik heb alle regeringen gevraagd de mantra te doorbreken om te onderhandelen om zo weinig mogelijk te moeten doen. Iedereen is in dat bedje ziek. Dat geldt ook voor uw partij, die deel van de vorige Federale Regering uitmaakte.
Laten we dat doorbreken. Laten we de middelen van het Vlaams Klimaatfonds prioritair gebruiken eerder om interne maatregelen te financieren die ons energieverbruik naar beneden kunnen halen, eerder om in de ontwikkelingslanden effectief klimaatprojecten op te zetten, dan het geld te gebruiken om daar zogezegd schone lucht te kopen, en laten we de middelen zeker en vast gebruiken om onze bedrijven te helpen om energiebesparende maatregelen te nemen eerder dan hen te compenseren voor de zogezegd verhoogde elektriciteitsfactuur. Die keuzes moeten we maken.
Het is niet alleen een zaak van het klimaat. Er wordt altijd gezegd dat die maatregelen niet genomen kunnen worden omdat de concurrentiekracht van de bedrijven daardoor wordt afgezwakt en mensen hun job zullen verliezen. Ik geloof echt dat heel veel van onze bedrijven dankzij onze universiteiten en onderzoeksinstellingen fantastische nieuwe technologieën hebben om energiezuinig te werk te gaan, om minder energie te gebruiken in het productieproces. Laten we die vernieuwende bedrijven kansen geven om hun technologieën in de markt te zetten en de oude technologieën weg te duwen. Dan zullen we in Vlaanderen ook jobs creëren dankzij onze innovatieve bedrijven en zullen we een positieve bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen. Dat is absoluut een zaak van concurrentiekracht in positieve en niet in negatieve zin.
De open brief is ondertekend en bijgetreden door duizenden Vlamingen. Men heeft in de aanhef ons allemaal samen aangesproken. Het gaat over ‘de politici’: wij allemaal samen. Laten we samen de handschoen opnemen en zeggen dat we de noodkreet begrijpen, dat we meer kunnen en zullen doen. Laten we die verantwoordelijkheid opnemen voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik zal met vuur ons voorstel in de commissie verdedigen om volgens artikel 78 gezamenlijk een initiatief te nemen en gezamenlijk met een antwoord te komen naar het middenveld en de natuurverenigingen. We moeten absoluut moed tonen om nu te handelen. Act now!
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, ik ga ervan uit dat iedereen in het halfrond goed Nederlands begrijpt, goed kan lezen en mijn antwoord op de open brief dan ook goed heeft gelezen.
Natuurlijk begint alles bij het beleid: het beleid dat ik als politica moet voeren, het beleid dat de Vlaamse Regering moet voeren. Dat heb ik in de brief zo geschreven en dat heb ik gisteren en vandaag al een aantal keren herhaald. Die verantwoordelijkheid nemen we ook op, en die neem ook ik als politica op. Ik heb dat de afgelopen legislatuur gedaan en ik zal dat ook deze legislatuur verder doen. We zullen ons dus verder inzetten om de klimaatdoelstellingen effectief te halen en op die manier het engagement dat we zijn aangegaan ten aanzien van Europa te halen.
Het is goed dat die elf bekende Vlamingen het klimaatthema opnieuw op de publieke agenda hebben geplaatst. Het is ook goed dat dit hier in het parlement aanleiding geeft tot een debat, een debat dat er misschien al veel vroeger had moeten zijn. Een actualiteitsdebat over klimaat is iets wat we misschien wel wat gemist hebben toen we over de Septemberverklaring hebben gediscussieerd.
Ik heb gisteren en vandaag vooral veel emoties omtrent het klimaat gehoord, en daarom is het goed dat we ook aandacht hebben voor de feiten, de effectieve feiten, de objectieve cijfers die we ook in de jaarrapporten terugvinden die jaarlijks in het parlement worden ingediend en besproken.
Wanneer we terugkijken naar de eerste Kyotoperiode, 2008 tot 2012, dan stellen we inderdaad vast dat Vlaanderen de reële uitstoot van broeikasgassen met bijna 8 procent heeft verminderd. Daarmee haalde Vlaanderen inderdaad ruimschoots de doelstelling van 5,2 procent. De daling van de broeikasgasuitstoot toont dat de Vlaamse aanpak effectief resultaat oplevert. Deze daling toont aan dat het gevoerde beleid loont. Er is wel degelijk beleid en het heeft ook effectief resultaat op het terrein: geen vrijblijvende aankondigingen maar wel doelgerichte maatregelen die haalbaar, betaalbaar en ook maatschappelijk aanvaardbaar zijn.
De uitdaging waar we nu voor staan, is de volgende periode, de doelstelling 2020. Ook daarvoor voorzien we in beleid. Samen met de collega’s uit de vorige legislatuur keurden wij in juni 2013 het Vlaams Klimaatbeleidsplan goed. Dat loopt van 2013 tot 2020, dus een beleid op lange termijn dat ervoor zorgt dat er op lange termijn wordt nagedacht, dat er een visie is en er effectief beleid wordt gevoerd. Er gaat in dat plan heel veel aandacht naar het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Dat staat in het luik Mitigatieplan. Daarnaast is er ook een Adaptatieplan. Dat plan gaat effectief over de maatregelen die we moeten nemen om nu al voor de voelbare klimaatsverandering ook bij ons in Vlaanderen de nodige maatregelen te nemen.
Dat plan is niet zomaar iets dat van bovenaf is opgelegd. We zijn heel doordacht te werk gegaan en we hebben aan de hand van verschillende klimaatconferenties en rondetafelgesprekken het ruime middenveld betrokken bij de opmaak van dat Klimaatbeleidsplan. Jaarlijks wordt een voortgangsrapport opgemaakt en de resultaten worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering en besproken in het Vlaams Parlement.
Natuurlijk is het goed dat je een Klimaatbeleidsplan hebt, maar je moet ook middelen hebben, je moet ook instrumenten en centen hebben om er iets mee te doen. Daarom hebben we beslist om een uniek instrument in het leven te roepen: het Vlaams Klimaatfonds. Op dit moment zit daar 38 miljoen euro in. 20 miljoen euro uit dat fonds wordt gebruikt om intern beleid te voeren voor heel concrete, geselecteerde maatregelen. We hebben gekeken hoe efficiënt ze zijn, welke maatregelen het meest vermindering van uitstoot van broeikasgassen opleveren en met hoeveel centen we minder uitstoot kunnen realiseren. Op basis daarvan hebben we een ranking gemaakt en zijn er een aantal quickwinmaatregelen geselecteerd.
Collega’s, ik heb vandaag tot vervelens toe de vraag gehoord hoe het daarmee staat. We zouden de doelstellingen niet halen. Ik wil dat formeel ontkennen. Ik heb de lijst maatregelen bij. Ik kan een aantal voorbeelden geven van maatregelen die al zijn genomen. We hebben bijvoorbeeld in november 2013 beslist tot de grondige renovatiepremie voor sociale huisvesting, inclusief warmtepompen die worden geïnstalleerd, ten belope van 7,8 miljoen euro. Die middelen zijn overgemaakt aan huisvesting. Daar wordt gebruik van gemaakt. U zegt dat dat nog niet helemaal is doorgestort. Uiteraard, als een dergelijke maatregel wordt ingevoerd, moeten die sociale huisvestingsmaatschappijen zich daar ook op organiseren en moeten ze projecten indienen. Die middelen zijn overgemaakt, zijn ter beschikking en zullen effect hebben op het terrein.
Hetzelfde geldt voor een bijkomende maatregel, namelijk de verhoogde isolatiepremie. Wanneer je tegelijkertijd spouwmuurisolatie en hoogrendementsglas plaatst, kun je een verhoogde premie krijgen. We hebben daar maar liefst 3,7 miljoen euro voor uitgetrokken. In 2014 zijn er nog bijkomende maatregelen: energieconsulenten voor onroerend erfgoed, energieconsulenten voor de landbouw, energiebesparingen in de gebouwen van het onderwijs, logistieke consulenten voor mobiliteit en elektrische laadpalen die worden geïnstalleerd op de parkeerterreinen van het Vlaamse Gewest. In december zullen bijkomende maatregelen worden goedgekeurd. Het gaat over bijkomende energieadviseurs en een aantal pilootprojecten aangaande restwarmte in de glastuinbouw, investeringssteun voor kleinschalige vergisting en de uitbouw voor walstroominfrastructuur voor de binnenvaart. Dus doen alsof er niets gebeurd is, is natuurlijk niet correct.
Mijnheer Sanctorum, als u zegt dat u op dit moment geen resultaten ziet, is dat toch wel een beetje populistisch. U weet heel goed dat in het Klimaatbeleidsplan die maatregelen zijn opgelijst en dat de reductie aan CO2-uitstoot die daarin is opgenomen, gaat over de periode 2013-2020. We zijn vandaag 2014, en u zegt dat u nog geen resultaat ziet. U moet natuurlijk ook goed lezen wat er in dat plan staat en wat de intenties van de Vlaamse Regering zijn.
Collega’s, er is het Klimaatbeleidsplan, maar bijkomend kunt u in mijn beleidsnota lezen dat wij samen verder aandacht zullen hebben voor het klimaatbeleid. Wij zullen bijkomend beleidsoverschrijdende maatregelen nemen. We geloven bijvoorbeeld in initiatieven die genomen worden door de lokale besturen. Dat staat ook heel uitdrukkelijk in mijn beleidsnota. Daarin wordt bijvoorbeeld verwezen naar de burgemeestersconvenanten die we willen ondersteunen.
Het klopt dat er binnen België nog geen akkoord is over de lastenverdeling voor 2020. Ik maak mij sterk, collega’s, nu we opnieuw een Federale Regering hebben die niet meer in lopende zaken is, dat wij op korte termijn opnieuw gesprekken zullen voeren om daaruit te geraken.
We hebben het Klimaatbeleidsplan, we hebben de interne verdeling in België, en natuurlijk willen we ons ook in een Europese context verder solidair engageren. Europa heeft ambitieuze doelstellingen voor 2030. Wij zullen die doelstellingen op een solidaire en evenwichtige manier invullen. Momenteel is Europa zelf nog bezig om die ambitie te vertalen in een wetgevend kader. Dat is een belangrijk signaal dat Europa geeft, ook naar de rest van de wereld.
Tot slot kom ik bij het punt dat mij door sommigen blijkbaar wat kwalijk wordt genomen. In antwoord op een publieke dagvaarding heb ik geschreven dat niet alles de schuld van de overheid is, dat de overheid uiteraard een beleid moet uittekenen, wat we ook doen, maar dat de overheid ook niet alle problemen zal oplossen. Klimaatactie is meer dan alleen maar een aangetekende brief sturen naar een kantoorgebouw in Brussel. Het is ook meer dan een Klimaatbeleidsplan opstellen. Het heeft ook te maken met initiatieven die mensen zelf nemen – in eigen boezem kijken en kijken wat we allemaal zelf kunnen doen. Ik ben zeer blij om hier vandaag te horen dat iedereen ervan overtuigd is dat klimaat een zaak is van iedereen en van ons hier allemaal.
Het gaat er dus niet om dat we elkaar met het vingertje wijzen, dat we elkaar processen aandoen, dat we elkaar voor de rechtbank dagen. Ieder van ons moet bij zijn of haar gewoontes durven stil te staan en kijken waar het nog beter kan. Dat kan met grote dingen en met kleine dingen, maar op die manier kunnen we ook bijkomend het verschil maken.
Collega’s, ik zal mijn verantwoordelijkheid als minister blijven nemen. Ik zal mij ook blijven inzetten voor de klimaatproblematiek in Vlaanderen, maar ook in Europees verband en mondiaal. Ik zal blijven pleiten voor ambitieuze, maar tegelijk ook realistische doelstellingen. Ik zal een gericht beleid blijven voeren. Ik ben ervan overtuigd dat ik daarvoor verder op de steun kan rekenen van mijn collega’s in de Vlaamse Regering, want het is een gezamenlijk engagement dat wij ook gezamenlijk zijn aangegaan. Ik heb er alle vertrouwen in dat ieder van ons overtuigd kan worden om het verschil te maken. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik wil mijn repliek beginnen met een klein punt, dat eigenlijk wel de essentie is. We hebben daarstraks twee fracties horen zeggen: we gaan niet het geweer van schouder veranderen omdat BV’s een actietje doen. De ene fractie verwoordde het nogal grof, de andere sloot zich daarbij aan. Met wat u op het einde van uw betoog zei, hebt u zich eigenlijk aangesloten bij die twee fracties, de Vlaams Belangfractie en de N-VA-fractie, door te zeggen dat je niet het klimaat maakt door een brief te sturen naar een kantoor in Brussel.
Waarom is dat nodig, minister? Ze hebben vandaag zelf uitgelegd dat ze de hand reiken. Er is vanuit de oppositie gevraagd om dat initiatief te omarmen. Er gaan zelfs voorstellen zijn om een antwoord te geven op die vier weken. Laten we dat doen, met meerderheid en oppositie.
Waarom is het nodig om nog eens een patat te geven aan een initiatiefje van BV’s die een briefje naar een kantoor in Brussel sturen? Er zijn steeds meer burgers die zich daarbij aansluiten. Als ze de hand reiken, is het dan zo moeilijk om die te omarmen? Waarom is het nodig om nog eens een sneer te geven? Minister, vindt u die uitgestoken hand iets dat je moet aanpakken, of sluit u zich aan bij de N-VA en het Vlaams Belang, die zeggen dat het niet is omdat elf BV’s een actie ondernemen, dat we moeten reageren?
Minister, ik heb de indruk dat u een nieuw mea culpa hebt geslagen, namelijk die voor de kleinzerige uitval naar de BV’s. Dat vind ik nog positief, want eigenlijk zegt u dat het in de eerste plaats toch het beleid is dat het verschil moet maken. Daar ben ik nog tevreden mee.
Minister, u zei dat u heel veel emotie hebt gezien. Dat klopt. Ook van mijn kant. Ik ben emotioneel over dit dossier en ik heb daar ook geen probleem mee, want die emoties zijn gebaseerd op de feiten. Ik bekijk de feiten en zie dat het klimaatbeleid niet de goede weg opgaat. Dat is ook wat de burgers en de initiatiefnemers van de Klimaatzaak doorhebben. We hebben het door, we doorzien het. En ja, daar worden we emotioneel van.
Als u spreekt over de maatregelen van 2013-2014, dan verwijt u mij dat ik veel te vroeg evalueer. Minister, u hebt die maatregelen aangekondigd als quickwins, die meteen effect kunnen hebben in de periode 2013-2014. Maar wat zien we? Het heeft verdorie veel meer tijd nodig. Meer dan de helft is nog altijd niet gerealiseerd. Mijn berekening, die vandaag inderdaad in De Morgen is gepubliceerd, is gebaseerd op wat u hebt geantwoord tijdens de begrotingsbesprekingen toen het ging over klimaatbeleid. Het is dus een heel objectieve benadering. Ik wil ze u gerust geven. Het is punt voor punt gebaseerd op wat u hebt geantwoord in de commissie.
De burgers hebben het door, de politici in dit parlement hopelijk ook. Als er een aantal burgers zijn die de kracht hebben om zelfs naar het gerecht te stappen om klimaatbeleid af te dwingen, dan vind ik dat knap. Ik hoop dat de meerderheidspartijen CD&V, Open Vld en de N-VA dezelfde kracht kunnen tonen op basis van de democratische macht die ze bij de verkiezingen hebben gekregen. Jullie zijn verkozen om beleid te voeren, wij zijn verkozen om oppositie te voeren. We zullen jullie blijven aanspreken, we willen samen met u aan tafel zitten om concrete oplossingen uit te werken. Maar het moet vooruit, laat ons het nu doen.
Mijnheer Crombez, u verdraait mijn woorden enigszins. Het is natuurlijk schitterend dat er een burgerinitiatief is genomen. Alles wat het draagvlak kan verbreden, is welkom. Maar hier in dit parlement moeten we meer doen dan aan steekvlampolitiek. Het klimaatdossier moet hier altijd hoog op de agenda staan, ook op ogenblikken dat er geen 'Klimaatzaak' is, dat er geen burgerinitiatief is. Dat is wat ik eigenlijk wilde zeggen. Als u dat zo niet hebt begrepen, kan dat aan mij liggen, maar ook aan u.
Mijnheer Vandaele, natuurlijk moeten we niet aan steekvlampolitiek doen. Het initiatief dat die BV’s hebben genomen, gesteund door de natuurverenigingen en ondertussen ook door heel veel andere Vlamingen, geeft aan dat ze aanvoelen wat wij in alle eerlijkheid ook weten, dat het niet genoeg is, dat we meer moeten doen.
Minister, het zou niet goed zijn om vandaag na dit debat tot de orde van de dag over te gaan.
Minister, daarom denk ik dat het niet goed zou zijn indien wij vandaag na dit debat overgaan tot de orde van de dag. Indien wij duidelijk zouden laten blijken aan de mensen dat wij ons gesprekje hebben gehad, dat wij het debat hebben gevoerd, en dat wij nu weer gewoon overgaan naar zoals het gisteren was. Ik vraag u heel concreet of u bereid bent om ook vanuit de regering mee te werken aan het initiatief om over de partijgrenzen heen en over de grenzen tussen parlement en regering heen de dialoog aan te gaan met de natuurverenigingen en om samen een concreet engagement voor te bereiden, zoals zij dat hebben gevraagd.
De heer Ronse heeft het woord.
Mevrouw Lieten en mijnheer Crombez, het ontgoochelt mij dat u het in de hele discussie vooral hebt over de aanpak van en de houding ten aanzien van de actie van die BV’s. Ik denk niet dat die BV’s om een knuffel vragen. Ik denk niet dat zij vragen dat wij hen hier zullen omarmen. Ik denk dat zij vragen om concrete punten en concrete realisaties. Minister Schauvliege heeft er een aantal genoemd: de houding ten aanzien van het Klimaatfonds, de start van federale onderhandelingen, energiebesparende maatregelen. Maar ik heb in uw hele verhaal daarnet, mevrouw Lieten, geen enkel concreet vernieuwend punt gehoord. U hebt geen verhaal over klimaat, en dat hebben die BV’s nodig.
Collega’s, ik heb de indruk dat een aantal leden van de oppositie zeer selectief luisteren of lezen. Mijnheer Crombez, ik heb daarnet heel uitdrukkelijk gezegd dat ik het goed vond dat het initiatief van de elf BV’s het klimaatdebat en de aandacht voor klimaat opnieuw aanwakkert. Ik heb dat al een aantal keren gezegd. Ik heb dat daarnet zeer uitdrukkelijk herhaald op het spreekgestoelte.
Mijnheer Sanctorum, u zegt dat ik een mea culpa sla. Maar dat is het beleid. Ik heb nooit iets anders gezegd. In mijn bijdrage staat dat het beleid belangrijk is, maar ook dat er meer is dan alleen maar de staat. Ook het geheel en het bewustzijn zijn belangrijk.
Mevrouw Lieten, u weet dat we het Klimaatbeleidsplan na heel veel overleg tot stand hebben gebracht, na heel veel rondetafels met het ruime middenveld. U was daar bij. Ik sta volledig achter alle initiatieven die dat middenveld betrekken bij het beleid. Wij hebben altijd gezegd dat het Klimaatbeleidsplan de verdienste heeft dat het over een lange termijn een visie ontwikkelt en een beleid uitstippelt. Maar wij hebben ook altijd gezegd dat wij elk jaar een voortgangsrapport moeten opmaken en bekijken wat de resultaten zijn en waar we kunnen bijsturen. Dat was initieel de intentie en dat zal ook zo blijven. Wij zullen nu waarschijnlijk in de eerste helft van 2015 het nieuwe rapport over de uitvoering van het Klimaatbeleidsplan voorleggen aan de Vlaamse Regering. Het zal ook uitvoerig worden besproken in het Vlaams Parlement, met hoorzittingen en dergelijke. Dan zullen wij zeer graag daarover debatteren. Dan zal ook de regering zelf een analyse maken van hoever we staan en van welke bijkomende maatregelen we kunnen en moeten nemen. Dat is telkens in evolutie. Het is nooit anders geweest. Dat is van in het begin de bedoeling geweest.
Al mijn collega’s in de Vlaamse Regering nemen bijkomende initiatieven. Er staan er trouwens heel wat opgelijst in het regeerakkoord. Ze zijn vandaag aan bod gekomen. Het Klimaatbeleidsplan is niet zomaar iets statisch, dat te nemen of te laten is gedurende al die jaren. Het zal gaandeweg worden bijgestuurd en aangepast. Uiteraard staan wij open voor elke dialoog en elk debat dat in alle transparantie op basis van objectieve gegevens in het parlement zal worden gevoerd. (Applaus van de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Sp.a, Groen en de meerderheid kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 17 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.