Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Minister, u maakt van verkeersveiligheid heel terecht een van de speerpunten in uw beleid. Goede verkeersveiligheid begint uiteraard bij het zeker weten dat ons wagenpark, dat zich op ons Vlaams wegennetwerk bevindt, ook effectief verkeersveilig is en ook de nodige technische keuringen heeft doorstaan. Wij doen daarvoor een beroep op autokeuringscentra. Iedereen kent wel de groene kaart die je dan in je postbus krijgt. Daar staat op: “Uw veiligheidsgarantie. We controleren op een totaal objectieve wijze de goede werking van uw voertuig.”
Sinds kort, sinds de zesde staatshervorming, is Vlaanderen bevoegd voor de autokeuringscentra. Vrijdag was er het bericht over de autokeuring van Vorst en Anderlecht, waar fraude en corruptie in het spel zouden zijn. Er zijn 36 huiszoekingen gebeurd, er hebben 30 verhoren plaatsgevonden en er zijn 6 arrestaties gebeurd in een groot corruptieschandaal waarin groene kaarten werden afgeleverd voor auto’s die niet verkeersveilig waren.
Het parket heeft daarover een verklaring afgelegd. De woordvoerster van het parket zei: “Deze corruptie is van een enorme omvang en houdt misschien niet op bij de centra die vandaag geviseerd worden. De gevolgen voor de veiligheid op de weg kunnen bijzonder ernstig zijn.” Ent dat op een verhaal dat vorige maand in Het Belang van Limburg stond waarin honderden lezers hun klachten over autokeuringscentra binnen stuurden. Zeker vijftig van hen zeiden dat ze een rode kaart hadden gekregen waarna ze de auto een kwartier later opnieuw voorreden en wel een groene kaart kregen. Minister, hebt u zicht op een potentiële problematiek bij autokeuringscentra die onder Vlaamse bevoegdheid vallen en wat kunt u daaraan doen?
De heer Weyts heeft het woord.
Voorzitter, we zijn nog maar net bevoegd sinds juli. Er is natuurlijk een onderscheid tussen klachten over de keuring, bijvoorbeeld wanneer bij afkeuring omdat een licht niet naar behoren functioneert een ander keuringscentrum dat wel laat passeren, en tussen fraude. De Anderlechtse casus en de casus in Vorst gaan over totaal verwerpelijke fraude. Het gaat niet over het inspecteren van kastrollen, maar over fraude die mensenlevens kan eisen.
Ik ben nagegaan waaruit het federale controlesysteem eigenlijk bestaat. Enerzijds zijn er altijd twee inspecteurs die de wagen inspecteren. Anderzijds is er een systeem van interne controle waarbij steekproefgewijs, namelijk om de veertig wagens, een andere inspecteur van dezelfde keuringsdienst de auto nogmaals inspecteert. Er wordt dan gekeken of die tot dezelfde conclusie komt. Daarnaast is er een externe controle die vandaag nog altijd door de federale overheidsdienst Mobiliteit wordt verricht. Dat hebben we nog niet in handen. Dat is pas vanaf volgend jaar het geval. Die externe controle gaat over de inspectie van het materiaal en over de inspecties zelf.
Niet alleen naar aanleiding van deze casus heb ik overleg gepland met enerzijds de beroepsfederatie GOCA en anderzijds met FEDERAUTO. Dat is ingepland op 2 en 3 december. Daar zal worden gekeken hoe we op termijn kunnen komen tot een hervorming van het landschap. Er moet eveneens worden bekeken hoe we op korte termijn nog meer de veiligheid kunnen garanderen en kunnen vermijden dat er bepaalde klachten zijn.
Minister, ik onderstreep dat de Vlaming betaalt om zijn auto te laten keuren. Hij moet dan ook zeker zijn dat hij waar voor zijn geld krijgt. Het persbericht van Federgon van deze morgen maakt daar ook allusie op. Het gaat niet alleen over verkeersveiligheid, maar het kan het vertrouwen in de markt van tweedehandswagens ondermijnen. Zijn er dingen die we kunnen leren uit het buitenland op het vlak van controlemechanismen?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, ik ben het ermee eens dat de gevolgen voor de verkeersveiligheid van frauduleuze controles desastreus kunnen zijn. Er zijn nog andere gevolgen die ook belangrijk zijn, onder andere voor het leefmilieu. Alle dieselwagens worden na verloop van tijd op uitstoot gecontroleerd. Ik heb begrepen dat we vanaf volgend jaar bevoegd worden voor de controle op de controleurs. Ik vraag u om de controles op te drijven omdat dat blijkbaar nodig is. Hoe ziet u verdere verbeteringen?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, we moeten erover waken om het kind niet met het badwater weg te gooien. Als er een probleem is met 10 procent van de autokeuringscentrales, dan is dat 10 procent te veel. Mijn ervaring als automobilist is dat de keuring in As waar ik ga, heel correct gebeurt.
Ik vind uw idee goed om met de groepsfederatie FEDERAUTO rond de tafel te gaan zitten om de rotte appels eruit te halen. Het gaat immers over geloofwaardigheid en over hun voortbestaan, want de garagisten willen die controles overnemen. Als ze niet zorgen voor een selectie tussen de ernstige autokeuringscentrales en die centrales die het niet zo nauw nemen – en het gaat tenslotte over mensenlevens –, dan moet u de piste van de garagisten die de controles overnemen, achter de hand houden. Ik vind dat iedereen een tweede kans verdient: responsabiliseer de sector en responsabiliseer de autokeuringscentrales voor absoluut solide en geloofwaardige controles.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, een andere soort van fraude die zeer gekend is, is de tellerfraude. Het terugdraaien van de kilometerteller gebeurt naar het schijnt vooral bij importauto’s uit Duitsland. FEDERAUTO heeft het systeem van de Car-Pass ontworpen. In Nederland gaat men nog veel verder. Bij elke keuring wordt de tellerstand genoteerd in een database. Mijn vraag is om van de bevoegdheden die naar Vlaanderen zijn gekomen, gebruik te maken, en deze fraude verder te beperken.
Ik wil niet al te zeer vooruitlopen. U verwijst naar voorbeelden in het buitenland waar het heel anders georganiseerd is, ook met geprivatiseerde systemen.
Wij zijn momenteel bezig met een screening. Er is ook overleg bezig met zowel de autohandelaars als de exploitanten van de autokeuring. Op basis daarvan zullen we acties ondernemen en nagaan of er een meer fundamentele hertekening van het landschap nodig is.
Minister, ik bedank u voor uw antwoord. Wij kijken uit naar het overleg dat u zult hebben met de federatie. Wij zullen dit vanuit het parlement als een belangrijk dossier blijven opvolgen, want het gaat tenslotte over mensenlevens. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.