Verslag plenaire vergadering
Verslag
De minister-president is op zending.
Het antwoord wordt gegeven door minister Homans.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, het is een terugkerend, maar weinig fraai fenomeen bij het begin van elke legislatuur: de politieke benoeming van bestuurders in Vlaamse overheidsbedrijven. Blijkbaar moet de huidige benoemingscarrousel ertoe leiden dat het voorzitterschap van de VDAB, van de VRT, van De Lijn mooi, netjes wordt verdeeld tussen de drie Vlaamse regeringspartijen N-VA, Open Vld en CD&V. Blijkbaar moet vooral de functie van voorzitter bij De Lijn erg gegeerd zijn, heb ik begrepen als ik de citaten lees in de krant van leden van uw meerderheid. Blijkbaar is het gemakkelijker om een beslissing te nemen over de prijzen die moeten worden betaald door de burgers, over de hogere prijzen die senioren moeten betalen voor hun verplaatsing met De Lijn, dan een beslissing te nemen die echt belangrijk blijkt te zijn voor uw regering, namelijk over welke partij de baas mag leveren bij De Lijn.
De Vlaamse Regering wil intussen voor haar politieke vrienden nog even Sinterklaas spelen en deelt nog een aantal lucratieve posten uit. Het gaat onder meer over posten bij De Lijn, de VRT en de VDAB. Minister, van een regering die het graag anders wil doen, van een partij – uw partij – die van verandering een verkiezingsthema heeft gemaakt, zou je toch iets anders mogen verwachten. Je zou toch mogen verwachten dat bekwaamheid, dat kennis van de materie voorrang heeft op de partijlidkaart van deze of gene. Blijkbaar is bekwaamheid nog steeds niet het meest elementaire criterium bij de benoeming van bestuurders in Vlaamse overheidsbedrijven.
Minister, wat is de stand van zaken als het gaat over die politieke benoemingen in de Vlaamse overheidsbedrijven? En vooral, hoe rijmt u die politieke benoemingen met uw pleidooi voor verandering?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Janssens, de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat u er veel meer van maakt dan het eigenlijk is. U bent wellicht – ik twijfel daar niet aan – op de hoogte van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid. Dat bepaalt dat we binnen de zes maanden na de installatie van het Vlaams Parlement moeten overgaan tot het vervangen van de raad van bestuur van de publiekrechtelijke extern verzelfstandigde agentschappen (EVA’s). Dat is nu net wat er in de krant is verschenen.
Ik kan u ook zeggen dat wat in de krant is verschenen, niet in het gremium van de Vlaamse Regering, noch in andere gremia is besproken. Wij hebben andere zaken te doen. Ik hoop dat u dat ook begrijpt. Natuurlijk moeten we ook wel het decreet naleven. Ik, of eventueel de Vlaamse minister-president, zal u dus te gepasten tijde inlichten over de stand van zaken. Ik kan u alleen zeggen dat we het decreet moeten naleven, net zoals we dat in de vorige legislaturen ook heel consequent en braaf hebben nageleefd. We hebben nu echt absoluut andere dingen aan ons hoofd dan het benoemen van bepaalde bestuurders in de raad van bestuur. U maakt er een politieke carrousel van. Ik neem u dat ook niet kwalijk, want bepaalde berichten in de media gingen ook wel enigszins in die richting. Er was heel veel media-aandacht voor die ‘politieke benoemingen’. U spreekt ook van een carrousel. Ik kan u alleen zeggen dat het gewoon gaat over het naleven van een decreet, waaraan wij allemaal, alle leden van het Vlaams Parlement en ook alle leden van de Vlaamse Regering, gebonden zijn.
Als u daar nog vragen over hebt, stel ik u voor om deze vraag in de toekomst te herhalen. Wij hebben met deze Vlaamse Regering wel andere zaken aan het hoofd dan puur het bepalen van de leden van een raad van bestuur. Natuurlijk zullen we er ook op toezien dat we bepaalde reglementeringen in het decreet niet overschrijden.
Minister, u kunt toch niet ontkennen dat de discussie volop woedt over wie welke post of welk voorzitterschap voor zijn of haar rekening mag nemen.
Ik heb een hele lijst met uitspraken van N-VA’ers die pleitten voor de depolitisering van de raden van bestuur van Vlaamse overheidsbedrijven. Het is weliswaar een lijst met citaten van toen de N-VA nog in de oppositie zat. Eens men in de meerderheid zit, verdeelt men blijkbaar toch liever zelf de postjes.
Vandaar deze oproep aan u, minister, die tegelijkertijd ook mijn bijkomende vraag is. Bent u in deze legislatuur bereid om werk te maken van de depolitisering van de raden van bestuur van de Vlaamse overheidsbedrijven zodat ze niet langer geleid worden door politiek benoemde vriendjes, maar door onafhankelijke bestuurders die alleen op basis van hun competenties worden aangesteld?
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik vraag me af of de N-VA ondertussen van standpunt is veranderd. Het was toch zo dat u van oordeel was dat de toplui dezelfde kleur moesten hebben als hun ministers?
In dit kader wil ik ook de beslissing van de Vlaamse Regering aankaarten over de stopzetting van de samenwerking met Jobpunt Vlaanderen. Tot op heden heb ik daarvoor geen enkele objectieve reden gehoord. Vriend en vijand zijn ervan overtuigd dat Jobpunt veel betekent voor de professionalisering van het personeelsbeleid. Deze beslissing van de Vlaamse Regering katapulteert het aanwervings- en personeelsbeleid twintig jaar terug in de tijd.
Minister, ik had dus graag gehoord wat de echte redenen zijn voor de stopzetting. (Applaus bij sp.a en bij Groen)
Mijnheer De Loor, dit debat hebben we al verschillende keren gevoerd in de commissie. (Opmerkingen van de heer Kurt De Loor)
Ja maar, het staat u vrij om dit te doen, u moet niet onmiddellijk boos worden. Ik zeg gewoon dat het u vrij staat om bepaalde vragen tijdens de plenaire vergadering te stellen. Ik zeg u er gewoon bij dat we deze discussie, dit debat, al verschillende keren, en voor sommigen tot vervelens toe, hebben gevoerd in de commissie Binnenlands Bestuur.
Ik wil u één ding zeggen, mijnheer De Loor. We hebben met deze regering beslist om uit Jobpunt Vlaanderen te treden. Ik weet dat u er een absolute voorstander van bent om toch bij Jobpunt Vlaanderen te blijven en dat u een absolute pleitbezorger bent van de belangen van Jobpunt Vlaanderen. Ik wil u één raad geven: hoe meer u in politieke fora pleit voor het niet-uittreden bij Jobpunt Vlaanderen, of het nu over de Vlaamse Regering gaat of over een gemeente, hoe minder resultaat u zult halen. (Rumoer bij sp.a)
De beslissing van deze Vlaamse Regering is redelijk duidelijk. (Rumoer bij sp.a. Opmerkingen van de voorzitter)
Ja, dank u, voorzitter. En dan moet ik nog altijd doen alsof dit niet aan een welbepaalde partij gebonden is, maar bon, dat is de verantwoordelijkheid van de sp.a-fractie. (Rumoer bij de sp.a)
Mijn allerliefste leden van de sp.a-fractie, ik raad u aan… (Rumoer bij sp.a)
Ja, nu krijgt u het warm en koud tegelijk! Ik raad u aan, als u inderdaad bekommerd bent over de toekomst van Jobpunt Vlaanderen – want wij zijn dat en u bent dat ook, dat geloof ik oprecht – om ermee te stoppen om elke keer negatieve reclame te maken, hier in het Vlaams Parlement of in gelijk welke gemeenteraad. (Rumoer bij sp.a)
Minister, wilt u nu antwoorden op de vraag van de heer Janssens?
Mevrouw Lieten, houdt u zich even rustig, alstublieft.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Janssens, op uw vraag kan ik herhalen wat ik al gezegd heb. U spreekt van een carrousel en van benoemingen. Deze regering wil net zoals alle vorige regeringen het decreet naleven. We doen niets verkeerd. We moeten gewoon de decreten naleven. Politieke benoemingen en carrousels horen eerder thuis in een rubriek ‘Onder vrienden’ of ‘Kreten en gefluister’. We zullen u te gepasten tijde inlichten over de beslissingen.
Minister, u kunt het uzelf gemakkelijk maken en voor één keer eens geloofwaardig overkomen. Het is toch niet de bedoeling van een regering een soort politiek headhuntingbedrijf te leiden dat mensen van de juiste partij op de juiste post moet benoemen. Ik herhaal mijn oproep aan u om het een keer echt anders te doen en werk te maken van de depolitisering van de raden van bestuur van overheidsbedrijven.
Decreten zijn er ook om gewijzigd te worden om onder andere uw eigen partijprogramma uit te voeren. Zo niet zullen de benoemingscarrousels een politieke folklore blijven die met de regelmaat van de klok – met ruzies – in de media komen, en die er alleen maar toe leiden dat de kloof tussen de burger en de politiek steeds groter wordt.
De actuele vraag is afgehandeld.