Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, het is geweten dat gemeentebesturen veel weten over medeburgers. Blijkbaar weten ze zelf niet dat ze zoveel weten, want blijkbaar is de veiligheidsomkadering van die gegevens toch wel aan de lage kant. Uit een enquête blijkt dat wellicht meer dan de helft van de gemeenten en steden niet aan de nodige voorwaarden voldoet, in die mate zelfs dat veel van die gegevens hackbaar zijn. Daardoor dreigt de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer met boetes voor de gemeenten, hoor ik. Ook zegt deze commissie dat ze nog even in het vagevuur zitten, maar dat dit in 2015 toch allemaal rond zou moeten zijn. Minister, wat doet de Vlaamse overheid om orde op data te zetten, wetende dat de OCMW’s stilaan naar de gemeenten toegroeien en dat het gevaar van het openbaar worden van bepaalde kwetsbare gegevens toch alsmaar groter zal worden?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Doomst, ik neem aan dat uw vraag ook deels is geïnspireerd door het congres van V-ICT-OR, de vereniging van lokale ICT-verantwoordelijken, dat vorige week heeft plaatsgevonden. Daar is op een heel serene manier over informatieveiligheid gedebatteerd. U stelt het voor alsof er uitspraken zouden zijn gedaan over het opleggen van boetes en dergelijke meer. Ik weet wel dat dit in de media is geïnsinueerd. Ik weet ook dat de voorzitter van de Vlaamse Toezichtcommissie heel genuanceerd was in de media. Voor alle duidelijkheid, eigenlijk heeft hij alles formeel teruggetrokken wat door de media was bericht over het opleggen van boetes en dergelijke meer.
De Vlaamse overheid en de Vlaamse Regering vinden informatieveiligheid uiteraard zeer belangrijk. U hebt nu niet meer verwezen naar uw concrete vraag, dus dat maakt het een beetje moeilijk, maar u verwees naar een overleg dat deze week heeft plaatsgehad tussen de Vlaamse Toezichtcommissie en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Mijnheer Doomst, ik moet u eerlijk zeggen: ik heb geen weet van een overleg. U bent lid van de VVSG, dus ik neem aan dat u beter op de hoogte bent dan ik. Daar zijn blijkbaar allerlei afspraken gemaakt. Vanmorgen heb ik naar aanleiding van het binnenkomen van uw vraag contact laten opnemen met de VVSG, om een verslag te krijgen van wat er eigenlijk tijdens die vergadering is gezegd. Ik heb dat vooralsnog niet ontvangen. Ze zijn natuurlijk niet verplicht om dat te doen. Zowel de Vlaamse Toezichtcommissie als de VVSG is een autonoom orgaan. U kunt me hier moeilijk vandaag ondervragen over wat er is gezegd tijdens een vergadering waarop ik niet was uitgenodigd en waarbij ik niet was betrokken.
Minister, natuurlijk blijkt duidelijk uit de vraag dat de gemeenten niet rond zijn en dat de meeste gemeenten ook vinden dat het opleggen door Vlaanderen van het aanstellen van een consulent en het opleggen van een plan weer van die planverplichtingen zijn waarvan ze zich afvragen of dat niet eenvoudiger en transparanter kan. Is het ook niet enigszins de opdracht van de Vlaamse Regering om daar mee een duw aan te geven, zonder dat de zaken opnieuw veel te moeilijk worden gemaakt en de kosten ook weer naar de lokale besturen worden geduwd? Is Vlaanderen op ICT-vlak niet de medestander om dat op het terrein efficiënter en eenvoudiger mee uit te voeren, en dat als partner van de lokale besturen? Men heeft dus de indruk dat het allemaal toch weer zo moeilijk wordt gemaakt.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, wat de voorzitter van de Vlaamse Toezichtcommissie al dan niet heeft verklaard, zal blijken wanneer we over de verslagen beschikken. Het lijkt me zeker geen goed idee de gemeenten onmiddellijk te beboeten.
Het lijkt me nogal logisch dat we werk moeten maken van de beveiliging van computergegevens, zeker indien het om persoonlijke gegevens gaat. De meeste steden beschikken over een veiligheidsconsulent. Voor kleinere gemeenten is dat natuurlijk moeilijker. Ze beschikken echter waarschijnlijk wel over een ICT-ambtenaar. Die ambtenaar moet waarschijnlijk heel wat werkzaamheden en taken verrichten.
Vorig jaar heeft het Vlaams Parlement de oprichting van Vlaanderen connect., de Vlaamse vereniging voor ICT-personeel, goedgekeurd. Misschien kan vanuit die vzw en vanuit het beleidsdomein Binnenlands Bestuur enige ondersteuning worden geboden aan de kleine gemeenten die het moeilijk hebben om deze controles uit te voeren.
Minister, kunnen in het bijzonder de kleinere gemeenten toch enige ondersteuning krijgen om deze beveiliging tot stand te brengen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de vraag van de heer De Meulemeester bijtreden. De informatieveiligheid en de zorgvuldige omgang met de persoonlijke gegevens van de inwoners zijn zeer belangrijk. Ik heb gisteren, tijdens de begrotingsbesprekingen, al vermeld dat er op het vlak van ICT nog heel wat uitdagingen zijn. Ik pleit er absoluut niet voor de gemeenten te beboeten. We moeten voor de noodzakelijke ondersteuning zorgen. De Vlaamse overheid kan op dit vlak zeker een meerwaarde bieden.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de heer Doomst danken voor zijn actuele vraag en de minister voor haar antwoord. Dit thema leeft bij de lokale besturen, zeker na de berichtgeving in de pers hierover. Volgens mij staat dit overal op het lijstje met de belangrijke zaken die moeten gebeuren. De beveiliging van de persoonsgegevens is belangrijk.
De Vlaamse overheid moet de lokale besturen stimuleren en aanmoedigen om, al dan niet intergemeentelijk, een veiligheidsconsulent aan te stellen en om een plan op te stellen. We moeten er echter over waken dat de slinger niet naar de andere kant doorslaat.
Ik wil het hier niet over sancties of boetes hebben. In het Vlaams regeerakkoord staat heel duidelijk dat de lokale besturen meer vertrouwen zullen krijgen en dat de betutteling zal verdwijnen. Dit siert de Vlaamse Regering natuurlijk. Ik heb het besluit van de Vlaamse Regering echter gelezen. Er is sprake van een jaarverslag waarin een resem aan zaken jaarlijks moeten worden opgelijst. Volgens mij zijn er nuttiger zaken dan dit.
Ik dacht dat ik in mijn eerste antwoord al duidelijk was geweest. De voorzitter van de Vlaamse Toezichtcommissie heeft in geen geval over boetes gesproken. Toch zijn drie Vlaamse volksvertegenwoordigers hier net weer over die boetes begonnen. Ik wil het voor eens en voor altijd duidelijk maken. Hij heeft dat niet gezegd. Hij heeft dat trouwens nadien, onder meer tijdens een interview op VTM, nog rechtgezet. Als hij verklaart dat hij dat niet heeft gezegd, neem ik hem op zijn woord. Het is trouwens niet mijn bevoegdheid boetes op te leggen. Dat is ook niet de bedoeling van de Vlaamse Toezichtcommissie.
Mijnheer Doomst, volgens mij hebt u geciteerd uit het verslag van de ontmoeting die heeft plaatsgevonden. Ik sta open voor een gesprek met de VVSG over dit onderwerp. Ik kan u garanderen dat ik als Vlaams minister een partner van alle overheden, de grote steden en de kleine gemeenten, wil zijn. Dit is belangrijk. Voor de grotere gemeenten en steden is het gemakkelijker iemand in dienst te nemen die voor de informatieveiligheid instaat. Voor de kleinere lokale besturen is dit moeilijker. Ik wil op dat vlak een partner zijn. Ik ben absoluut bereid met de VVSG in dialoog te treden om na te gaan wat mogelijk is.
Volgens mij hebben we vooral nood aan eenduidige informatie en een heel eenvoudige handleiding. We hebben, zoals de heer Maertens heeft gezegd, nood aan veel megabytes aan gezond verstand en aan zo weinig mogelijk megabytes aan planlasten voor de lokale besturen.
De actuele vraag is afgehandeld.