Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, in Duinkerke vindt u de diensten, de knowhow en de kwaliteit die u nodig hebt. Met deze boodschap probeert de Franse stad Duinkerke ondernemingen vanuit Vlaanderen naar Frankrijk te lokken. Ze sommen daarvoor een aantal argumenten op, zoals de nabijheid van de haven, een goed wegennet, een goede binnenvaart, vlotte administratie, goedkopere industriegronden enzovoort.
Mijn fractie is niet tegen het feit dat buitenlandse steden in Vlaanderen promotie maken voor hun stad en omgeving. Wij vragen ons wel af of dat moet gebeuren op de openbare omroep. Die spot werd gebracht op Radio 1 en Studio Brussel door de VRT, die voor een groot deel wordt betaald met belastinggeld. Wij stellen de opportuniteitsvraag of wij de VRT spotjes moeten laten uitzenden om bedrijven vanuit Vlaanderen weg te lokken naar Frankrijk of naar om het even welk ander land. Wanneer bedrijven vanuit ons land en dan meer specifiek vanuit Zeebrugge, Oostende, de rest van West-Vlaanderen en Vlaanderen, naar het buitenland trekken, dan heeft dat een weerslag op de eigen economie, op de tewerkstelling, op de uitbouw van onze havens enzovoort.
Minister, u zult wellicht antwoorden dat er juridisch en decretaal niets verkeerd is met het uitzenden van dergelijke spots op de openbare omroep, vandaar de opportuniteitsvraag. Vindt u dat dergelijke spots kunnen op de openbare omroep en moet daaraan geremedieerd worden?
Minister Gatz heeft het woord.
De spots waarvan sprake werden inderdaad uitgezonden op Radio 1 en Studio Brussel tussen 3 en 14 november. Zij werden ook getoetst aan de decretale opdrachten en mogelijkheden van de VRT, artikel 50 van het Mediadecreet en artikel 11.1 van de beheersovereenkomst, om na te gaan of dit kan.
U schijnt mijn antwoord al te kennen. Het klopt dat er met het uitzenden van de spot geen enkel decretaal probleem is. Het is niet de regel maar ook niet de uitzondering: in het verleden hebben buitenlandse bedrijven al geadverteerd op de VRT. Deze spot heeft een speciale context omdat het zou kunnen overkomen alsof bedrijven vanuit Vlaanderen of België naar Duinkerke zouden vertrekken. Wanneer zij dit zouden doen of wanneer zij hierop zouden ingaan, is het toch wel zo dat het gaat om bedrijven die hier een sterke inplanting hebben en die eventueel daar een tweede inplanting hebben. Dat kan ons alleen maar verheugen over de internationale kracht van ons bedrijfsleven.
Breder zie ik er geen graten in. Wij leven in een geglobaliseerde wereld, in de Europese Unie waar er vrij verkeer is van personen, goederen, diensten en kapitaal. Zoals een groot liberaal parlementslid in de vorige regeerperiode ooit zei: het is toch niet omdat er door Disneyland reclame wordt gemaakt op de VRT, dat de mensen niet meer naar Plopsaland in De Panne zouden gaan.
Ik heb die vergelijking ook gelezen in het verslag van de vraag om uitleg van de heer Decaluwe, nu provinciegouverneur van West-Vlaanderen en van, naar ik meen, huidig staatssecretaris Bart Tommelein. Zij hadden dezelfde kritiek die ik hier formuleer.
Minister, u trekt het nu een beetje in het belachelijke, met Plopsaland en Disneyland. Ik heb u in de media al een paar vragen gesteld. Ik begrijp wel dat u zich altijd achter decreten verschuilt, en u antwoordt als een groot liberaal door te zeggen dat we in één grote economische ruimte leven. Dat kan allemaal wel zijn, maar ik heb het over het feit dat dit een weerslag heeft op de economie en de tewerkstelling in Vlaanderen.
U hebt gelijk, er zijn een aantal bedrijven, om Bekaert niet bij naam te noemen, die daar ook een vestiging hebben. Maar elk vertrek van een bedrijf naar het buitenland heeft een weerslag op de tewerkstelling in Vlaanderen. Dat vind ik bijzonder spijtig, u blijkbaar niet. De Vlaamse Regering en de Vlaamse overheid spenderen miljoenen euro om mensen aan het werk te krijgen, en dan komt u hier koudweg zeggen dat het u niet stoort dat die bedrijven naar het buitenland trekken.
De heer Caron heeft het woord.
Ik zou de heer Sintobin laconiek kunnen vragen of hij er iets op tegen heeft dat Vlaamse steden promotie maken in het buitenland. Maar die vraag moet hij stellen aan de minister van Toerisme. Die praktijk is, vanuit Vlaanderen zelf, schering en inslag. Uw blik, mijnheer Sintobin, is maar in één richting gericht. Ik vind dat op zich een gekke situatie.
Minister, los daarvan vind ik dat we ons hier met dit soort zaken niet moeten bezighouden. Meer zelfs, zelfs Bellewaerde draait dezer dagen nog goed.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik wil een kleine correctie aanbrengen op wat de heer Sintobin zegt. Ik was aanwezig bij de discussie in de commissie, in november 2011. Het klopt dat onze onvolprezen collega Decaluwe tegen die spotjes was. Dat geldt niet voor de heer Tommelein, die als liberaal vond dat er zo weinig mogelijk regels moeten zijn. Dat is dus een kleine correctie. Ik verdedig voor één keer de heer Tommelein.
Minister, we weten dat de Vlaamse overheid alle mogelijke inspanningen doet om het bedrijfsklimaat hier te verbeteren en om buitenlandse investeerders aan te trekken. Dan blijft het toch vreemd om te horen dat de openbare omroep spotjes uitzendt die net het tegenovergestelde beogen. Misschien moeten wij dat, met het oog op de nieuwe beheersovereenkomst, toch eens bekijken.
Collega’s, mocht het werkelijk zo zijn dat door het uitzenden van dergelijke spotjes, op de openbare omroep – want daar gaat de vraag over –, of op private kanalen, er massaal bedrijven vanuit ons land naar andere landen, in dit geval Frankrijk, zouden vertrekken, dan is dit natuurlijk een vraag over het sociaal-economisch beleid van de Vlaamse Regering en de Federale Regering. Dan gaat het over de normale concurrentie die wij proberen te handhaven, en die de bedrijven ook moeten aankunnen. Sommigen zullen dit als een bekentenis beschouwen, maar dat is helemaal niet zo: wij willen met deze regeringen de bedrijven meer zuurstof geven. Dan is er ook meer tewerkstelling voor de mensen.
Ik zie dus niet goed in waarom we hier een groot debat hebben over het uitzenden van een aantal spotjes die in een Europese, vrije economische en mediaruimte volstrekt normaal zijn. (Applaus bij Open Vld en Groen)
Minister, ik blijf bij mijn stelling dat ieder bedrijf dat vertrekt uit Vlaanderen, een spijtige zaak is, die zijn weerslag heeft op de tewerkstelling. Sommige collega’s proberen mijn vraag wat in het belachelijke te trekken, mijnheer Caron. Maar ik voel me in goed gezelschap: de provinciegouverneur van West-Vlaanderen levert dezelfde kritiek. De heer Tommelein heeft dezelfde kritiek. U hebt het verslag niet goed gelezen. Meer nog, zelfs Voka en UNIZO delen mijn kritiek en vinden dat het niet kan dat met belastinggeld promotie wordt gemaakt om Vlaamse bedrijven weg te lokken naar het buitenland.
Ik zal ook een belachelijke vergelijking maken: als straks de Kaaimaneilanden vragen aan de VRT om een spotje te mogen uitzenden om offshorebedrijven uit West-Vlaanderen te lokken naar de Kaaimaneilanden, gaat de VRT dan ook zeggen dat het goed is?
De actuele vraag is afgehandeld.