Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat naar aanleiding van de goedkeuring van de tarievennota door de raad van bestuur van De Lijn.
Het debat is geopend.
Elke fractie heeft tien minuten spreektijd.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het is niet voor het eerst dat we in de plenaire vergadering het debat over de dienstverlening van De Lijn voeren, en dan vandaag meer specifiek over de tariefpolitiek van de vervoersmaatschappij.
We hebben daarnet door middel van een persmededeling van De Lijn vernomen dat er belangrijke beslissingen zouden zijn genomen. Uiteraard is het Vlaams Parlement het gepaste gremium om eens van gedachten te wisselen over de beslissingen die zijn genomen door de raad van bestuur.
Voor ik tot de tarieven kom, zou ik bij wijze van algemene inleiding toch een vaststelling met u willen delen. Vlaanderen stelt jaarlijks een zeer groot budget ter beschikking voor de organisatie en uitbouw van ons openbaar vervoer. Om dit even historisch te situeren: in 1999 bedroeg de dotatie aan de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) De Lijn, nog 120 miljoen euro, en sinds 2008 zijn de werkings- en investeringstoelagen opgetrokken tot, afhankelijk van het jaar, net wel of net geen 1 miljard euro, met andere woorden een bedrag dat driemaal zo groot is als dat oorspronkelijk eind jaren 90 was.
Wanneer we deze dotatie van De Lijn tegenover de eigen ontvangsten van De Lijn plaatsen, dan zien we dat deze laatste slechts goed zijn voor een dekking van 15 procent van de totale kost. Maar liefst 85 procent is dus voor rekening van de Vlaamse overheid, lees de belastingbetaler. Mocht dit alles tot een werkelijke gedragswijziging hebben geleid, dan kan men denken: oké, beleid geslaagd. Maar wat stellen we vast, collega’s? Het aandeel van het openbaar vervoer in het totale verplaatsingsgedrag is in vergelijking tot de stijging van de dotatie niet mee geëvolueerd. De stijging van de dotatie is maal drie; het aandeel in het totale verplaatsingsgedrag schommelt nog steeds rond de 5,7 procent. Voor het woon-werkverkeer zit het aandeel rond de 10 tot 11 procent. Dat cijfer blijft zo goed als status quo.
Dit doet ons vaststellen dat we er nog niet zijn en dat puur aanbod creëren aan zeer lage tarieven niet voldoende is om de Vlaming te overtuigen de auto achterwege te laten en de overstap te maken naar het openbaar vervoer. Het moet anders, het moet beter. De beleidsnota van de minister, die we trouwens morgen uitgebreid in commissie bespreken, bevat een pak voorstellen over hoe we volgens ons als meerderheid dat vervoersaanbod voor de Vlaming kunnen verbeteren.
Maatregelen zoals verknoping, stiptheid, comodaliteit, een betere vraaggestuurdheid en basisbereikbaarheid moeten de efficiëntie en ook het comfort voor de reiziger vergroten, zodat de keuze voor openbaar vervoer een positieve keuze wordt, en niet langer een keuze na negatieve eliminatie. De kostendekkingsgraad moet ook omhoog, deels door besparingen, door het efficiënter besteden van middelen door De Lijn, deels ook door het verhogen van de eigen inkomsten. Het verschil met de kostendekkingsgraad van andere vervoermaatschappijen is te groot. Daarbij blijven uiteraard noodzakelijke investeringen gevrijwaard, weliswaar meer dan vroeger in functie van de maatschappelijke baten die eraan kunnen worden verbonden.
U zult vragen waarom ik in dit debat nu al die elementen naar voren breng. Welnu, ik wil hiermee aangeven dat het geen discours is van louter een tariefverhoging waarmee de Vlaamse Regering of De Lijn nu uitpakt. Dit alles past wel degelijk binnen een ruim debat waarbij de lasten worden gespreid. Er worden inspanningen gevraagd van De Lijn zelf. Men rationaliseert en verhoogt inkomsten uit dienstverlening, echter met als finale doelstelling tot een efficiëntere en betere dienstverlening te komen.
Minister, we komen tot de kern van de zaak. Vorige week in de commissie kon u ons nog niet echt zeggen hoe de oefening met betrekking tot de tarieven van De Lijn eruit zou zien. Men was nog volop bezig met het uitwerken. Vandaag nemen we kennis van een persmededeling met belangrijke principes die De Lijn verspreidt. Ik overloop ze even kort.
Het aantal tarieven en de uitzonderingen op die tarieven worden sterk vereenvoudigd. Zo zal men bijvoorbeeld per 60 minuten betalen, en niet langer per zone. Dat is veel transparanter en eenvoudiger dan het huidige systeem van een, twee, drie zones enzovoort. Het gratis rijden wordt inderdaad afgeschaft. Men voert een faire bijdrage in voor iedereen, maar belangrijk is – en dat is ook voor onze fractie enorm belangrijk – dat dit gebeurt met een correctie voor sociaal gevoelige groepen. Als ik het goed heb gelezen, is er sprake van een verhoogde tegemoetkoming van 50 euro, en voor mensen met een vervoersgarantie van 40 euro. De gepensioneerden – een heikel punt – zullen, in tegenstelling tot sommige bewust gelekte berichten vorige week, géén 180 euro betalen. Er zal hun een billijke bijdrage van 50 euro worden gevraagd.
De abonnementen Buzzy Pazz en Omnipas blijven de goedkoopste van België en omgeving. De Buzzy Pazz zou naar 195 euro gaan. Er is een korting voor het tweede kind. Vanaf het derde kind is het 50 euro. De Omnipas behoort met 294 euro in Europa nog steeds tot de goedkoopste: omgerekend gaat het over 0,81 euro per dag.
Gsm-tickets en lijnkaarten worden ook sterk vereenvoudigd. Er is enkel nog de keuze tussen een ticket, een rittenkaart en een sms-ticket. Met dat sms-ticket blijft men onder de huidige prijs van 2 euro, namelijk 1,8 euro. Voor een rittenkaart is dat 1,4 euro.
Minister, ik ben uiteraard eerst en vooral benieuwd naar uw standpunt en dat van de Vlaamse Regering. Ik hoorde wel dat er de afgelopen weken en maanden intens overleg is gepleegd. Ik ga er dus ook van uit dat er een draagvlak is binnen de Vlaamse Regering. Wat ik hoor, stemt me positief, maar het is natuurlijk afwachten op de rest van het verhaal en de volledige uitrol ervan.
Ik kom tot mijn concrete vragen aan u. Kunt u ons meer vertellen over de vergelijking met de ons omringende regio’s? Ik verwijs naar de benchmarkstudie die wij hier met zijn allen in 2009 hebben laten plaatsvinden. Daaruit bleek duidelijk dat de tarieven in Vlaanderen ver onder de gangbare tarieven in het buitenland lagen. Hebt u een actueel beeld daarvan?
Ik geef enkele voorbeelden. Binnen de grenzen vroeg men bij Transport en Commun (TEC) 560 euro voor een vergelijkbaar abonnement. Bij de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) was dat 499 euro. Als we dan over de grens gaan kijken, dan was dat voor het Ruhrgebied 420 euro, voor Schotland 528 euro, voor Rotterdam – louter voor de centrumzone – 264 euro en voor heel Nederland 1500 euro. Dat zijn toch nog altijd gigantische verschillen met de bedragen waarover wij spreken. Hebt u dat geactualiseerd en kunt u daar een overzicht van geven?
Naar ik aanneem, is De Lijn bezig met een oefening over de gedifferentieerde tarieven volgens vervoerstype. We zien die nu nog niet opduiken, maar kunt u bevestigen dat deze oefening wordt gemaakt?
Wat betekent dit concreet voor de afstemming op ReTiBo? Ik neem aan dat de vereenvoudiging goed nieuws is en dat ook de uitrol met een gezwind tempo kan worden voortgezet en kan worden afgestemd op ReTiBo.
We weten dat De Lijn bezig is met een grondige interne besparingsoefening. Ik verwacht niet dat de oefening al volledig is afgerond, maar het lijkt me wel belangrijk om stil te staan bij de geplande investeringen en bij belangrijke principes zoals de doorstroming. Kunt u alvast al bevestigen dat hierop niet zal worden bespaard en dat het voor u belangrijke principes blijven?
Ik heb nog een ietwat pikante vraag: wat met bepaalde vrijgestelde groepen? Ik vind er niets over terug in het persbericht. Ik denk aan journalisten en aan volksvertegenwoordigers. U weet dat onze fractie dit al herhaaldelijk op tafel heeft gelegd. Verwijzen naar de Grondwet van de jaren stilletjes lijkt me niet relevant als verantwoording. Is daar iets over gezegd, werd daarover iets beslist? Kunt u ons daarover wat meer uitleg geven? (Opmerkingen. Rumoer)
Het verbaast u misschien: naar de Grondwet verwijzen, daar is niets mis mee, maar kunt u hier wat meer uitleg over geven? (Rumoer)
Minister, gaat dit puur over een tarievenbeleid? (Rumoer)
Voorzitter, er is zo veel lawaai, het is een beetje moeilijk zo. Iedereen komt nog aan beurt.
Dat hebben ze van u geleerd, mevrouw De Ridder, vroeger deed u dat ook. (Gelach. Applaus)
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, past dit puur in een hogere kostendekkingsgraad, in een tarievenbeleid? Neen, natuurlijk niet. Dit past in een brede algemene visie op ons openbaarvervoersbeleid. Het moet anders. We moeten de overstap maken naar een – jawel! – modern openbaarvervoersbeleid dat meer vraaggericht is, dat meer efficiënt zal zijn. We gaan niet met de botte bijl te werk, we maken heel duidelijk ook sociale correcties voor mensen die het nodig hebben.
Laat ons de discussie met open vizier voeren, zonder taboes. Laat ons de noodzakelijke beleidskeuzes maken en bijsturingen doorvoeren zodat we de uiteindelijke doelstelling kunnen bereiken: een betere openbaarvervoersdienstverlening die meer mensen overtuigt om daadwerkelijk de overstap te maken naar bus en tram. (Applaus bij de N-VA)
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, goede collega’s, dit heet kort op de bal spelen. Deze middag werden deze beslissingen genomen in de schoot van de raad van bestuur van De Lijn en nu kunnen we er al over debatteren.
Collega’s, ik heb het al meermaals herhaald, ook in eerdere debatten over De Lijn, dat het probleem van onze openbaarvervoersmaatschappij niet is dat ze ondergefinancierd is. De Lijn krijgt nog altijd, ook in de nieuwe begroting voor 2015, als we de middelen voor investeringen en voor de werking optellen, 1,030 miljard euro aan middelen. Vandaag, dit jaar, is dat 1,050 miljard euro aan middelen op een totale begroting van nu nog 27 miljard euro en vanaf volgend jaar van 38 miljard euro. Onze openbare vervoersmaatschappij wordt met andere woorden niet ondergefinancierd.
Het probleem is dat vandaag De Lijn slechts 4 procent van het reizigersverkeer bereikt. Dat is des te vervelend en te pijnlijk als we weten dat in Vlaanderen het gros van alle verplaatsingen minder dan 10 kilometer bedragen. De Lijn zou daar prominent in aanwezig moeten zijn.
Voor ons is er nu één stap gezet, maar moeten er nog verdere stappen worden gezet. De structuur, de organisatie moet helemaal opnieuw en out of the box worden bekeken. Meer vraaggestuurd, dat is voor Open Vld altijd het uitgangspunt geweest.
Ik keer een paar maanden terug in de tijd, dat is het voordeel van wie hier een beetje een oud-strijder is – en die krijgen nog altijd vrijstelling heb ik begrepen, parlementairen wat mij betreft niet meer, laat dat duidelijk zijn.
Als dienstregelingen worden aangepast, reageren burgemeesters van alle strekkingen, van sp.a, zoals Daniël Termont of Renaat Landuyt, maar ook andere. Ze stellen dat De Lijn over hun grondgebied rijdt, maar dat hun betrokkenheid quasi nihil is. In het beste geval, als de beslissing al is genomen, krijgen burgemeester en college een mededeling. That’s it. Praat maar eens, collega’s, met burgemeesters uit landelijke gemeenten. Ze zullen u zeggen dat vandaag buiten de spitsuren de verbindingen van de deelkernen naar het centrum van de stad of de gemeente haast onbestaande zijn. Nochtans trekken we daarvoor in 2014 1 miljard 50 miljoen euro uit en in 2013 1 miljard 30 miljoen euro.
Wat we moeten doen, is een ander en beter openbaar vervoer creëren. Voor Open Vld heeft een moderne regio als Vlaanderen evenveel behoefte aan brood als aan een openbare vervoersmaatschappij. De Lijn verdient dus absoluut een plaats in ons vervoersbestel. Alleen moet dat performanter en klantvriendelijker dan vandaag. Daarom moet alles worden bekeken.
Minister, u bent nog nieuw in de stiel, maar het begrip ReTiBo is u niet vreemd. Voor wie minder vertrouwd is met discussies over het openbaar vervoer: dat is het meetinstrument dat ervoor moet zorgen dat we kunnen weten hoeveel reizigers we precies hebben. De vorige legislatuur zat mevrouw Crevits op uw stoel, als minister van Mobiliteit en Openbare Werken. Elk jaar kregen we hoeraberichten van tienduizenden of honderdduizenden reizigers meer. Daarover zei ze: “Dat zijn de cijfers van De Lijn.” Als we dan opmerkten: “U bent toch de minister van De Lijn”, zei ze, en dat kunnen veel mensen getuigen: “Dat zijn de cijfers van De Lijn.” Als motie van wantrouwen kon dat tellen. Meten is weten. ReTiBo moet zo snel mogelijk in werking treden, minister.
Het is pijnlijk om vast te stellen, maar vandaag bestaat er ReTiBo bij de NMBS en de MIVB, de maatschappij voor openbaar vervoer in Brussel. Daar bestaat vandaag de MOBIB-kaart. Die vervoersmaatschappijen weten precies wie er allemaal op hun bussen of treinen zit. Meten is weten, niet om af te nemen, maar net om de structuur, de organisatie en de klantvriendelijkheid te verbeteren en op een hoger peil te brengen.
In de vorige legislatuur – toen zaten wij uiteraard met Open Vld in de oppositie en nu maken we deel uit van de meerderheid – is er veel tijd verloren gegaan. Ik denk dat de huidige meerderheidsfracties mij niet zullen tegenspreken. Het luik met betrekking tot De Lijn in het vorige regeerakkoord zat geblokkeerd, zowel voor de tarieven als voor aanpassingen in de structuur. Voor sp.a kon daarin geen centimeter worden geschoven, en ze gingen daar prat op.
De vorige spreker heeft al verwezen naar de tariefpolitiek in de drie benchmarkregio’s die belangrijk zijn voor Vlaanderen: Nordrhein-Westfalen, Schotland en het zuiden van Nederland. Daar liggen de tarieven een stuk hoger en het aantal gebruikers ook een stuk hoger. (Opmerkingen)
Schotland, inderdaad. Er zijn beduidend meer gebruikers. Mijnheer Crombez, luister gewoon, we kunnen straks het debat voeren. Meten is weten. Tijdens de vorige legislatuur hebben we er ons in de commissie heel vaak het hoofd over gebroken. In Zuid-Limburg in Nederland is er een privé-aanbieder van openbaar vervoer Veolia. Die is duurder, maar heeft meer gebruikers, omdat reizigers willen betalen voor comfort, regelmaat, zekerheid en klantvriendelijkheid. Comfort, regelmaat en zekerheid spelen absoluut ook een rol. Ook daar geldt: meten is weten.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Mijnheer Keulen, ik hoor u graag zeggen: meten is weten. Maar van twee dingen één. Ofwel zegt u dat we eigenlijk niet weten wie er allemaal op de bus en de tram stapt, hoe vaak en waar. Ofwel weten we het wel, en nemen we op basis daarvan onze beslissingen. Want er is wel al beslist dat buiten de Vlaamse ruit de basismobiliteit zal worden afgeschaft, zogezegd omdat er geen vraag zou zijn naar openbaar vervoer. Maar is dat zo? Weet u dat zeker?
Als u zegt dat wij niet weten wie de tram en de bus neemt en hoeveel mensen het openbaar vervoer gebruiken, hoe kunt u dan de vergelijking maken met die buitenlandse voorbeelden?
Goede collega Vandenbroucke, u bent hier nieuw in de stiel. (Opmerkingen)
U hebt hier vroeger ook eens gezeten voor Spirit en tussendoor bent u kabinetschef geweest.
Wat ik wel weet, is dat, als er één fractie was die, toen het ging om diep graven naar aanleiding van het aantal reizigers en het soort van reizigers van De Lijn, dat tot en met afremde en blokkeerde, dat dat uw fractie was, sp.a.
Vandaag bestaat het decreet op de basismobiliteit. Wat zegt heel Vlaanderen samen met mij? “Wat hebben we nu aan het feit dat er om de 600 meter een bushalte ligt als er nauwelijks bussen rijden?” Vandaag werkt uw model niet. Daarom zeg ik dat wij pro openbaar vervoer zijn, maar dat de organisatie helemaal zal moeten worden herdacht. Als de overheid meer dan 1 miljard euro uittrekt, mogen de reiziger en de belastingbetaler meer verwachten.
Ik maak nog één opmerking die niet onbelangrijk is. In Hasselt heeft jarenlang het gratis busvervoer bestaan. Ik ben zelf zes jaar minister geweest, waarvan vijf jaar minister voor Stedenbeleid. We hadden de stadsmonitor. Daaruit bleek dat er in Genk, pal naast Hasselt, waar de normale tarieven golden, er maar een fractie minder busgebruikers waren dan in Hasselt. Hasselt was ten opzichte van alle andere centrumsteden maar een middenmoter als het ging om het gebruik van bussen. Heel wat centrumsteden in Vlaanderen staken daar bovenuit, onder meer de republiek Mechelen, mijnheer de fractieleider Somers. Dat is de realiteit. Gratis is niet de doorslaggevende factor om al dan niet de bus te nemen of om te kiezen voor andere vervoersmodi.
De heer Beenders heeft het woord.
Ik wil gewoon even corrigeren. Het ging om cijfers van het woon-werkverkeer. De Lijn heeft heel duidelijk verklaard waarom die cijfers niet zo hoog waren als die van het vrijetijdsverkeer. U vergelijkt hier dus cijfers die niet helemaal juist zijn. Dat wou ik even rechttrekken.
Dat wil ik heel graag met u doen. Ik ken de cijfers van het vrijetijdsverkeer. Mijnheer Beenders, dat was nauwelijks beter. Ook die cijfers waren van die aard om dat beleid los te laten. Gratis is op zich niet slecht om de aandacht te trekken op iets dat je wilt lanceren. Maar gratis kan nooit permanent worden aangehouden. Gratis is synoniem voor hoge belastingen. Of mensen navenant waarderen wat ze helemaal gratis krijgen, daar kun je heel wat vraagtekens bij plaatsen. Elke burgemeester kan u daar tal van anekdotes over vertellen, gestaafd door de universiteit van het leven.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Als inwoner van Hasselt wil ik omwille van een persoonlijk feit tussenkomen. Wij hebben inderdaad in Hasselt de afgelopen jaren het gratisbeleid gehad. En nog steeds rijden veel reizigers gratis rond. Ik ondersteun de heer Keulen: we zien daar het fenomeen dat voetgangers en fietsers voor 500 meter de bus nemen omdat hij gratis is. Studenten nemen van de Elfde Liniestraat tot het stadscentrum de bus waar ze vroeger de fiets namen. Als dat het beleid is dat sp.a voorstelt, dan stel ik mij daar grote vragen bij want het andere fenomeen hebben we niet gehad: er zijn niet minder wagens op de weg.
Mevrouw Jans, soms is de realiteit scherper dan de karikatuur. Ik kan u hele verhalen vertellen van jonge mensen die de bus namen omdat het regende. Dan sms’ten ze naar elkaar om te zeggen dat de ene in Kuringen zat en de andere in Stevoort en een derde in het centrum van Hasselt. Op een zeker ogenblik zijn het doel en het middel elkaar compleet voorbijgeschoten.
Ik rond af. Volgens Open Vld is er nu een stap gezet. Die stap is beduidend maar is absoluut geen eindpunt. Het debat moet daarover gevoerd worden, vooral met het oog, zoals ik hier al een paar keer heb gezegd, op een beter, performanter en klantvriendelijker openbaar vervoer. Daar is het voor ons om te doen. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er is in de ogen van velen van deze meerderheid, niet het minst die van de vorige sprekers, wellicht een historische beslissing genomen deze voormiddag, op voorstel van de Vlaamse Regering, namelijk: eindelijk is het gratis openbaar vervoer in Vlaanderen afgeschaft!
De heer Keulen was echter niet volledig toen hij daarnet een kort biografietje van mij schetste. Ik ben namelijk historicus van opleiding, en kan niet aan de drang weerstaan om een historische vergissing die over dat gratis openbaar vervoer bestaat, recht te zetten.
Iedereen denkt al jaren dat het Steve Stevaert was die het concept gratis openbaar vervoer heeft gelanceerd. Niets is minder waar, collega’s. Op 26 februari 1996 heeft een Kamerlid een amendement op de Grondwet ingediend, om daarin de term ‘gratis openbaar vervoer voor volksvertegenwoordigers’ te verankeren. Dat Kamerlid, collega’s, was Geert Bourgeois. (Opmerkingen. Applaus bij sp.a en Groen)
Maar ik moet volledig zijn in mijn historisch overzicht. Waar Geert Bourgeois het alleen maar over volksvertegenwoordigers had, is gratis openbaar vervoer nadien ingevoerd voor heel wat andere groepen in de samenleving: kinderen, gepensioneerden, gehandicapten, oorlogsinvaliden. Deze voormiddag is dan beslist om het voor de meesten onder hen af te schaffen, behalve dan voor de parlementsleden.
Ik merk dat er een draagvlak voor lijkt te bestaan, collega’s, dus ik stel voor dat wij morgen allemaal naar de Lijnwinkel gaan en ons daar een abonnement voor De Lijn aanschaffen. Dat zijn alvast 36.500 euro extra inkomsten voor De Lijn.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, ik ben zeer blij dat u dit aanhaalt. Ik ben namelijk zelf, hoogstpersoonlijk, als fractieleider van de N-VA, degene die dat opnieuw op tafel heeft gelegd op het Uitgebreid Bureau, om dat in het kader van de begrotingsbesprekingen van dit Vlaams Parlement opnieuw te bespreken. Op 1 december zitten we daarover samen met het Uitgebreid Bureau en zal dat ter sprake komen. U brengt dus niets nieuws. Het ligt al op tafel, en het ligt daar door mij. (Opmerkingen)
De heer Crombez heeft het woord.
Er is vandaag beslist dat het betalend wordt voor senioren. Wat de heer Diependaele op tafel zou hebben gelegd, moet hij ergens kwijt zijn, want er is helemaal niets over beslist. Voor de senioren gaat de prijs omhoog, voor de parlementsleden niet. Daar gaat het over. (Opmerkingen)
De heer Keulen heeft het woord.
Laat het duidelijk zijn, voorzitter, collega’s: gezien de evoluties die nu bezig zijn en met de tariefaanpassingen die doorgevoerd worden, is het gratis reizen voor parlementairen gedaan. Laat ons duidelijk het signaal geven aan de buitenwereld dat wij solidair zijn met de mensen en dat wij ons privilege van gratis reizen met De Lijn opgeven. (Applaus)
De heer Diependaele heeft het woord.
We wisten al langer dat dat inderdaad gedaan is, maar De Lijn kan dat niet beslissen, en ook de regering kan dat niet. Die beslissing komt toe aan het parlement zelf. We hebben samen afgesproken, mijnheer Crombez, om dat te bespreken in het kader van de begroting van het Vlaams Parlement. Ik heb u niet horen zeggen dat dat nu al moest worden opgenomen in de tarievenlijst. Het was al langer bekend dat De Lijn die tarievenlijst vandaag zou vastleggen. Ik heb u niet horen vragen om dat daar mee in op te nemen.
De Lijn kan dat niet beslissen. De regering kan dat niet beslissen. Alleen wij kunnen dat doen. En we hebben samen afgesproken dat we dat zouden doen, mijnheer Crombez, in het kader van de begrotingsbesprekingen van het Vlaams Parlement.
Ik stel vast dat het draagvlak er wel is, nu nog de beslissing. We rekenen daarvoor op u, mijnheer Diependaele.
Collega’s, dit debat gaat natuurlijk niet over de 124 Vlaamse parlementsleden. Wat met de andere 6 miljoen Vlamingen? Daar gaat het over. Wie van hen betaalt het gelag? Wie krijgt opnieuw een factuur toegestuurd?
Ik heb wat meer informatie kunnen raadplegen dan het persbericht dat we gekregen hebben. En ik stel vast de regering alvast op één punt niet verweten kan worden niet consequent te zijn. Opnieuw is namelijk beslist dat de teerste schouders de zwaarste lasten zullen betalen.
Van de 18,5 miljoen euro aan extra inkomsten die de prognose is van De Lijn bij de tariefverhogingen, zal meer dan 60 procent opgehoest worden door de lagere inkomens met een Omnio-statuut, door de gepensioneerden en door kinderen. Is het billijk, mevrouw De Ridder, om uw tariefstijging te laten betalen door uitgerekend die groepen die het meest afhankelijk zijn van het openbaar vervoer? Ik denk van niet.
Dit is een bijzonder cynisch debat. Ik hoor keer op keer de socialistische partij bij monde van de heer Vandenbroucke schieten op diegenen die nu proberen het beleid van het verleden bij te sturen. Ik heb daarnet al dit voorbeeld gegeven: het blind aanbod creëren aan nultarieven heeft niet geleid tot een modal shift. Er hebben niet meer mensen de beslissing genomen om het openbaar vervoer te gebruiken. Wij proberen nu via gespreide inspanningen van iedereen om een openbaar vervoer uit te bouwen dat vraaggericht en efficiënt is waardoor mensen wel die positieve keuze maken. Vorige week lekken dat gepensioneerden 180 euro zouden moeten betalen, is kwaadwillig. Het gaat om 50 euro per jaar. Dat is een billijke bijdrage. Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen dat willen betalen in ruil voor een efficiënt en beter openbaar vervoer.
Weet u waar gratis vervoer voor gepensioneerden nog bestaat? Nergens, behalve in Schotland en daar zijn ze ook bezig om het aan te passen. Wij doen een poging om met een gezonde kostendekkingsgraad een openbaar vervoer tot stand te brengen dat modern, efficiënt en meer vraaggericht is. Inderdaad, daar moeten een aantal heilige huisjes voor sneuvelen en u blijft het daar erg moeilijk mee hebben.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, ik vraag me af hoe u rekent. We kunnen dat misschien later eens grondig bekijken. Senioren die tot op heden 0 euro betaalden, zullen nu 50 euro moeten betalen. Dat is een billijk bedrag. Bovendien is een groot deel van die senioren ook bemiddeld en kunnen ze dat ook betalen. In het verleden betaalden bemiddelde senioren niets en mensen met een Omnio-statuut betaalden 38 euro. Voor de allerarmsten gaat het nu ocharme van 38 naar 40 euro. Dat is 2 euro per jaar meer. (Opmerkingen van de heer Joris Vandenbroucke)
U stelt de zaken fout voor en ik dacht dat deze correctie wel op haar plaats is.
Ik zie niet in wat er billijk aan is om net de gepensioneerden, om kinderen tot 6 jaar en mensen in een Omnio-statuut meer dan 60 procent van de extra inkomsten te laten ophoesten. Dat staat in de nota van de raad van bestuur, mevrouw Brouwers. Dat is berekend door De Lijn zelf. Het zijn de zwakste schouders die de grootste factuur krijgen toegeschoven. Een gezin met drie kinderen zal op zijn minst 160 euro extra openbaarvervoerskosten moeten ophoesten, bovenop de facturen die al gekomen zijn voor onderwijs, zorg en energie, en het rijtje zal nog langer worden. Het zijn allemaal billijke bedragen, maar tel ze maar eens op. Dat is mijn probleem, en ik zie niet in dat meer mensen de bus of tram zullen nemen, als ze er meer voor moeten betalen.
Ik ga echt niet meedoen aan dit opbod en dit gekraai, maar u zegt dat 0- tot 6-jarigen zullen moeten betalen. Neen, die blijven gratis meereizen. Het zijn kinderen die op de schoot kunnen zitten en voor hen blijft het gratis.
Dat klopt niet.
Als er telkens bewust foutieve cijfers de wereld in worden gestuurd en mensen bang worden gemaakt met onjuistheden, dan is het debat op een niveau beland dat ik er liever niet aan meewerk. Voor 0- tot 6-jarigen blijft het openbaar vervoer gratis. Ik zal nog meer zeggen, voor de groep van de 6- tot 11-jarigen wordt het 50 euro. Dat zijn heel veel jongeren die vroeger onder het statuut van de Buzzy Pazz vielen en de volle pot moesten betalen. Van hen zal nu ook een pak aan 50 euro kunnen reizen.
Bovendien – het is hier al aangehaald – komen er correcties: sociale correcties voor mensen die het moeilijk hebben, maar ook voor mensen met meer dan twee kinderen, vanaf het derde kind zal 50 euro worden gevraagd. Ik wil oproepen tot enige realiteitszin. Waarover bent u hier aan het discussiëren? Waarover?
Dat is het cynische aan dit debat. Het beleid heeft in het verleden gefaald. Wij doen nu pogingen om dat recht te trekken en tot een beter openbaar vervoer te komen, en u staat hier van uw ‘paretten te geven’ en te zeggen dat het allemaal op niets trekt. U maakt de mensen bang met verkeerde cijfers, opnieuw.
Dat is al gezegd.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij met uw opmerking aan mevrouw De Ridder dat ze zich heel erg herhaalt. Voorzitter, ik stel voor om het debat te schorsen om een zeer simpele reden.
Mevrouw De Ridder vindt dat ze keer op keer zeer denigrerend moet tussenkomen, terwijl we het debat na de actuele vragen hebben geplaatst omdat was afgesproken dat we de nota van de raad van bestuur zouden krijgen. Nu hebben we geen nota maar een persbericht gekregen. Ofwel blijft u denigrerende uitspraken doen en weet u wat er beslist is, ofwel voeren we een redelijk debat met de nota van de raad van bestuur zoals daarnet werd afgesproken en zoals de heer Diependaele daarnet met zijn vinger in de lucht voor de camera gezegd heeft. (Opmerkingen van de heer Matthias Diependaele)
Ik vraag heel simpel: schors het debat, geef ons die nota en dan gaan we over de beslissing debatteren en krijgen we niet de voortdurende herhaling van mevrouw De Ridder van lege slogans. (Opmerkingen)
Ik vraag om het debat nu te schorsen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik krijg het toch ook lichtjes op mijn heupen. We hebben uit hoffelijkheid toegestemd in de vraag van de N-VA om een actualiteitsdebat te houden over de tarieven. U moet dat niet ontkennen, mijnheer Diependaele. Ik heb een sms van u gekregen waarin u dat vroeg. Ik heb toegestemd om dat debat te houden, en dat hebben we daarnet dan ook beslist. Er is ons beloofd dat we het debat zouden voeren op basis van de nota van de raad van bestuur van De Lijn van deze ochtend. We hebben ons tevreden moeten stellen met het persbericht. Dat hebben de meesten van ons overigens toch na de middag in hun mailbox gevonden.
Nu ontstaat er een debatje tussen mevrouw Brouwers en de heer Vandenbroucke, die beiden blijkbaar beschikken over de nota. Ik stel dan ook voor dat we het debat schorsen zodat iedereen de nota kan krijgen en lezen, en niet alleen de betrokken leden. Dat zou de kwaliteit van het debat ten goede komen. Ik vraag dat iedereen over de nota kan beschikken zodat we een deftige discussie kunnen houden. De heer Vandenbroucke heeft de nota misschien, maar ik niet.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, alstublieft, hoffelijkheid! Ik heb u uit beleefdheid laten weten dat we de vraag gesteld hadden. Ik heb u onmiddellijk een sms gestuurd. Nu komt u zeggen dat u uit hoffelijkheid op mij gereageerd hebt. Alstublieft!
Ik vind het een goede zaak dat we hier een debat voeren op vraag van de meerderheid omdat we het debat willen aangaan. Wat moet ik nu denken? Wilt u het debat uit de weg gaan misschien? (Rumoer)
Verder heeft de heer Vandenbroucke net bevestigd – als ik me niet vergis heeft sp.a ook iemand in de raad van bestuur van De Lijn zitten – dat hij die nota heeft. Uw partij, mijnheer Crombez, heeft wel al gecommuniceerd. Communiceren kan blijkbaar, maar debatteren kan plots niet meer.
En het ergst van al: de heer Vandenbroucke heeft zelf, vorige week en de week daarvoor, interpellaties ingediend over hetzelfde thema op basis van foute informatie en lekken die niet klopten. Dat was wel een reden om een debat te voeren! Nu hebt u alle informatie én de persmededeling. Het gaat over de tarievenlijst, en die is volledig weergegeven in de persmededeling. U hebt die informatie nu wel en dan zou het niet meer gaan om te debatteren!
Wanneer was uw interpellatie? Vorige week, denk ik. Het ging over die 180 euro, en dat cijfer was totaal fout! Dat vindt de sp.a-fractie wel voldoende reden om te debatteren. (Opmerkingen van de heer Joris Vandenbroucke)
Nu hebt u correcte informatie, en het is niet goed!
Als sp.a en Groen het debat uit de weg willen gaan, dat ze het dan zeggen! (Opmerkingen van de heer Joris Vandenbroucke)
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Ik wil sowieso het debat aangaan: altijd, op alle tijdstippen. Dat is het probleem niet. Maar ik wil toch mijn ongenoegen uiten over de manier van werken vandaag. Ik kwam om 14 uur aan in de plenaire vergadering. Blijkbaar was er ondertussen aan uw spreekstoel een Uitgebreid Bureau bezig, zo heb ik begrepen van mijn fractieleider Janssens, die daarbij was.
Om 14 uur werd er dus bij aanvang van de plenaire vergadering door het Uitgebreid Bureau beslist dat er een actualiteitsdebat zou plaatsvinden over de goedkeuring van de tarievennota van de raad van bestuur van De Lijn. Wij hebben die nota vooraf niet gezien, we hebben ze net ontvangen. Om 15.55 uur krijg ik de nota van elf bladzijden onder de neus geduwd.
Ik wil het debat aangaan op basis van het persbericht. Ik zal dat ook doen. Geen enkel probleem. Maar als de schorsing wordt gevraagd, sta ik daarachter. We moeten de tijd krijgen om zo’n actualiteitsdebat grondig voor te bereiden. Op basis van het persbericht wil ik meteen de discussie aangaan. Maar ik vraag mij toch af waarmee wij bezig zijn, wanneer die tarievennota van elf bladzijden wordt voorgelegd om 15.55 uur. Eigenlijk hollen wij de actualiteit achterna.
Eigenlijk doen wij dat wekelijks in het vragenuurtje. Het vragenuurtje moet altijd over iets actueels gaan, iets dat in de pers aan bod is gekomen. Je zou evengoed de pers hier aan het woord kunnen laten. Het zijn opiniemakers. Waarom doen wij nog de moeite om hier dossiers op de agenda te zetten? Discussies kunnen, maar het achternahollen van feiten vind ik niet goed.
Morgen komt de commissie Mobiliteit trouwens bijeen. We hadden dit debat in alle rust kunnen voorbereiden en morgen bij hoogdringendheid op de agenda kunnen plaatsen.
Ik wil het debat hier gerust voeren op basis van het persbericht. Maar als men een schorsing vraagt om de tarievennota van elf bladzijden te lezen, daarover een duidelijk standpunt in te nemen en een debat te voeren, vind ik dat men groot gelijk heeft.
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil mij niet mengen in het debat dat hier wordt gevoerd.
Ik wil een klein voorbehoud maken over de nota, dat te maken heeft met de budgettaire impact op de Buzzy Pazz. De korting van 20 procent voor het tweede kind in eenzelfde gezin blijft behouden. Dat is echter niet volledig verrekend in het bedrag dat op bladzijde 10 staat. Dat is het enige kleine voorbehoud dat ik wil maken.
Mevrouw Van dermeersch, als u dergelijke uitspraken doet in het openbaar, moet u zich eerst goed informeren.
Ten eerste, ik heb om 13 uur, toen de vraag voor een actualiteitsdebat binnenkwam, onmiddellijk de zes fractieleiders aangeschreven. Ik ben permanent in contact geweest met het Algemeen Secretariaat. Vijf fracties wilden het debat voeren, enkel uw fractie wilde dat niet. Vijf tegen één. De meerderheid beslist.
Ten tweede, er heeft hier geen Uitgebreid Bureau plaatsgehad. Als u goed geïnformeerd zou zijn, zou u weten dat er dan veertien mensen moesten staan. Er stonden er maar zes. Ik heb aan het begin van de vergadering aan de fractieleiders gevraagd of we eerst het actualiteitsdebat zouden behandelen en dan de actuele vragen of omgekeerd. Ze hebben beslist eerst de actuele vragen en dan pas het actualiteitsdebat te behandelen. De tweede vraag die ik toen heb gesteld, was of we alle actuele vragen aan bod zouden laten komen. Het antwoord was: neen, slechts één vraag per fractie. Als voorzitter ben ik die beslissing gevolgd.
Ten derde, u zegt dat we in het actualiteitsdebat de actualiteit achternahollen. Het gaat om een beslissing die deze ochtend werd genomen door de raad van bestuur. Een fractie vroeg om een actualiteitsdebat. Vijf fracties gingen daarmee akkoord. Ik denk niet dat je sneller op de actualiteit kunt inspelen.
U moet zich in het vervolg goed informeren vooraleer u dergelijke uitspraken doet in het openbaar. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, sp.a en Groen)
Ten vierde, u verwijst naar dossiers die niet op de agenda komen. Ik houd mij altijd aanbevolen. Mijn kantoordeur staat altijd open. U bent altijd welkom wat dat betreft. (Opmerkingen van mevrouw Anke Van dermeersch)
Neen, mevrouw, dat is geen persoonlijk feit. U moet de voorwaarden voor een persoonlijk feit eens goed nalezen.
Ik kan u de e-mail tonen. U kunt zien dat de beslissing van het Uitgebreid Bureau om een actualiteitsdebat te houden en het vragenuur af te slanken aan ons werd meegedeeld om 14.14 uur. (Opmerkingen van de voorzitter)
Het staat hier letterlijk op papier. De timing die ik u heb voorgelegd, klopt dus wel. Ik ben wel goed geïnformeerd.
Mevrouw Van dermeersch, aan het begin van de plenaire vergadering, toen alle fracties het eens waren, heb ik de wijziging meegedeeld, zodat iedereen zich goed zou kunnen voorbereiden op dit debat.
Ik wil wel opmerken dat u, indien u de problematiek over De Lijn goed kent, eigenlijk niet zoveel voorbereiding nodig hebt voor dit debat. Dat is een ander verhaal.
Het enige waarover ik op dat moment beschikte, was de persmededeling van De Lijn. Volgens mij stond de essentie daarin. Ondertussen hebben we de minister om een aanvullend stuk gevraagd. Dat is de tarievennota van de raad van bestuur van 12 november 2014.
Dus als u nu een schorsing vraagt, stel ik voor dat wij de vergadering gedurende 10 minuten schorsen zodat u de essentie van de nota kunt nakijken. Dat is natuurlijk heel vervelend voor de heer Vandenbroucke die midden in zijn betoog wordt onderbroken en straks helemaal opnieuw moet beginnen. (Opmerkingen van de heer Joris Vandenbroucke)
De vergadering is geschorst.
- De vergadering wordt geschorst om 16.01 uur.
- De vergadering wordt hervat om 16.17 uur.
Dames en heren, we hervatten de vergadering.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik wil graag iets rechtzetten dat de heer Vandenbroucke daarnet heeft gezegd, meer bepaald met betrekking tot de vraag of de heer Bourgeois al dan niet het gratisverhaal heeft uitgevonden.
Mijnheer Vandenbroucke, u bent begonnen met te zeggen dat u er prat op gaat historicus te zijn. Maar ze zouden u verdorie uw diploma moeten afnemen. Wat u daarnet zei, was ronduit leugenachtig – en ik wik en weeg mijn woorden. In 1996 zat ik in het vijfde middelbaar, ik had toen nog niet de gewoonte om verslagen van de Kamerzittingen na te lezen. Succes heeft vele vaders, maar faling vindt maar geen moeder. Dat u nu van het idee van gratis openbaar vervoer af wilt, dat begrijp ik. Dat u dat liefst naar iemand anders doorschuift, begrijp ik ook heel goed omdat u er niet trots op bent, omdat u weet dat het gefaald heeft.
In zijn voorstel vraagt de heer Bourgeois in eerste instantie om het gratis openbaar vervoer dat in de Grondwet omschreven staat als vrij verkeer voor parlementsleden, uit de Grondwet te halen zodat er op een andere manier afspraken kunnen worden gemaakt om dat al dan niet nog toe te laten voor parlementsleden. De heer Bourgeois is dus degene die al in 1996 heeft gevraagd om het gratis openbaar vervoer uit de Grondwet te halen. Ik lees voor uit het verslag: “Subsidiair wordt voorgesteld om de terminologie aan te passen.” Ik zal u uitleggen wat dat betekent, want als historicus weet u dat waarschijnlijk niet. Dat betekent dat de heer Bourgeois in eerste instantie vraagt om dit uit de Grondwet te halen, dus geen gratis openbaar vervoer meer voor parlementsleden. Als hij dat niet krijgt, is de term vrij verkeer onjuist aangezien duidelijk is dat er gratis openbaar vervoer wordt bedoeld. Ik vind u dan ook ronduit leugenachtig. Ze zouden u zonder meer uw diploma moeten afnemen.
Verder vind ik het ongehoord om als parlementslid van u lessen te krijgen over het openbaar vervoer. Toen u kabinetsmedewerker was en in de provincieraad van Oost-Vlaanderen zat, liet u zich voeren met een chauffeur van het kabinet naar de provincieraad in Gent. U moet mij dan ook geen lessen leren over wie al dan niet gratis met het openbaar vervoer mag rijden. (Applaus bij de N-VA)
Ik neem aan dat nu ook de bedrijfswagens van de kabinetten worden afgeschaft, mijnheer Diependaele, als dat u zo stoort? Ja of neen?
Ik vind het in elk geval ongepast dat zo’n wagen wordt gebruikt om naar een vergadering van de provincieraad te gaan.
De essentie van de beslissing van de raad van bestuur van De Lijn staat op pagina 10 van de nota en bevestigt wat ik net heb gesteld. De raad van bestuur verwacht dat de tariefstijging 19,2 miljoen euro meer inkomsten zal opbrengen. De mensen met een sociale korting, de 65-plussers en de min-12-jarigen moeten ruim de helft van die tariefstijging voor hun rekening nemen. Ik vind dat absoluut asociaal en onbillijk.
Een gezin met drie kinderen zal al 200 euro missen omdat het kindergeld niet meer wordt geïndexeerd. Dat gezin zal nu ook nog eens meer moeten betalen voor de Buzzy Pazz van de kinderen. Het derde kind kon vroeger gratis rijden. Nu zal het gezin daarvoor ook 50 euro moeten betalen.
Dit is opnieuw een factuurtje dat erbij komt, bovenop de 200 euro aan gemist kindergeld, de duurdere schoolkosten en de hogere factuur voor de kinderopvang. Ik noem dat absoluut niet billijk. (Applaus van de heer John Crombez)
Mijnheer Vandenbroucke, ik vind wat hier gebeurt bijzonder cynisch. In het verleden heeft de socialistische partij er geen geheim van gemaakt alles gratis aan de bevolking te willen uitdelen. Dat werkt niet. Ik herhaal voor de zoveelste keer dat gratis niet bestaat. Dit betekent immers dat de belastingbetaler voor al dat beleid betaalt. Dat is niet houdbaar. We moeten dit aanpassen. U verwijt ons nu echter dat we er alles aan doen om de systemen overeind te houden. U tracht de bevolking bang te maken. U lanceert hier de idee alsof we met die tariefverhoging in de zakken van de mensen zitten. Dat klopt niet. (Opmerkingen van de heer Joris Vandenbroucke)
U zou er de benchmark moeten bijnemen. U wilt het gratis weggeven. Dat bestaat niet. We moeten een faire kostprijs aanrekenen. Wij krijgen echter het verwijt dat we het proberen overeind te houden. Volgens de benchmark van 2009 wordt overal ter wereld een faire prijs gevraagd.
Voor gepensioneerden, bijvoorbeeld, gaat het om 50 euro. Ik heb de kostprijs uitgerekend. Voor 0,81 euro per dag kan een gepensioneerde gedurende een jaar in heel Vlaanderen de bus en de tram nemen. U noemt dat asociaal. Waarover zijn we hier bezig?
Mevrouw De Ridder, u noemt die bedragen fair. Ik zie niet in wat daar fair aan is. In de tabel staat duidelijk wie de meeste inkomsten moet genereren. De kinderen, de mensen met een sociale korting en de 65-plussers moeten ruim 11,5 miljoen euro van de 19,2 miljoen euro aan verwachte meeropbrengsten voor De Lijn ophoesten.
Dat is de realiteit. Dat staat in de nota van de raad van bestuur van De Lijn. De zwakste schouders krijgen de zwaarste lasten toegeschoven. Misschien moet u eens een benchmark maken waaruit blijkt wat buitenlandse regeringen momenteel doen met het kindergeld, met de kosten voor kinderopvang, met de zorg, met de sociale zekerheid en met de schoolkosten. Alles wordt duurder. Er komen alleen maar facturen bij.
Mijnheer Keulen, u hebt geschermd met een visie op mobiliteit. Eerlijk gezegd, vind ik het onbegrijpelijk dat we dag na dag filerecords breken en dat u per se op het openbaar vervoer wilt besparen.
Ik ben het ermee eens dat De Lijn elke euro drie keer of misschien zelfs vier keer moet omdraaien. Tijdens de afgelopen legislatuur heeft De Lijn echter al 100 miljoen euro moeten besparen. Er is al 10 procent van het budget afgeroomd. De heer Kesteloot heeft telkens verklaard dat elke bijkomende besparing in de eerste plaats tot een verhoging van de tarieven zou leiden. Minister Crevits heeft dat tijdens de afgelopen legislatuur ook gezegd. Nu worden de tarieven opgetrokken en dat komt in de eerste plaats op de zwakste schouders terecht. De heer Kesteloot heeft tevens verklaard dat hij met bijkomende besparingen in de tweede plaats in het aanbod zou moeten snoeien. Dat gebeurt nu ook.
Ik ben het ermee eens dat te weinig mensen momenteel de wagen laten staan om het openbaar vervoer te gebruiken. Blijkbaar gelooft u echter in sprookjes. U gelooft blijkbaar dat de mensen de wagen met plezier zullen laten staan indien u ze meer laat betalen voor minder openbaar vervoer. Ik denk het niet.
De cijfers geven me gelijk. De Lijn moet al drie jaar besparen. Gedurende de afgelopen drie jaar zijn de reizigersaantallen gedaald. In 2014 bedraagt de daling nu al het dubbele van de afgelopen drie jaar. Nu komt er nog een tariefstijging bovenop. We staan aan het begin van de afbraak van ons openbaar vervoer.
De heer Poschet heeft het woord.
We kunnen benchmarken met allerlei regio’s, misschien ook met Nepal of Bhutan, maar misschien kunnen we ook gewoon eens naar Brussel kijken. In de Brusselse Regering zitten acht leden waarvan drie socialisten, waaronder de enige sp.a-minister van het heelal, namelijk Pascal Smet. Gaat Pascal Smet de 60 euro die de senioren nu moeten betalen, afschaffen? (Applaus bij de meerderheid )
Hij heeft het zelfs niet op tafel gelegd tijdens de regeringsonderhandelingen. Dus kom hier niet de hypocriet uithangen.
Pascal Smet gaat dat tarief niet wijzigen. Hij heeft wel beslist dat de middelen voor de MIVB zullen stijgen met 6,5 procent. (Applaus bij sp.a)
Met andere woorden, de Brusselaars zullen meer openbaar vervoer krijgen in plaats van minder zoals in Vlaanderen, waarvoor ze dan ook nog meer zullen moeten betalen. (Applaus bij sp.a)
Ik lees net op allerlei websites – ik geef het maar mee ter info –dat Transport en Commun (TEC), uw geestelijke broeders in Wallonië, een verhoging zullen doorvoeren. Het abonnement van een 65-jarige gaat van 36 naar 60 euro. 60 euro maar liefst. Bij ons is het 50 euro. Dat wil zeggen, minder dan 5 euro per maand als bijdrage van gepensioneerden om in heel Vlaanderen van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Mijnheer Vandenbroucke, uw toon verbaast me. Misschien moet u eens kijken naar de notulen van de raad van bestuur van De Lijn. Als ik goed ben ingelicht, is dat daar unaniem goedgekeurd. De unanieme goedkeuring van deze plannen, dus ook door uw vertegenwoordigers in De Lijn. U bent een klein beetje schizofreen… Unanieme goedkeuring. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw De Ridder, dit is echt vuil. Een: er is niet gestemd over dat punt. Twee: men heeft ook al eens geprobeerd om de raad van bestuur de principes van de toekomstige tariefverhoging te laten goedkeuren. Ook toen stond in de notulen dat het unaniem was goedgekeurd. Gelukkig zijn er een aantal wakkere bestuurders die de notulen hebben laten rechtzetten. Ze hebben gezegd: daar is niet over gestemd, ik heb mijn akkoord niet gegeven. En dat is nu opnieuw gebeurd. Dat is de realiteit. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
Twee observaties. Een: we zijn een fractie in het parlement. Ondanks het feit dat jullie al een paar keer hebben gesuggereerd dat we ons gedacht niet gaan zeggen, gaan we dat toch doen. Als u denkt dat de stemming in de raad van bestuur van De Lijn zal bepalen wat we vinden van wat jullie doen, dan hebt u het fout, mevrouw De Ridder.
Twee: het is nu al de tweede keer dat volgens de N-VA de benchmark moet zijn wat men in Wallonië doet: dat is het tarief in Wallonië, dus is het normaal dat we dat hier ook doen. Weet u wat? Het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs is in Wallonië meer dan 200 euro duurder, en dat is de reden waarom het in Vlaanderen duurder wordt.
Het enige gevolg is dat u om het even welke reden zoekt om de facturen te verhogen, om het even welke reden. Ik heb van deze regering nog geen enkele keer gehoord: we hebben gebenchmarkt en we hebben iets gevonden dat in Vlaanderen duurder is dan in de buurlanden – wat ongetwijfeld zal bestaan – en we gaan die factuur verlagen. Dat heb ik nog geen enkele keer gehoord van deze regering. U moet me eens tonen welke belastingen u hier gaat verlagen. Dan zal ik er de heffingen naast zetten die u hier gaat verhogen. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
Ik heb nog geen enkele keer gehoord dat u na een benchmark in het buitenland hebt gezegd: dat is duurder voor de mensen, dus gaan we dat verlagen. Maar goed, ik stel vast dat voor de N-VA de nieuwe benchmark van deugdelijk bestuur de prijzen in Wallonië zijn. Dat is een zeer verrassende houding.
Een tweede consequentie van de beslissing, ingegeven door de Vlaamse Regering, is niet alleen dat de tariefverhoging grotendeels zal worden betaald door de zwakste schouders. U gaat niet alleen de mensen meer laten betalen, u laat ze ook meer betalen voor een publieke dienstverlening die wordt afgebouwd.
Wat staat er in de beleidsnota van minister Weyts? Er zal worden geïnvesteerd in openbaar vervoer in de Vlaamse Ruit. Het lijstje met investeringen staat niet eens meer in de beleidsnota, want minister Weyts weet goed genoeg dat dat geen pluim is om op zijn hoed te steken. Het gaat over investeringen die in de afgelopen legislaturen al zijn genomen en die langzaam zullen worden ontrold in de Vlaamse Ruit, maar de factuur komt nu al.
Wat gebeurt er met de 2 miljoen Vlamingen die niet in de Vlaamse Ruit wonen? Daar wordt de basismobiliteit afgeschaft. Daar wordt de garantie dat er een minimumaanbod aan bussen is, afgeschaft. Federaal minister Galant doet er nog een schepje bovenop: zij kondigt aan dat ze op die plaatsen ook nog eens de treinen gaat afschaffen. Dat is de situatie waarin 2 miljoen Vlamingen binnenkort zullen zitten. De West-Vlamingen, de Limburgers, de mensen in de Vlaamse Ardennen zullen de toekomstige app van minister Weyts niet kunnen gebruiken, want er is binnenkort geen alternatief meer op die plaatsen. (Applaus bij sp.a)
Daar gaan wij naartoe. De afgelopen jaren is er zwaar geïnvesteerd in openbaar vervoer, vanuit de overtuiging dat, omdat iedereen bijdraagt aan dat openbaar vervoer, openbaar vervoer ook toegankelijk moet zijn voor iedereen. Wat doet u? U vraagt aan iedereen om bij te dragen aan openbaar vervoer dat er straks niet meer voor iedereen zal zijn. Daar schuilt geen mobiliteitsvisie achter, dat is een pure, kille besparingsredenering. U moet meer betalen voor minder bussen, voor minder dienstverlening en de files zullen daardoor niet verkleinen!
Goede collega Vandenbroucke, u kunt toch niet om de vaststelling heen dat we de afgelopen jaren massaal in dat openbaar vervoer hebben geïnvesteerd. De cijfers zijn de cijfers. Het zijn wetenschappelijke onderzoekingen. 4 procent van het reizigersvervoer gebeurt door De Lijn terwijl in onze regio het merendeel van de verplaatsingen minder dan 10 kilometer bedragen. De bus zou daar prominent in aanwezig moeten zijn en toch zet de Vlaming de stap naar de bus niet! Ondertussen zitten onze wegen overvol! Ondertussen verliezen mensen massaal tijd in het verkeer en toch is De Lijn geen alternatief! Dat geeft toch aan dat het geen kwestie van financiering is maar van organisatie en dat het aspect klantvriendelijkheid tot dusver onvoldoende een plaats heeft gekregen in de organisatie van De Lijn! (Applaus bij Open Vld)
Opnieuw, de bangmakerij kent hier geen grenzen. Het klopt dat we stoppen met de basismobiliteit, maar we stoppen niet met het aanbieden van openbaar vervoer. We maken daar basisbereikbaarheid van. Weet u wat het OESO-rapport van 2013 specifiek als aanbeveling voor België zegt? Het haalt het voorzien in haltes op 500 of 750 meter van de woonplaats of voordeur, landelijk of stedelijk, aan als voorbeeld van “een gebrek aan kostenbatenanalyse en disproportionele dienstverlening”. Dat zegt de OESO aan België over uw befaamde regel van basismobiliteit. (Opmerkingen van de heer Joris Vandenbroucke)
Collega’s, dat staat hier zwart op wit. Wij gaan dat beleid aanpassen want uw beleid van puur aanbod creëren, keer op keer, en dat gratis doen, heeft gefaald. Dat heeft niet voor de modal shift gezorgd die wij met zijn allen willen. Als we willen dat meer mensen hun auto laten staan en minstens voor een deel van hun traject openbaar vervoer gebruiken, zullen we dat openbaar vervoer, of u dat nu wilt of niet, meer vraaggericht moeten maken. Dat wil niet zeggen dat we in landelijke gebieden dat openbaar vervoer gaan wegsnijden, dat wil zeggen dat we dat op een meer efficiënte en kostenbewuste manier tot bij de Vlaming zullen brengen. (Applaus bij de N-VA)
Voorzitter, ik ben het helemaal eens met de collega’s dat meer Vlamingen het openbaar vervoer moeten gebruiken. 500 miljoen euro rechtstreekse economische schade ten gevolge van de toegenomen files is onaanvaardbaar. Die trend moeten wij ombuigen. Alleen vraag ik mij af waarop de collega’s zich baseren om te geloven dat als je de mensen meer laat betalen voor minder aanbod, dat plots tot een modal shift zal leiden. Want nogmaals, kijk naar de beleidsnota van minister Weyts. Die basisbereikbaarheid wordt daar totaal niet in omschreven. Er staat niet in wat het alternatief is, maar de prijzen worden wel al verhoogd. Minister Weyts zegt dat hij gaat investeren in de Vlaamse ruit. Welke investeringen, afgezien van wat al beslist werd in de afgelopen legislatuur?
Heel simpel, nog eens wat de tarieven betreft: als zelfs OKRA, gelinkt aan de Christelijke Mutualiteit (CM), en de grootste seniorenorganisatie van Vlaanderen en van het land, zegt dat het absurd is om alle senioren op basis van de leeftijd gratis te laten reizen met de bus, terwijl er een grote groep daarvan perfect de bus kan betalen, en zelfs de normale tarieven, en voor anderen sociale correcties meer aangewezen zijn, wie zijn wij dan om te zeggen dat dat gratis moet blijven? Op een ogenblik dat een overheid keuzes moet maken, dat er wachtlijsten zijn, dat er andere zorgpunten zijn, dan lijkt me ook een billijke vergoeding voor een openbaredienstverlening iets waar elke rechtgeaarde Vlaming volmondig achter staat. (Applaus bij de meerderheid)
U citeert bijzonder selectief. OKRA is voorstander van het behoud van het gratis openbaar vervoer, maar stelt dat, indien men het betalend wil maken, men moet zorgen voor een goede differentiatie naar inkomen. Dát staat er.
Ik kan u ook andere citaten van OKRA geven, met alle respect.
Voorzitter, de heer Keulen had het woord niet gevraagd. De tweede keer niet. (Opmerkingen)
Wees eens niet zo gevoelig. (Gelach)
Ik wou net voorstellen dat u hem nu wat uitgebreider het woord zou geven, want hij wou nog meer citaten van OKRA geven. Ik ben daarvóór. Er is echter iets in zijn redenering dat ik niet volg. Hij komt met een goed betoog. Hij zegt dat we moderner, toegankelijker en al wat je maar wil openbaar vervoer moeten hebben. Dat is allemaal zeer interessant, maar waar blijft dat? We hebben vandaag één beslissing: de bussen duurder maken voor een pak mensen. Zoals de heer Vandenbroucke zegt: het zit hem in de sociale korting voor 65-plussers en min-12-jarigen. Dat is 60 procent van al die meerinkomsten. Al dat toegankelijk en moderner openbaar vervoer, dat is er niet. Dat zal zijn zoals het voorstel van de heer Diependaele daarstraks voor de parlementsleden: dat moet hier ergens op tafel liggen. Daarmee zijn de mensen echter niet gebaat. De prijzen gaan omhoog. Als de vraag is dat we meer mensen op de bussen willen, dan heeft de minister daar al, zeer eerlijk, in het parlement op geantwoord: als men de prijzen verhoogt, dan zullen er minder mensen op de bussen zijn. Dat is de enige constatering die we vandaag hebben. De discussie blijft dus. Die mobiliteitsvisie is zeer interessant. Alleen, ze is er niet. Er is alleen een prijsstijging vandaag.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, vorige week donderdag hadden we in de commissie eigenlijk al een boeiende discussie over die toekomstige tarieven van De Lijn. Alleen was er toen nog dikke mist. We bleven op onze honger. Hier staan we nu weer. Vandaag is er ten minste iets uit de bus gekomen. U mag dat letterlijk of figuurlijk nemen. Deze ochtend heeft de raad van bestuur zich uitgesproken over een voorstel van nieuwe tarieven bij De Lijn. Dat voorstel moet nog aan de regering worden voorgelegd. In die zin is dat debat eigenlijk interessant, omdat we zo de standpunten van de diverse fracties kunnen kennen, en de regering kan die dan mee in overweging nemen bij haar definitieve beslissing en op die manier ook een gedragen beslissing nemen.
De regering is natuurlijk op de eerste plaats gebonden aan het regeerakkoord. Ik vond het toch zinvol om bij het begin van mijn uiteenzetting hier nog even kort te herhalen wat daarover in het regeerakkoord staat. Onder ‘De Lijn: inkomsten en tarieven’ lezen we: “Het ‘gratis beleid’ wordt afgeschaft. We verzekeren de toekomst van het openbaar vervoer door een duurzame verhoging van de kostendekkingsgraad. Om dit te realiseren gaat er bijzondere aandacht naar het beheersen van de uitgaven eigen aan de interne organisatie. Daarnaast worden er extra inkomsten gegenereerd via reclame, verhoging controles zwartrijders, commercieel medegebruik van infrastructuur en rechtvaardige en gedifferentieerde tarieven.” Iets verderop staat er: “We passen de beheersovereenkomst van De Lijn aan om de tarieven in grotere vrijheid te bepalen. Hiervoor wordt het tarievenbesluit aangepast.”
Het gaat in dit nieuwe regeerakkoord dus om een ambitieuze bijsturing van het beleid van de afgelopen decennia, dat voor een stuk was geblokkeerd door socialistische grendels in vorige regeerakkoorden, waarbij het afschaffen van het gratis openbaar vervoer gewoonweg een taboe was. In de toekomst zal De Lijn luidens het nieuwe regeerakkoord en die hele nieuwe filosofie over een nog grotere vrijheid kunnen beschikken om de tarieven te bepalen. Daarom apprecieer ik het vandaag ten zeerste dat De Lijn, zoals gevraagd, een voorzet heeft gedaan.
Maar het gaat om veel meer dan enkel om de aanpassing van de tarieven. Ook dat staat in het regeerakkoord. De CD&V-fractie vraagt uitdrukkelijk dat De Lijn op een evenredige manier werk maakt van al die andere punten in het regeerakkoord. Dat alle reizigers een redelijke bijdrage leveren voor het gebruik van het openbaar vervoer, spreekt voor zich, maar we mogen niet alles afwentelen op de reiziger. Ook de andere maatregelen om de inkomsten te verhogen, kunnen niet uitblijven. We denken daarbij aan de extra controles op zwartrijden, aan meer inkomsten uit reclame op bussen en trams en vooral aan efficiëntiewinsten binnen de eigen organisatie. Wij rekenen erop dat De Lijn op korte termijn ook hierover haar plannen bekendmaakt.
Mevrouw Brouwers, u hebt vorige week in de commissie hetzelfde gedaan. Ik moet het hen nageven, mevrouw De Ridder en de heer Keulen zijn zo fair om het niet te doen. U doet het constant: “De Lijn heeft hier een voorzet gedaan”, “De Lijn is op het idee gekomen om het gratis openbaar vervoer af te schaffen”. Wat De Lijn doet, is een beslissing nemen binnen het carcan van het Vlaams regeerakkoord. Neem ten minste de verantwoordelijkheid voor die beslissing op u!
Excuseer, maar u hebt hier zelf gezegd dat u historicus bent! Voor uw geschiedenis: in de vorige legislatuur was er ook al zo een voorzet van De Lijn. Ja. Die stond toen op de agenda van de raad van bestuur, maar die heeft niet kunnen voortwerken omdat uw fractie alles tegenhield wegens de fetisj van het gratis openbaar vervoer! (Applaus bij de meerderheid)
U moet daar nu dus niet mee afkomen! Het is de waarheid, sorry!
Voor u ontploft: we zijn daar fier op!
Het verschil is dat wij onze verantwoordelijkheid namen. Het was inderdaad een beslissing binnen de Vlaamse Regering! Nu doet u alsof De Lijn heeft beslist om de tarieven te laten stijgen voor bepaalde categorieën. Niets is minder waar: De Lijn voert uit wat in uw regeerakkoord staat. Heb ten minste de moed om de mensen in de ogen te kijken en te zeggen: “Het zijn wij die beslist hebben dat u morgen moet betalen voor de bus en de tram, niet het bestuur van De Lijn.” (Applaus bij sp.a)
Ik heb niet gezegd dat dat niet in het regeerakkoord zou staan. Ik heb dat hier zojuist voorgelezen, misschien kunt u even luisteren. Ik heb dat niet gezegd. Ik heb alleen gezegd dat ook in de vorige legislatuur de raad van bestuur al een aanzet had gegeven en dat men op regeringsniveau niet meer verder kon. Ja? Dat heb ik gezegd.
Goed, ik wil me verder houden aan het onderwerp van het debat vandaag: de langverwachte goedkeuring van de tarievennota door de raad van bestuur van De Lijn.
Vanuit CD&V hebben we er altijd op gehamerd dat in voldoende sociale correcties en gezinscorrecties moest worden voorzien. We weten dat we voor een verhoging staan, maar we willen sociale correcties en gezinscorrecties. Het voorstel van tarieven dat vandaag bekend raakte, kan precies daarom op onze steun rekenen.
Voor de senioren, waarover de laatste weken zoveel te doen was, is het nieuwe tarief van 50 euro heel aanvaardbaar. Het staat mijlenver van het bedrag van 180 euro dat sommigen in dit halfrond in een poging tot paniekzaaierij hebben willen lanceren. Het nieuwe seniorentarief situeert zich tussen wat in Wallonië en wat in Brussel al meer dan een jaar als bijdrage wordt gevraagd. Het is zeker niet overdreven.
De CD&V-fractie had twee belangrijke aandachtspunten. In de eerste plaats moesten gezinnen met meerdere kinderen die verschillende Buzzy Pazzen dienen aan te kopen, kunnen rekenen op een aangepast tarief. Tot op heden had het tweede kind 20 procent korting en vanaf het derde kind was de Buzzy Pazz gratis. Zoals wij in de wandelgangen meenden te mogen vernemen, dreigde de Buzzy Pazz voor elk kind even hoog te worden: 195 euro. Dat zou er pas toe geleid hebben dat kinderen uit grote gezinnen minder gebruik zouden maken van het openbaar vervoer.
We stellen echter vast dat De Lijn vandaag rekening houdt met deze gezinstoets. Het tweede kind behoudt de korting van 20 procent en vanaf het derde kind geldt het algemene sociale tarief van 50 euro, dat regelmatig in de nota terugkomt voor allerhande categorieën.
Verder is het nu duidelijk geworden – maar dat heb ik daarstraks al gezegd – dat ook de allerkleinsten gratis blijven reizen. Vorige week kon u dat nog niet voor 100 procent bevestigen, minister, maar het is zeker een goede zaak.
We kunnen ons ook helemaal vinden in het tarief van 50 euro voor kinderen van de lagereschoolleeftijd, die tot nu een Buzzy Pazz of een ticket moesten kopen. Een Buzzy Pazz is vrij duur voor kinderen van die leeftijd. Dat de prijs zakt naar 50 euro, is perfect.
Naast deze gezinscorrecties zijn we tevreden dat De Lijn er uiteindelijk voor koos om een speciaal tarief van slechts 40 euro in te voeren voor de allerzwaksten in onze samenleving. Ten slotte is de verregaande vereenvoudiging van de tariefstructuur, onder andere door het afschaffen van de zones, niet enkel belangrijk voor de reizigers, maar ook voor de organisatie binnen De Lijn zelf.
Minister, De Lijn heeft zich goed gekweten van haar eerste opdracht om een nieuw evenwichtig tarievenplan op te stellen. We vragen u wel dat u de andere delen die het regeerakkoord beschrijft, minutieus opvolgt. Dan gaat het zelfs niet enkel over de extra inkomsten en besparingen, maar ook over een mobiliteitsbeleid dat ervoor zorgt dat de Vlaming, vooral in het woon-werk- en woon-schoolverkeer, een echte keuze kan maken voor een klantvriendelijk, stipt en comfortabel openbaar vervoer, eventueel gecombineerd met fiets en wagen. Dat is voor morgen, wanneer uw beleidsnota verder wordt besproken in de commissie. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Misschien is het vreemdste of ergste dat we vandaag te horen hebben gekregen, wel dat u tevreden bent. U bent tevreden dat vanaf volgend jaar een gezin met drie kinderen meer dan 200 euro minder kindergeld krijgt en daar bovenop 50 euro mag betalen voor de bus. (Opmerkingen van mevrouw Karin Brouwers)
Dat is wel beslist, mevrouw. Minister Vandeurzen is het hier komen zeggen. Ook gaat de maximumfactuur omhoog. Het eerste en het tweede kind gaan iets minder extra voor de bus moeten betalen. Dat u vandaag tevreden bent met die situatie, is misschien het meest opmerkelijke dat we al gehoord hebben in het debat.
U moet goed luisteren wat ik zeg. Ik ben tevreden in deze zin: als u weet dat eerst voorlag om de Buzzy Pazz voor elk kind even hoog te leggen, op het nieuwe bedrag van 195 euro, zonder enige gezinscorrectie, dan zijn wij tevreden over de correcties. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Het is minder erg dan we misschien hadden kunnen verwachten of dan wat er misschien op tafel lag, inderdaad. Maar er moest wel iets gebeuren, omdat er jarenlang niets is kunnen gebeuren. Als het gat heel diep is, heb je meer nodig om er weer uit te klimmen. Toch zijn de sociale correcties en de gezinscorrecties er nog deels ingebracht, ondanks het feit dat het voor iedereen een stukje duurder zal worden. We mogen toch zeggen dat het belangrijk is dat die correcties er zijn. Men had het even goed kunnen doen zonder correcties.
Nu wordt het nog mooier. Dat wij ervoor hebben gezorgd dat de bus gratis bleef voor senioren, is absoluut waar. U had in de vorige legislatuur al niet meer veel zin om ze gratis op de bus te laten.
Maar we luisteren beter naar u dan u zelf denkt. Nu zegt u dat u zelfs blij bent dat het derde kind, dat gratis was voor grote gezinnen, ook is afgeschaft. U vond het in het verleden ook al erg dat het derde kind gratis was. Kijk maar naar het verslag van wat u hebt gezegd. Uw partij vindt het beter dat het derde kind ook betaalt. U komt niet zeggen dat het lastig is, u komt zeggen dat het minder erg is dan u had gevreesd. Maar het derde kind betaalt en u noemt dat een goede correctie.
Het is goed dat dat kind in plaats van 195 euro 50 euro betaalt. Nul kon niet meer, omdat het gratisverhaal wordt afgeschaft. Lees: het regeerakkoord. Dan is dit nog een aannemelijk bedrag. Ik zeg niet dat dat leuk is voor die mensen, ik heb zelf drie kinderen, hoor.
Het argument dat het nog erger had kunnen zijn, daarmee kun je elke discussie winnen. Dat vind ik het allerzwakste argument.
Dit gezegd zijnde, u gaat er prat op dat er heel wat gezinscorrecties worden toegepast. Voor veel gebruikers die gebruik maken van de Buzzy Pazz of Omnipas zal dat misschien zo zijn. Maar voor grote gezinnen en voor kinderen van 6 tot 11 jaar worden nu wel de volle tarieven gehanteerd als ze maar occasioneel de bus gebruiken. De Lijnkaarten met korting worden helemaal afgeschaft. Ik vraag mij af wat de Gezinsbond daarvan zal vinden.
Dat van die Lijnkaart klopt, maar dat is een vereenvoudiging. Ik had het erover. Dat is een vereenvoudiging van het systeem. Tot nu toe waren er een negental tarieven en kortingen. Dat heeft men willen samenballen tot drie tarieven voor tickets. Dat klopt. U moet nog eens nader bekijken wat de effecten zullen zijn. Ik ben daar niet op ingegaan. Dat zinnetje uit het regeerakkoord heb ik niet voorgelezen: na de uitrol van ReTiBo, het nieuwe registratie-, ticketing- en boordcomputersysteem waarbij je binnen enkele jaren zult weten wie op de bus is gestapt – of niet wie maar toch hoeveel mensen met een bepaald tarief –, gaan we opnieuw kunnen bekijken of bepaalde tarieven misschien zullen moeten worden bijgestuurd. Minister, ik denk dat dat ook in het regeerakkoord staat. We zullen moeten zien wat de effecten op het terrein zijn. Daarvoor moeten we wachten op ReTiBo.
Ik vraag me gewoon af hoe je jonge gezinnen met kinderen vertrouwd zult maken met de bus als je hun voor occasionele ritten meteen het hoogste tarief gaat aanrekenen. Dat is nu het geval. Een gezin met drie kinderen dat af en toe de bus neemt, betaalt nu de volle prijs. Zo staat het in de nota.
U overdrijft een beetje. Van 0 tot 5 is het gratis en van 6 tot 11 kunnen zij voor 50 euro een heel jaar mee met de bus.
Ik heb het over occasionele gebruikers.
Voor sommigen stijgen de tarieven. Voor wie lange ritten maakt, blijven ze hetzelfde of dalen ze zelfs. Voor de kortere ritten stijgen ze. Dat heb ik ook gezien in de tabellen die we net hebben gekregen. Maar dat is de vereenvoudiging van het systeem. Je kiest voor een bepaald systeem en dat zal zeker consequenties hebben. Dat zullen we nader moeten bekijken.
Voorzitter, mevrouw Brouwers heeft mij daarnet verweten dat ik documenten nogal selectief durf te lezen. Daarnet werd de grootste 60-plussersorganisatie van Vlaanderen voor de kar gespannen van de beslissing die u hebt genomen. OKRA zou voorstander zijn van het afschaffen van het openbaar vervoer. Ik heb dat memorandum er even bij genomen om te zien of ik het toch niet verkeerd had gelezen. Er staat letterlijk: “OKRA is geen voorstander van het afschaffen van het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers. Indien deze verworvenheid gewijzigd wordt, staat OKRA er op dat het gratis tram- en busvervoer behouden blijft voor alle personen met verhoogde tegemoetkoming.” Op geen enkele manier werd rekening gehouden met deze passage uit het memorandum.
Ik heb daar niets van gezegd.
OKRA heeft in eerste instantie, maanden geleden, een heel andere reactie gegeven waaruit bleek dat zij begrijpen dat er sociale correcties nodig zijn, maar dat een grote groep gepensioneerden perfect in staat is om het normale tarief voor busverplaatsingen te betalen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, ik ben het debat hier op de achterste rijen aan het volgen en ik vraag mij af, voor de mensen thuis, wat ik eruit moet begrijpen. Ik heb hier genoteerd dat er partijen aan bangmakerij doen. Die 180 euro werd al zoveel keren gecorrigeerd.
Gisterenavond viel het blaadje ‘Spots’ in mijn bus. Daarin staat: “Daardoor stijgt het inschrijvingsgeld met 400 euro”. Wie is hier de mensen bang aan het maken? Dat is al in het parlement geweest en omgekeerd uitgelegd. Vandaag wordt gezegd dat het geen 180 euro is, en toch blijft men daar altijd op doorgaan. Laat ons toch eens denken aan de mensen, zodat ze weten waarover het gaat. (Applaus bij de N-VA)
Het debat gaat over de tarieven van De Lijn, het gaat niet over het inschrijvingsgeld.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, hier wordt keer op keer door de meerderheid gezegd dat de oppositie de mensen met die 180 euro bang maakt. Ik heb daarover een interpellatie ingediend met de vraag of het klopt wat ook ik in de krant heb moeten lezen. Ik ben blij dat die interpellatie heeft kunnen plaatsvinden. Ik heb op mijn vraag geen antwoord gekregen van minister Weyts. Hij heeft vorige week niet de gelegenheid te baat genomen om te antwoorden: “Neen, mijnheer Vandenbroucke, het klopt niet dat het 180 euro zal worden.” Dan moet u mij toch niet verwijten dat ik dat bedrag noem.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het voordeel van als vijfde op het spreekgestoelte te gaan staan, is dat er dan eigenlijk nog niets is gezegd. (Gelach)
Ik had opgeschreven ‘de kogel is door de kerk’ en ‘de bus kan eindelijk vertrekken’, maar ondertussen is de bus al vertrokken, en moet ik zorgen dat ik er nog op kan springen.
Collega’s, het is niet de eerste keer dat we hier over De Lijn debatteren. Begin januari van dit jaar hebben we een zeer interessant actualiteitsdebat gehouden over De Lijn. Toen al was voor mij duidelijk wat de plannen zouden zijn op het moment dat andere partijen in de regering zouden binnenkomen. En dat is ook gebeurd. Het stond in de sterren geschreven – we hoeven daarvoor niet zo hoog van de toren te blazen – dat het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers op de schop zou gaan op het moment dat sp.a uit de regering ging.
Ik heb de indruk dat het een sterk ideologische discussie is geworden. Mij niet gelaten, maar ik zit vooral in met wat dit nu betekent voor de reiziger, en wat hij zal terugkrijgen voor het feit dat hij meer zal moeten betalen. En voor ik opnieuw het verwijt krijg dat ik van mening verander: ook wij waren voorstander van de invoering van een systeem waarbij iedereen die het kan, bijdraagt tot de dienstverlening waar hij of zij gebruik van maakt en dus ook betaalt voor zijn of haar ticket of abonnement.
Ik citeer mezelf, uit het actualiteitsdebat van begin januari: “Als de Vlaamse Ouderenraad zo goed als unaniem pleit om het ‘gratisverhaal’ te verlaten, dan moeten we de moed en de durf hebben om dat ook te doen. Mensen zijn wel degelijk bereid om te betalen voor een dienst op voorwaarde dat die kwalitatief is, stipt en comfortabel.”
Ik heb er toen ook op gewezen dat het wel degelijk omgekeerd herverdelend werkt, op het moment dat je een moeder met twee kinderen die een sociaal abonnement heeft, via de jaarlijkse indexering laat meebetalen aan het gratisverhaal voor de 65-plusabonnenementen. Dat is in mijn ogen niet herverdelend, en dat heb ik vorige week nog zeer nadrukkelijk herhaald in de commissie, mijnheer Keulen.
We zien dat de tarieven stijgen. Iedereen heeft nu de nota gekregen die in de raad van bestuur van De Lijn al dan niet is goedgekeurd en waar de Vlaamse Regering mee aan de slag zal moeten gaan. Ik wil het vooral hebben over hoe wij kijken naar mobiliteit en openbaar vervoer en wat wij vinden dat er zou moeten gebeuren om de kwaliteit en de stiptheid te verkrijgen voor de reiziger die elke dag de bus gebruikt.
De vraag wat de reizigers in de plaats krijgen, vind ik veel minder duidelijk terug in de plannen in zowel het regeerakkoord als de beleidsnota en de begroting voor 2015. Dit is nu duidelijk, en daar kan ik ook deels achter staan, maar wat de reiziger terugkrijgt aan kwaliteit en service, dat is mij absoluut niet duidelijk.
Ik verwijs graag naar een heel interessant filmpje, dat De Lijn begin september zelf heeft gelanceerd en waarin één tramlijn werd gevolgd in de stad Antwerpen. Als kijker zie je – en wie geregeld tram of bus neemt, weet dat uit ervaring – dat een tram en een bus in het centrum van een stad heel wat obstakels tegenkomen, waardoor de snelheid naar beneden gehaald wordt. We hebben hier in de vorige zittingsperiode een resolutie goedgekeurd, collega’s, over de grenzen van oppositie en meerderheid heen, waarin we stellen dat de doorstroming en het op dat vlak veel efficiënter maken van De Lijn een absolute prioriteit zou moeten zijn.
Ik wil nog het cijfer meegeven van de heer Kesteloot over de kostprijs voor die ene lijn, die ene tram die de hele dag obstakels tegenkomt, zowel tijdens als buiten de spits, namelijk 1 miljoen euro verlies op een jaar. Dit kost ons op die ene specifieke lijn 1 miljoen euro per jaar. Tijdens de vorige zittingsperiode hebben we met heel veel collega’s een resolutie goedgekeurd waarin wordt gevraagd om te werken aan efficiënte doorstroming. Daar zijn in mijn ogen ongelooflijke efficiëntiewinsten te boeken. Dat zal ook een belangrijk argument opleveren om meer mensen te overtuigen om het openbaar vervoer te gebruiken. Op het moment dat de commerciële snelheid omhoog gaat, zullen meer mensen overtuigd worden om in de bus of de tram een alternatief te zien.
Minister, ik had in uw beleidsnota en begroting accenten verwacht om te werken aan doorstroming. Ik heb ze niet gevonden. Het budget tussen 2006 en wat nu op tafel ligt om te werken aan doorstroming, is nauwelijks gestegen. In 2006 bedroeg dat ongeveer 17 miljoen euro, nu zitten we nog binnen 20 miljoen euro. Daar valt nochtans efficiëntiewinst te halen. Ik had gehoopt dat daar werk van zou worden gemaakt omdat we er over alle fracties heen van overtuigd zijn dat daar de winst zit.
Ik begrijp dat er wordt ingegrepen in een aantal tarieven, maar wat krijgt de reiziger ervoor terug? In het parlement wordt geregeld gewezen op de kost van files. Ik hoop dat niemand in het parlement ervan overtuigd is dat de aanpassing van de tarieven het sleutelelement wordt om de files die dagelijks aangroeien, op te lossen. Files brengen economische, ecologische en mobiliteitskosten mee. Het huiswerk is niet af. Er is nog een heel pak werk te doen.
Mevrouw De Ridder, ook ik kijk naar de OESO-studies. Er zijn ook andere studies, waarin men zich verzet tegen de verbreding van de ring rond Brussel, waarin men wijst op het aanzuigeffect en waarin men erg kritisch is over de Oosterweelverbinding. Ik wil het volledige plaatje in ogenschouw nemen en er niet selectief uit halen wat mij past.
Ik heb er mij met mijn fractie een aantal maanden geleden volledig achter gezet dat er hervormingen bij De Lijn moeten komen. We willen ook discussiëren over het decreet Basismobiliteit. Ik heb dat toen gezegd en ik blijf dat zeggen. We moeten durven nadenken over meer creatieve manieren om in vervoersarme regio’s en op het platteland aan de vervoersbehoefte van mensen tegemoet te komen. Dat is niet met een bushalte op 750 meter van elke deur. We hebben het concept ‘iedereen mobiel’ naar voren geschoven en in een open discussie gewezen naar Nederland, waar zeer creatieve systemen bestaan op het platteland, zoals de collectieve taxi. De heer Kesteloot heeft volgens mij ook die dingen mee in ogenschouw genomen.
Het debat van enkele maanden geleden ging over het memorandum van De Lijn. De specialisten van de commissie Mobiliteit moeten dat memorandum eens naast de beleidsnota en het regeerakkoord leggen. Het is mijn analyse dat er weinig van terug te vinden is in de plannen van de Vlaamse Regering. Minister, ik zie niet in hoe u met dit beleid – en dan maak ik abstractie van de tariefverhoging – kunt werken aan een betere doorstroming, aan kwaliteit en efficiëntie. Ik zie daar veel te weinig sporen van in uw beleidsnota en uw cijfers.
Maar ik stel vast dat de eerste stap is genomen. De regering van de N-VA, CD&V en Open Vld heeft de keuze gemaakt om de tickets duurder te maken. Deels volg ik dat, op andere punten hadden we het anders gedaan.
Maar ik vraag mezelf nu af, en dat is wat bij mij blijft hangen na dit debat, wat er daarna gaat gebeuren. Hoe gaat u werken aan een veel performanter openbaar vervoer dat dichter zit bij de behoeften en vragen van de dagelijkse gebruiker? Ik hoop, collega’s, als we nog eens een debat voeren, en ik ben altijd bereid om te discussiëren over mobiliteit en De Lijn, dat we dan op een eerlijke manier met elkaar kunnen communiceren over wat nu interessant is voor de gebruiker in de toekomst rond tram, bus en – al is het op een ander niveau – trein.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Voorzitter, minister, oei de minister is verdwenen. Ik zal hem zo dadelijk mijn vraag stellen, want ik heb wel een vraag natuurlijk.
Mijnheer Rzoska, in dit debat ben ik de laatste passagier. Ik ben gearriveerd, de trein kan vertrekken, ik ga er mee opspringen.
Voorzitter, de volgorde van de sprekers is hier blijkbaar vastgelegd volgens de grootte van de partij. Zullen we een beurtrol afspreken voor de volgende keer? Misschien kunnen we in plaats van eerst twee meerderheidspartijen te horen, twee oppositiepartijen eerst aan het woord laten. Wij hebben tenslotte het meest kritiek en vragen. Ik dacht dat dat een goede manier van werken zou kunnen zijn.
Als u een afspraak bij mij maakt, kan ik u dat allemaal uitleggen.
Dan zal ik u nog eens goed uitleggen wat ik bedoel met die actuele vragen over een dossier dat niet in de actualiteit zit maar wel belangrijk is, die ik niet op de agenda krijg. Ik ga graag op een uitnodiging in.
Sinds de Septemberverklaring weten we dat De Lijn volgend jaar 3 procent moet besparen. Toen werd gesteld dat dit goed zou zijn voor een bedrag van 30 tot 35 miljoen euro. Minister Weyts, ik hoop dat hij komt, heeft toen al gesteld dat De Lijn zelf, ... (Minister Ben Weyts komt de zaal binnen)
Ah, ik heb een aantal vragen en bedenkingen voor u, minister. U hebt gesteld, naar aanleiding van de Septemberverklaring en zo, dat De Lijn zelf zou moeten bepalen waar zij de besparingen zou realiseren. Dat moest volgens u zowel aan inkomsten- als aan uitgavenzijde middelen worden gezocht.
Mijn fractie is de voorbije legislatuur ook van oordeel geweest dat het verhogen van de kostendekkingsgraad noodzakelijk was. Dat komt er simpelweg op neer dat de inkomsten van De Lijn meer moeten worden om de kosten te kunnen dekken. De Lijn staat momenteel in voor amper 15 procent van haar eigen kosten. Dat is aan de lage kant. Dit standpunt hebben we in de vorige legislatuur ook naar voren gebracht.
De Vlaamse Regering, en u ook, minister, verantwoordelijk voor Mobiliteit, u zegt dat de prijzen rechtvaardiger en gedifferentieerder zullen worden. Dat is goed, maar daar moet iets tegenover staan, daar moet een beleidsvisie tegenover staan. Welke mobiliteit we willen, is van groot belang voor een maatschappij. Dat heeft een impact op de economie en werkgelegenheid, en zelfs op het sociaal leven. Mobiliteit is belangrijk en dus zijn de prijzen van De Lijn belangrijk in een samenleving.
Sinds enkele uren weten we dat de senioren, de 65-plussers vanaf 1 september 2015 50 euro zullen moeten betalen. Nu, ik heb de nota om 5 voor 4 gekregen, toen het debat al aan de gang was, de vergadering is toen terecht geschorst. Ik heb die nota eens goed bekeken. De gegoede 65-plusser kan dat betalen, dat is al gezegd door Open Vld. Voor de minder gegoede senioren zal dat wat moeilijker zijn, voor de minimumpensioenen bijvoorbeeld. Maar 50 euro gespreid over een jaar, dat is nog te doen.
Maar ik lees in die tarievennota dat mensen met een vervoersgarantie 40 euro per jaar betalen. Dat zijn de OCMW-steuntrekkers en de asielzoekers. Nu moet u mij eens uitleggen hoe het komt dat iemand die heel zijn leven gewerkt heeft en een pensioen krijgt, uiteindelijk meer moet betalen dan een asielzoeker, die hier momenteel gewoon in afwachting van asiel, tijdens de behandeling van zijn asielaanvraag, die eventueel zal worden goedgekeurd, een vervoersgarantie krijgt voor 40 euro per jaar. Een gepensioneerde die heel zijn leven heeft moeten bijdragen, belastingen heeft betaald en hard heeft gewerkt, moet 10 euro per jaar meer betalen. 10 euro is niet veel, maar het is zo stuitend, zo onrechtvaardig. Daar kan ik absoluut niet mee akkoord gaan.
Mensen met een vervoersgarantie, onder andere de OCMW-steuntrekkers en de asielzoekers, betalen 40 euro. Dat staat los van de leeftijd. Mensen met een verhoogde tegemoetkoming zullen een jaarabonnement kunnen krijgen voor 50 euro. Ongeveer 150.000 van de 470.000 abonnees kunnen volgens De Lijn genieten van die tarieven met sociale correcties. Die sociale correcties moeten er zijn voor bepaalde mensen. Die zijn ook terecht. Maar er zit toch duidelijk een scheeftrekking in.
De andere tarieven veranderen al op 1 februari 2015. Kinderen tot en met 5 jaar zullen nog gratis kunnen reizen. Ook oud-strijders en mensen met een beperking vergezeld van hun begeleider, kunnen gratis reizen. Dat vind ik niet meer dan normaal.
Iemand die zijn nummerplaat inlevert, kan nu gedurende één jaar aan halve prijs reizen in plaats van gratis. (Opmerkingen van de heer Marino Keulen)
Twee jaar? Twee jaar aan halve prijs. Ik heb de nota rap-rap moeten lezen.
Vroeger kregen de kinderen van 6 tot 11 jaar via de verminderingskaart voor grote gezinnen een gratis Buzzy Pazz. Dat vervalt. Voor 50 euro per jaar kunnen de kinderen uit die leeftijdsgroep gratis reizen. Kinderen tot en met 5 jaar reizen nog altijd gratis, wat ik goed vind.
Daarnaast komt het vereenvoudigde tariefsysteem, waar ik mij eerlijk gezegd wel in kan vinden. Het was voordien nogal ingewikkeld: een systeem van korte en lange ritten, één, twee, drie of meer zones. Het systeem dat nu wordt ingevoerd, zou eenvoudiger moeten zijn, waarbij gebruikers van biljetten, lijnkaarten, sms-tickets betalen voor één uur rijden in plaats van voor het aantal doorlopen zones, dat heel moeilijk te bepalen was. Nu betaal je dus voor zestig minuten rijden. Je kunt onbeperkt overstappen, wat een goede zaak is. Als het uur om is, mag je nog wel de rit uitrijden. Het zou maar erg zijn dat je van de bus zou worden gezet. Dat vind ik maar normaal.
Er zijn heel veel grote categorieën van groepen die meer zullen betalen. Ik heb het al gezegd: kostendekking is belangrijk. We moeten er echter wel een aanbod voor krijgen. Hoe zit het met de veiligheid op het openbaar vervoer? Hoe zit het met de stiptheid, met de dekkingsgraad, het comfort van de reis per trein, tram en bus? Wat zal De Lijn doen aan het comfort? Die zaken mis ik. Dat zijn toch belangrijke elementen in de mobiliteitsvisie en in het aanbod dat er zou moeten zijn. Aan inkomstenzijde moeten er wijzigingen zijn, maar ook aan de uitgavenzijde. Er moet nog worden bepaald welke uitgaven er zullen gebeuren. Er is ook nog heel veel werk op dat vlak.
De regering stapt af van het principe van de basismobiliteit. Dat werd hier ook al gezegd. Sinds 2001 garandeert de overheid dat iedere Vlaming op maximaal 750 meter van zijn deur toegang heeft tot het openbaar vervoer. Omdat sommige lijnen in het verleden nauwelijks passagiers hadden, vervangt de nieuwe ploeg dat concept door basisbereikbaarheid. De Vlaming zal gemiddeld dus iets meer moeite moeten doen om bij het openbaar vervoer te geraken. Wellicht zult u zeggen dat het alleen gaat om de manier van invulling van de basismobiliteit. In de beheersovereenkomst van De Lijn staat nog altijd het woord ‘basismobiliteit’.
Bij de vorige besparingen, tijdens de vorige legislatuur, had De Lijn reeds beslist om bijvoorbeeld meer vraaggestuurd aanbod te realiseren, onder andere via het uitbreiden van bediening door taxi’s in bepaalde regio’s. Daarnaast was het ook de bedoeling om extra inkomsten te genereren via reclame, de verhoging van controles op zwartrijders, door de infrastructuur van De Lijn te laten gebruiken door anderen enzovoort. Minister, hoe zit het daar eigenlijk mee? Omdat ik die vragen graag beantwoord zie, wilde ik dat u hier aanwezig was.
Ook de interne organisatie van De Lijn zou onder de loep worden genomen. Hoe zit het daarmee, want ook daar hoor ik weinig tot niets over?
De directeur-generaal van De Lijn stelde nog dat men ondanks de besparingen blijft investeren in moderne voertuigen. Dat wil ik wel aannemen, want comfort is inderdaad belangrijk. Wij moeten een aanbod krijgen in ruil voor de tarieven die nu worden verhoogd.
Er zouden ook nieuwe tramlijnen komen in elke provincie. Welke zijn dat dan? Hoe zit het daarmee? Wat mogen we verwachten?
Daarnaast zou de Vlaamse Regering 17 miljoen euro uittrekken voor een betere doorstroom. Ik ben een hevige pleitbezorger van de doorstroom van verkeer. Het is ook belangrijk dat bussen en trams stipter zouden rijden. Is het mogelijk om op zo’n korte tijd een zicht te krijgen op wat er gaat gebeuren? Wat is nu juist de verhouding tussen de besparingen aan de inkomsten- en aan de uitgavenzijde? Vooral over dat aanbod en die visie had ik graag wat meer vernomen, minister. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Weyts heeft het woord.
Het gaat om een voorstel van de raad van bestuur van De Lijn dat is bezorgd aan mezelf en aan de regering. Het voorstel zal ook intern binnen de Vlaamse Regering worden besproken.
Ik vind dit een goed voorstel. Ik heb daar met De Lijn overleg over gepleegd tijdens de voorbije weken en maanden, maar ook met andere belangrijke partners zoals de vakbonden, de Vlaamse Ouderenraad, de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers, de Gezinsbond en andere. Ik vind dit een goed, zeer verdedigbaar voorstel. Ik sta daar niet alleen mee aangezien het unaniem werd goedgekeurd door de raad van bestuur van De Lijn die is samengesteld uit alle kleuren en gezindten. Ik was dan ook verbaasd toen ik onmiddellijk na de bekendmaking van dit voorstel las dat sp.a dit een dom en asociaal voorstel vindt. (Applaus bij de N-VA)
Ik vind dit een goed voorstel omdat het zorgt voor een betaalbaar, billijk en beter openbaar vervoer. Dat zijn drie b’s, het moeten niet altijd v’s zijn. Het is vandaag mijn verjaardag, dus gaat het vandaag over de b’s.
Ik vind dat het openbaar vervoer betaalbaar moet zijn voor de gebruiker en voor de belastingbetaler. Op dat vlak deed zich de afgelopen jaren een probleem voor. In 2011 stond de kostendekkingsgraad op ongeveer 15 procent. Dat werd, breed gedragen door dit parlement, algemeen ervaren als een probleem. Men wilde daaraan remediëren door jaarlijks 0,5 procent van die kloof dicht te rijden. Uiteindelijk bedroeg de kostendekkingsgraad in 2013 nog altijd ongeveer 15 procent. Die kostendekkingsgraad is veel te laag, zeker in vergelijking met andere landen en regio’s. Wij willen dan ook resoluut werk maken van het aanpassen van die kostendekkingsgraad. Voor 2015 gaan wij voor een kostendekkingsgraad van 18 procent. Dat is een serieuze stijging die de volgende jaren nog zal toenemen. Op dat vlak zullen we absoluut zorgen voor verandering en zullen we resoluut stappen vooruitzetten.
Ik verwijs naar de cijfers in het jaarverslag 2013 van De Lijn. In 2013 heeft elke reiziger gemiddeld 0,28 euro per rit betaald. De Vlaamse belastingbetaler heeft daar nog eens 2 euro op bijgelegd. Dat is een scheefgetrokken verhouding. Het is de bedoeling dat de lasten voor de Vlaamse belastingbetaler door besparingen en een stijging van de ontvangsten van De Lijn draaglijker worden.
Er zijn hier vragen over de verhoudingen gesteld. De Lijn zal de belangrijkste inspanning door middel van efficiëntieoefeningen zelf leveren. De Lijn is op dat vlak al met een bottom-up oefening begonnen. In 2015 zal minder dan de helft van de te leveren inspanning door middel van tariefaanpassingen tot stand worden gebracht. Het doel is een openbaar vervoer dat in 2019, op een totaal van 1 miljard euro, 61 miljoen euro minder dotatie van de belastingbetaler nodig heeft. Op die manier zorgen we voor een openbaar vervoer dat voor de gebruiker en voor de belastingbetaler betaalbaarder wordt.
De tweede b verwijst naar de billijkheid. Dit voorstel is billijk. Het is gezinsvriendelijk, sociaal en eenvoudiger. De nieuwe tarieven hebben de ambitie duidelijk, transparant en correct te zijn. Bovendien is het de intentie nu al vast te leggen wat de reizigers gedurende de komende vier jaar zal betalen. De huidige oefening met betrekking tot de tarieven zal gedurende de komende vier jaar blijven gelden. Indexaanpassingen zijn natuurlijk mogelijk. De rest van de inspanningen moet De Lijn met de eigen efficiëntieoefening leveren.
Het gratis openbaar vervoer wordt afgeschaft. (Applaus bij de N-VA)
Er wordt een uitzondering gemaakt voor personen met een handicap en hun begeleiders en voor kinderen tussen 0 en 6 jaar oud. Dit wil zeggen dat er ook een einde komt aan het gratis openbaar vervoer voor journalisten en voor leden van het Vlaams Parlement. Dat is een beslissing die het Vlaams Parlement moet nemen. Ik heb echter begrepen dat sp.a nu plots ook voorstander van de afschaffing van dat openbaar vervoer is. (Applaus bij de N-VA)
De afschaffing van het gratis openbaar vervoer zal uiteraard tot een vermindering van sommige abonnementen leiden. Het gaat om de mensen die hun abonnement amper gebruiken. Uit een studie die De Lijn in 2010 zelf heeft uitgevoerd, blijkt dat slechts 59 procent van de 65-plussers met een gratis abonnement daar ook daadwerkelijk gebruik van maken. Deze mensen zitten niet op de bus of op de tram en zullen dat ook niet doen.
Het is een billijk en rechtvaardig systeem. Bijgevolg is het niet gratis. Met een gratis systeem zouden we de mensen iets wijsmaken. We zouden geven met de ene hand en nemen met de andere hand. Wij voeren een billijk systeem in. Dit betekent dat de tarieven in functie van de inkomens, de leeftijd en de gezinsgrootte worden bepaald.
Er zijn sociale criteria. Het is duidelijk dat personen met een handicap en kinderen tussen 0 en 6 jaar oud volledig gratis reizen. Hieraan koppelen we eenvoudige tarieven. Er komt een attractief instaptarief van 50 euro per jaar. Dat is iets meer dan 4 euro per maand. Dit tarief wordt verleend aan verschillende reizigersgroepen.
Het tarief van de verhoogde tegemoetkoming, nu Omnio geheten, stijgt van 38 euro tot 50 euro. Dat is een verhoging met 1 euro per maand. Jongeren tussen 6 en 11 jaar oud betalen 50 euro. Voor velen komt dat neer op een verlaging van de abonnementsprijs. Vanwege de gezinsvriendelijkheid betalen grote gezinnen voor het derde kind en de verdere kinderen een verminderd tarief van 50 euro. Tot slot betalen alle 65-plussers geen 183 euro. Ik heb gelezen dat dit bedrag als een grote schande werd ervaren. Ik weet ook niet waar het vandaan kwam. Het tarief bedraagt 50 euro en niet 183 euro.
Er is nog een sociaal tarief, expliciet voor de zogenaamde vervoersgarantie. Die krijgen een korting van 20 procent op het tarief van 50 euro. Ze betalen dus 40 euro. Dat gaat over de zwaksten, ongeacht hun kleurtje, mevrouw Van dermeersch.
Voor alle duidelijkheid, het tarief van de MIVB – sp.a, u maakt deel uit van de Brusselse Regering – voor de allerzwaksten bedraagt geen 40, maar 85 euro. Dus wie is hier dom en asociaal? Zijn wij dan dom en asociaal? (Applaus bij de N-VA)
Welke mensen zitten in die categorie? Ik noem ze even op: personen met een leefloon en gelijkgestelden, personen die verblijven in een Lokaal Opvanginitiatief, personen met een gewaarborgd inkomen voor bejaarden of inkomensgarantie voor ouderen, asielzoekers die worden opgevangen door Fedasil, het Rode Kruis of Vluchtelingenwerk Vlaanderen en jongeren die worden opgevangen door Begeleid Zelfstandig Wonen. Dat is sociaal, ook voor mensen met een kleurtje. Die moeten bij ons maar 40 euro betalen, in Brussel is dat 85 euro.
Het eenvoudige tarief van 50 euro is natuurlijk ook een belangrijke vereenvoudiging. Jongeren van 6 tot 11 jaar betalen momenteel 183 euro per jaar voor een Netabonnement. Sommigen krijgen 20 procent korting, sommigen 100 procent. Er is een aparte regeling als ze worden begeleid door een plus-12-jarige met een betalend abonnement. Het is vandaag een heel ingewikkelde regeling, die zelfs niet wordt begrepen door tramconducteurs en buschauffeurs zelf, met heel wat dispuut tot gevolg. Ook daar gaan we naar een eenvoudiger regeling. Voor veel van die kinderen zal dat leiden tot een verlaging naar 50 euro, waar ze vandaag 183 euro betalen. Om u een idee te geven: vandaag zijn er 400.000 Vlaamse kinderen tussen 6 en 11 jaar.
Een gezinscorrectie geeft aan het tweede kind een korting van 20 procent, het derde kind en volgende kinderen betalen het sociaal tarief van 50 euro. Dat is dus een gezinsvriendelijk systeem, dat in het voordeel is van de grote gezinnen.
Ook de Omnipas kent een lichte stijging, maar blijft onder de 300 euro. Opnieuw wil ik best eens vergelijken, want men heeft de mond vol over benchmarken. Wel, in Brussel is dat 520 euro, in Wallonië 600 euro. Waarschijnlijk zijn we dan ook asociaal en dom, maar we komen niet eens aan 300 euro, niet eens aan de helft van wat je moet betalen in Wallonië.
65-plussers betalen in het voorstel van De Lijn 50 euro. In Brussel betalen ze 60 euro. Dat is een regering waar u deel van uitmaakt, mijnheer Vandenbroucke. U vindt dat dom en asociaal. Als u ergens aan een deur wilt gaan betogen, niet aan de mijne. (Applaus bij de N-VA)
Dit is dus geen 183 euro. Ik apprecieer de intellectuele eerlijkheid van Groen, mijnheer Rzoska, als u zegt dat dit verdedigbaar is. Maar als anderen hier staan te peroreren dat het een schande is dat 65-plussers, ook als ze kapitaalkrachtig zijn, 50 euro moeten betalen, dan breekt mijn klomp. Wie maakt zich nu zorgen over de kwestie dat graaf Lippens binnenkort 50 euro moet betalen, 4 euro per maand, voor zijn openbaar vervoer? Wel, ik denk alleszins graaf Lippens zelf niet.
Brussel is voor mij geen benchmark. Misschien is het dat voor u wel om te bepalen wat dom en asociaal is. In de regering waar u zelf deel van uitmaakt, blijkt het toch veel minder sociaal te zijn dan wat hier op tafel ligt.
Als u wilt vergelijken: Helsinki en Bordeaux zijn twee voorbeelden inzake openbaar vervoer die hier geregeld worden vernoemd als de typevoorbeelden. In Helsinki betalen 65-plussers voor het regionaal transport 385 euro, in Bordeaux 315 euro per jaar.
Het systeem rolt uit op 1 september voor de 65-plussers. Dat houdt verband met ReTiBo dat we vanaf dan voor de 65-plussers effectief kunnen uitrollen. U weet dat de hardware, de lezers zelf, daarvoor grosso modo al geïnstalleerd is. In september moet het ook mogelijk zijn om voor de 65-plussers met de software te kunnen starten in het kader van ReTiBo.
Tot slot is er ook een vereenvoudiging als het gaat over losse tickets. De basistarieven worden veel overzichtelijker. Je krijgt één tijdstarief, in plaats van vandaag een stuk of tien verschillende tarieven, waarbij je zestig minuten kunt reizen op het hele net. Zelfs als dat een terugreis is, is dat geen probleem. Je kunt één uur reizen. Dat is veel eenvoudiger. Als je een los ticket per sms aanschaft, kost dat vanaf 1 februari volgend jaar 1,8 euro. Als je tien ritten koopt, dus een Lijnkaart, betaal je maar 1,4 euro per rit. Zelfs met het groepstarief vanaf vijf personen, blijft het voordeel. Dan betaal je 1,2 euro per rit per persoon.
Ook als minister van Toerisme ben ik tevreden met een dergelijke vereenvoudiging, want wij krijgen wel eens klachten over het gegeven dat toeristen absoluut niets begrijpen van die verschillende zones en verschillende tijdseenheden. Dit is een heel eenvoudig en goed voorstel.
Een derde b gaat over een beter openbaar vervoer. Ik heb ook de pretentie om dat te zeggen. Eenvoudigere tarieven betekenen meer duidelijkheid. Dat is een goede zaak. Maar met de nieuwe tarieven willen we zowel de bestaande reizigers als de nieuwe reizigers in de eerste plaats een perspectief bieden op een beter openbaar vervoer. De besparingsoefening van De Lijn slaat, voor alle duidelijkheid, enkel op die tarieven en op de efficiëntieoefening, dus niet op de investeringen en de doorstroming. U weet dat we mensen moeten trachten te verleiden. Uit onderzoek blijkt ook dat we mensen die nu de wagen gebruiken, niet kunnen verleiden met het prijsargument. Dat staat bij de laatste criteria om mensen te overtuigen om hun auto te laten staan. We moeten hen trachten te verleiden met een snel en comfortabel alternatief, een snel en comfortabel openbaar vervoer.
Wat gaan we dus doen? We gaan inderdaad investeren. 48 trams gaan in exploitatie in Antwerpen en Gent in 2015. In het voorjaar 2015 worden nog 40 bijkomende trams besteld, opnieuw te verdelen over Antwerpen en Gent, waar effectief een capaciteitsprobleem bestaat. Ook daar werken we aan. Er zijn plannen voor meer bestellingen van trams, namelijk in totaal 146 extra trams, opgedeeld in verschillende pakketten. Er komen ook bijkomende bussen, namelijk bestellingen met een geleidelijke instroom van elke 2 jaar 250 bussen, ook met het oog op vergroening, ook hybride bussen. Er komen dus bijkomende investeringen en ook verbouwingen aan stelplaatsen. Dat is werken aan het comfort, want dat zijn beter uitgeruste en modernere trams die een waardig alternatief kunnen zijn voor mensen die werken met een laptop. We zullen ervoor zorgen dat die voertuigen zeer goed uitgerust zijn op dat vlak. We maken trouwens ook werk van gratis wifi. Ook dat hoort allemaal bij comfort, ook dat is vooruitgang.
Je hebt comfort en je hebt snelheid. Daarvoor geldt de doorstroming. Er is een doorstromingsfonds van een kleine 18 miljoen euro. Ik heb aan De Lijn gevraagd om concrete voorstellen te formuleren met betrekking tot doorstromingsprojecten ten voordele van het openbaar vervoer om er effectief voor te zorgen dat je vanuit de auto gewaar wordt dat je wordt voorbijgestoken door een tram of bus en dat je je afvraagt of je niet beter in plaats van in je auto, op die bus of tram zou hebben gezeten. Daarvoor gaan we een kleine 18 miljoen euro investeren via het doorstromingsfonds.
Conclusie: ik vind dit een goed voorstel, een sterk voorstel, dat zorgt voor een betaalbaar, een billijk en een beter openbaar vervoer. Dat vind ik uiteindelijk heel slim en heel sociaal. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik dank u uiteraard voor uw antwoord. Ik kan me volledig vinden in uw BBB-oefening: betaalbaar, billijk en beter. Het is ook belangrijk dat u hier de puntjes op de i hebt gezet, omdat we toch weer zagen tijdens het debat dat er een beetje commotie was over al dan niet bewust verkeerd geciteerde cijfers. Voor ons is het heel belangrijk in de oefening die De Lijn nu maakt dat minder dan de helft via tariefinspanningen zal gebeuren, dat er ook nog zal worden gezocht naar efficiëntiewinsten, dat ook de besparingsoperatie intern er nog aan komt. En neen, dat niet om mensen hun openbaar vervoer af te pakken, maar wel om te komen tot een beter openbaar vervoer, dat ook meer gericht is en vooral meer vraaggericht ten overstaan van de reiziger.
Wat de tarieven zelf betreft, onthoud ik de belangrijke vereenvoudiging. Ik ben ook blij dat u zelf ook verwijst naar afstemming, naar die vereenvoudiging, ook naar de afstemming op ReTiBo. Het lijkt me bijzonder belangrijk dat we inderdaad meten om te weten en dat we het openbaar vervoer zullen kunnen bijsturen zodra we werkelijk die vraag en dat gebruik door de Vlaming kennen.
Ook belangrijk voor onze fractie is uiteraard dat die sociale correcties erin zijn opgenomen. Ik verwijs naar de verhoogde tegemoetkoming, naar de vervoersgarantie en naar de gepensioneerden zelf. Laten we eerlijk zijn: die 50 euro is een zeer billijk bedrag. Er is ook de grote groep van de jongeren van 6 tot 11 jaar. U hebt het hier aangehaald. Die 400.000 jongeren komen nu op 50 euro terecht, terwijl in het verleden toch wel een pak van die jongeren voor 183 euro reed. Dat is ook een belangrijke verbetering.
Ook de vereenvoudiging van de tickets zelf is welkom. Aan de collega’s wil ik het volgende zeggen: oké, de prijs van een eenmalig of uitzonderlijk ticket mag dan wel zijn opgetrokken, maar er is nog steeds ontwijking mogelijk, gelukkig maar. Als men zich voorbereidt en men koopt sms-tickets of een rittenkaart, dan zal die 1,8 euro en die 1,4 euro nog altijd een pak goedkoper zijn dan de 2 euro die een ticket momenteel kost.
Dan is er de laatste b, van beter. Het lijkt me inderdaad heel belangrijk dat we hieraan nu ook het vervolgverhaal breien. Een belangrijk deel daarvan zal de bespreking van uw beleidsnota morgen in de commissie zijn, want daar komt natuurlijk heel de rest van het belangrijke mobiliteitsbeleid aan bod. Dit houdt niet op bij de tarievenbepaling alleen. Zoals ik al zei, past dit voor ons in een algemene benadering, in een algemene verbetering van het openbaar vervoer. In die zin vind ik het ook heel belangrijk dat u hebt bevestigd dat die besparingen niet zullen slaan op de investeringen. Ik hoorde u gewag maken van trams in Antwerpen. Dat vind ik natuurlijk altijd bijzonder prettig. Ook zullen de besparingen niet op de doorstroming slaan.
Ik kijk ernaar uit om hierover verder met u en de collega’s van gedachten te kunnen wisselen. Dan kunnen we samen met een open vizier bekijken hoe we de komende jaren eindelijk die modal shift tot stand kunnen brengen. In het verleden is niet gebleken dat dit lukt door puur de blinde aanbodpolitiek, met vrijwel gratis tarieven. We zullen dat op een andere manier moeten doen, met de verknoping, met betere overstapmogelijkheden, met een efficiënter, vraaggericht beleid. We hopen dan over vijf jaar samen met u te kunnen vaststellen dat er wel degelijk een modal shift tot stand is gekomen, niet omdat we mensen uit de auto jagen, maar omdat we het alternatief, het openbaar vervoer, werkelijk aantrekkelijker maken, omdat we de mensen echt een alternatief bieden. Onze steun hebt u alleszins. (Applaus bij de N-VA)
Voorzitter, minister, geachte leden, nogmaals, ik heb het ook even gecontroleerd en ik ben zeer formeel: er is geen unanieme beslissing genomen in die raad van bestuur. Punt. Dat zal ook zo blijken uit de notulen.
Men schermt altijd met de kostendekkingsgraad. Als vanzelf zullen de Vlamingen de auto laten staan als we de kostendekkingsgraad maar verhogen. Minister, ik heb u een schriftelijke vraag gesteld. Mijn simpele vraag luidde: welke definitie zult u hanteren voor die kostendekkingsgraad? Afhankelijk van de definitie varieert die immers van 15 tot 22 procent. Minister Crevits wist vorig jaar nog te vertellen dat die zelfs meer dan 40 procent is, als je de definitie van de MIVB erbij neemt. Uw antwoord luidde dat dit nog niet bepaald is. Ondertussen hebt u echter al wel de tarieven opgeschroefd om die zogenaamde kostendekkingsgraad te verhogen.
Het fundamentele van heel het debat is dat u blijft volharden in de boosheid. U blijft zeggen dat het billijk is om twee derde van de extra inkomsten te zoeken bij ouderen, bij kinderen, bij mensen met een lager inkomen.
En er wordt verwezen naar de tarieven van andere openbaarvervoermaatschappijen. Die maatschappijen opereren in gewesten met socialisten in de regering, daar wordt niet om de haverklap een beslissing genomen die de factuur voor de gezinnen opdrijft. Dat is het verschil met of zonder socialisten in een regering. (Applaus bij de sp.a)
Voorzitter, collega’s, ik heb nog drie punten die van belang zijn voor de conclusie.
Minister, u hebt gezegd dat dit tarievenplan ook voor ons verdedigbaar is. Dat hebt u inderdaad goed begrepen, ik wil er voor een stuk in meegaan, maar ik heb er heel duidelijk ook een voorwaarde aan gekoppeld, er moet iets tegenover staan. Ik begrijp wel dat we in het tijdsbestek van een actualiteitsdebat niet zo ver kunnen gaan, maar wat mij betreft moet de reiziger, de gebruiker die iets meer zal betalen, ook de stiptheid, de kwaliteit en het comfort krijgen. We zullen dat in de toekomst moeten meten. Op dit moment zijn die er nog te weinig. U hebt het zelf gezegd: “de helft van de inspanning haal ik hieruit, maar er zal nog een inspanning moeten gebeuren.” Ik ben benieuwd wat dat zal betekenen voor het aanbod en zo meer. Het mag absoluut niet zo zijn dat mensen nu meer zullen betalen, maar ook langer moeten wachten op hun bus of tram.
U hebt helemaal gelijk als u kijkt naar externe kosten die vervoersmodi maken. Het tijdsbestek van het actualiteitsdebat gaat hiervoor niet breed genoeg, maar ik hoop dat we ook voor de externe kosten van andere vervoersmodi, luchtkwaliteit en dergelijke meer wat betreft de personenwagens, dezelfde moed aan de dag leggen. Ik heb dat in uw beleidsnota teruggevonden, heel schuchter. We moeten het draagvlak dat bestaat voor de slimme kilometerheffing in de volgende periode dieper uitbouwen. We moeten kijken of we in Vlaanderen ook wat dat betreft een voorloper in duurzaamheid kunnen zijn, wat toch een intentie van de minister-president is.
Ik sluit af met de investeringen. Ik zal er morgen ook vragen over stellen, ik hoop dat u me er in de loop van de volgende weken een antwoord op kunt geven. U hebt daarnet gezegd dat u de investeringen in doorstroming wel degelijk van belang vindt. U hebt het bedrag van 18 miljoen euro genoemd. Ik heb de bedragen van 2006 en 2013 en die zijn nauwelijks hoger, het gaat over 18 miljoen euro en 17 miljoen euro. Heel veel collega’s en vervoersspecialisten – want we staan hierin echt niet alleen – hebben onderstreept dat een versnelling op het vlak van investeringen ongelofelijke efficiëntiewinsten zal opleveren. Ik stel dus vast dat op acht jaar tijd, tussen 2006 en vandaag, niet veel is veranderd. U stapt gewoon mee in hetzelfde beleid dat sinds 2006 wordt gevoerd. Wat mij betreft moet daar een heel sterke bijsturing komen op het vlak van investeringen. Ik ben er echt van overtuigd – en ik ben echt niet alleen – dat we daar een ongelofelijke winst uit kunnen halen.
Voorzitter, collega’s, de nieuwe tarieven, dat is stap één. Voor Open Vld is dat een tussenstap. Finaal moeten nu belangrijke nieuwe stappen volgen die moeten uitmonden in meer klantvriendelijkheid en in een beter openbaar vervoer. Namens onze fractie kan ik u zeggen dat we dit debat constructief willen voeren.
Voorzitter, ik vind dit voorstel voor nieuwe tarieven van de Vlaamse Regering niet aanvaardbaar, om een aantal redenen. De voornaamste reden blijft het tarief voor 65-plussers, waarvan toch meer dan 20 procent een armoederisico loopt. De andere 80 procent zijn niet allemaal graaf Lippens: ze hebben het ook moeilijk om op het einde van de maand de eindjes aan elkaar te knopen. U mag hen niet belachelijk maken. Ik vind het niet kunnen dat die mensen, die altijd hard hebben gewerkt en hebben bijgedragen, meer moeten betalen dan asielzoekers. Dat is een van de punten waarop ik zal blijven hameren. U kunt dit niet aanvaarden in het nieuwe tarievenvoorstel van de Vlaamse Regering.
Bovendien, voor wat hoort wat. Ik blijf erop hameren, minister, dat u ervoor moet zorgen dat het openbaar vervoer veilig kan, dat De Lijn de veiligheid garandeert en de stiptheid garandeert. Ik kan dit het beste illustreren aan de hand van mijn eigen ervaring.
Kijk, dit is nu de kaart waarover het in het begin van het debat ging. (Mevrouw Anke Van dermeersch toont haar kaart.)
Het is een algemene vrije reiskaart eerste klas voor parlementairen: “Deze kaart geeft recht op gratis vervoer binnen de grenzen van de Belgische staat op de lijnen van De Lijn, MIVB, TEC alsook de binnenlandse treinen en klassieke internationale dagtreinen van de NMBS”. Voor mij hoeft dat niet. Dit is wat ik met die kaart doe. (Mevrouw Anke Van dermeersch knipt haar kaart stuk. Rumoer)
Ik hoef die kaart niet. Als het niet veilig kan, als ik niet zonder intimidaties kan rondrijden met De Lijn, als ik het risico blijf lopen om gemolesteerd te worden, want dat gebeurt, dan betaal ik niet. Zodra u mij veiligheid en stiptheid kunt garanderen, wil ik gerust een ticketje kopen. Ik heb dit soort abonnement niet nodig.
Mevrouw Van dermeersch, u krijgt geen nieuwe kaart. Dat is duidelijk.
Met betrekking tot de kostendekkingsgraad hanteer ik de definitie die het INR en de OESO gebruiken. U werd vandaag versleten voor een slecht historicus, mijnheer Vandenbroucke. Ik denk dat u uw grote voorbeelden in de geschiedenis kent, de grote roergangers. Wat de misleiding betreft die u hier toepast: u blijft herhalen dat de grootste inspanning wordt geleverd door de allerzwaksten. Dat is een pertinente leugen. U neemt het aandeel, namelijk de 10 miljoen euro die verwacht wordt als meerinkomsten door de bijdrage van de 65-plussers, en daarbij telt u de kleine verwachte meerinkomsten van bijvoorbeeld de min-12-jarigen, zijnde 0,09 miljoen euro. Dan zegt u dat 11 miljoen euro wordt betaald door de zwaksten. Dat is misleiding en het is een pertinente leugen. (Applaus)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik wens namens de meerderheid een motie aan te kondigen.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, tot besluit van dit debat, waarbij de regering de gratis bussen afschaft en de gratis wifi invoert, kondig ik ook graag een motie aan van de sp.a-fractie.
Het parlement zal zich straks over deze moties uitspreken.
Het debat is gesloten.