Verslag plenaire vergadering
Verslag
Verkiezing van de Nederlandstalige vaste en plaatsvervangende leden
Dames en heren, overeenkomstig artikel 23, eerste lid, van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt, verstrijkt het mandaat van de leden van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie zes maanden na de algehele vernieuwing van de gemeenschapsparlementen, dit is op 25 november 2014.
Aan de orde is derhalve de verkiezing van dertien vaste en dertien plaatsvervangende Nederlandstalige leden van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie.
Overeenkomstig artikel 22, vijfde lid, van voornoemde wet mogen de partijen die in de commissie niet vertegenwoordigd zijn, een Nederlandstalig lid met adviserende stem aanwijzen, op voorwaarde dat zij vertegenwoordigd zijn in het Vlaams Parlement.
De lijst met de door de fracties voorgedragen kandidaten werd in de zaal rondgedeeld.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, collega's, alle partijen die in het Vlaams Parlement zijn vertegenwoordigd, met inbegrip van de partijen die niet in de commissie zijn vertegenwoordigd, mogen in principe een vertegenwoordiger in de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie aanduiden, desnoods met adviserende stem. Dat laatste gebeurt vandaag voor twee partijen: de mijne en het UF. Wettelijk gezien is dat een formaliteit, maar toch wil ik hierbij een belangrijke kanttekening maken.
De wet van 16 juli 1973 waar u zo-even naar hebt verwezen, waarborgt inderdaad de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen. Maar toch is het voor mij geenszins duidelijk tot welke ideologische of filosofische strekking het UF behoort. Het UF is een verzameling van verschillende strekkingen, met als één gemeenschappelijk element de francofonie. Zoals de voorbije dagen duidelijk is gebleken, kan een taal ter discussie staan. Maar een taal kan toch moeilijk worden opgevat als een ideologische of filosofische strekking. Als men dan ook rekening houdt met het feit dat het UF voor de Vlamingen een nefaste politiek voert in de Vlaamse Rand, onder meer door het bewust overtreden van taalwetten, de niet-toepassing van omzendbrieven en het verzet tegen de Vlaamse taal en cultuur, dan wil ik namens mijn fractie het grootste bezwaar aantekenen tegen het afvaardigen van een vertegenwoordiger van het UF in de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie, ook al is dat slechts met adviserende stem. Mijn partij kan dat in geen geval goedkeuren.
Voorzitter, nog niet zo heel lang geleden, op 2 oktober 2013, is een precedent gecreëerd. Toen is de vervanging van de vertegenwoordiger van het UF niet goedgekeurd door de plenaire vergadering. Toen namen 92 leden aan de stemming deel. Zoals het Vlaams Belang hebben 50 leden zich toen terecht verzet tegen de voordracht van een kandidaat van het UF.
Ik wil in naam van mijn fractie vragen dat dit Vlaams Parlement ook in deze legislatuur voet bij stuk houdt dat een partij die onze eigen decreten en taalwetten aan haar laars lapt, volgens ons geen plaats kan hebben in die Vaste Nationale Cultuurpactcommissie. Ik wil u dan ook vragen, voorzitter, dat er overeenkomstig ons reglement een geheime stemming kan gebeuren over de voordracht van de kandidaat van UF. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Eyken heeft het woord.
Ik zou de collega toch wil antwoorden dat het UF niet alleen staat voor het overtreden van de wetgeving. Er zijn instrumenten genoeg van de Vlaamse overheid om op te treden wanneer er zich problemen zouden voordoen in gemeenten waar Franstaligen aan de macht zijn. Bij mijn weten zijn er enkele strubbelingen geweest, maar ik ben 24 jaar burgemeester en schepen geweest van Linkebeek, en ik kan u verzekeren dat op geen enkel moment een Vlaming werd achtergesteld ten opzichte van een Franstalige. Ze werden altijd beschouwd als inwoners van een gemeente die op gelijke voet moeten worden behandeld. Ik denk dat hetzelfde geldt in de andere faciliteitengemeenten waar er een Franstalige meerderheid is. Dat voorbeeld trachten we te volgen.
Het enige waarover het niet met elkaar eens zijn, zijn die omzendbrieven-Peeters en konsoorten. Daarover is er nu een arrest van de algemene vergadering van de Raad van State. Ik hoop dat dat enig soelaas zal brengen in de Rand.
Mijnheer Van Eyken, u bent vrij slecht geplaatst om uzelf hier als het grote voorbeeld naar voren te schuiven van de Vlaamsvriendelijkheid in de Vlaamse Rand. Het was u als burgemeester van Linkebeek die enige tijd geleden mijn voorganger als fractievoorzitter in dit Vlaams Parlement, de heer Joris Van Hauthem, manu militari door de rijkswacht uit uw gemeentehuis liet zetten, omdat hij terecht de moed had om te protesteren tegen het feit dat u de taalwetgeving aan uw laars lapte. Dus kom nu niet zeggen dat u het grote voorbeeld bent van de Vlaamsvriendelijkheid in onze Rand. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Leden, mijnheer Janssens, ik heb een nota laten maken door de juridische dienst over de vernieuwing van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie. Die is besproken tijdens de vergadering van het Uitgebreid Bureau op 15 september 2014, waar u aanwezig was. Toen is voorgesteld dat de partijen hier, behalve UF en Vlaams Belang, een aantal vaste en plaatsvervangende leden konden aanstellen. En dan: “Het Bureau neemt akte van het feit dat de Vlaams Belangfractie en Union des Francophones elk een Nederlandstalig lid met adviserende stem mogen aanwijzen.” Op 23 september 2014 heb ik bij de volgende vergadering van het Uitgebreid Bureau iedereen gevraagd of er opmerkingen waren bij het verslag. In de notulen staat: “Het Bureau neemt kennis van de beslissingsnotulen van de vergadering van het Uitgebreid Bureau van 15 september en keurt ze eenparig goed.”
De nota van de juridische dienst was ook duidelijk. Het reglement van het parlement is ook duidelijk. Ik lees artikel 3 voor, dat geldt ongeacht waarover het gaat: “De kandidatenlijst wordt onder de volksvertegenwoordigers verspreid. Als het aantal kandidaten overeenstemt met het aantal toe te wijzen plaatsen worden de kandidaten verkozen of voorgedragen verklaard.” Er hoeft met andere woorden geen stemming over plaats te vinden. Ik lees de namen en de namen van de plaatsvervangers voor. Die mensen worden uitgenodigd om in de handen van de voorzitter van het parlement de eed af te leggen.
U was het daar volledig mee eens, mijnheer Janssens. U kunt het er nu opnieuw over hebben, in het kader van het voortschrijdend inzicht. Maar ik lees nu de namen voor, en die mensen worden afgevaardigd voor de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie.
Voorzitter, het heeft niets te maken met voortschrijdend inzicht. In 2010, hoewel er toen ook op het Uitgebreid Bureau akte van werd genomen dat er leden waren met adviserende stem, heeft er in deze plenaire vergadering een geheime stemming plaatsgevonden over de voordracht van de kandidaten voor de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie. Ik vraag nu niet meer dan dat we hetzelfde doen als in 2010 en 2013.
Het spijt me, mijnheer Janssens, ik pas het reglement toe. Dat van 16 oktober klopt, maar ik heb achteraf een advies gevraagd aan de juridische dienst. Ik heb dat voorgelegd aan het Uitgebreid Bureau. Het Uitgebreid Bureau was het eens met mijn zienswijze, een zienswijze die ook u hebt goedgekeurd op het Uitgebreid Bureau. (Opmerkingen van de heer Chris Janssens)
Sorry, maar dan doen we hier aan schriftvervalsing. U hebt het verslag van het Uitgebreid Bureau goedgekeurd.
Dames en heren, er zijn geen andere voorstellen.
Aangezien het aantal kandidaten overeenstemt met het aantal toe te wijzen plaatsen, verklaar ik de volgende dames en heren met ingang van 25 november 2014 benoemd tot vast lid, plaatsvervangend lid en lid met adviserende stem van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie:
vaste leden:
de heer Erik Maes
de heer Emiel Pieters
mevrouw Valerie Reekmans
mevrouw Hanneleen Broeckx
mevrouw Hanna Nys
mevrouw Godelieve Pollet
mevrouw Elisabeth Buelens
mevrouw Marie-Louise Deckers
de heer Oscar De Wandel
de heer Georges Vandenborre
mevrouw Vera Claes
de heer Tom De Pelsmaeker
de heer Gijs Ory
plaatsvervangende leden:
de heer Duncan Braeckevelt
de heer Tillo Baert
de heer Kristof D’Exelle
mevrouw Inge Moyson
mevrouw Séverine Van Broekhoven
de heer Christian Stivigny
de heer Jean Boulogne
de heer Pieter-Jan Mattheus
mevrouw Gerda Pelosie
de heer Jan Pieter Biesemans
mevrouw Anke Gittenaer
mevrouw Ellen Neirinck
de heer Mark Boudrez
leden met adviserende stem:
de heer Paul Puttemans
mevrouw Suzanne Dhooghe
Alle voornoemde leden zullen eerstdaags worden uitgenodigd om in handen van uw voorzitter de voorgeschreven eed af te leggen.