Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, u bent minister van de toekomst, de toekomst van onze regio. U draagt de verantwoordelijkheid over ons Vlaams talent, onze kinderen, onze jongeren en dus de toekomst van onze hele gemeenschap, van onze hele economie.
U draagt die verantwoordelijkheid en ik ben ook best bereid om u het vertrouwen te geven zoals uw regeerakkoord vraagt, het vertrouwen van 200.000 studenten in het hoger onderwijs, van vijf universiteiten, van achttien hogescholen, van duizenden ouders, van heel veel ondernemers die op de vorming van die talenten voor onze toekomst wachten.
Ik vind dan ook dat investeringen in talent de beste investeringen in Vlaanderen zijn. Onze verwondering is dan ook groot nu we overal lezen dat er net op onze enige grondstof, onze hersenen, handen en talenten, zwaar wordt bespaard.
De besparingen zijn zo zwaar dat de studenten het nodig vinden morgen massaal op straat te komen, zo zwaar dat de universiteiten en hogescholen, die binnenkort een begroting moeten indienen, met de handen in het haar zitten en verklaren dat ze voor het eerst sinds mensenheugenis deficitaire begrotingen dreigen in te dienen, en zo zwaar dat heel veel Vlaamse gezinnen momenteel in onrust leven.
Minister, ik weet dat dit uw bedoeling niet is. U gelooft, net als ik, in de toekomst van al die jongeren die hoger onderwijs aankunnen en die, na een goede oriëntering, een diploma van het hoger onderwijs willen halen.
Wilt u die inschrijvingsgelden echt verhogen? Wilt u die drempels opwerpen voor reguliere studenten, voor beursstudenten en voor bijna-beursstudenten? Ons lijkt dat geen goed idee. Samen met al die studenten, ouders en instellingen vragen wij u hierover klaarheid te scheppen.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, de vraag is concreet wat in verband met de inschrijvingsgelden is beslist. Misschien moet ik eerst de basisonrust wegnemen. Studenten kunnen zich nog voor dit academiejaar inschrijven. Sommigen moeten overigens nog betalen. De inschrijvingsgelden blijven voor hen dezelfde. Het zijn dezelfde tarieven waarover is gecommuniceerd.
Wat volgend academiejaar betreft, is nog geen definitieve beslissing genomen. De reden is heel eenvoudig. De universiteiten, de hogescholen en de studenten hebben gevraagd hierover overleg te plegen. Morgen komen de studenten naar Brussel. Deze middag hebben ze overigens nog een afspraak op mijn kabinet. Vertegenwoordigers van de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR) hebben deze ochtend trouwens ook al mijn kabinet bezocht.
Mevrouw Gennez, het is de bedoeling die gesprekken in alle ernst te voeren. Ik begrijp dat begrotingen moeten worden ingediend, maar ik wil dat een zo gedragen mogelijke beslissing wordt genomen. U zult nog even geduld moeten hebben. Ik zal het gesprek met de studenten morgen voeren. Ik heb dat gisteren trouwens ook al gedaan.
Het is de wens van de Vlaamse Regering de toegang tot het hoger onderwijs zeer groot te houden. Die toegang draait overigens om veel meer dan enkel de centen. U hebt allicht ook gelezen dat de democratisering, ondanks de vele inspanningen in het verleden, nog niet echt is geslaagd. Door middel van een goede oriëntering, een goede begeleiding en de mogelijkheid een goede startkeuze te maken, moeten we ook andere drempels wegwerken.
De beslissing in verband met de inschrijvingsgelden zal zo spoedig mogelijk worden genomen. Het gaat dan om volgend academiejaar. Mevrouw Van den Bossche heeft vorige week al gevraagd of het ook de bedoeling is de tarieven voor de beursstudenten te laten stijgen. Het is absoluut niet de bedoeling hierop in te grijpen. De sociale correcties blijven uiteraard bestaan.
Minister, ik ben het ermee eens dat een goede oriëntering nodig is. Het gaat hier echter om het opwerpen van drempels, om bijkomende facturen en om bijkomende belastingen op het onderwijs. Over bijkomende belastingen op vermogen heb ik van deze meerderheid nog niet veel gehoord. Op het onderwijs zullen die echter wel worden geheven.
Ik vraag u in alle ernst waarom u tegen de Europese trend ingaat. In Duitsland heeft ‘Mutti’ Merkel beslist het inschrijvingsgeld te verlagen. Ik kan me voorstellen dat zij voor christendemocraten een inspirerende figuur is. In Schotland bedraagt het inschrijvingsgeld 0 pond. Ik kan me voorstellen dat dit voor Vlaams-nationalisten een inspirerende regio is.
Ik doe hier een warme oproep. Het zou er nog aan mankeren dat u de doelgroep van de beursstudenten nog zou verkleinen of de toelage nog zou verlagen. U zou de toelage moeten verhogen. Heel veel gezinnen moeten vandaag de tering al naar de nering zetten. Net voor hen zou u die toelage moeten verhogen. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, besparingen op het hoger onderwijs vormen absoluut geen goed idee. Het aantal studenten is met 25 percent gestegen. De werkingsmiddelen voor de omkadering zijn de afgelopen jaren echter niet geïndexeerd. Het onderwijzend personeel is slechts met 4 procent gestegen. De kwaliteit van het hoger onderwijs komt nu al in het gedrang.
Deze besparingen gaan verhalen op de gezinnen en de studenten zelf kan voor ons helemaal niet aan de orde zijn. Ik weet niet of u de FLEMOSI-studie (FLEmish MOdels of SImulation) kent. In die studie staat dat de beurzen nu eigenlijk al te laag zijn en dat studenten daar niet mee rondkomen. De minimumgrens om een beurs te krijgen, ligt eigenlijk te laag, men moet al onder de armoedegrens zitten om een beurs te krijgen. Dus minister, er zijn meer investeringen en meer beurzen nodig en niet minder. U moet het systeem dus uitbreiden en er niet op beknibbelen. Wat u nu gaat doen, is absoluut geen goed plan en ik vraag u dan ook om dat te herbekijken.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, ik ben heel tevreden met uw antwoord om verder in dialoog te gaan met de betrokkenen. Ik deel een aantal zorgen zoals de toegang en de democratisering van het hoger onderwijs. Dat is allemaal belangrijk, maar finaal moet het plaatje ook betaald geraken. Wat niet wordt betaald door inschrijvingsgelden, wordt betaald door de algemene middelen. We moeten er ook rekening mee houden dat de 40 procent jongeren die geen hoger onderwijs volgen, daar ook mee aan betalen. We mogen ook niet vergeten dat opleidingen in het hoger onderwijs en aan de universiteit een investering zijn in zichzelf. In het verleden hebben wij duidelijk gezegd dat er wat ons betreft grenzen zijn aan de inschrijvingsgelden. We moeten echter tot een gedragen gemeenschappelijk standpunt komen in het belang van de studenten en van de instellingen om de kwaliteit op alle fronten te bewaren.
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Minister, het is belangrijk dat u met alle betrokken partners overleg pleegt. Wij hebben de laatste jaren een enorme toename gekend van het aantal studenten dat hoger onderwijs volgt. Dat is heel positief. Wij vinden het belangrijk dat alle jongeren die interesse en talent hebben om hoger onderwijs te volgen, in de toekomst daartoe de kans blijven krijgen. Daarom is het van cruciaal belang dat sociale correcties via subsidietoelages ook in de toekomst toegepast blijven worden.
Het debat wordt vandaag heel sterk gestuurd in de richting van het bedrag van de studiegelden. Ik vind dat u als minister tijdens het overleg dat u hebt met vele partners, de kans moet grijpen om het debat open te trekken, ook naar de democratisering van het onderwijs. Ook vandaag zijn er nog heel wat jongeren die wel het talent en de interesse hebben om hoger onderwijs te volgen maar die de stap niet zetten. Ik vind het belangrijk om ook dat element in het overleg op te nemen zodat we die doelstelling in de toekomst kunnen bereiken.
Mevrouw Meuleman, ik zal beginnen met een feitelijke onjuistheid recht te zetten. U had het over de minimumgrenzen voor de studietoelagen die te laag zijn. U bedoelt waarschijnlijk de maximumgrenzen.
U zegt dat de beurzen moeten worden opgetrokken. Binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) was er een voorstel om die studiegelden drastisch te verhogen. Zo zou men ervoor zorgen dat de sterkste schouders in de maatschappij de grootste bijdrage betalen. In return kan men de beurzen dan uitbreiden en de groep die recht heeft op een beurs vergroten. Wij maken die keuze niet. (Opmerkingen van mevrouw Elisabeth Meuleman)
Mevrouw Meuleman, ik ben aan het spreken. Dit is een actuele vraag.
Ik heb al meermaals gezegd dat ik niet wil dat het bedrag van de studiegelden te hoog komt te liggen. Wij willen een laag studiegeld blijven vragen, laag in vergelijking met de regio. Ik heb niet de intentie een wijziging aan te brengen aan het systeem van studiebeurzen.
Mevrouw Gennez, u verwijst naar andere landen en u zegt dat de tarieven zouden moeten dalen. Maar waarom hebt u het dan met de socialisten tijdens de voorbije jaren nooit gedaan? Het is nooit gebeurd en ook nooit aan de orde geweest. (Applaus bij de meerderheid)
Ik probeer deze discussie eerlijk te voeren. Wij willen dat de studiegelden laag blijven en wij zullen ervoor zorgen dat de beursstudenten en de bijna-beursstudenten een verlaagd tarief blijven betalen. De kans is echter groot dat het gevraagde bedrag wat zal stijgen voor diegenen die geen beurs of bijna-beurs hebben. Tegelijk zijn we met de universiteiten en hogescholen aan het kijken hoe we de toegang tot het hoger onderwijs kunnen verbeteren en hoe we ervoor kunnen zorgen dat studenten sneller en beter de keuze maken om naar het hoger onderwijs te gaan.
We bekijken ook hoe we een deel van de planlast, die er vandaag is voor de hogescholen en de universiteiten, drastisch naar beneden kunnen halen, om ervoor te zorgen dat ze met de mindere middelen die ze hebben, nog evenveel kunnen doen. Dit dankzij onze inspanningen om de regeldruk naar beneden te halen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, dank u voor uw antwoord. Helaas zaten wij de voorbije jaren niet alleen in de regering. Ook CD&V, de N-VA en Open Vld waren daarin vertegenwoordigd. Maar in Duitsland is ‘Mutti’ Merkel een christendemocraat, en is de omslag er gekomen dankzij de intrede van de sociaaldemocraten in de Duitse regering.
Wat het overleg betreft, is het een beetje alsof u aan uw zoontje of dochtertje zegt: “Je mag kiezen op welke wang je de klappen ontvangt.” Dat is de keuze die in het overleg wordt geboden. U gaat besparen. U voert de discussie over het inschrijvingsgeld alleen maar vanuit een besparingslogica. Dat is een gemiste kans.
U zegt dat u een kleinere verhoging voorstaat. Ik heb begrepen dat het gaat om een verhoging van om en bij de 70 procent voor de reguliere studenten, van ongeveer 620 euro naar ongeveer 1000 euro of iets minder. Dat is een heel drastische verhoging. Daarnaast zegt de OESO dat u de inkomensgrenzen voor beurs- en bijna-beursstudenten best kunt verhogen en dat dit ook ten laste van de gemeenschap moet worden genomen, want de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen, mijnheer Van Dijck. Dat kan door de fameuze tax shift. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.