Verslag plenaire vergadering
Verslag
Beraadslaging (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de beraadslaging over het regeerakkoord.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, sta me toe om op mijn beurt eerst de minister-president en zijn regering te feliciteren met hun aanstellen en u met uw herbenoeming als voorzitter van het Vlaams Parlement.
Collega’s, ze is er dus, de Vlaamse Regering. Het is een zogenaamd centrumrechtse regering, al blijft de ACW-stempel of – zo moet ik het nu wellicht zeggen – de beweging.net-stempel van de CD&V’ers die met hun bevoegdheden meer dan de helft van het budget beheren, wel heel nadrukkelijk aanwezig.
In elk geval is het een regering zonder socialisten. Eindelijk! De Vlaming heeft er lang genoeg op moeten wachten.
Maar daarmee is het meeste positieve wel gezegd. Want alhoewel bescheidenheid een partij die de verkiezingen verloren heeft, moet sieren, is het zeker niet mijn bedoeling om een rondgang met het wierookvat te doen. Daarvoor zijn er in dit parlement geen twee, maar uiteindelijk zelfs drie meerderheidspartijen. Goed voor Open Vld dat ze op het laatste nippertje in de meerderheid werd opgenomen, want hoe had de partij in hemelsnaam oppositie kunnen voeren tegen het – naar eigen zeggen althans – uitstekende akkoord dat CD&V en de N-VA hadden voorbereid?
Wat dat betreft, wil ik mevrouw Rutten, zeker nu ze deze namiddag in onze aanwezigheid vertoeft, toch feliciteren. Niet alleen omdat ze geweldig snel regeerakkoorden kan lezen en ze nog veel sneller kan ondertekenen, maar ook omdat ze van een verkiezingsnederlaag, want Open Vld heeft in deze assemblee drie zetels minder dan tijdens de vorige legislatuur, een overwinning heeft gemaakt. Nochtans was het water tussen de N-VA en Open Vld voor de verkiezingen heel erg diep. Maar zoals zo vaak zijn de politieke vijanden van gisteren de politieke vrienden van vandaag en de politieke bondgenoten van morgen, mijnheer Van Dijck.
Maar geef toe, een schoonheidsprijs zal deze Vlaamse Regering niet krijgen. Van een inspirerend gemeenschappelijk Vlaams project is geen sprake en al zeker niet van een Vlaamse Regering die ervoor kiest om nieuwe stappen te zetten in de richting van meer Vlaamse zelfstandigheid.
Dat werd overigens al voldoende duidelijk bij de totstandkoming van deze regering. Zo werd de Vlaamse regeringsvorming volledig afgestemd op de federale. Open Vld is niet nodig voor de Vlaamse Regering, maar mocht er alleen bij komen omdat die partij nodig was om een Federale Regering op poten te zetten. De partij mocht dus eigenlijk alleen maar de handtekening zetten onder het reeds door de N-VA en CD&V afgesproken akkoord en werd daar ten slotte voor bedankt met twee ministerposten. Met de opname van Open Vld in de Vlaamse Regering heeft de N-VA echter wel haar Belgische schoonmoeder in huis genomen. Voor de Vlaamse Regering is Open Vld immers mathematisch niet nodig. Ze is echter wel nodig voor de Federale Regering die momenteel tot stand lijkt te komen. Mocht de N-VA dus nog enige ambitie koesteren om buiten de lijntjes te kleuren, dan zal dat haar wel snel afgeraden worden door de kersverse coalitiepartner.
Ik hoef u niet te vertellen dat de visie van Open Vld haaks staat op het Vlaams-nationalistisch gedachtegoed. De lange waslijst van verwijten van Open Vld’ers aan het adres van de N-VA heeft de voorbije dagen nog eens de ronde gedaan op de sociale media. Karel De Gucht stelde dat de N-VA een nationalistische achtergrond heeft en dat alles wat er de voorbije honderd jaar fout gegaan is, het gevolg is van nationalisme. In één adem kondigde hij zelfs aan dat hij er tot zijn laatste snik tegen zou blijven vechten. Bovendien noemden verschillende prominente Open Vld’ers de N-VA een extreemrechtse partij. Iedereen herinnert zich ook hoe de voorzitster van Open Vld, Gwendolyn Rutten, snoeihard uithaalde naar de N-VA omdat die partij het land kapot zou willen. De rode draad in haar nieuwjaarsspeech was het verwijt dat het de onverantwoordelijke N-VA was die België na juni 2010 meer dan vijfhonderd dagen in een diepe crisis had gestort. Volgens nationalisten is België het slechtste land ter wereld, stelde ze toen, en dus moet het kapot. Of was het omgekeerd: nationalisten willen het land kapot en dus moet het als het slechtste land ter wereld worden voorgesteld. Einde citaat.
Het was zelfs tweerichtingsverkeer, want ook de N-VA liet zich niet onbetuigd. Huidig N-VA-volksvertegenwoordiger Hendrik Vuye schreef over de coalitiepartner Open Vld: “Open Vld-voorzitster Gwendolyn Rutten noemt het confederalisme nu communautaire gekkigheid. Open Vld heeft België herontdekt. Open Vld knoopt opnieuw aan bij de goede oude PVV, een partij die smalend Pest voor Vlaanderen werd genoemd.” Einde citaat van de N-VA-volksvertegenwoordiger. Fraaie coalitiepartners denk je dan.
Dit slechte stukje politiek toneel verzinkt echter in het niets in vergelijking met wat voormalig minister-president Kris Peeters eind april in het congresgebouw van Brugge ten beste gaf. Wij kiezen niet voor populisme of voor de demagogie van de angst, niet voor de frontale aanval op de zwaksten, niet voor de brutale verandering, want dat zal ons finaal alleen maar verzwakken. Het enige wat de door N-VA voorgestelde maatregelen doen, is mensen in de miserie duwen. Dat zei Kris Peeters over de partij waarmee CD&V nu een coalitie heeft gevormd. Zich richtend tot de congresgangers zei hij nog: is dat het Vlaanderen waarin jullie willen leven? Neen, beste vrienden en vriendinnen, neen dat is het niet, niet met ons, niet met CD&V. Bij ons is mensen pijn doen geen programmapunt. Einde citaat.
Welnu, CD&V-fractie, hebt u nu, door uw coalitie met de N-VA, wel gekozen voor de demagogie van de angst, voor de frontale aanval op de zwaksten? Dit is toch een vraag die gesteld kan worden.
En terloops nog dit: geloof nooit meer een minister-president van de CD&V die geen federaal premier wil worden.
Collega’s, het contrast tussen deze toespraak van de voormalige minister-president en hetgeen N-VA-voorzitter Bart De Wever op vrijdag 6 juni 2014 tijdens een gezamenlijke persconferentie rond de aanvang van de regeringsonderhandelingen tussen – op dat ogenblik – N-VA en CD&V zei, kan nauwelijks groter zijn. Ik citeer de heer De Wever: “Ik heb voldoende inhoudelijke convergentie tussen CD&V en de N-VA.” Tot daar de holle verkiezingsretoriek.
Over de passage in het regeerakkoord over meer Vlaamse autonomie of een eventuele staathervorming zou ik heel kort kunnen zijn. Immers, er is er geen. Nochtans maakte het luik staatshervorming in de befaamde Octopusnota van 2009 nog integraal deel uit van het regeerakkoord. Is dit dan de kracht van de verandering en van de vooruitgang?
De door de voormalige minister-president al lang beloofde copernicaanse omwenteling voltrekt zich inderdaad. Neen, niet de copernicaanse omwenteling van de Belgische staatsstructuren, maar wel de copernicaanse omwenteling van de N-VA. We lezen immers geen woord over Vlaamse onafhankelijkheid, zelfs niet over confederalisme. De N-VA-teksten van het groots opgezette confederalismecongres van eind januari of begin februari zijn rijp voor het oud papier. Blijkbaar is regeren voor N-VA het doel op zich geworden.
Maar zoals de N-VA van meet af aan heeft gezegd, werkt het participationisme niet. De N-VA heeft Vlaanderen niet meer Vlaams gemaakt: België heeft de N-VA meer Belgisch gemaakt. De N-VA is een gedweeë uitvoerder geworden van de zesde staatshervorming. Loyale uitvoering van de voor Vlaanderen nadelige staatshervorming komt in de plaats van echte Vlaamse staatsvorming. Straffer nog: de Vlaamse Regering werd zelfs gevormd op basis van de gewenste samenstelling van de coalitie op federaal niveau. De Vlaamse Regering werd hierdoor gedegradeerd tot verlengstuk van de federale. Ik moet toegeven dat de eigentijdse Volksunie inderdaad verder gaat dan haar voorganger ooit is geraakt en België niet alleen wil ondergaan, maar ook nog eens een nieuwe en duurzame toekomst wil geven.
Ondanks de 32 procent van de stemmen die de N-VA twee maanden bij de Vlaamse verkiezingen geleden behaalde, is Vlaanderen nog geen millimeter kunnen wegkruipen uit het Belgische moeras. Naar aloude Belgische traditie overheersen disputen over de postjes en over de budgetten waarover de ministers elk zullen kunnen beschikken het streven naar een goed Vlaams beleid. CD&V ging aan de haal met de hoofdprijs: het federale premierschap. Wat we zelf doen, doen we zeker niet beter.
Dit alles werd naar aanleiding van deze regeringsvorming nogmaals duidelijk: de Vlaamse regeringsvorming bleef bijna twee maanden lang de gegijzelde van de federale formatie. Wat een verschil met de Franstaligen die wel zelfverzekerd de juiste stappen wisten te zetten.
Ik kan deze inleidende beschouwing alleen maar afsluiten met wat Mark Eyskens bij aanvang van het CD&V-partijbestuur zei op dinsdag 22 juli: “Met twee coalitiepartners die de zesde staatshervorming mee goedkeurden, zal de N-VA haar federale loyauteit dagelijks moeten bewijzen.” Een veronderstelling die door federaal formateur Charles Michel de dag nadien nog eens werd beklemtoond. Hij zei: “Er wordt een groot compromis nagestreefd waarbij de N-VA de communautaire guerrilla volledig terzijde schuift.” Tot daar dus het confederalisme. Tot daar dus het Vlaams Parlement als motor voor meer Vlaamse autonomie.
Collega’s van de N-VA, jullie zullen dus geen communautaire guerrilla zijn. Jullie zullen de voor Vlaanderen nadelige zesde staatshervorming loyaal uitvoeren zoals de heer Diependaele deze ochtend nog eens duidelijk maakte. Geen nood, het Vlaams Belang blijft de rol van communautaire guerrilla graag op zich nemen.
Minister-president, collega’s, wie dit Vlaams regeerakkoord leest, kan zich afvragen wie over de eigen schaduw is gestapt. Is elke partner even ver over zijn eigen schaduw gestapt? Open Vld kende, volgens de woorden van haar eigen voorzitter, haar plaats. Zo stelde ze op 23 juli in Het Laatste Nieuws: “Aan het precaire evenwicht dat N-VA en CD&V hadden bereikt, heb ik niets gewijzigd. Je moet je plaats kennen. Als je mathematisch niet nodig bent als Open Vld, dan moet je niet te veel pretentie tonen.” Voilà collega’s, tot daar de woorden van uw voorzitter. Hopelijk kennen jullie de volgende vijf jaar jullie plaats.
Geachte collega’s, het is duidelijk dat het leven voor de modale Vlaming onder deze nieuwe regering duurder zal worden. De hervorming van de woonbonus zal kopen en bouwen in ieder geval duurder maken. En vergeet ook niet dat de banken steeds meer eigen middelen vragen en dat de eisen om een huis energie-efficiënt te maken de prijs verder opdrijven. Wie op twintig jaar leent, verliest door de maatregelen van de Vlaamse Regering cumulatief vele duizenden euro’s.
En ook de prijs voor de verplichte individuele premie voor de zorgverzekering zal stijgen. Voor heel wat gezinnen met meer dan twee kinderen zal ook de visie van deze regering op de gezinsbijslagen gevolgen hebben. Men wil een gelijke basiskinderbijslag geven, maar de sociale correcties die men zal inbouwen, zullen de achteruitgang over heel wat gezinnen van de middengroep niet kunnen verhinderen. Ook studeren zal ongetwijfeld duurder worden. Daarover hebben we het deze morgen al gehad. En er wordt ook een einde gemaakt aan de levering van gratis elektriciteit en water. Voor een gezin met twee kinderen betekent dat een verlies van 200 euro per jaar.
Uiteindelijk komt het duurdere water, het lagere kindergeld, de waarschijnlijke verhoging van de inschrijvingsgelden aan de universiteiten en vooral de vermindering van een belastingvermindering, die de woonbonus toch is, neer op een vorm van gecamoufleerde belastingverhoging.
Minister-president, tot onze onaangename verrassing stellen we met betrekking tot onderwijs vast dat deze nieuwe Vlaamse Regering de hervorming van het secundair onderwijs wel degelijk zal uitvoeren. Hoewel het masterplan van voormalig sp.a-minister Smet geen enkele wettelijke waarde had en heeft, wordt er blijkbaar niet meer op teruggekomen, alle retoriek hierover tijdens de campagne ten spijt. De N-VA-kiezer moet zich tevreden stellen met volgend zinnetje van, intussen, minister Weyts in De Morgen: “Over de afwikkeling van het masterplan zal sowieso nog veel gesproken worden.” Zal het masterplan over de hervorming van het secundair onderwijs van de vorige minister van Onderwijs – een socialist zoals u weet – worden gerealiseerd, met een brede eerste graad en het wegvallen van de schotten tussen aso, tso, bso en kso, zoals ook mevrouw Van Hecke beweert? Of zullen de tussenschotten blijven bestaan, zoals de N-VA aan de kiezers beloofde?
Over de welzijnssector is het duidelijk dat, hoewel dit regeerakkoord soms heel concreet is, dit met betrekking tot de engagementen voor het wegwerken van de wachtlijsten in de gehandicaptensector al veel minder het geval is. Er wordt een globale inspanning gedaan die oploopt tot 500 miljoen euro, waarbij het groeipad voor welzijn vrijwel onmiddellijk zou starten. We zijn natuurlijk benieuwd naar de juiste cijfers voor deze aangekondigde extra inspanningen, heel concreet naar de bijkomende middelen die nodig zullen zijn om een aantal decretale engagementen, onder meer over het persoonlijkeassistentiebudget voor gehandicapten te kunnen nakomen. Maar wat nu al duidelijk is, is dat de verkiezingsbeloften niet nagekomen zijn.
Wat het binnenlands bestuur betreft, verkondigen de N-VA én Open Vld nu al jaren dat het provinciale beleidsniveau zijn tijd heeft gehad. Maar wat blijkt? Andermaal halfslachtige maatregelen. Het blijft bij gemorrel aan het aantal provincieraadsleden, het aantal gedeputeerden en de provinciale bevoegdheden. Er is gekozen voor een ‘senaatsgewijze’ – en dus slechte – oplossing: iets tussen behouden en afschaffen in.
Minister-president, er wordt – terecht – bespaard in de overheidssector. Maar één besparing hebt u niet doorgevoerd, namelijk die van het aantal ministers en de daaraan verbonden kabinetten. Het is een gemiste kans om naar Nederlands model de verpolitiseerde kabinetten de facto volledig af te schaffen en de Vlaamse Regering te beperken tot zeven ministers. (Rumoer. Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Negen ministers, terwijl het er elf mogen zijn, mijnheer Janssens. Welke regering doet ons dat voor?
Minister Muyters, u wilt vergelijken met Wallonië. Ik neem aan dat dat voor u toch niet de referentie zal worden voor het beleid dat u in de komende vijf jaar gaat voeren? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Men had het in elk geval met minder ministers kunnen doen. Het maximum is elf, het minimum is zeven. Ook dat had gekund, mijnheer Van Dijck.
Collega’s, ik betreur ook te moeten vaststellen dat deze regering blijkbaar niet de ambitie heeft om een volwaardig inburgeringsbeleid die naam waardig te realiseren. De Vlaamse Regering kondigt aan “de verplichte inspanningsverbintenis te zullen vervangen door een resultaatsverbintenis, zoals opgenomen in het nieuwe decreet.” Welnu, voor wie het nieuwe decreet niet kent: daarin is van een echte resultaatsverbintenis geen sprake. Het enige wat er aan niet-Europese immigranten wordt gevraagd, is dat ze een inburgeringscursus volgen. Op geen enkele wijze wordt een nieuwe immigrant volgens dat decreet verplicht zijn kennis van onze taal en normen te bewijzen via een examen. Er wordt alleen in een vrijwillig af te leggen proef voorzien. Als men die proef niet wil afleggen of niet slaagt in die proef, is daar geen enkele sanctie aan verbonden. Geen echte resultaatsverbintenis, dus.
Een echt inburgeringsbeleid, zoals dat in tal van Europese landen wel degelijk bestaat, legt niet alleen deelname aan een inburgeringsexamen op, maar eist ook dat de immigrant daarvoor slaagt om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning. Van een krachtig inburgeringsbeleid zal in Vlaanderen ook met deze regering geen sprake zijn. Geen kordaat inburgeringsbeleid dus, ook niet met deze zogenaamd centrumrechtse regering.
Mag ik bovendien opmerken dat Vlamingen in de toekomst voor allerlei diensten meer zullen mogen betalen, maar dat de kost voor de inburgeringscursussen ook in de toekomst volledig afgewenteld wordt op de Vlaamse belastingbetaler? In Nederland bijvoorbeeld betaalt de immigrant zelf voor zijn eigen inburgering. Hier niet. Betreffende het inburgeringsbeleid wordt de socialistische gratispolitiek blijkbaar wél gehandhaafd.
Ook lees ik in uw bestuursakkoord geen letter over besparingen die gerealiseerd zouden worden met betrekking tot de miljoenen verslindende en vaak contraproductief werkende integratie-industrie. Als u zou willen besparen op overbodige uitgaven, had de nieuwe regering ook daar moeten snoeien.
Het blijft ook wachten, collega’s, op een beslissing over het rekeningrijden, heel concreet de kilometerheffing voor personenwagens. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde proefproject in de GEN-zone (Gewestelijk Expresnet) zou men in overleg met de andere gewesten nog maar eens onderzoeken onder welke voorwaarden men “op termijn” een kilometerheffing kan invoeren. En zal die dan budgetneutraal zijn? In het CD&V-programma staat alvast te lezen dat men de bijkomende opbrengst van die kilometerheffing wil investeren in het openbaar vervoer, wat suggereert dat het rekeningrijden uiteindelijk toch een belastingverhoging zal inhouden.
In ieder geval zal het een feit zijn dat rekeningrijden het woon-werkverkeer fors duurder zal maken. De Vlaamse Automobilistenbond (VAB) stelde zeer terecht dat het rekeningrijden de fiscale druk op arbeid zal verhogen. Inderdaad, de werkende Vlaming zal de dupe worden van een eventuele invoering van het rekeningrijden. Het Vlaams Belang kant zich dan ook tegen die intenties ter zake.
Minister-president, dames en heren van de meerderheid, ik rond af. Deze Vlaamse Regering lijkt een grijze, fletse versie van Tomorrowland: saai en met weinig ambitie. (Rumoer. Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Ik gun het u, minister Muyters. Als u veel danst zoals op Tomorrowland, zult u zeker wereldberoemd worden. Maar deze regering wordt alleen maar de fletse versie van Tomorrowland, met weinig ambitie, en vooral: belangrijke beslissingen worden uitgesteld naar ‘tomorrow’ of zelfs veel later. Er ontbreken in dit regeerakkoord nog veel concrete cijfers. Er ontbreken nog concrete afspraken en engagementen. Dit regeerakkoord heeft te weinig ambitie om voor Vlaanderen het verschil te maken. Het is onze vurige hoop dat de Zweedse coalitie de Vlamingen niet opzadelt met een Stockholmsyndroom.
Wat er ook van zij, het uitgangspunt van dit regeerakkoord was niet de kracht van verandering, maar de continuïteit van de macht. Onze ambities voor Vlaanderen reiken heel wat verder. Daarom kan, mag, wil en zal mijn fractie u het vertrouwen vandaag niet geven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tommelein heeft het woord.
Wat een raar gevoel, mijnheer Diependaele, mijnheer Van den Heuvel. (Opmerkingen van de heer Matthias Diependaele en van de heer Koen Van den Heuvel)
Ja, nu ben ik één van jullie.
Geachte voorzitter, waarde leden van de regering, beste collega’s, in Vlaanderen was al lang de wens aanwezig om een coalitie zoals deze te maken, niet enkel bij de bedrijfsleiders, maar ook in brede lagen van de bevolking. Deze coalitie beantwoordt aan de maatschappelijke en politieke grondstroom in Vlaanderen.
Ik ben de laatste spreker in de rij. Althans, dat denk ik toch, voorzitter. Vaak is dat een nadeel, maar vandaag vind ik dat nu eens niet erg. Mijn partij is immers als laatste tot de regering toegetreden. Ik vind het echter ook niet erg omdat ik vooral iets anders wil vertellen dan mijn voorgangers. Ik zal ook niet het zoveelste oordeel vellen over de nieuwe regering, haar barensweeën, haar geboorte, het gesternte waaronder ze het levenslicht zag en het programma dat ze wil verwezenlijken. We voelen hem komen, denkt u nu allemaal. U denkt: uw inbreng in dit regeerakkoord is zo minimaal dat u er liever over zwijgt.
Maar neen, dat is het niet. Dit regeerprogramma is volgens mij misschien wel het belangrijkste programma van een Vlaamse Regering uit de geschiedenis van dit autonoom verkozen Vlaams Parlement. Waarom vind ik dat deze regering het belangrijkste regeerprogramma van pakweg twintig jaar zal kunnen uitvoeren? Omdat Vlaanderen voor het eerst in een enorm verbreed en verdiept institutioneel kader beleid zal kunnen ontwikkelen voor zijn inwoners. Ik ben er fier op, samen met mijn collega’s, dat we mee hebben geijverd voor en hebben gewerkt aan de creatie van dat nieuwe institutionele kader, dat de regering-Bourgeois mee dankzij ons vanaf nu Vlaanderen beter zal kunnen besturen, dat ze een beleid zal kunnen voeren in het voordeel van de kinderen in Vlaanderen, van de hardwerkende Vlamingen, van de ouderen, van de zorgbehoevenden, van de mensen die willen ondernemen, van zij die werk zoeken, van de nieuwkomers die bij ons hun toekomst en die van hun kinderen willen uitbouwen, van zij die van een eigen huis dromen of er al een bezitten, maar ook van zij die hun huis huren, zij die op een sociale huurwoning wachten of elders op een Vlaamse wachtlijst staan. Het nieuwe institutionele kader waarmee deze regering voor het eerst in de geschiedenis aan de slag kan, geeft de ploeg van Geert Bourgeois veel meer mogelijkheden. Dat het akkoord bepaalt dat de regering de nieuwe staatshervorming en alle samenwerkingsakkoorden loyaal zal kunnen uitvoeren en implementeren, was voor ons dan ook een noodzakelijke voorwaarde. Nu krijgt Vlaanderen immers veel meer wettelijke en financiële bevoegdheden en instrumenten, en dat moet leiden tot een doortastend beleid, dat de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest een richting uitstuurt die ideologisch sterker dan ooit tevoren gekleurd is.
En kijk eens naar dat regeerakkoord. Kijk eens wat voor nieuwe dingen we allemaal kunnen doen. Ik weet nu al dat dit beleid getooid zal zijn met vele tinten blauw. Daarom keurden mijn partijgenoten ook unaniem onze toetreding tot deze regering goed, met een zinderend enthousiasme én met volle goesting.
Dames en heren, over dit regeerakkoord is al gezegd dat het enkele harde noten om te kraken heeft. Snoeien om te groeien, dat staat er. Het akkoord bevat – dat geven we ook toe – heel wat maatregelen die niet populair zijn. Ze zijn echter wel nodig.
Eerst en vooral zijn we verheugd dat deze regering niet van plan is om de belastingen te verhogen, mijnheer Van Malderen. Vraag aan om het even welke liberaal die in om het even welke gemeente een mandaat uitoefent, wat er typisch liberaal is in zijn of haar gemeente, en hij of zij zal zeggen: zo weinig mogelijk nieuwe belastingen, zelfs zo weinig mogelijk belastingen. Als er toch naar nieuwe inkomsten moet worden gezocht, bespaar dan eerst op je apparaat, op je eigen overheid.
Welnu, dat is wat het regeerakkoord doet. Op het einde van de rit moet dit beleid uitmonden in een slankere, efficiëntere en klantvriendelijkere overheid, in meer economische groei en een grotere welvaart voor iedereen, in een betere zorg op individuele maat, in fiere steden die meer vrijheid krijgen om te vernieuwen in ruimte, planning of woonvormen, in gemeenten en steden waar het bestuur aanmoedigt om te experimenteren in diversiteit, in nieuwe vormen van cultuur en toeristische werfkracht, in een Vlaanderen waar de lokale besturen met een geïntegreerd OCMW zelfstandiger, transparanter en bestuurskrachtiger zijn.
Collega’s, deze regering moet ervoor zorgen het anders en – liefst – beter te doen dan de vorige. Ze moet de mensen die scheiden en hun huizen moeten verkopen, niet pesten met de miserietaks. Ze moet de mensen niet sussen met een derde televisienet of een gratis tram of bus. Zelfs OKRA, de grootste seniorenvereniging van Vlaanderen, oordeelde dat veel senioren financieel best in staat zijn om een bus of een tram te betalen. En deze regering moet vooral niet ruziënd over de straat rollen, omdat haar ministers en fracties elkaar niets gunnen. Deze regering moet constructief en positief zijn. Ze moet de individuen, de gezinnen, de bedrijven, de verenigingen en het middenveld vertrouwen en kansen geven, in plaats van te betuttelen en te bemoederen. Ze moet iedereen in Vlaanderen aansporen om mee verantwoordelijkheid te nemen en zelfstandig de eigen toekomst uit te tekenen. Zo gaat Vlaanderen vooruit.
Collega’s, deze regering wordt geruggensteund door 89 van de 124 zetels in dit parlement. Dat is erg veel. Zo’n ruime meerderheid in het parlement vertaalt ontegensprekelijk de wens van de meerderheid van de bevolking. Men zegt in de politiek vaak dat de kiezer altijd gelijk heeft. Men zegt in de politiek ook vaak dat gelijk hebben niet hetzelfde is als gelijk krijgen. Ik denk dat de Vlaamse kiezers met deze regering de best mogelijke krijgen die ze hebben gevraagd.
Het is nu aan deze ministers om een hechte ploeg te vormen. Het is aan deze ploeg om spijkers met koppen te slaan. Om de Vlaamse kiezers niet enkel de regering te geven die ze hebben gevraagd, maar om hun ook het beleid te geven waarop de Vlamingen al lang wachten. Een beleid dat moedig zal moeten zijn, vooral in het begin, omdat er moet worden bespaard, maar een beleid dat op het einde welvaart en welzijn moet brengen, vertrouwen en zekerheid. En een beleid dat Vlaanderen wapent voor de toekomst. Voor de grote uitdagingen die het leven in deze rijke regio aan de Noordzee al sterker bepalen dan we vaak zelf beseffen: de enorme demografische groei en de toenemende verstedelijking, de veranderingen door het samenleven in diversiteit, de weerbaarheid van onze bedrijven in de globale economie, de opkomst van de digitale samenleving, de zorg voor onze leefomgeving, collega’s, en onze verantwoordelijkheid bij het zoeken naar oplossingen voor de wereldwijde ecologische problemen.
We hebben een positieve ingesteldheid nodig, om een ploeg van sterke ministers maar ook loyale fracties te vormen. Wij willen geen meerderheid die zich opstelt als een koud en conservatief rechts blok. Wij willen een meerderheid die zich met een open en vrije geest empathisch opstelt tegenover haar critici en ijvert voor een warme en solidaire gemeenschap.
Open Vld, mijn fractie, engageert zich graag voor zo’n meerderheid, die constructief samenwerkt met anderen, in wederzijds respect voor elkaars eigenheid. Ook met en in het kosmopolitische en tegelijk Vlaamse Brussel, met zijn snel groeiend en uitdijend stedelijk weefsel midden in ons gewest. En ook met de andere regio’s, met de Franse Gemeenschap via het recent afgesloten samenwerkingsakkoord, met het federale niveau, met onze buurlanden en met Europa.
Open Vld gelooft dat dit nog mogelijk is in dit land, met deze meerderheid en met deze regering, waarin onze twee ministers van Open Vld, op de sleuteldepartementen waarvoor ze de verantwoordelijkheid dragen, meer dan hun bijdrage zullen leveren.
Als fractie willen we aan het beleid van deze Vlaamse Regering meewerken. We vertrouwen erop dat onze minister-president, die ooit als enige namens zijn partij in de Kamer van Volksvertegenwoordigers zetelde en toen overigens net achter mij zat, zijn parlementaire reflex als regeringsleider niet zal verleren. We rekenen erop dat hij het Vlaams Parlement de vrijheid zal laten het beleid met eigen initiatieven mee vorm te geven. Aangezien vijf jaar een lange tijd is, lijkt het me een goede zaak ruimte te laten om de beleidsdomeinen tussendoor eens te evalueren en bij te sturen in functie van de noden en de uitdagingen.
Mijn fractie kijkt uit naar de goede samenwerking met deze Vlaamse Regering en in deze meerderheid en zal die zeker mee helpen bewaken. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik moet eerlijk toegeven dat ik met stijgende verbazing naar de toespraak van de heer Tommelein heb geluisterd. Hij is handig om de hete brij heen gedraaid. Volgens mij is het enige waarover hij heeft onderhandeld, het feit dat de heer Diependaele vandaag een blauwe das draagt. Voor de rest heeft hij volgens mij niet al te veel over dit regeerakkoord onderhandeld.
Mijnheer Rzoska, voor alle duidelijkheid, mijn vrouw heeft het laatste woord en niet de heer Tommelein.
Mijnheer Diependaele, u moet me excuseren. Ik wil niet op een echtelijke twist aansturen.
Mijnheer Tommelein, ik wil nog even terugkomen op een punt dat ik al eerder heb gemaakt. U hebt net verklaard dat u de ecologische problemen op wereldniveau zeer belangrijk vindt. U hebt in uw toespraak echter niets gezegd over het Oosterweelproject. Voor u tot deze Vlaamse Regering toetrad, ook nog na 25 mei 2014, hebt u wel iets anders verklaard. Ik citeer wat uw partijgenoten, de heer Somers en mevrouw Rutten, op 27 mei 2014 in De Gazet van Antwerpen hebben verklaard: “Dit blijft voor ons een breekpunt. Als wij in de regering stappen, dan is dat project weg. We gaan nu niet plots iets anders zeggen of onze kar keren.” Dat is een letterlijk citaat.
Vandaag hebt u mij en uw kiezers verteld dat u eigenlijk een spelletje hebt gespeeld. Eigenlijk is Open Vld vooral in de ecologische problemen van de wereld geïnteresseerd. Het probleem van een autostrade dwars door de grootste stad van Vlaanderen, waar u zelf een breekpunt van had gemaakt, is in dit regeerakkoord niet gesneuveld. Daar bent u eigenlijk aan voorbijgegaan.
Ik vind het ongelooflijk goedkoop dat u dan nog eens stelt dat dit eigenlijk het beste regeerakkoord is. U hebt het zelfs een historisch akkoord genoemd. U bent er echter niet bij betrokken geweest. U hebt niet meer dan wat punten en komma’s kunnen verschuiven. Misschien had u ook wat eindredactie kunnen verzorgen, want er staan heel wat schrijffouten in. Voor het overige hebt u met betrekking tot heel het regeerakkoord niets gedaan.
Ik wil nog een tweede dossiertje aanhalen, namelijk de financiering van mensen met een handicap. Mevrouw Van der Borght, uw partijgenote, heeft de vorige meerderheid in dit halfrond afgebrand met betrekking tot de persoonsvolgende financiering en het basisbudget voor de aanpak van mensen met een handicap. Ze heeft dat hier afgebrand. Op haar website staat nog steeds hetzelfde te lezen: “Met de Vld zou zoiets er nooit gekomen zijn”.
Mijnheer Tommelein, ik daag u uit. Hebt u dit punt tijdens de acht uur die u had om punten en komma’s te verschuiven, eigenlijk ooit op tafel gelegd? Wat zijn nu eigenlijk de breekpunten van Open Vld in dit regeerakkoord? Ik zie ze niet. U noemt dit een historisch regeerakkoord. U bent erin gestapt, maar u zat er eigenlijk gewoon niet bij. (Applaus bij Groen en bij het Vlaams Belang)
Ik zal kort zijn: we zullen zien. (Opmerkingen)
Wat zullen we zien, mijnheer Tommelein? Een paar maanden geleden vroegen we in de commissie nog zij aan zij om het Oosterweeldossier te herbekijken. Toen kwam het verwijt van de meerderheid dat we een extra studie vroegen en de dingen wilden vertragen. U hebt toen gezegd: “Neen, we vragen geen extra studie. Dit kan op een aantal weken worden geregeld.” Nu bent u tevreden met een extra studie waarvan u maanden geleden nog zei dat ze niet nodig was. U bent blij met een dode mus.
De heer Tobback heeft het woord.
De uitspraak van de heer Tommelein dat we zullen zien, verleidt mij om te zeggen dat ik het al heb gezien. Een aantal leden van de meerderheid proberen er ons al de hele dag van te overtuigen dat deze regering verregaande sociale ambities heeft die mij compleet ontgaan. Ik zie ze niet, integendeel. Ik heb er nu net een in het betoog van de heer Tommelein ontdekt. Ik heb van hem begrepen dat deze regering een geweldige sociale realisatie heeft gedaan: ze heeft aan twee mensen minstens basismobiliteit in de vorm van een auto bezorgd. Voor de rest heb ik van u geen bijdrage aan dit regeerakkoord gehoord. (Opmerkingen)
Ik begrijp dit, voorzitter. Enkele weken geleden zat ik ook nog aan de andere kant. Dat sommigen diep ontgoocheld zijn omdat ze geen deel uitmaken van de meerderheid, is logisch. Mijnheer Tobback, ik kan een waslijst van zaken opnoemen die ik in de regering waarvan u deel uitmaakte dagelijks heb bestreden, maar die via dit regeerakkoord worden gerealiseerd of afgeschaft. Ik denk bijvoorbeeld aan het derde net en de miserietaks. (Applaus bij Open Vld)
Dan had ik ze graag van u gehoord op de tribune, maar dan had ik ze nog veel liever gelezen in het regeerakkoord. U hebt dit regeerakkoord net als ik gelezen, maar in tegenstelling tot mij ook ondertekend. Ik ben er blij om dat u dat hebt gedaan en niet ik. Het verschil tussen ons is dat mijn honger en de honger van mijn partij om deel uit te maken van de regering niet zo ver gaat dat we bereid zijn om daarvoor enkel te tekenen op de stippellijn en een hoop standpunten die we in de voorbije maanden en jaren met hand en tand hebben verdedigd, moeten inslikken. (Opmerkingen)
Wij zullen ze in elk geval met hand en tand blijven verdedigen.
Ik kon me voor de verkiezingen goed vinden in een aantal van uw opmerkingen en gevoeligheden, bijvoorbeeld inzake Oosterweel. De mate waarin uw partij ondertussen een standpunt heeft dat ronder is dan de Antwerpse ring, is hallucinant en is nooit vertoond in de Vlaamse politiek.
Mijnheer Tobback, ik zal u, net als uw fractieleider, nogmaals de raad geven om u vooral met uw eigen partij bezig te houden en de problemen die u daar kent. Ik vind dit sterke woorden van u op de eerste dag in de oppositie nadat u onafgebroken deel hebt uitgemaakt van de Vlaamse Regering. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer Tommelein, u beperkt uw repliek tot drie woorden: we zullen zien. De bijdrage van de mevrouw naast u aan de onderhandelingstafel was ook beperkt tot drie woorden: ik zal tekenen.
Mijnheer Tommelein, aan het begin van uw korte betoog vroeg ik me even af of u het ernstig meende dan wel aan het solliciteren was voor stand-upcomedian. In de loop van uw betoog leek het er echter op dat u ernstig was en dat u er inderdaad van overtuigd bent dat in dit regeerakkoord vele tinten blauw terug te vinden zijn.
Wel, ik heb het programma van Open Vld er even bijgenomen. Hoe wil Open Vld Vlaanderen vleugels geven? Tegen het einde van de legislatuur zal er van de nieuwe bevoegdheden worden gebruikgemaakt om in Vlaanderen 1 miljard euro Vlaamse lastenverlagingen door te voeren. Het bedrag van het kindergeld zou ook blijven stijgen naarmate kinderen ouder worden. Zoals u weet en intussen allicht hebt gelezen in het regeerakkoord, schaft de nieuwe regering de leeftijdstoeslag voor de kinderbijslag af. In uw programma om Vlaanderen vleugels te geven, stond er dat u de successierechten zou verlagen. Er stond in dat u de registratierechten zou verlagen en ook de hypotheekrechten. Allemaal tinten blauw die niet terug te vinden zijn in dit regeerakkoord, mijnheer Tommelein.
De enige verdienste van u en de dame naast u is dat u erbij bent. Daarmee is alles gezegd.
De heer Caron heeft het woord.
Ik wil graag een vraag stellen aan de fractieleiders van de meerderheid. Ik heb tot op het eind op mijn tanden gebeten om die vraag te stellen.
Gisteren zei de minister-president tijdens de regeringsverklaring dat er niet alleen op het apparaat zal worden bespaard – met 70 procent is dat het hoofdpunt –, maar ook op subsidies aan derden, door het niet toepassen van de indexering.
Collega’s, ik wil mijn bekommernis uiten omdat u allemaal – allemaal – in uw betoog de woorden vereniging, middenveld en cultuur hebt uitgesproken. Dat heeft mij ongerust gemaakt. Of beter, want ik druk mij verkeerd uit: ik denk dan dat ik mij helemaal niet ongerust moet maken, omdat het niet zal gaan over de verenigingen, het cultuur- , jeugd- of sportbeleid.
Mijn vraag is: als er ook bespaard wordt op subsidies aan derden, zijn dat dan subsidies aan bijvoorbeeld kinderopvanginitiatieven, hogescholen, werkingssubsidies aan instellingen uit de cultuur- of sportsector? Hoe staat u daartegenover? U hebt alle drie de lof gezongen van het Vlaamse middenveld, het verenigingsleven en de cultuur- en jeugdsector. Ik kan die twee uitspraken echter niet rijmen. Omdat er geen financiële tabel voorhanden is, zou ik graag toch een woordje uitleg krijgen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, aan het eind van dit debat wil ik nog eens zeggen waarover dit debat zou moeten gaan. Het is een debat over het regeerakkoord, een debat over onze visie op de toekomst, over de voorstellen die wij doen met een moedige aanpak voor de problemen van de toekomst.
Voorzitter, het is geen debat over de begroting. Dat was het ook niet in 2009. Ik heb gisteren duidelijk gemaakt dat we alle respect zullen opbrengen voor dit parlement. Mijnheer Tommelein, ik heb het parlement er gisteren trouwens toe opgeroepen om mee te werken aan ons ambitieuze programma van meer vrijheid en verantwoordelijkheid, van deregulering, van mensen verantwoordelijkheid geven.
Maar, voorzitter, collega’s, zoals het past, zullen wij in volle respect voor dit parlement bij de Septemberverklaring, die plaatsvindt op de vierde maandag van september, onze begroting voorstellen aan dit huis. Zo hoort het. We zullen het parlement daarbij ten volle respecteren.
Betekent dit dat het regeerakkoord niet onderbouwd is? Betekent dit dat de regeringsonderhandelingen gevoerd zijn zonder een budgettaire onderbouw? Helemaal niet. De regeringspartijen hebben ervoor gezorgd dat ze een programma uittekenen dat zorgt voor een evenwicht, voor ruimte voor investeringen in de komende vijf jaar.
Deze regering heeft nog geen begroting goedgekeurd en kan dat ook nog niet. Ze zal die begroting aan u voorleggen op het moment dat dat past.
Collega’s, ik moet zeggen dat ik aan het eind van dit debat toch wat ontgoocheld ben. Ik had gedacht dat dit debat zou gaan over wat in het regeerakkoord staat. Ik had verwacht dat het zou gaan over wat ik gisteren heb gezegd. Ik heb echter een oppositie gehoord die vooral gepraat heeft over wat niet in het regeerakkoord staat, die het vooral gehad heeft over wat ik gisteren niet heb gezegd. Sta me toe te zeggen dat dit me doet vermoeden dat er wellicht een gebrek is aan gefundeerde kritiek aan de zijde van de oppositie. (Rumoer. Applaus bij de meerderheid)
Helaas voor u bent u blijven steken in clichés. Helaas voor u bent u blijven steken in uw eigen gefingeerde rekensommetjes die nergens op gebaseerd zijn.
Collega’s, ik herhaal dat hier voor u een ploeg staat die keuzes maakt en die voor die keuzes opkomt. Die keuzes zijn moedig en moeilijk. Wij gaan voor een budgettair evenwicht. Dat is heel belangrijk om geen welvaart af te breken. Wij gaan voor een budgettair evenwicht zonder belastingverhoging. Diegenen die de mond vol hebben van een sociaal beleid, moeten weten dat alle gezaghebbende instanties, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vooraan, zeggen dat belastingverhogingen leiden tot sociale afbraak, tot minder jobs en tot minder welvaart. (Applaus van de meerderheid)
We steken niet weg dat er moedige maatregelen moeten worden genomen. We zeggen ook hoe we dat doen. We gaan voor 70 procent op de uitgaven werken en voor maximum 30 procent op de inkomsten. Deze keuzes zijn gemaakt. Die keuzes zullen niet pijnloos zijn. Maar die keuzes zijn niet hardvochtig. Ze zijn niet asociaal, in weerwil van wat de oppositie komt te beweren. Wij gaan voor een programma voor welvaart. Collega’s, deze regering maakt door haar beleid van budgettaire orthodoxie middelen vrij om te investeren in onze samenleving, om te investeren in welzijn, om te investeren in onze economie, met onderzoek en ontwikkeling, onze toekomstkaart bij uitstek, voorop, om te investeren in openbare werken, om te investeren in scholenbouw, om te investeren in natuur. Wij gaan een activeringsbeleid voeren, voor diegenen die zeggen dat er geen aandacht is voor wie het moeilijk heeft op de arbeidsmarkt. Dat zijn inderdaad bij uitstek de nieuwkomers, dat zijn de tweede en – helaas – derde generatie van de nieuwkomers. Wij hebben een zeer ambitieus activeringsprogramma. Wij zullen het beleid dat tot nu toe werd gevoerd en dat al 92 tot 93 procent van de jonge mensen binnen de vier maanden maatwerk aanbiedt, uitbreiden opdat alle jongeren binnen de vier maanden gepast maatwerk aangeboden krijgen. Wij zullen de 55-plussers activeren. Wij zullen ons doelgroepenbeleid zeer sterk centreren op die groepen waar het op aankomt: de jongeren, de ouderen, de mensen met een beperking. Collega’s, wij gaan, voor diegenen die menen dat wij bepaalde groepen buiten beschouwing laten, competenties laten prevaleren op diploma’s, ook in ons eigen beleid.
Collega’s, wij gaan voor een samenleving waarin iedereen mee is. Wij gaan inderdaad ambitieus voor een grotere tewerkstellingsgraad, voor een tewerkstellingsgraad van 76 procent. Wij weten precies waar de problemen zitten en welke uitdagingen dat met zich meebrengt. Wij zullen daar met z’n allen op moeten werken. Wij gaan dat doen in het onderwijs omdat de schooluitval jammer genoeg ook heel specifiek is bij bepaalde mensen in de samenleving. Wij gaan dat doen met een activeringsbeleid dat zeer specifiek gericht is op niet-gekwalificeerde uitstromers. En wij gaan, in de maatregelen die we nemen op de ontvangsten, sociale correcties uitvoeren. Wij gaan dat doen bij de kinderbijslag, zoals we hebben meegedeeld. Hebt u gehoord dat wij, als wij het over het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs hebben, eraan denken om de beursstudenten of de bijna-beursstudenten in de kou te zetten? Helemaal niet, dat is niet aan de orde. Collega’s, is het sociaal om 65-plussers die rentenier zijn of die een pensioen hebben van meer dan 2000 euro, op een bescheiden wijze te laten bijdragen, en iemand die werkt voor een loon van 1500 euro 250 euro te laten betalen? Waar zit het sociale beleid dan? (Applaus bij de meerderheid)
Tot slot, collega’s, is er een zeer sterk groeipad in Welzijn. Dat is in deze budgettair moeilijke tijden een heel belangrijke keuze van deze regering. Er zijn er die zeggen dat we de mensen aan hun lot overlaten. Zij scheppen bewust verwarring tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Deze regering wil mensen vrijheidsgraden geven om onderwijs te geven, vrijheidsgraden geven om te ondernemen, vrijheidsgraden geven aan de lokale besturen, vrijheidsgraden geven aan het verenigingsleven. Men concludeert verkeerd dat wij wie niet meekan, aan zijn lot overlaten.
Vrijheid en verantwoordelijkheid staan niet haaks op een inclusief beleid. Vrijheid en verantwoordelijkheid maken mensen sterk. Wie niet mee kan, wie het nodig heeft, zullen we helpen met alle mogelijke stimulansen. We gaan mensen zelfredzaam maken en sociale correcties doorvoeren.
Ik zou dit debat heel snel hebben kunnen besluiten door te zeggen dat de oppositie het ons gemakkelijk maakt. Niemand betwist de budgettaire context waarin we hier voor u staan. Die budgettaire context is wat hij is. Ik heb geen alternatief gehoord daarvoor. Ik heb geen alternatief gehoord, tenzij, collega’s van sp.a, u uw geliefkoosde kleur ook in het budget wil insluizen, tenzij u in het rood wil gaan. (Applaus bij de meerderheid. Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
Tenzij u schulden wilt opstapelen, tenzij u nieuwe belastingen wilt heffen. Dan breekt u de welvaart af en dat is niet onze keuze. Wij gaan voor een welvaartsbeleid, wij gaan voor een sociaal beleid. Ik heb geen alternatieven gehoord voor wat hier voorligt.
Mijnheer Van Malderen, u mag me rustig verwijten dat ik vijftig tinten grijs heb, ik weet niet of het er vijftig zijn, bij u zijn het er misschien iets minder. (Gelach)
Ik wil maar zeggen dat het hier de volgende vijf jaar niet over mij gaat, het gaat hier over de huidige en toekomstige generaties van Vlamingen. Het gaat hier over de welvaartskeuzes die wij maken voor de mensen. Het gaat over een moedig akkoord dat we aan u voorleggen. Het akkoord maakt keuzes, het kiest bewust voor beleidsruimte, voor welzijn, voor onderzoek en ontwikkeling, voor onze economie, voor natuur en voor alle noodzakelijke investeringen.
Dit is geen grijs akkoord. Dit is een akkoord vol kleuren, een zeer evenwichtig akkoord met veel opties, veel keuzes. Dit zijn de kleuren van de toekomst. Dit zijn de kleuren van vertrouwen, verbinden en vooruitgaan. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister-president, u beweert met veel kracht, klem en retoriek dat u de belastingen niet verhoogt, maar niets is minder waar. U verhoogt die belastingen wel degelijk.
Deze morgen heb ik het péages genoemd, hebben we het facturen genoemd. Ik denk dat het voor iedereen zonneklaar is dat u inderdaad niet de grote vermogens aanpakt, maar dat u wel de belasting verhoogt op de bus, aan de hogeschool… (Rumoer)
Dat u de belasting verhoogt op water en energie. U legt gewoon de factuur bij de gezinnen. Dat hebben we deze morgen al gezegd en dat hebt u in uw repliek op geen enkele, maar dan ook geen enkele manier weerlegd. Ik stel vast dat die kritiek u blijkbaar pijn doet. Het is nochtans niet alleen onze kritiek. Ook de Bond Beter Leefmilieu, het Netwerk tegen Armoede en een heleboel sociale organisaties uiten die kritiek. We zullen in de komende jaren hun spreekbuis hier zijn.
Hoe merk ik dat die kritiek pijn doet? Omdat u onmiddellijk probeert te zalven. Niet alleen weigert u om de cijfers hier op tafel te leggen. U kondigt ze wel aan, maar geeft ze niet. U en de fractieleiders van uw coalitie vervallen hier onmiddellijk in een aankondigingspolitiek.
U hebt hier net gesuggereerd, zonder enige beslissing ter zake, dat er met het afschaffen van het abonnement voor de senioren, blijkbaar ruimte wordt gemaakt om het woon-werkabonnement te verlagen. Waarvan akte, we zullen u daarop afrekenen.
Zonder enige begroting hebben we collega Van den Heuvel in het vooruitzicht horen stellen dat er al een groeipad kinderopvang naar voren wordt geschoven. Collega Diependaele is hier komen zeggen – blijkbaar is er ook al een schaduwminister voor Onderwijs – dat op geen enkele manier de grens van 1000 euro voor het inschrijvingsgeld kan worden overschreden. Proficiat! Men zal maar 480 euro meer aanrekenen voor het inschrijvingsgeld. Collega Tommelein was tenminste eerlijk. Die heeft gezegd: “We zullen wel zien.”
Beste vrienden van de meerderheid en leden van de regering, u hult zich dus in retoriek, maar voor de modale Vlaming, die de lawine aan kostprijsverhogingen op zich ziet afkomen, is het heel duidelijk dat dit een regering is van verarming, van verlies en van verborgen rekeningen. (Applaus bij sp·a. en Groen)
Voorzitter, collega’s, minister-president, u zegt dat u ontgoocheld bent in de oppositie omdat u gedacht had dat we een debat zouden voeren over wat u gisteren hebt gezegd. Hadden we over die toespraak een debat moeten voeren, dan denk ik dat we na twintig minuten klaar waren geweest. (Applaus bij de oppositie)
U zegt bovendien: u spreekt vooral over dingen die buiten dit akkoord staan. Oké, ik zal mijn vraag anders formuleren en ik zal het niet meer hebben over de verhoging van het inschrijvingsgeld. Ik zal de vraag omdraaien. Volgens een aantal rectoren zou het de bedoeling zijn om de financiering van het hoger onderwijs en de universiteiten met 5 procent te verlagen. Klopt dat of klopt dat niet?
U zegt: jullie halen geen punten uit dat regeerakkoord waar ik op kan antwoorden. Ik heb u zeer concrete vragen gesteld. Ik ga ze niet allemaal opnieuw stellen, maar ik ga er toch één uithalen omdat heel wat mensen vandaag worden geconfronteerd met mobiliteitsproblemen. Ik heb u een passage gegeven uit het regeerakkoord, op pagina 39 en op pagina 48. Op pagina 39 staat: “We benadrukken de complementariteit van de verschillende modi die we als evenwaardig beschouwen en sturen aan op een meer gevarieerd gebruik ervan.” Dan ga ik naar pagina 48. Daar staat gewoon dat u vasthoudt aan het STOP-principe. Dat zijn concrete passages uit het regeerakkoord waar u geen antwoord op hebt gegeven. Verlaat deze regering het STOP-principe, ja of neen? Ik heb daar geen antwoord op gekregen.
Wat betreft de budgettaire vragen: dat lijkt me nogal wiedes. U lanceert zelf in de pers dingen die niet in het akkoord staan. 70 procent besparing op het eigen apparaat, staat hier niet in. Na twee jaar is de grootste inspanning voor de mensen voorbij, dat staat hier niet in. Op basis waarvan moet ik dat checken? Eigenlijk mist u met uw flauw antwoord een kans om de Vlaming de duidelijkheid te geven waar hij om heeft gevraagd. (Applaus bij de sp·a en Groen)
Minister-president, een debat over wat u gisteren hebt gezegd, zou inderdaad heel moeilijk zijn geweest. Het enige wat voor een beetje animo zorgde tijdens uw toespraak gisteren, was de even schattige als luidruchtige baby in de publiekstribune.
Minister-president, in uw visietekst bij uw regeerakkoord staat: “Vertrouwen begint bij duidelijkheid. En dus zeggen we waar het op staat.” Wat is er in elk geval al heel duidelijk? Dat deze Vlaamse Regering geen enkele ambitie heeft voor meer Vlaamse autonomie. Maar voor de rest is er nog heel veel onduidelijkheid over Welzijn, over Onderwijs, over Oosterweel, over de te besteden budgetten en dergelijke meer. Er is nog zoveel onduidelijkheid over zoveel belangrijke facetten, dat dat alleen maar het vermoeden doet ontstaan dat de meerderheid zich heeft bezondigd aan een oud euvel, namelijk dat er apart van het regeerakkoord nog aparte afspraken zijn gemaakt in aparte akkoorden die dit Vlaams Parlement niet heeft mogen inzien.
En u voldoet daarmee niet aan uw eigen visietekst. U verdient dus zeker niet ons vertrouwen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De beraadslaging is gesloten.
We zullen zo dadelijk de hoofdelijke stemming over het regeerakkoord houden.