Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot aanvulling van de agenda
Dames en heren, gisterenmorgen heeft de heer Dirk Peeters bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van de heren Björn Rzoska en Dirk Peeters tot onderzoek door het Rekenhof naar de ontwerpovereenkomst tussen de nv BAM en de nv Liefkenshoektunnel enerzijds en het financieel model achter de Oosterweelverbinding anderzijds, ingediend door de nv BAM bij het Instituut voor de Nationale Rekeningen op 17 maart 2014.
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, u krijgt een tweede kans om een motie goed te keuren die, wat mij betreft, niets te maken heeft met politiek spektakel, maar wel met het werk dat dit parlement hoort te doen en, zoals collega Vereeck daarnet zei, de macht die we als parlement hebben om dit te doen.
Deze motie is een logisch gevolg van de discussies die we gehad hebben over Oosterweel, zowel in de plenaire vergadering als in de commissie bij voortgangsrapportages.
Er zijn twee dossiers opgedoken: een van ARCADIS, het tweede lag in de paasvakantie op mijn vraag ter inzage, namelijk het officiële rapport dat BAM op 17 maart 2014 heeft ingediend bij het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). Het verbaasde mij enigszins dat wij dat officiële rapport nooit ter beschikking hebben gehad in het parlement, aangezien er heel wat stof voor discussie in zat.
Wat zijn nu de inhoudelijke punten die mij, samen met collega Peeters, gemotiveerd hebben om op basis van artikel 96 van ons reglement aan het Rekenhof te vragen om bijkomend onderzoek te doen? Punt één: de totale kostprijs van Oosterweel wordt door de financiële specialisten van BAM op dit moment ingeschat op 4,91 miljard euro in 2016. Dat is zowat 1,7 miljard euro meer dan wat de Vlaamse Regering in dit parlement bij verschillende debatten naar voren heeft geschoven.
Punt twee: in het rapport staat zwart op wit dat in 2017 de Vlaamse Regering de nv Liefkenshoektunnel, die het project zal uitvoeren, gaat kapitaliseren voor 655 miljoen euro. Ik heb pogingen gedaan om in de meerjarenbegroting die 655 miljoen euro terug te vinden. Ik zou zeggen: show me the money. Ik heb het niet gevonden.
Punt drie: achter Oosterweel gaat een financieringsmodel schuil, dat volgens mij wel degelijk op zijn waarde moet worden getoetst door het Rekenhof. Het is een financieringsmodel dat ervan uitgaat dat ook na 2030 de verkeersstromen cumulatief blijven stijgen tot en met 2050, iets wat in het initiële financieringsmodel niet opgenomen was. Eigenlijk wordt het hele project dus gefinancierd door tolinkomsten die ervan uitgaan dat nieuwe infrastructuur nieuwe verkeersstromen zal aanzuigen. Terwijl het initiële financieringsmodel stopte met de verkeersgroei in 2030, zeggen de financiële specialisten vandaag dat het zal stijgen tot 2050. En u hoort het goed: het rendement van het hele project wordt geschat op 9,2 procent. Ik vraag mij af of dat realistisch is, gezien de huidige financiële situatie. Is dat realistisch, op het moment dat je verkeersstromen kunstmatig oppompt om je inkomsten te halen?
Punt vier: het probleem van de tegenvallende inkomsten. Als er tegenvallende inkomsten zijn, als met andere woorden de nv Liefkenshoektunnel zijn resultaat niet haalt, hebben ze een bandbreedte van 15 procent om eenzijdig de toltarieven op te trekken. Dat zijn allemaal elementen die mee in de ontwerpconcessieovereenkomst en in het financieel rapport van de specialisten staan. En hoe zit het nu met de Kennedytunnel? Gaan personenwagens daar nu tol betalen, ja of neen? Het officiële rapport van BAM aan het INR gaat daar nog altijd van uit en neemt de tolinkomsten van personenwagens nog altijd mee. Dan rest de vraag: wat is het nu, is hij nu afgeschaft, of gaat u hem na 25 mei toch nog vragen?
Punt vijf: de gewestwaarborg van 2 miljard euro. Wat is het risico, gezien het zwakke financiële model achter Oosterweel? Wat is het risico dat op een gegeven moment ook de belastingbetaler geconfronteerd zal worden met een uitwinning van die gewestwaarborg?
Een laatste punt ter overweging, waarom wij vinden dat dit voorstel toch kritisch moet worden bekeken door het Rekenhof, is dat wij als parlement in alle transparantie en objectiviteit moeten kunnen oordelen. Over de engagementen van de Vlaamse Regering in zo’n belangrijk dossier, waar zoveel Vlaamse belastingbetalers zoveel geld in zullen stoppen en al gestopt hebben, moeten wij in alle transparantie kunnen debatteren en wij moeten dat objectief evalueren.
Dus op basis van artikel 96, dat tijdens deze legislatuur voor de eerste keer wordt gebruikt, vragen wij dat het Rekenhof bijkomend onderzoek doet om dit model en dit rapport te valideren en cijfermatig te toetsen.
Ik sluit af met een herhaalde vraag: toon vandaag in deze voorlaatste vergadering uw moed. Het enige wat wij aan het Rekenhof vragen, is bijkomend onderzoek, met name het valideren van wat BAM op 17 maart officieel heeft ingediend bij het Instituut voor de Nationale Rekeningen. (Applaus bij Groen en bij LDD)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel tot aanvulling van de agenda.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel tot aanvulling van de agenda is niet aangenomen.
Voorzitter, dan stel ik nu dezelfde vraag als de vorige indiener. Ik vermoed dat deze motie dan in de commissie wordt geagendeerd?
Neen, moties worden rechtstreeks op de agenda van de plenaire vergadering geplaatst.
Dan moet ze toch naar de commissie?
Neen.
Maar ze is inhoudelijk niet behandeld.
Moties worden rechtstreeks op de agenda van de plenaire vergadering geplaatst. Ik zal u dat straks uitleggen, maak u geen zorgen. Wij waken altijd over uw belangen, mijnheer Rzoska.
Het incident is gesloten.