Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot wijziging van de agenda
Dames en heren, de heer Tommelein heeft gevraagd om de beraadslaging over het voorstel van bijzonder decreet tot morgen uit te stellen. Omdat het een voorstel van bijzonder decreet betreft, hebben wij twee derde van de stemmen nodig.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, ik ben het daar niet mee eens. Het is geen verwijt aan u, maar op den duur kan ik straks ook even naar boven komen om u te vragen om dit of dat uit te stellen en of si of la kan. Op den duur zijn we, op het einde van deze legislatuur, wat de werkzaamheden betreft, aan het werken à la tête du client. We hebben nog maar net een voorbeeld gehad. U hebt gelukkig de minister naar hier geroepen. Dank u wel daarvoor, anders hadden we over dat ontwerp van decreet zelfs geen toelichting gehad. Nu werken we vanuit alle fracties à la tête du client. Ik verwijt u niets, maar ik stel het alleen maar vast. Nu moeten we vaststellen dat één fractievoorzitter vraagt of we dat kunnen uitstellen. Wel, ik zeg neen, ik ga niet akkoord, we stellen dit niet uit. Desnoods laat u ons stemmen over de wijziging van de agenda.
Mijnheer Van Hauthem, met alle respect, maar minister Vandeurzen is nu weg. Ik moet de regering niet verdedigen, maar in dit geval verdedig ik minister Vandeurzen wel om de doodeenvoudige reden dat het zo voorzien was, dat het ontwerp van decreet van minister Vandeurzen morgen aan bod zou komen. We hadden ingeschat dat de debatten over het decreet over Natuur en Bos maar ook het Onderwijsdecreet veel langer zouden duren.
Ik ben flexibel geweest en heb voortdurend geprobeerd die ministers hier te krijgen. Minister Vandeurzen was op zijn kabinet. Dat was geen enkel probleem. Binnen de tien minuten was hij hier. U zegt dat we dat er ‘stoemelings’ zouden hebben doorgejaagd. Daar zou ik het niet mee eens zijn geweest. Het was mijn bedoeling als voorzitter om minister Vandeurzen te vragen om eerst een toelichting te geven bij het ontwerp van decreet, en om dan de algemene bespreking te openen. Minister Vandeurzen valt wat dat betreft in dit geval niets te verwijten. Ik spreek me niet uit over de inhoud, dat is niet mijn taak.
Wat het voorstel van bijzonder decreet betreft, heb ik begrepen dat alle andere fracties er geen bezwaar tegen hebben dat wij het morgen bespreken en er ook morgen over stemmen.
Omdat er hier geen tweederdemeerderheid zal zijn, voorzitter.
Dan zal ik dus laten stemmen over het voorstel tot wijziging van de agenda. Het is uw goed recht om dat te vragen. We hebben dat met uw voorstel tot verdaging in verband met de justitiehuizen ook gedaan.
Nee, nee, nee, nee, nee, ik heb mij toen gebaseerd op het reglement om dat te verdagen, niet om het met een paar uur uit te stellen, maar om het te verdagen. Ik heb het van de agenda willen laten halen. Dat is heel wat anders.
Het gaat altijd over de agenda. Dit gaat ook over de agenda. U vraagt de stemming over de vraag of we dat punt vandaag behandelen.
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel om het voorstel van bijzonder decreet vandaag te behandelen.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel van bijzonder decreet vandaag wensen te behandelen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel van bijzonder decreet zal morgen worden behandeld.
Het incident is gesloten.