Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Quintens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, vorige vrijdag is op de ministerraad de nieuwe regionale steunkaart ingekleurd waarbij bedrijven in 40 gemeenten, waarvan er trouwens 24 in Limburg liggen, extra investeringssteun kunnen krijgen alsook opleidings- en innovatiesteun.
Er ligt een tweede steunkaart op tafel in het kader van het federaal competitiviteitspact, die ook zal worden besproken in de Vlaamse Regering. Het is namelijk de steunkaart rond ontwrichte zones. Het gaat in de eerste plaats om zones waar er collectief ontslag was. Daarom sta ik hier. Ik ben zelf van Genk. Wij weten wat er boven ons hoofd hangt. Mijn vraag is heel eenvoudig: zal de Vlaamse Regering de komende tijd die kaart opnieuw volop voor Limburg trekken?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, het antwoord kan ook zeer kort zijn: ja. (Gelach)
We hebben het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) en de uitvoering ervan. Daaraan zijn we met velen hard aan het werken.
Een tweede element is de steunkaart. Het lijkt me belangrijk het onderscheid te maken tussen de steunkaart en de steunzones. Met de regionale steunkaart voor de periode 2014-2020 biedt de Europese Commissie ons de mogelijkheid een bijkomende inspanning te leveren met betrekking tot de relatief achtergestelde gebieden.
Iedereen heeft in de kranten kunnen lezen wat afgelopen vrijdag is gebeurd. We hebben hierover immers gecommuniceerd. In Vlaanderen is 8 procent van de bevolking in arrondissementen met een PPB lager dan het gemiddelde in de EU toegewezen. Vroeger ging het om 6 procent. Er is dus een stijging met 2 procent. Wat die toename betreft, moet ik nog vermelden dat 70 procent van het bijkomend bevolkingsaandeel aan Limburg is toegewezen.
Mevrouw Quintens, ik ga ervan uit dat u daar in Limburg gelukkig van wordt. Ook in de andere provincies zijn, voor alle duidelijkheid, bepaalde gemeenten en arrondissementen op basis van de steunkaart en de Europese criteria toegewezen.
Het derde element dat u hebt aangehaald, betreft de steunzones. De Federale Regering heeft in toepassing van het competitiviteitspact en de wetgeving beslissingen genomen. Rond een getroffen bedrijf kan een zone met een straal van 40 kilometer worden getrokken. Binnen die zone kunnen speciale ondersteuningen, in dit geval een vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing, worden toegekend.
Voorzitter, u zult me allicht niet toestaan dit allemaal in detail uit te klaren. Ford Genk is natuurlijk een getroffen bedrijf. We zullen een zone met een straal van 40 kilometer rond Ford Genk verder bespreken. We hebben de Studiedienst van de Vlaamse Regering de opdracht gegeven dit voor te bereiden. We hebben de mogelijkheid in Vlaanderen vier dergelijke zones te detecteren. We zullen Limburg zeker in aanmerking nemen. Ook met betrekking tot andere provincies zullen we, indien een bedrijf van enige omvang zou moeten sluiten, nagaan of we dergelijke maatregelen kunnen treffen.
Als we hier als Limburgers vragen stellen, lijkt het alsof we een open hand naar Vlaanderen reiken. Dat is zeker niet de bedoeling. Volgens mij wenst niemand het label van ontwrichte zone te krijgen. Als het noodzakelijk is, is het echter noodzakelijk.
De afgelopen maanden en jaren is zeer veel over lastenverlagingen gepraat en gedebatteerd. Volgens mij kan dit als een gerichte lastenverlaging worden beschouwd. Dit is zeker het geval indien het om economisch relevante sectoren gaat.
Ik wil nogmaals benadrukken dat het niet allemaal kommer en kwel is. Er zijn ook veel kansen. De derde industriestad van Vlaanderen ligt in Limburg. We bevinden ons daar in de euregionale zone. Vorig jaar hebben we, onder meer ten gevolge van de sluiting van Canon, duizend jobs naar de overkant van de grens zien verdwijnen. De ligging in de euregio kan natuurlijk ook een kans zijn.
Minister-president, ik wil toch nog wat verduidelijking. U hebt het in uw antwoord over een straal van 40 kilometer gehad. Ford Genk ligt ongeveer in het midden van de provincie. Betekent dit dat het mogelijk is dat de volledige provincie hieronder zou vallen? Dat is mijn bijkomende vraag.
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, het is heel goed dat die beslissingen nu tijdig kunnen worden genomen. Mijn vraag is of een combinatie mogelijk is. Kunnen de bedrijven die hiervoor in aanmerking komen genieten van de bijkomende Vlaamse investeringssteun en van de fiscale maatregelen die in de ontwrichte zones worden toegelaten, met name de korting van 25 procent op de bedrijfsvoorheffing?
Vorderen de onderhandelingen met bedrijven in verband met de vestiging van Ford? Ik heb vernomen dat er buitenlandse en binnenlandse interesse is in delen van de fabriek van Ford.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, als ik me niet vergis, is de sluiting van de fabriek van Ford in Genk in oktober 2012 op een woensdag aangekondigd. We hebben tijdens de plenaire zitting van die dag een actualiteitsdebat over dit onderwerp gehouden. Dit moet zowat de zwartste woensdag of de zwartste plenaire zitting van de legislatuur zijn geweest.
Het lijkt me dan ook de logica der dingen dat meer dan de helft van de Limburgse gemeenten, 24 op een totaal van 44 gemeenten, momenteel op de regionale steunkaart is ingeklaard en hiervoor in aanmerking komt.
Het lijkt me de evidentie zelf – en mijn fractie dringt daar sterk op aan – dat u aanstaande vrijdag, bij de inkleuring van die ontwrichte zones, consequent zult zijn en dat u daar voor Limburg in voldoende ruimte voorziet.
Ik sluit me ook aan bij de vraag van collega Sauwens. In de media is de voorbije dagen veel berichtgeving verschenen over een mogelijke overname van een deel van de Ford-terreinen. Zonder die of andere onderhandelingen dienaangaande te willen hypothekeren, vraag ik u of u nu reeds aan het parlement een toelichting kunt geven bij de huidige stand van zaken.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister-president, die steunzone is letterlijk en figuurlijk van kapitaal belang. Het doet me denken aan de reconversievennootschappen van destijds, die begin de jaren 90 in Limburg hebben bestaan. Zij hebben onze provincie er toen bovenop geholpen, na de sluiting van de mijnen.
We hebben datzelfde drama opnieuw beleefd. Dat was op 24 oktober 2013, om de heer Janssens de exacte datum te herinneren. Op die dag hebben de Ford-fabrieken hun sluiting aangekondigd.
Minister-president, dit is inderdaad het instrument bij uitstek om investeerders aan te spreken om opnieuw een economische toekomst uit te bouwen in de provincie Limburg.
Ook ik wens te vernemen wat nu de stand van zaken is met betrekking tot de overname of gedeeltelijke overnamen van de Ford-terreinen. Hoe realistisch zijn de berichten die de voorbije dagen in dat verband in de media zijn verschenen?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister-president, het is duidelijk dat iedereen in dit halfrond begrepen heeft dat een loonlastenverlaging de enige optie is om bijkomende bedrijven aan te trekken en om de bestaande bedrijven meer te laten investeren in ons land.
Voor Limburg is de beslissing van de Vlaamse Regering – met name de keuze van de ontwrichte zones – van vrijdag aanstaande van kapitaal belang.
Voor de kmo’s is het heel belangrijk te weten wanneer een en ander effectief in werking zal treden. Het betreft een beslissing van de Vlaamse Regering, maar het wordt ook op federaal niveau verder besproken. Wanneer kunnen deze maatregelen op het terrein daadwerkelijk van start gaan?
Tot mijn vreugde stel ik vast dat iedereen bijzonder gelukkig is met de beslissing die we hebben genomen inzake de steunkaart.
Wat de steunzones betreft, wil ik verwijzen naar de federale beslissing die dienaangaande is genomen en waar ik reeds naar heb verwezen.
Toch wil ik een en ander verduidelijken. Het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet met betrekking tot de steunzones bevat vier elementen.
Ten eerste mag elk gewest maximaal vier gebieden met collectieve ontslagen voorstellen.
Ten tweede is de totale oppervlakte van de federale steunzones per gewest beperkt tot maximaal 2000 vierkante kilometer. Het totale bevolkingsaandeel in de federale zones is per gewest beperkt tot 200.000 inwoners en de vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing, waarnaar reeds verwezen, bedraagt 25 procent, en dit voor twee jaar.
Hoeveel vierkante kilometer bedraagt de provincie Limburg? 2422. Hoeveel inwoners telt de provincie? 840.000, indien ik me niet vergis. We zullen een en ander nu goed moeten bekijken. Immers, als we dat alles gaan invullen in het licht van industrieterreinen en wetenschapsparken, is het interessanter naar heel Limburg te verwijzen. We hebben dan weliswaar niet alleen een klein probleem vanwege de oppervlakte, maar we moeten ook rekening houden met andere regio’s, bijvoorbeeld de Kempen. Komen bedrijven die daar met ontslagen worden geconfronteerd, ook in aanmerking? Dat moet nader worden bekeken.
Wat Limburg betreft, zal ik uiteraard een inspanning doen om de veerkracht en de dynamiek mogelijk te maken dankzij deze steunzones.
Mijnheer Sauwens, combinatie van Vlaamse en federale maatregelen is mogelijk, weliswaar met inachtname van de door Europa opgelegde maxima.
Mijnheer Janssens, er was uw vraag naar de Ford-gronden. Als ik hier iets te vroeg ben met een aankondiging, komt u op dit spreekgestoelte klagen dat ik iets heb aangekondigd dat nog niet gerealiseerd werd. Maar als ik niks zeg, dan zegt u hier dat ik het parlement moet inlichten omdat u zaken over mogelijke interesse in de pers hebt opgevangen. Als ik er dan wel iets over zeg, maar het gaat uiteindelijk niet door, dan zegt u dat ik te voortvarend ben geweest. Zo is het altijd wel iets.
De conclusie is dat het nooit goed is. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Dat is wel waar, mijnheer Van Hauthem.
Er zijn dus verschillende kandidaat-investeerders. Wij doen er alles aan om te concretiseren en te finaliseren. In de kranten stonden er een aantal berichten die wij allemaal hebben gelezen. Ik hoop dat u mij toestaat dat ik daarover geen zware verklaringen afleg, zodat wij zo snel mogelijk kunnen zorgen, met iedereen die daaraan wil meewerken, voor activiteiten op de terreinen van Ford binnen de krijtlijnen die we hier hebben afgesproken. Maar staat u mij toe dat ik er zeer zorgvuldig mee omspring, want anders krijg ik verwijten die altijd ten onrechte zijn, maar dan zeker in mijn richting zouden worden uitgestuurd.
Minister-president, als u mij toestaat, eindig ik met een citaat van een Limburgse journalist: “Binnen de Vlaamse Regering zal de komende weken zwaar gediscussieerd worden over de hoeveelheid in te kleuren zones. In theorie komen alle bedrijventerreinen en wetenschapsparken in Limburg in aanmerking. Als het Vlaams minister-president Kris Peeters en zijn ploeg echt menens is met de economische opbouw van deze provincie, gaat ze daar volledig voor. Een provincie die over negen maanden tienduizend jobs in rook ziet opgaan, verdient dat.”
De actuele vraag is afgehandeld.