Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, hoewel veel burgers regelmatig hun stookolietank laten controleren op lekken, blijkt dat er in de praktijk toch heel wat bodemverontreiniging komt door lekkende stookolietanks. Dat leidt tot schrijnende situaties, waarbij mensen torenhoge rekeningen moeten betalen om die bodem te saneren. Daarom leeft al heel lang de vraag naar de oprichting van een stookolietankfonds, om die mensen bij te staan zodat ze de saneringskosten kunnen dragen.
Minister, wij zijn al jarenlang vragende partij voor de oprichting van een eigen Vlaams stookolietankfonds. U weet dat. We hebben daarover ook een voorstel van resolutie ingediend. Door allerlei omstandigheden bleek dat in de praktijk nog steeds niet mogelijk te zijn. In samenwerking met de gewesten wou u tot een andere vorm komen. U wou een samenwerkingsakkoord opstarten met de andere gewesten om gezamenlijk een stookolietankfonds op te richten. Bijna een jaar geleden werd dit aangekondigd in de commissie, wat ons zeer verheugde. Dat zou een grote oplossing zijn voor veel mensen. Deze week heb ik echter vernomen dat dit samenwerkingsakkoord toch niet tot stand zou komen, omdat blijkt dat de Federale Regering dit niet wil ondertekenen.
Minister, wat nu? Gaan we terug over tot plan B, die oprichting van een eigen Vlaams stookolietankfonds waarvoor we al lang vragende partij zijn? Of ziet u nog een uitweg om toch nog met de Federale Regering en de gewesten een samenwerkingsakkoord hiervoor uit te werken?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, mevrouw Van den Eynde, het klopt dat er een akkoord was bij de uitgebreide bijeenkomst van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 3 oktober 2013. Er was inderdaad een samenwerkingsakkoord tussen de diverse gewesten, en ook met de federale overheid, tot oprichting van een stookolietankfonds. De diverse gewesten hebben er ondertussen ook voor gezorgd dat alles klaar was. We stellen inderdaad vast dat de federale overheid nog altijd niet is overgegaan tot het goedkeuren van de samenwerkingsakkoord. De drie gewesten blijven daarop aandringen. Nog deze ochtend was er opnieuw een uitgebreide bijeenkomst van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu. Wij en de andere gewesten hadden dit thema op de agenda geplaatst. De federale overheid heeft inderdaad gezegd dat dit nog niet is goedgekeurd. Daar is niet echt een reden voor gegeven. We blijven daarop aandringen en hopen dat dit op die manier snel kan gebeuren, maar ik betreur samen met u dat dit tot op vandaag nog steeds niet is gebeurd. Nochtans, op 3 oktober 2013 was er een akkoord in de Interministeriële Conferentie Leefmilieu.
Minister, het blijft natuurlijk onduidelijk waarom de Federale Regering geen samenwerkingsakkoord wil. Ik vernam dat Open Vld dwarslag. Als dat zo is, dan moet u uw federale collega’s en ministers daarop aanspreken. Als de Federale Regering niet meedoet, dan moet de Vlaamse Regering zelf initiatieven nemen om de Vlaamse burgers te beschermen. De facturen zijn torenhoog. Ook moeten we ervoor zorgen dat de bodemverontreiniging niet nog erger wordt. U – of ten minste toch uw opvolger – moet voor een eigen initiatief zorgen.
De heer Martens heeft het woord.
Minister, het stookoliefonds slepen we al lang mee. In het regeerakkoord staat dat er een Vlaamse regeling moet komen als er geen afspraken kunnen worden gemaakt met de andere gewesten en de Federale Regering. Begin oktober 2013 kwam u met het heuglijke nieuws dat toch een akkoord in de Interministeriële Conferentie Leefmilieu was bereikt. Nu doet u daar heel diplomatisch over. Ik begrijp dat ook. We weten allemaal dat Open Vld het dossier in de Federale Regering tegenhoudt. De betrokken ministers Wathelet, Vande Lanotte en Geens hadden het akkoord nochtans goedgekeurd. Ik doe dus een warme oproep aan de collega’s van Open Vld om hun federale ministers aan te zetten om het akkoord dat door de interministeriële conferentie is goedgekeurd, alsnog goed te keuren, zodat we de honderden gezinnen die met saneringskosten ten belope van tienduizenden euro worden geconfronteerd, uit de nood kunnen helpen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, het is al gezegd: sinds de zomer van vorig jaar ligt er een samenwerkingsakkoord op tafel, maar toch liggen de MR en Open Vld – die toch voorstanders zijn van een samenwerkingsfederalisme – dwars. Dat is bijzonder vreemd. Welke mogelijkheden resten u nog, buiten de optie om een eigen Vlaams fonds op te richten?
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik ga me echt niet bemoeien met de discussie onder Open Vld’ers in de federale en de Vlaamse regeringen. De verkiezingen zijn in aantocht en alles wordt op scherp gesteld. Iets is wel duidelijk. Het Vlaams regeerakkoord stelt letterlijk dit: indien er geen samenwerkingsakkoord kan afgesloten worden, zal de Vlaamse Regering een eigen initiatief nemen. Minister-president, ik ben blij dat u er bent en dat u akte kunt nemen van alweer een nieuw element uit het regeerakkoord dat u niet hebt gerealiseerd. Meer zult u er ook niet mee doen. Het is een mooi voorbeeld van hoe de zwartepiet wordt doorgespeeld tussen de Vlaamse Regering en de Federale Regering. Maar mevrouw Van den Eynde heeft gelijk, want wie betaalt dit? De Vlaming.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het dossier sleept al jaren aan. Het is niet zomaar een dossier: het zijn menselijke drama’s. Vaak gaat het over stookolietanks die gekeurd zijn en een groene dop hebben, maar waarbij toch verontreiniging is vastgesteld. Dat zorgt voor torenhoge facturen. Die mensen hebben echt geen boodschap aan wie fout heeft aan de toestand: de Federale Regering, Open Vld of CD&V, die zowel in de Federale Regering als in de Vlaamse Regering zit. Los het gewoon op!
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, er wordt naar Open Vld gewezen. Toch meen ik mij te herinneren dat in de commissie in mei en oktober 2013 is gezegd dat er witte rook was, want er was een akkoord met de gewesten en de Federale Regering bereikt. Nu blijkt dat dit niet het geval is. U verwijst telkens naar een akkoord in de Interministeriële Conferentie Leefmilieu. Ik sluit mij graag aan bij de twee vorige sprekers. Mensen met een lekkende stookolietank zijn niet geholpen met deze discussie of met de discussie tussen de gewesten en de federale overheid. Er is een definitieve oplossing nodig. Ik herinner me dat in het Vlaams regeerakkoord duidelijk staat dat Vlaanderen een eigen Vlaams stookolietankfonds zou oprichten als er in 2010 geen oplossing zou zijn. Ik verwijs naar het Vlaams regeerakkoord van 2009-2014, minister – want ik zie u nee schudden –, het regeerakkoord dat nu volop in uitvoering is.
In het regeerakkoord staat inderdaad dat we in eerste instantie proberen om een samenwerkingsakkoord te bereiken tussen de verschillende gewesten en de federale overheid. U weet dat we daar heel hard aan hebben gewerkt en dat er inderdaad hoopgevend nieuws was, mevrouw De Vroe. Het staat natuurlijk geacteerd, het staat in de notulen van die vergadering van 2 oktober 2013, dat er een akkoord is tussen de gewesten en de federale overheid en dat iedereen zo’n stookolietankfonds wil oprichten.
De gewesten hebben ondertussen hun werk gedaan. Ze hebben daarmee ingestemd en de procedure voortgezet. Nu plotseling zegt de federale overheid dat ze het akkoord nog altijd niet heeft voorgelegd, dat het federaal nog altijd niet in orde is. U bent een grote pleitbezorger, mevrouw De Vroe, ik stel voor dat u uw collega’s in de Federale Regering aanport om hun schouders onder dit belangrijke project te zetten en dat u daar de druk opvoert. (Opmerkingen)
We hebben ons perfect gehouden aan het regeerakkoord. Daar staat: in eerste instantie dat proberen te doen met de gewesten en de federale overheid. Dat is ook logisch omdat er een bijdrage is van de sector zelf die op federaal niveau zit. We hadden dat akkoord, maar het is maanden later nog altijd niet in orde op federaal vlak. Daarom werd het op vraag van Vlaanderen op de agenda van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu van vanmorgen gezet.
We zijn vragende partij om dit zo snel en zo goed mogelijk op te lossen. We zullen nu nog even geduld uitoefenen. We hopen dat het dossier met uw steun, mevrouw De Vroe, op federaal vlak wordt afgehandeld. Lukt dat niet, dan moeten we het regeerakkoord toch uitvoeren. Dan zullen we stappen moeten zetten op Vlaams niveau. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
We zullen het dossier zelf moeten initiëren. (Rumoer)
Het is logisch dat we dit samen met de gewesten en de federale overheid oplossen. De OVAM zegt in een studie dat een Vlaamse oplossing niet evident zal zijn. Het zal dan heel moeilijk zijn omdat de bijdrage van de sector dan ontbreekt, om de sanering bij particulieren door te voeren.
Nogmaals, het staat in het regeerakkoord: als het niet lukt om het samen te doen, zullen we zelf stappen zetten. (Opmerkingen)
Dat zullen we doen. Ik betreur met jullie dat de federale overheid het akkoord dat is bereikt op 3 oktober 2013, vandaag nog altijd niet heeft uitgevoerd. (Rumoer)
Minister, ik hoop dat u hier geen verkiezingstaal spreekt op de kap van de vele burgers die in de problemen zitten.
U hebt het vijf jaar lang geprobeerd, de minister-president heeft het in de vorige Vlaamse Regering geprobeerd als minister van Leefmilieu. U bent er toen evenmin in geslaagd. U hebt toen ook aangekondigd dat u met een eigen Vlaams stookolietankfonds zou komen indien het niet lukte.
We zijn er vandaag nog altijd niet, minister. Zolang het samenwerkingsakkoord er niet is, vraag ik u om te werken aan de concrete situaties. Ik heb het in de commissie al gezegd: het gaat soms over alleenstaande ouderen van 80 jaar die eraan toe zijn om naar een rusthuis te gaan. Dat kan niet, want ze krijgen geen gunstig bodemattest voor hun woning omdat er een claim op rust van bodemverontreiniging. Eerst moeten ze een torenhoge factuur betalen. Minister, werk daar dan al een maatregel voor uit, zodat het eventueel na de erfenis of na verkoop van het huis wordt uitgevoerd, zodat die mensen hun laatste dagen op een geruste manier kunnen doorbrengen in een rusthuis en niet moeten worden gedwongen tot zelfstandig wonen in een woning waar ze niet meer aan toe zijn.
De actuele vraag is afgehandeld.