Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de aanpak van de waterbeheersingsproblematiek.
Het debat is geopend.
De heer Tommelein heeft verzocht om de spreektijd van Open Vld te splitsen in 2 minuten voor de heer Lachaert en 5 minuten voor mevrouw De Vroe. Is de vergadering het daarmee eens?
De heer Lachaert heeft het woord.
Voorzitter, we zullen de spreektijd in tweeën delen.
De heer Meremans heeft het woord. Hij wenst tijdens zijn uiteenzetting niet te worden onderbroken. (Rumoer)
Collega’s, na mijn uiteenzetting kunt u mij zo nodig kielhalen.
De afgelopen maanden en jaren hebben verschillende collega’s in dit halfrond het Denderbekken in de commissie ter sprake gebracht. Vorig weekend was het de VRT die het dossier in het journaal nogmaals onder de aandacht bracht. Dat is goed. De Dender mag niet aan onze aandacht ontsnappen. Samen met de omwonenden is mijn fractie bezorgd over het overstromingsgevaar dat van de Dender uitgaat. Wij hebben dan ook gereageerd. Wij zijn er immers van overtuigd dat iedereen in dit halfrond die bezorgdheid deelt. Ik denk niet dat er hier iemand is die nogmaals wil meemaken wat wij in november 2010 hebben meegemaakt. Een actuadebat kan dus zinvol zijn, ook al heb ik hier en daar oorlogstaal opgevangen. Ik denk niet dat de inwoners tussen Aalst en Geraardsbergen met dat laatste gediend zijn. Laat één zaak duidelijk zijn: de N-VA steunt het gevoerde beleid.
Inzake het Denderbekken is er een flinke achterstand. Voorgaande regering zijn daarvoor medeverantwoordelijk. Dat is een erfenis. De juiste stappen worden gezet, maar we moeten alert blijven en indien mogelijk versnelde inspanningen doen. Ons persbericht zegt: het is een beetje dweilen met de kraan open. Daarmee doelen we natuurlijk enkel op de modernisering van de twee stuwen in Aalst en Geraardsbergen die maar effect kan hebben als de andere stuwen ook worden aangepakt. Niet meer, niet minder. Dat is pure logica.
De Denderregio is een waterrijk gebied – ik gebruik met opzet die term, sommigen zouden liever spreken van ‘waterziek’, maar daarmee misken je het potentieel van de regio. Water zal in dit debat al gauw een negatieve connotatie toegemeten krijgen, maar laat ons niet vergeten dat de Denderregio toeristisch aantrekkelijk is, een prachtige natuur kent, dat het jaagpad ideaal is voor fietsers en wandelaars, en een boottocht op deze rivier is dan ook aan te raden. Mijn bucolische beschouwingen zullen op dit ogenblik niet direct in het hoofd zitten van de mensen die daar wonen. Daar leeft grote ongerustheid om opnieuw geconfronteerd te worden met de nu cyclische overstromingen van de Dender. Volgens het huidige patroon van de rivier, een regenrivier, komt er gemiddeld elke drie jaar een overstroming.
We herinneren ons allemaal de beelden van huizen die onderliepen en van het water dat bezittingen vernielde of beschadigde. We spreken dan nog niet van de financiële schade door trage of niet uitbetalende verzekeringsmaatschappijen, laat staan van de emotionele schade die mensen opliepen en oplopen, telkens wanneer het wassende water aan de deur staat. We zijn momenteel drie jaar na de laatste grote overstromingen in het Denderbekken. Niemand weet wat de komende weken aan neerslag brengen. Het is nu dat de angst en de bezorgdheid van de mensen weer de kop opsteekt. Vanwege de sense of urgency vinden wij het redelijk deze bekommernissen in dit halfrond aan te kaarten.
De sluizen en stuwen waar zo veel heil van wordt verwacht, functioneren nog steeds met technologie die we niet echt modern kunnen noemen. En inderdaad, sinds november 2010 zijn er beslissingen genomen om wateroverlast te vermijden, preventief aan te pakken en bij noodwendigheid beter op te treden.
De N-VA steunt dit beleid volledig. De modernisering van de stuwen tussen Aalst en Geraardsbergen is bezig, Aalst en Geraardsbergen zijn gepland voor 2014. Alleen delen wij de bezorgdheid van de bevolking dat het tempo laag uitvalt en dat de gewenste data niet altijd worden gehaald. Ook de minister heeft bij monde van haar collega Schauvliege in de commissie van 25 juni 2013 bevestigd dat het essentieel is dat de sluizen op de Dender versneld worden aangepakt.
Alle begrip voor het feit dat er langlopende procedures zijn en dat die doorlopen moeten worden, maar we willen natuurlijk sneller gaan, want er is pas volledig effect als alle stuwen gemoderniseerd zijn. Buiten de stuwen en sluizen is er natuurlijk ook ander beleid. Er is de inrichting van overstromingsgebieden en bescherming van woningen via waterkeringsmuren. Het gevaar bestaat dat, als straks de lente begint en we deze winter ontsnappen aan zware overstromingen, de aandacht voor de Dender weer verslapt. Maar wij vinden het belangrijk om blijvende aandacht te vragen voor beschermende maatregelen en daarom doen we dat nu, omdat niemand weet welke neerslag de natuur de volgende weken voor ons in petto heeft.
We beseffen dat de minister met een historische achterstand zit wat betreft de aanpak van de waterbeheersing in het Denderbekken. Dat haal je zo direct niet in. Ik heb toch enkele vragen. De tijdelijke maatregelen, die nu genomen zijn zoals de new jerseys, de stootbanden en de zandzakjes, gaan die volstaan om het hoofd te bieden aan overvloedige regenval? Moeten we overgaan tot meer maatregelen? Ik hoor meer en meer vragen om het waterpeil gedurende langere tijd te verlagen. Dit heeft gevolgen, want dan is er een bepaalde tijd geen scheepvaart mogelijk tussen Aalst en Geraardsbergen. Ook al is dit geen drukke vaarweg, het is niettemin geen leuk vooruitzicht voor een schipper.
Kunnen we sneller overgaan tot de realisatie van de andere stuwen? Is het gelijktijdig realiseren van de overige stuwen mogelijk? Ook daarvoor moeten procedures doorlopen worden. Kunnen we die procedures al opstarten, zodat we een voorsprong hebben en we sneller kunnen gaan? Is er een richtdatum die we kunnen aanhouden?
Tijdelijke en spoedige maatregelen, oké, maar deze regio verdient eveneens een duurzame oplossing. We weten dat de overheid daarmee bezig is, maar de discussies over uitbaggeren of niet, verbreden of niet, zijn vragen die al leefden in 2010 en die ook nu nog bestaan.
Conclusie: wij erkennen uitdrukkelijk dat er al maatregelen genomen zijn en dat procedures lopen, maar wij delen ook de bezorgdheid van de omwonenden. Ik hoop dat we de komende maanden in de regio met een geruster hart ons hoofd buiten kunnen steken, ook als het regent. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren van de regering, collega’s, ik wil beginnen met een citaat: “We moeten het tempo van Wallonië bijhouden. Het zou slecht voor Vlaanderen uitpakken als Wallonië alle stuwen zou vernieuwd en geautomatiseerd hebben en Vlaanderen niet. Ik zal erover waken dat er goed wordt samengewerkt en dat we tot een volledig geautomatiseerde Dender komen. Dat is de oplossing.” Het zijn de woorden van minister Crevits, in het laatste actualiteitsdebat over dit thema, op 17 november 2010.
Ikzelf beëindigde mijn betoog toen met de volgende woorden: “De Vlaamse Regering is een regering die de problemen laat aanslepen, de verkeerde keuzes maakt, en alles op de lange baan schuift.” Dat werd toen op hoongelach onthaald door de meerderheid, maar vandaag is pijnlijk duidelijk dat dat jammer genoeg wel het geval is. Drieënhalf jaar later is er nog altijd geen stap vooruit gezet.
Ik heb echt te doen met mensen die in overstromingsgevoelige gebieden in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant wonen. Al die jaren zijn die mensen aan het lijntje gehouden met loze beloften. Zij leven in angst wanneer er overstromingen of hevige onweders worden voorspeld.
Voor de collega’s van de N-VA: hoe geloofwaardig is uw partij, wanneer u in elke gedachtewisseling in de verenigde commissie Wateroverlast met geen woord over de Dender hebt gesproken?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Er is inderdaad een voortgangsrapportage, zodat parlementsleden op gezette tijdstippen de vooruitgang in deze problematiek kunnen volgen. Zowel mevrouw De Vroe als de heer Meremans heeft terecht gezegd dat men begrip heeft voor de fundamentele angst voor water die bij de bevolking leeft. Wellicht zullen ook alle volgende sprekers dat doen. Dan is het hier kamerbreed de opdracht om daar iets aan te doen.
Alleen leid ik uit de voortgangsrapportage af dat daar wel degelijk werk van wordt gemaakt. Als u hier nu zegt, mevrouw De Vroe en mijnheer Meremans, dat alles sneller moet gaan, weet dan dat je ook met een aantal procedures zit die gevolgd moeten worden. En voor die procedures waren in een vorige legislatuur mensen van de partij van mevrouw De Vroe bevoegd, en in de afgelopen vijf jaar iemand van de partij van de heer Meremans. (Opmerkingen)
Wij zijn absoluut bereid om daar zo snel mogelijk in te gaan, maar ik roep eenieder op om dit debat sereen te voeren en met respect voor intellectuele eerlijkheid. (Applaus bij CD&V en sp.a)
Mevrouw De Vroe, u zegt dus letterlijk: “De N-VA is ongeloofwaardig want geen enkele mandataris komt tussen over de Dender.” (Rumoer. Opmerkingen van mevrouw Gwenny De Vroe)
Mevrouw De Vroe, dan heb ik het anders begrepen, maar ik wil toch even opmerken dat ik nu één jaar in dit parlement zit en dat ik in juni reeds vragen heb gesteld over de Dender, net als mevrouw Eerlingen en de heer Diependaele. Zomaar die opmerking maken over de N-VA en de Dender is een beetje kort door de bocht, neemt u me niet kwalijk.
Mijnheer Meremans, ik heb duidelijk gesteld dat in de gedachtewisselingen naar aanleiding van de stand van zaken van de resolutie die in 2011 werd goedgekeurd, de N-VA met geen woord – en ik herhaal dit nog eens, want het is de waarheid – over de Dender heeft gesproken. Ik raad u aan om die verslagen nog eens na te lezen.
Mijnheer Van Malderen, de laatste discussie die we hebben gehad, was in november 2010. Naar aanleiding van dat debat heb ik in de verenigde commissie die Open Vld heeft gevraagd – u herinnert zich dat nog wel –, samen met de meerderheid een resolutie ingediend. Ik sta met mijn partij volledig achter die resolutie. Alleen stellen wij vast dat er na drie jaar nog geen stap vooruit werd gezet. Dat wil ik benadrukken.
Mevrouw De Vroe, laten we niet hakketakken, ik vind dat het thema op een serene manier moet worden behandeld, maar ik vraag dan ook echt wat intellectuele eerlijkheid.
Als we voortgangsrapportages hebben en als hier kamerbreed een resolutie werd goedgekeurd, dan moeten we ook erkennen dat er tot op heden op het terrein geen al te fraaie beelden te zien zijn van de heel tijdelijke maatregelen. Ik ben dus de eerste om toe te geven dat we daarmee geen prijs voor esthetiek zullen winnen. Maar het is niet juist om te zeggen dat er nog geen stappen voorwaarts werden gezet terwijl de vorige spreker daarnet het tegenovergestelde heeft verteld – en ik vraag aan de minister om er straks uitgebreid toelichting over te geven. Een aantal werken zijn effectief gepland. Het is dus niet eerlijk om te zeggen dat er nog geen stappen gezet zijn.
Vandaag zijn die op het terrein, ook naar mijn aanvoelen, nog onvoldoende zichtbaar. Dat dit leidt tot onzekerheid bij de bevolking, zal correct zijn, maar het is evenzeer onze taak om ervoor te zorgen dat via de juiste informatie die onzekerheid niet nodeloos wordt opgedreven.
Sinds 2010 kondigt minister Crevits aan dat de aanpak van de Dender in een stroomversnelling zal komen. En ik vraag me af – echt waar – of ze een stroomversnelling bedoelt of een overstroomversnelling. Kijkt u de gedachtewisselingen na. Het enige wat we tot nu toe in de praktijk hebben gezien, zijn zandzakjes op tv. Ga maar na, het gaat om studies: studies die worden aangekondigd op alle vlakken. Als we kijken naar Wallonië, naar de beelden op tv, heeft iedereen gezien dat er daar een hoge dijk is met stenen. Wat zien we in Vlaanderen? Een hoop zandzakjes: beschamend om naar te kijken. (Applaus bij Open Vld en LDD)
De heer Sabbe heeft het woord.
Ik wil graag reageren op de heer Van Malderen en daarmee in het debat treden. Ik wil hem de weg wijzen. Hij zegt dat er al veel gebeurd is. De realiteit is dat 31 procent van de acties werd uitgevoerd op 2,5 jaar tijd, en dat betekent dat u gebuisd bent. Er werden 61 acties vastgelegd in de plenaire zitting van 7 juli 2011 die worden uitgewerkt door de Commissie Integraal Waterbeleid. Welnu, als u slechts 19 van die 61 actiepunten uitvoert op 2,5 jaar, dan noem ik dat de ziekte van de Vlaamse Regering: te veel praten, veel plannen maken, grote aankondigingen. Het is ‘management by announcement’, geen ‘management by doing’. Dit is tekenend voor het beleid van de Vlaamse Regering van de afgelopen 4,5 jaar. (Applaus bij LDD en Open Vld)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, er kijken ook mensen naar dit debat, ik hoop dat iedereen zich aan de feiten zal houden. Ik was van plan om te wachten tot na alle opmerkingen, maar nu men mij confronteert met uitspraken van mezelf, wil ik even wat duidelijkheid scheppen. Mevrouw De Vroe, ik sta voor 100 procent achter het citaat dat u daarnet hebt gegeven. Wij werken zeer nauw en consequent samen met Wallonië.
Er zijn twee grote delen in het dossier, ten eerste de stuwen en sluizen. Het is daarbij cruciaal dat wij de werken in overleg doen. Er zit een moeilijk punt op Deux-Acren, de laatste stuwsluis voor je Vlaanderen binnenkomt. Het is heel belangrijk, als er stroomopwaarts wordt gewerkt, dat je stroomafwaarts alle capaciteit kunt opvangen. We werken goed samen. Het overleg loopt.
Maar als u mij vandaag zegt dat die stuw en die sluis al lang vernieuwd hadden moeten zijn, moet u mij proberen duidelijk te maken hoe dat kan. Wat we moeten vervangen aan de stuwsluis in Geraardsbergen, ligt voor een stuk in een beschermde site. Dat weet u. Wij moeten een milieueffectenrapport opmaken, we hebben voorbereidend onderzoek moeten doen. De aannemer is al twee jaar aangeduid, in de budgetten is voorzien. Eens we bouwtoelating hebben, en dat is nog een kwestie van een paar maanden, kunnen wij daar de werken starten. Idem dito in Aalst. Dat weet u ook zeer goed. Het is absoluut onjuist als u vandaag zegt dat er niets gebeurt en er niets zal gebeuren. U moet de mensen niet nodeloos ongerust maken. Die stuwen en sluizen worden vernieuwd.
Het tweede dossier zijn de dijken. Dit moet mij van het hart: op het terrein rond Geraardsbergen wordt al jaren geruzied over waar nieuwe dijken moeten worden geplaatst en over hoe het gaat met de oude dijk. Actiecomités lopen elkaar daar voor de voeten. Ik vind het onbetamelijk dat, wetende dat de burgemeester en het schepencollege nota bene een unaniem gunstig advies hebben verleend voor het feit dat we de dijk herstellen met zandzakjes, u nu komt bekritiseren dat we die werken uitvoeren. We doen het omdat het een serieuze impact heeft op de beveiliging tegen wateroverlast.
Er zal een nieuwe dijk komen, maar het zou goed zijn mocht het college en zeker de burgemeester ook wat inspanningen leveren, om de mensen die ruzie maken op het terrein met elkaar te doen overeenkomen. Zeker niet zeggen: wat doet u daar, u legt daar een zandzak? Er is een bouwvergunning voor, met een unaniem gunstig advies van het college! (Applaus bij de meerderheid)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, wij waren allemaal aan het wachten op uw reactie. Uiteraard zegt u dat u wel goed bezig bent, maar dat het allemaal zo moeilijk is in de praktijk. Minister, u hebt in deze plenaire vergadering op 19 januari 2011, bijna dag op dag drie jaar geleden, beloofd dat u tegen 2012 de stuwen zou vernieuwen. Wel, u kende toen ook de complexiteit en de moeilijke procedures. In de praktijk bent u uw beloftes niet nagekomen. Dat verwijt de bevolking aan de Dender u, en zeer terecht.
Het gaat niet enkel over de stuwen en sluizen, minister. Mijnheer Van Malderen, u zegt dat in het voortgangsrapport staat dat we goed bezig zijn. Ik heb de lijst en dat rapport doorgenomen. Er is een actielijst op korte termijn, vol van initiatieven die op korte termijn genomen zouden moeten zijn, maar die bevinden zich nog bijna allemaal in de studiefase, minister. Ik wil ze even overlopen: aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied op de Steenborrebeek, in studiefase.
Mijnheer Sanctorum, is dat uw betoog? Ik trek dat straks van uw tijd af.
Ik zal straks nog iets heel anders zeggen. Ik heb nog veel te vertellen. Wilt u dat ik stop? Ik wil gerust voortgaan met alle projecten die in studiefase zijn, maar waarvan u wel hebt beloofd dat ze op korte termijn gerealiseerd zouden worden, minister. U draait de mensen een rad voor ogen.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
De heer Van Malderen heeft een oproep gedaan om het debat sereen te houden. Nu, minister, u maakt een aantal toch zware aantijgingen tegenover iemand die geen deel uitmaakt van dit parlement, en dus niet kan reageren. Ik verwijs naar een schrijven in juni 2013, een noodoproep van de burgemeesters aan de Vlaamse Regering, getekend door de burgemeesters van Geraardsbergen, Ninove, Roosdaal, Liedekerke, Denderleeuw, Affligem, Aalst, Lebbeke, Galmaarden, Herne en Bever. Er is maar één gemeente die niet heeft getekend, en dat is Dendermonde, mijnheer van Malderen. In die noodoproep vragen zij geen zandzakjes. (Applaus bij Open Vld)
Ik wil graag nog even in herinnering brengen dat het Open Vld was die tijdens het laatste actualiteitsdebat over dit thema heeft gevraagd om een verenigde commissie Wateroverlast in het leven te roepen. Ik moet eerlijk zeggen dat er tijdens de gedachtewisselingen die we tot nu toe hebben gehad, vooral is gegoocheld met data. Ik heb begrepen dat de heer Sanctorum straks nog verder zal ingaan op de data.
Er worden veel studies aangekondigd maar op het vlak van concrete maatregelen wordt er niet voldoende, om niet te zeggen niets gedaan in het Denderbekken. Bij dezelfde weersomstandigheden als in 2010 zouden de overstroming en de schade die deze met zich mee zou brengen, nu minstens even erg zijn als toen. Dat zijn toch wel beschamende conclusies. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, u doet alsof er tijdens de terugkoppelmomenten in de commissie niets is gebeurd. Ik vind het betreurenswaardig dat u dat hier zegt. In de commissie hebt u nochtans een constructieve houding aangenomen ten aanzien van de resolutie. Maar op het moment dat er beeldmateriaal naar buiten komt, verandert u blijkbaar van mening. Ik vind het heel spijtig om op die manier te moeten werken.
Mevrouw Rombouts, ik neem altijd een constructieve houding aan, vandaar dat ik ook mee die resolutie ben aangegaan. Open Vld is positief ingesteld en wil vooruit. Met die resolutie zijn er belangrijke stappen vooruit gezet maar het is bij de realisatie dat het schoentje wringt. Concrete maatregelen blijven uit. Lees er de verslagen nog maar eens op na.
Ik heb de verslagen erop nagelezen. Ik weet nog hoe het debat toen is gevoerd. Er zijn intussen heel wat stappen vooruit gezet. Ten tijde van de resolutie is erop gewezen dat het niet mogelijk is om in een aantal jaren alle problemen op te lossen. Maar u hebt wel erkend dat er sindsdien heel wat stappen zijn gezet. Vandaag is uw mening daarover blijkbaar volledig omgedraaid.
Er zijn stappen vooruit gezet zoals het invoeren van een informatieplicht in de vastgoedaktes. Maar concreet op het terrein lost dat niets op. Ik wil vandaag van de gelegenheid gebruikmaken om er twee voorbeelden uit te pikken.
Ik begin met de Dender. In de commissie van september 2012 staat er geschreven: voortraject herbouw stuwsluizen Aalst en Geraardsbergen, achter de rug: aanbesteding eerste fase 2012, uitvoering volgt erop. In de commissie van november 2013 staat er: voortraject herbouw stuwsluizen is lopende. Vanaf 2014 volgt de uitvoering.
Ik geef ook het voorbeeld van Denderleeuw. In de commissie van september 2012 staat er: studie vernieuwing stuwsluis gestart. In de commissie van november 2013 staat opnieuw: studie vernieuwing stuwsluis gestart. Wilt u nog voorbeelden? (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw De Vroe, met wat u net hebt gezegd, bewijst u net dat in de voortgangscommissie is aangegeven wat de timing is en hoe er uitvoering wordt gegeven aan de resolutie. U hebt te kennen gegeven dat u akkoord ging met de stappen die werden gezet.
Studies, studies, studies, maar geen concrete maatregelen.
De heer Lachaert heeft het woord.
Vlaanderen probeert een topregio te zijn. Dat is toch wat de minister-president ons voorhoudt, maar hier worden we geconfronteerd met een heel slechte Belgenmop. Wanneer men in het buitenland de beelden ziet van de Dender waarvan de zijkanten tot 5 à 10 centimeter hoog vol liggen met zandzakjes, dan staan wij voor joker. En dit ondanks de beloftes die in 2011 en 2012 zijn gemaakt om in 2012 actie te ondernemen.
Ik vind het op geen enkele manier ernstig dat de burgemeester van Geraardsbergen hier de zwartepiet wordt toegeschoven. Als men voor een stedenbouwkundige vergunning een advies vraagt aan het college, krijgt men een gunstig advies indien de voorwaarden voldaan zijn. Dat wil niet zeggen dat de burgemeester enkel die maatregelen wil en geen andere. Ik vind het intellectueel helemaal niet ernstig om de burgemeester van Geraardsbergen hier de zwartepiet toe te schuiven. (Applaus bij Open Vld)
Collega’s, de concrete realiteit is dat deze Vlaamse Regering in de trend van vele andere dossiers – de miserietaks, onderling geruzie, de estafettegedachte, de verfpotten in Antwerpen die de stilstand in de files moeten vermijden – hier nu met zandzakken zit om de wateroverlast aan te pakken. Dat is de trend in de regering-Peeters II. Ik vind het zelfs zielig. De minister heeft vorig jaar in de bevoegde commissie gezegd dat er kleine infrastructurele ingrepen zullen plaatsvinden rond de Dender om de mensen te beschermen tegen wateroverlast en heeft daar de stedenbouwkundige vergunningen voor aangevraagd. Vandaag zien we dat die kleine infrastructurele ingrepen eigenlijk gewoon de zandzakjes zijn die we op televisie zagen. Dan zeg ik: “Chapeau, Peeters II, voor uw daadkracht. De mensen jubelen rond de Dender.” (Applaus bij Open Vld)
Collega, wat u zegt, klopt natuurlijk niet. In totaal zijn er zeven maatregelen genomen.
Ten eerste, daar heeft mevrouw De Vroe al op gewezen, zijn er, na de evaluatie van de overstromingen, uiteraard goede afspraken gemaakt met het Waalse Gewest om ook bij wasperiodes de waterpeilen op elkaar af te stemmen.
Ten tweede zijn een aantal bruggen over oevers en jaagpaden hersteld.
Ten derde is de uitwateringssluis in het Denderbellebroek geïnstalleerd.
Ten vierde werden er waterkeringen geplaatst in Ninove, Roosdaal en Geraardsbergen, 165 meter. Er werden er in 2013 ook geplaatst van de Wijngaardbrug tot de Zonnebloembrug.
Ten vijfde zijn er in de Majoor Van Lierdelaan negen woningen verworven om ervoor te zorgen dat de ergste problemen kunnen worden opgelost. Ik weet niet of u die onderhandelingen hebt meegemaakt. Die mensen zijn bij mij op het kabinet geweest.
Ten zesde werden er bijkomende debietmeters geplaatst en geoperationaliseerd.
En ten zevende, collega Lachaert, om een dijk waartegen een actiecomité een procedure lopend heeft om die te laten afbreken, te beschermen omdat die aan het eroderen was, is inderdaad beslist om die zandzakken te plaatsen. Dat is gebeurd in overleg met de mensen. De dijk was aan het eroderen. De mensen vroegen om herstelmaatregelen te nemen. Er is een toelating voor gevraagd en de werken zijn uitgevoerd.
Het is dus niet helemaal juist om te zeggen dat er enkel zandzakken werden geplaatst.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Voorzitter, ik kom even terug op de bouwvergunningen. Er is een watertoets gebeurd. Er zijn bijkomende compenserende maatregelen opgelegd. U weet zeer goed dat die moeten gebeuren door het lokale bestuur. U schuift alles af op de Vlaamse Regering, terwijl de lokale mandatarissen, de lokale burgemeester in de vorige legislatuur in het schepencollege zat en die bouwvergunningen heeft afgeleverd.
Er werden compenserende maatregelen opgelegd, zoals onder meer het niet verharden van opritten. Die worden nooit gecontroleerd door uw burgemeester.
Goed, ik zal dan toch het tweede deel van mijn betoog houden, gericht naar de coalitie in zijn geheel en zeker naar de collega’s van de N-VA. Ik stel vast dat in Wallonië, enkele kilometers verder, onder de Waalse Regering, met nota bene een PS’er aan de leiding, die dijken verhoogd zijn met steen en dat men daar zelfs het water moet tegenhouden opdat het niet te snel naar Vlaanderen zou stromen, aangezien we het in Vlaanderen met de huidige infrastructuur niet kunnen slikken.
Wel, beste vrienden, dat vind ik eigenlijk zeer ernstig. Men wil de PS op andere niveaus altijd afdoen als de grote duivel. Hier zien we dat zij er enkele kilometers verder wel in slagen om het nodige te doen om de mensen te beschermen tegen die wateroverlast. Wij kunnen dat in Vlaanderen met onze Vlaamse Regering blijkbaar niet.
De collega’s van N-VA zitten trouwens al tien jaar in deze Vlaamse Regering. Tien jaar. Ze kunnen zich niet wegsteken achter Dirk Van Mechelen voor de procedures. We staan hier na vijf jaar Peeters II en tien jaar N-VA in de regering, eveneens sp.a.
Het is dus al te gemakkelijk om de zwartepiet door te spelen naar vorige regeringen.
Mijnheer Lachaert, ik neem aanstoot aan een van uw zinnen, namelijk dat wij er niet in zouden slagen om de mensen te beschermen. Ik verwijs naar de sinterklaasstorm van een paar weken geleden. Dankzij de miljoenen investeringen die wij de voorbije jaren hebben gedaan aan de kust zijn we erin geslaagd om de mensen te beschermen tegen een storm die zoveel jaren geleden zo heftig was.
Een paar weken geleden was er zware wateroverlast. De VRT heeft een heel mooie reportage gewijd aan het feit dat dankzij alle investeringen die gebeurd zijn volgens het principe dat je eerst het water uit de hemel bergt en dan pas afvoert, grote watersnood is vermeden. Hier nu komen zeggen dat deze Vlaamse Regering geen investeringen doet om mensen droge voeten te laten houden, is manifest verkeerd. (Applaus bij CD&V)
Ik stel alleen maar vast dat er 50 miljoen euro nodig is om de stuwen te vernieuwen en dat er nu wordt gesproken over een budget van 5 miljoen euro. In het Journaal van 13 uur heerste er grote verwarring: de ene N-VA’er zei dat er 5 miljoen euro beschikbaar is, de andere zegt dat die er niet is omdat de begroting sluitend moet zijn. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
En die begroting is niet eens sluitend volgens het Rekenhof.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Lachaert, het beste wat u doet, is niet automatisch geloven wat men op het nieuws zegt.
Het waren uw mensen die dat vertelden. Men heeft geciteerd.
Als u zelf in de begroting had gekeken, dan had u gezien dat dat geld wel degelijk is ingeschreven. In de begroting van 2014 is er 1,5 miljoen euro voor Geraardsbergen, 2,5 miljoen euro voor Aalst, 1,5 miljoen euro voor de technische uitrusting van beide stuwen ingeschreven. Er is wel degelijk in 5,5 miljoen euro voorzien voor die twee stuwen.
Mijnheer Lachaert, u moet de VRT dus niet te snel geloven, zeker niet – en ik laat het voor rekening van de journalist – als je er een stuk interview met de minister uit 2011 achter zet over de begroting 2012. Sorry, maar dat zijn twee gescheiden dingen. Mijn opmerking ging over het feit dat het gepland was voor 2014, en het stuk van minister Muyters was een reportage uit 2011. Ik laat dat voor de verantwoordelijkheid van de journalist, maar vindt u dat correct? Het punt is dat het geld wel degelijk is ingeschreven en ik vond het een leugenachtige berichtgeving door het op die manier achter elkaar te zetten. (Applaus bij de N-VA)
Ik laat dat aan u om het met de VRT uit te praten, maar ik stel toch vast dat die 5 miljoen euro niet voldoende zal zijn en dat alle stuwen tegelijkertijd moeten worden vernieuwd om een effect te kunnen hebben.
Dat klopt, en in die zin hebben wij ook onze persmededeling gedaan. Je moet het geld pas hebben op het moment dat de procedures rond zijn. Onze vraag is of die procedures voor Aalst en Geraardsbergen zo goed als rond zijn en of er kan worden begonnen met de bouw van de sluizen. Daarvoor is er geld vrijgemaakt. We weten allemaal dat het pas echt effect zal hebben op het moment dat alle stuwen zijn aangepakt. Onze vraag is dan of het mogelijk is om nu al vooruit te lopen door de procedures voor de rest van de Dender stroomopwaarts op te starten. Dat is onze concrete en zeer terechte vraag.
Nu het over cijfers gaat, wil ik toch nog eens melden dat ook in 2012 er 5 miljoen euro is vrijgemaakt, dat in 2013 er 6,3 miljoen euro is vrijgemaakt. Het gaat dus over veel meer middelen dan die waar de heer Diependaele naar verwijst.
Mijnheer Lachaert, u had daarnet grote lof voor de Waalse Regering. Ik dacht dat u ook nog zou zeggen dat men daar per kilometer meer investeert in de waterwegen. Ik wil toch even iets rechtzetten, vooraleer anderen daar iets over zeggen en misschien uit de bocht gaan waar het niet nodig is. In een bepaalde reportage op televisie is er een vergelijking gemaakt tussen de Vlaamse en de Waalse investeringen. Wallonië geeft 85,5 miljoen euro uit voor 400 kilometer waterwegen, Vlaanderen geeft 250 miljoen euro uit voor 1350 kilometer waterwegen. Wat de journalist in kwestie vergeten was, is dat men in Wallonië 21 procent btw betaalt en dat er in Vlaanderen door de organisatie van de scheepvaart in Waterwegen en Zeekanaal geen btw moet worden betaald. Als we de vergelijking maken – en ik hoop dat jullie ook het rekensommetje maken – dan investeert Vlaanderen niet minder, maar maar liefst 9314 euro meer per kilometer bevaarbare waterweg. (Applaus bij CD&V)
De heer De Ro heeft het woord.
De aanval van de heer Diependaele op de openbare omroep en op de journalist die het stuk maakte, verbaast me enigszins. In september was hij hier zwaar aan het applaudisseren voor de minister-president toen die de spitsvondigheid had om naar onze laatste minister-president zijn Septemberverklaring van 2003 te verwijzen. Beste collega Diependaele, u was toen aan het applaudisseren. Als nu een journalist degelijk journalistiek werk doet om de minister haar woorden van 2011 – en de problematiek is al veel ouder, evenals de uitspraken en de resoluties – boven te halen, dan stoort u zich.
Wel, mij stoort het dan dat u documenten van tien jaar geleden moet bovenhalen om te applaudisseren. Ik vond het een zeer goed en degelijk beeld door de VRT.
Minister, ik bedank u om me bij voorbaat te waarschuwen voor het noemen van verkeerde cijfers, maar ik had nog niets gezegd en was ook niet van plan om daar iets over te vertellen. Ondertussen hebt u toch al zelf uw punt kunnen maken.
Geachte leden, voor mij is dat toch symptomatisch voor de beleidsploeg-Peeters II, na de wachtlijsten die maar blijven toenemen, de belastingverhoging met 250 euro in het begin van deze legislatuur en alle andere zaken. De verfpotten heb ik al genoemd. Er is de stilstand rond Antwerpen, de knoop die we niet doorgehakt krijgen. Dan stel ik vast dat we nu dus, na drie jaar, met die zandzakjes zitten, die een mooi beeld geven van hoe wij aan waterbestrijding doen.
Beste collega’s, ik hoor sommigen in ons land waarschuwen en de mensen bang maken voor een regering-Di Rupo II. Dat zou slecht zijn voor de Vlamingen. Ik meen echter dat we voor de volgende legislatuur één ding beter vermijden, namelijk een regering-Peeters III. (Applaus bij Open Vld)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Lachaert, dit is een van uw eerste toespraken, maar u verwart het Vlaams Parlement met een verkiezingsmeeting van Open Vld. (Applaus bij CD&V)
Dat was een sterk antwoord, mijnheer Van Rompuy.
U doet alsof wij ons superieur voelen tegenover onze zuiderburen. Ik ga u iets vertellen. Wallonië heeft een zware prijs betaald. We zijn met de commissie naar Tubeke geweest, Tubize. Men heeft ons daar rondgeleid. We hebben dat gedaan om te leren, om te overleggen met de burgemeesters daar. Dat ging niet over de Dender, maar over de Zenne. Jammer genoeg was de N-VA als enige fractie uit dit parlement aanwezig. U komt zeggen dat men u moet volgen, want dat u praat met de zuiderburen. Neem me niet kwalijk, maar dat hebt u nog steeds niet gedaan. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Voorzitter, ministers, geachte leden, de wateroverlast die de jongste jaren meerdere regio’s in Europa treft, is ongewoon. Ik denk dat we het daar allemaal wel over eens zijn. Ik denk dat we het er ook allemaal wel over eens zijn dat er maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat bij hevige regenval grote delen van ons land onder water staan. Zowat de hele legislatuur was de waterproblematiek, vooral in de commissie Leefmilieu, de rode draad. We hebben zelfs vergaderingen gehouden – er is al naar verwezen – met leden van de leefmilieucommissies van diverse parlementen in dit land, om samen te bekijken hoe we de waterproblematiek kunnen aanpakken, en integraal aanpakken, want de Dender is geen stroom die in Vlaanderen ontspringt. Het is dus van groot belang om de aanpak van deze, maar ook andere rivieren in dit land in zijn geheel te zien. Dat was de opzet, maar blijkbaar hebben de ministers van de diverse regeringen het anders gezien.
Waar staan we vandaag immers? De berichtgeving hierover dit weekend was wel duidelijk. Vlaanderen heeft nog een zeer grote achterstand in het uitvoeren van de waterbeheersingswerken aan de Dender, in het bijzonder in Overboelare, een deelgemeente van Geraardsbergen. Collega’s, ik wil u erop wijzen dat de zware wateroverlast dateert van 2010. Pas op 27 augustus 2013, meer dan tweeënhalf jaar later, heeft de Vlaamse Regering een studie – ja, collega’s, een studie – aanbesteed over de overstromingsproblematiek in Overboelare.
Deze studie zou 22 maanden oftewel 1 jaar en 10 maanden in beslag nemen. De overstromingsproblematiek in Overboelare wordt met andere woorden pas in kaart gebracht in het voorjaar van 2015, dus 5 jaar na de zware overstromingsramp. Pas dan kan men beginnen met het nemen van definitieve maatregelen op het terrein. Bijgevolg moeten er tijdelijke maatregelen worden genomen. Nog meer dan 2 jaar moeten de burgers van Overboelare worden beschermd met tijdelijke maatregelen. U hebt die tijdelijke maatregelen allemaal kunnen zien in het journaal. Er werd hier gesproken over zandzakjes. Ja, minister, het was een schamele rij zandzakjes van amper 10 centimeter hoog, over een afstand van enkele honderden meters. Schrijnend is het. Ik hoef u niet te vertellen dat dit hoopje zandzakjes bij zware regenval de burgers van Overboelare niet zal beschermen. Ik hoef u niet uit te leggen dat in die periode van meer dan twee jaar het onheil boven de hoofden van de burgers van Overboelare hangt.
En waarom, collega’s? Omdat even verderop, stroomopwaarts in Wallonië, de oevers werden voorzien van een stevige wal in kasseien van toch meer dan 1 meter hoog, waardoor het water in dit gebied niet wordt gebufferd, maar versneld wordt afgevoerd richting Vlaanderen. En deze Vlaamse Regering, collega’s, staat klaar met zandzakjes!
Door dit soort beleid is het dus niet ondenkbaar dat de burgers die langs de Dender in Vlaanderen wonen, eerder met hun voeten in het water zullen staan dan de burgers die in Wallonië aan de Dender wonen. Het bufferen van het water stroomopwaarts zou in grote mate de wateroverlast in Vlaanderen kunnen beperken. Maar in hoeverre, minister, werden hierover afspraken gemaakt met het Waalse Gewest? Ik krijg niet de indruk dat we op het terrein resultaten hebben geboekt.
Collega’s, het is daarnaast ook hallucinant om te moeten vaststellen hoeveel procedures er nog lopende zijn om de Dender uit te rusten met moderne infrastructuur. Maar waar staan we vandaag met deze modernisering? Minister, in een interview gaf u toe dat er nog heel wat discussies zijn op het terrein om een aantal waterbeheersingswerken te kunnen uitvoeren. Er is hier net een hele discussie over geweest. Er werd verwezen naar burgemeesters die verantwoordelijkheden dragen. Maar blijkbaar slaagt deze Vlaamse Regering er niet in om in deze streek alle neuzen in dezelfde richting te krijgen, om die zo nijpende waterproblematiek aan te pakken en de zo nodige infrastructuur te vernieuwen, te moderniseren.
Minister, als we de cijfers bekijken die de media voor ons berekende, over de financiële inspanningen van Vlaanderen inzake waterwegen, dan blijkt dat het budget hiervoor is toegenomen met 13,6 procent. Dat is geen goodwill van deze Vlaamse Regering, maar pure noodzaak. U hebt daarnet al een verschil met Wallonië aangetoond. Ik vraag me af of het verschil niet zit in de zandzakjes en de stenen muren.
Collega’s, niet alleen het financiële plaatje maar ook de administratieve mallemolen is verantwoordelijk voor de achterstand. Hoelang moet het nog duren voor deze infrastructuur, deze modernisering, daadwerkelijk wordt uitgevoerd? En zo, collega’s, tikt de klok, de tijdbom, voor vele burgers langsheen de oever van de Dender voort. Elk jaar opnieuw leeft er bij zovelen de angst dat hun hebben en houden, hun woning waar ze zo hard voor gewerkt hebben, opnieuw door het wassende water van de Dender verwoest wordt.
U zult me niet horen zeggen dat er niets is gebeurd. Neen, collega’s, dat gaan we niet beweren. Er zijn langsheen de Dender noodzakelijke ingrepen gebeurd. Maar u zult wel moeten toegeven dat na de hevige wateroverlast van drie jaar geleden de realisaties op het terrein nog steeds mager zijn.
Minister, de noodzakelijke tijdelijke maatregelen voldoen niet. Integendeel zelfs. Een mogelijke buffer wordt beschermd met zandzakjes terwijl aan de overzijde van de oever nauwelijks maatregelen worden genomen om de woningen te beschermen.
Minister, beste leden van de regering, er mag in dit dossier niet meer getalmd worden. Het is vandaag voor iedereen duidelijk dat de Dender hoog op het prioriteitenlijstje moet staan. Verkiezingen of niet. Er moet druk gezet worden op de studiebureaus om in kortere tijd hun studie af te leveren, zodat de volgende nieuwe regering meteen aan het werk kan.
Minister, deze regering moet ervoor zorgen dat alle discussies op het terrein worden uitgeklaard, zodat de voorziene middelen onmiddellijk kunnen worden aangewend. Voorkom procedureslagen en zorg ervoor dat elke inwoner in dit land ook bij zware regenval op zijn twee oren kan slapen. Zorg ervoor dat uw tijdelijke maatregelen afdoend zijn, en strooi geen zand, of zandzakjes, in de ogen van de burgers alsof u hun met tijdelijke maatregelen bescherming biedt.
Minister, ik wil hier geen loze beloftes horen, maar ik wil van u weten welke inspanningen en welke maatregelen u nog wilt nemen tijdens de korte beleidsperiode die u tijdens deze legislatuur nog rest. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, als we over waterproblematiek of overstromingsrisico’s spreken, zal ongetwijfeld iedereen in dit halfrond spontaan het beeld voor ogen halen van ondergelopen straten en huizen. Iedereen in het parlement onderkent ongetwijfeld dat dit rampen zijn, zeker ook voor diegenen die er persoonlijk door worden getroffen. Iedereen is het, veronderstel ik, ook met elkaar eens dat dit inderdaad onze volle aandacht verdient.
Ik en mijn fractie willen echter wel uitdrukkelijk afstand nemen van de collega’s die omwille van welke reden ook een beeld van stilstand willen ophangen, eerder dan voor verandering te zorgen. Een karikatuur maken van een dermate gevoelige materie is niet alleen onverantwoord, maar ook zonder meer ongepast ten aanzien van de getroffenen. Stellen dat er de voorbije jaren geen vooruitgang werd geboekt, is de waarheid geweld aandoen. Het is immers niet de eerste keer dat wij in dit halfrond en in de commissies over de waterproblematiek spreken. We kunnen zelfs stellen dat de waterbeheersingsproblematiek de afgelopen jaren een belangrijk aandachtspunt is geweest, ook al erkennen we heel duidelijk dat de problemen niet allemaal opgelost zijn en dat er nog een hele uitdaging voor ons ligt.
Ik kom graag even terug op de resolutie van 7 juli 2011 betreffende het beheersen van de wateroverlast in het kader van het integraal waterbeleid. Deze resolutie heeft er inderdaad voor gezorgd dat er heel wat discussiemomenten zijn geweest. Deze resolutie heeft er ook voor gezorgd dat er op regelmatige basis in terugkoppelmomenten is voorzien in de commissies en het parlement. Uit de verschillende gedachtewisselingen, zelfs met verschillende parlementen, hebben we kunnen vaststellen dat de Vlaamse Regering wel effectief inzet op integraal waterbeleid en het beheersen van de waterkwantiteit. Iedereen stond tijdens die terugkoppelingen met de voeten op de grond en erkende inderdaad dat er nog heel wat moest gebeuren, maar dat de zaken stap voor stap konden worden uitgevoerd. Ik moet echter vaststellen dat de media het klimaat wel degelijk kunnen opwarmen.
Bij de projecten langs de waterlopen worden de principes van integraal waterbeleid toegepast. De tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen werden voorbereid, conform de bepalingen van het gewijzigde decreet Integraal Waterbeleid. Er worden talrijke acties ondernomen om de Europese kaderrichtlijn Water en de Europese richtlijn over de beoordeling en het beheer van overstromingsrisico’s (ROR), in te vullen. In uitvoering van de ROR heeft de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) de milieukwantiteitsdoelstellingen voor oppervlaktewater goedgekeurd, waarmee de negatieve gevolgen van overstromingen en watertekorten worden teruggedrongen.
Een Vlaamse portaalsite bundelt informatie over waterkwantiteit van bevaarbare en onbevaarbare waterlopen en van de zee. We automatiseren zo de uitwisseling van gegevens via een intern platform voor professionele gebruikers inzake waterbeheer en crisisbeheersing en een extern platform voor de burger. Met het Masterplan Kustveiligheid wordt ook de Vlaamse kust en het achterland beschermd tegen overstromingen en de superstormen.
Maar ook in de Denderstreek die de afgelopen dagen in de actualiteit stond, werd de afgelopen jaren hard voortgewerkt. Voor de zijrivieren van de Schelde wordt de historische achterstand inzake onderhoudsbaggerwerken zo veel mogelijk ingehaald, naast baggerwerken op de Dender, de Leie, de Ringvaart, het kanaal Roeselare-Leie, het kanaal Bossuit-Kortrijk, het kanaal Plassendale-Nieuwpoort, de Bergenvaart, het Afleidingskanaal van de Leie, de Gentse binnenwateren en de Bovenschelde.
Het Waterbouwkundig Laboratorium startte vorig jaar het project Ontwikkeling van conceptuele modellen voor het opstellen van een geïntegreerd rivierbekkenbeheer. Het project moet leiden tot een beslissingsondersteunend systeem voor de aanpak van overstromingen in het Zennebekken en het Denderbekken. Voor het opvolgen van crisiscommunicatie zijn bijkomende debietmeters op de Dender geplaatst, en die zijn operationeel. Dit is maar een greep uit de opvolging die we hebben gekregen, ook in de commissie.
Er wordt verder ingezet op het effectief beheersen van de waterkwaliteit om overstromingen tegen te gaan. Inderdaad, studies, voorbereidende projecten en procedures zijn nu eenmaal nodig vooraleer effectief een schop in de grond kan worden gestoken. Ik verwijs dan naar de studie voor de vernieuwing van de stuwsluis in Denderleeuw, de afschaffing van de stuwsluis in Teralfene en de aanpassingswerken aan het pand Denderleeuw-Teralfene op de Dender die in uitvoering zijn. De MER-procedures (milieueffectenrapport) voor de vernieuwing van de stuwsluis in Aalst en de vernieuwing van de stuwsluis in Geraardsbergen lopen. De project-MER’s voor de waterkeringswerken langs de Dender in Overboelare worden dit jaar afgewerkt. Aansluitend kan de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag worden ingediend. De timing voor de start van de werken aan de dijken zal dus afhangen van het vergunningentraject. Nadat de RUP-procedures (ruimtelijk uitvoeringsplan) afgerond zijn en de stedenbouwkundige vergunningen zijn uitgereikt voor de vernieuwing van de stuwsluizen in Aalst en Geraardsbergen op de Dender, kunnen de werken effectief starten.
Dan zijn we inderdaad bij de knoop aangekomen: procedures die moeten worden gevoerd voor effectief in het veld kan worden gewerkt.
In 2010 zijn de verslagen van de expertencommissie onder voorzitterschap van mevrouw Berx en van de commissie ad hoc Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten onder voorzitterschap van de heer Sauwens publiek gemaakt. Deze verslagen bevatten aanbevelingen om de procedures in Vlaanderen te vereenvoudigen en te versnellen. Het doel is niet het draagvlak of de inspraak te kortwieken, maar aan de hand van een beter voortraject tot een meer gedragen visie te komen. Daarna zal een vlottere uitvoering mogelijk worden. Die vlottere uitvoering zal deels worden gerealiseerd door de procedures verder te integreren.
Ik denk hierbij aan de integratie van de project-MER in de vergunningen. Dit zal deel uitmaken van het op stapel staande ontwerp van decreet betreffende de omgevingsvergunningen. Ik denk hierbij ook aan de drietrapsraket in het ontwerp van decreet betreffende de complexe projecten. Dit zal leiden tot een integratie van de plan-MER’s en de ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s).
De afgelopen jaren hebben onze fractie en onze ministers hard gewerkt om deze ambities in de regelgeving te kunnen waarmaken. Het is niet gemakkelijk de procedures en de bevoegdheden op elkaar af te stemmen. Dit punt is de voorbije jaren aangepakt. We zullen dit tot stand brengen.
Ook in verband met deze dossiers is een versnelling welgekomen. Momenteel moeten we echter roeien met de riemen die ons vanuit het verleden zijn aangereikt. We zetten momenteel eveneens noodmaatregelen, zoals zandzakjes of het stilleggen van transporten om het waterpeil voldoende laag te houden, in om het risico met de beschikbare mogelijkheden maximaal te beperken.
Volgens mij kan ik besluiten met de stelling dat de Vlaamse Regering inzake de knelpunten in de waterbeheersing duidelijk prioriteiten legt. De afgelopen twee jaar heeft de verhoging van het veiligheidsniveau in het algemeen een duidelijke vooruitgang gekend. We moeten het komende ontwerp van decreet betreffende de versnelling in het Vlaams Parlement ten gronde en met de nodige spoed bespreken en stemmen. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Rombouts, ik heb aandachtig naar uw betoog geluisterd. U hebt een opsomming gegeven van alle zaken die al zouden zijn uitgevoerd. Die opsomming bevat veel studies, plannen en beloftes. Ik vraag me af of u weet waar het echt om gaat.
Het gaat erom dat we een keuze moeten maken. We moeten prioriteiten leggen. Op dat vlak kan ik minister Muyters nog volgen. Hij heeft in 2011 blijkbaar verklaard dat we prioriteiten moesten leggen. Dat is echter niet gebeurd.
De prioritaire vraag is of we alle stuwen en sluizen in één lijn zullen vernieuwen. Dat is noodzakelijk. De heer Meremans had het enkel over de vervanging van de stuwen en sluizen in Aalst en Geraardsbergen. Dat klopt niet. Ze moeten allemaal worden aangepakt. Indien we dit niet zouden doen, zullen we met de problemen blijven zitten.
De infrastructuurwerken zouden 50 miljoen euro kosten. Ik besef dat dit veel meer is dan wat die zandzakjes kosten. Het is echter nog steeds maar de helft van wat die ene overstroming in november 2010 heeft gekost. Dat was het dubbele. Daarover gaat het hier. We moeten prioritair bepaalde werken uitvoeren.
Mevrouw Rombouts, ik stel me heel wat vragen bij de prioriteiten die de nv Waterwegen en Zeekanaal legt. Er worden heel grote budgetten vrijgemaakt om voor het jachthavenplezier een kanaal tussen Brussel en Charleroi aan te leggen. De mensen die in Overboelare of in de rest van Geraardsbergen wonen, zullen uw betoog graag horen. Ze zullen u dankbaar zijn. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Van der Borght, ik ga graag op uw opmerking in. Ik vind het immers enigszins onbetamelijk dat u de problematiek verlegt. Volgens u moeten keuzes worden gemaakt. Dat klopt. Dat is bij de aanvang van de bespreking van de waterproblematiek duidelijk gesteld.
Indien we op tien jaar tijd met betrekking tot de waterproblematiek een voorsprong zouden willen opbouwen, zouden we hiervoor in totaliteit een veelvoud van het huidig budget voor het beleidsdomein Leefmilieu moeten inzetten. Er moeten dan ook keuzes worden gemaakt.
Indien we keuzes willen maken, moeten we die ook op een correcte basis en ten gronde kunnen maken. Indien u in verband met dit dossier of andere dossiers keuzes kan maken zonder de nodige procedures te doorlopen en studies te verrichten, hebt u een groot voordeel. Ik ben er echter van overtuigd dat de Vlaamse Regering ten gronde een goede keuze wil maken. Daar moeten de nodige ondersteuning en het nodige studiewerk mee gepaard gaan. Zodra we hebben gekozen waar we tot investeringen moeten overgaan, moeten we de nodige procedures doorlopen. We hopen die procedures nog te kunnen inkorten. Op dat ogenblik zullen de nodige budgetten ook op tafel liggen. (Applaus bij CD&V)
Ik verwijs naar de werken aan het kanaal Brussel-Charleroi in vergelijking met de werken aan de Dender. Dat is een voorbeeld van de huidige keuzes en prioriteiten. Ik ben ervan overtuigd dat momenteel de verkeerde keuzes worden gemaakt en de verkeerde budgetten worden vastgelegd. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Van der Borght, ik geef u net aan dat dat het misplaatsen van het probleem is. U zegt dat het probleem ligt te wachten en dat er alleen nog maar geld voor nodig is. Er zijn nog procedures lopende, en er is nog studiewerk bezig. Dat moet eerst afgerond zijn, en pas dan zal het nodige geld op tafel liggen.
Mevrouw Rombouts, u hebt een uitgebreide opsomming gegeven van de activiteiten van de afgelopen jaren …
Zonder volledig te willen zijn, voor alle duidelijkheid.
… met als grote uitschieter de sluis in Teralfene. Uit de opsomming blijkt dat er wel degelijk activiteit is ontwikkeld. Door het veelvoud van projecten is het misschien moeilijker om de lijn erin te zien. De vraag van mevrouw Van der Borght is al beantwoord. Gaat men elk van die sluizen in lijn aanpakken? Het antwoord is ja. Alleen zal dat niet allemaal tegelijk gebeuren, maar dat zou ook niet kunnen. Dat doen, mevrouw Van der Borght, is de mensen een rad voor de ogen draaien.
Bij het begin van dit debat heb ik opgeroepen om dit debat sereen te voeren omdat we ons heel goed bewust zijn van de grote angst van mensen voor water, zeker van zij die al te maken hadden met een overstroming. Het zou goed zijn dat de minister straks of later een duidelijk antwoord geeft over de timing van die verschillende projecten. Er is wat onduidelijkheid over ontstaan, ook in de media. Transparantie over de timing, zelfs een relatieve timing, zal al heel wat bezorgdheid bij de bevolking wegnemen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Mevrouw Rombouts, u draait zeer professioneel rond de pot. In feite gaat het niet over de beslissingen die moeten worden genomen. We hebben die al genomen op 7 juli 2011. Aansluitend heeft de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid daaruit 61 actiepunten gedistilleerd. Het gaat er niet om, zoals u ons hier op een weliswaar zachte manier probeert wijs te maken, dat er nog beslissingen moeten worden genomen. Neen, die beslissingen zijn genomen. Meer nog, minister Crevits heeft zich ertoe geëngageerd om die zaken in eerste fase in 2012, en in tweede fase in 2014 af te werken. Daar gaat het om. Nu stellen dat we nog keuzes moeten maken en richtingen aangeven, is niet juist. De keuzes zijn gemaakt, de acties zijn gedistilleerd. Het gaat er alleen om dat de acties niet tijdig of niet worden uitgevoerd.
Mijnheer Sabbe, u zit al langer in het parlement om te weten dat er bij het beslissen over een actie nog onderdelen zijn vooraleer ze definitief wordt uitgevoerd. Nadat al die tussenstappen zijn genomen, krijg je de realisatie op het terrein. Ik probeer u dus niet iets wijs te maken, maar in een actie zitten nog verschillende stappen voor die finaal is gerealiseerd.
Oké, maar dan hadden we met ons allen misschien meer werk moeten maken van de commissie-Sauwens om ervoor te zorgen dat we niet vier en een half jaar moesten palaveren om tot een fundamentele vereenvoudiging en versnelling te komen, maar dat dat al na twee jaar realiteit had kunnen zijn. Het is toch wel zielig dat we tijdens deze legislatuur op het niveau van het parlement in de commissie Versnellingen waarschijnlijk geen decreet meer zullen goedkeuren, dat de moeite waard is om over te spreken.
De heer Lachaert heeft het woord.
Mevrouw Rombouts, ik val van mijn stoel. U verwijst naar grondige oplossingen waarvoor procedures nog moeten worden doorlopen. Wie organiseert die procedures anno 2014? Dat is de Vlaamse Regering. Die procedures duren zo lang en we geraken niet vooruit met de verschillende projecten.
Vandaag hebben we de kleine infrastructuurwerken die vorig jaar zijn aangekondigd. En ja, daarvoor zijn de procedures nageleefd. Er zijn bouwvergunningen voor gevraagd en nu liggen daar die zandzakjes. Vindt u het de moeite om daarvoor procedures na te leven? Neen. We werken beter aan grondige oplossingen dan wat daar nu te zien is.
Mijnheer Lachaert, nu worden er ten minste stappen voorwaarts gezet om die procedures te vereenvoudigen. U kunt met uw ogen draaien, maar op het moment dat uw partij de verantwoordelijkheid droeg, werd er ook over gesproken, maar er werd geen enkele stap voorwaarts gezet. Het klopt misschien dat er verschillende jaren over is gediscussieerd, maar er is ten minste grondig gediscussieerd. Er zullen decreten worden voorgelegd in het parlement en er zullen ten minste stappen voorwaarts worden gezet.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Mevrouw Rombouts, u hebt natuurlijk geen gemakkelijke taak om dit te verdedigen. Mijn innige deelneming. Ik wil u kort schetsen hoe dat in de praktijk gaat. U zegt: als de keuze wordt gemaakt, dan zal het budget worden vrijgemaakt. Dat is uw stelling. Maar wat gebeurt er in de praktijk? Op het bekkenniveau rond de Dender zitten alle bevoegde administraties samen. Ze weten perfect wat er moet gebeuren om de overstromingen tegen te gaan en zo veel mogelijk te vermijden. Wat wordt er vastgesteld? Er is te weinig budget.
Waterwegen en Zeekanaal, dat een van de belangrijkste instellingen in dezen is, stelt dat er onvoldoende middelen zijn. Op dat moment is de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen naar het kabinet van minister Crevits gestapt om te zeggen dat er meer geld voor de Dender moet worden vrijgemaakt om overstromingen te voorkomen. Dat is de gang van zaken. De meerderheid probeert een sfeertje te creëren dat ons moet doen geloven dat alles wordt bestudeerd, en, eens dat is gebeurd, het geld wel zal komen. U verschuilt zich achter het studiewerk. Wanneer Vlaanderen onder water zal staan, zult u nog altijd aan het studeren zijn. (Applaus bij Groen en Open Vld)
Ik kan hier niet reageren op elke interruptie. Toen daarover in de commissie is gesproken, ging iedereen akkoord om te stellen dat er stappen vooruit worden gezet, dat er studiewerk moet komen, dat procedures moeten worden doorlopen, dat het Vlaams Parlement die mag vereenvoudigen, maar dat wij die vandaag niet over het hoofd kunnen zien. Ik vind het erg spijtig dat hier op die manier een sereen debat onmogelijk wordt gemaakt.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, men overschrijdt hier de grenzen van wat geoorloofd is. Ik hoor hier de heren Lachaert en Tommelein zaken zeggen alsof zij niet weten dat er een aantal procedures moeten worden nageleefd. Ik vraag het aan de fractie van Open Vld: moeten de procedures worden nageleefd of niet? Wij leven toch niet meer in de 18e eeuw, toen een graaf besliste om een dijk te verhogen en dat ook binnen één week was gebeurd? Er is een sereen debat nodig. Er is drie jaar lang werk verricht. Studies zijn gebeurd. Overgangsmaatregelen worden genomen. Budgetten zijn vrijgemaakt. Met demagogische slogans, goed voor verkiezingsmeetings, een sfeer scheppen alsof er niets is gebeurd, is van de pot gerukt. Ik roep op om het debatniveau op te trekken. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik sluit mij aan bij wat de heer Van den Heuvel zegt. Dat anarchistisch trekje van de heer Lachaert was mij niet bekend. Pleiten om zonder de nodige vergunningen aan de slag te gaan, is totaal van de pot gerukt. Ik ben een grote voorstander van een inkorting van de procedures. Deze Vlaamse Regering werkt daar hard aan. Als u pleit om de procedures niet te respecteren, dan mag u de burgemeester van Geraardsbergen gaan uitleggen dat hij niets meer te zeggen zal hebben over de werken die nog moeten plaatsvinden.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Ik wil eerst mijn fractievoorzitter laten spreken.
Ik geef en neem het woord, mevrouw. U hebt het woord.
Geen probleem, voorzitter. Mijnheer Van Malderen, ik neem niet deel aan het persoonlijk getinte debat tussen een aantal mensen, maar wil het over de essentie hebben. Wat is er al ondernomen, en wat niet? Ik heb hier het antwoord van de minister op een schriftelijke vraag van 6 januari 2011. Daarin geeft zij de timing voor de vernieuwing van de sluizen en de stuwen: Aalst 2012, Geraardsbergen 2012, Denderleeuw 2013, Teralfene 2014, Pollare 2015, Idegem 2016. Wat is er al gerealiseerd, mijnheer Van Malderen?
Vandaar dat ik vraag om de timing aan te passen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, er is hier gezegd dat het debat niet sereen verloopt. Volgens mij is een niet-sereen debat er eentje waarin wordt gescholden, men elkaar zwartmaakt, men persoonlijk wordt en men zich niet aan de elementaire beleefdheidsregels houdt. Dat is een debat waarin men van mening verschilt en men argumenten en tegenargumenten uitwisselt. Het is onjuist om hier te beweren dat het debat niet sereen wordt gevoerd. De oppositie levert kritiek op het beleid dat de afgelopen jaren is gevoerd. De heer Van Malderen verwijst steeds opnieuw naar het verleden. Met zo’n aanpak zal hij de dag dat hij in de oppositie komt te zitten, na lange tijd deel te hebben uitgemaakt van de regering, nogal wat op zijn kop krijgen.
Maar goed, ik denk dat dit geen demagogie is. The duty of the opposition is to oppose. Deze regering heeft niets kunnen aantonen, op geen enkel terrein of onderwerp. Op heel veel vlakken heeft ze gefaald: op mobiliteit, onderwijs, de wachtlijsten en in dit dossier. Als de oppositie dat aanklaagt, is dat haar verdomde plicht. Dat heeft niets te maken met een al dan niet sereen debat. (Applaus bij Open Vld en Groen)
Voorzitter, ik definieer een sereen debat als een debat met eerlijke en juiste argumenten. Hier komen doen alsof er geen procedures moeten worden nageleefd, is leugenachtig en niet sereen. In 2014 is dat onmogelijk. Het zou de geloofwaardigheid van de politiek ten goede komen als we dat allemaal zouden inzien en we de mensen geen rad voor de ogen meer zouden draaien. Onmiddellijke oplossingen voor zware problemen zijn onmogelijk. In dat bedje zijn we allemaal ziek, we stellen graag gemakkelijke oplossingen voor.
U zei net nog, mijnheer Tommelein, dat deze regering niets gepresteerd heeft. Dat is een groteske uitspraak. Ook in dit dossier kunnen we resultaten voorleggen. Er is gestudeerd, de budgetten liggen klaar. Er zijn werken uitgevoerd en er zijn werken gepland. De regering werkt aan dit dossier. Dat kunnen we hier wel stellen.
Mijnheer Tommelein, ik heb helemaal geen probleem met kritiek van de oppositie. Dat is inderdaad uw taak. U moet dat maar doen. Als u dan een voorstel lanceert, moet u wel kritiek van ons kunnen verdragen, zeker als u ervoor pleit om zonder procedures te werken. Dat is niet ernstig.
Ik heb hier ooit iemand een minister horen uitschelden voor leugenaar. Hij heeft zich daar achteraf voor moeten verontschuldigen. Op het gebied van beleefd debatteren heb ik van u echt niets te leren.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, het debat is inderdaad een beetje aan het verzanden. Volgens mij ligt dat niet aan de oppositie, maar aan de meerderheid. Het enige wat de meerderheid hier doet, is verwijzen naar het verleden, alsof er geen vierenhalf jaar gepasseerd zijn. Als dat uw enige argumentatie is – vijf, zeven of negen jaar geleden was uw minister verantwoordelijk –, kunt u zo teruggaan tot 1830 op den duur. Dat is inderdaad geen sereen debat.
Wat me ook verwondert, is de houding van de N-VA. Eerst wordt er een persmededeling de wereld ingestuurd waarin de heer Meremans het opneemt voor de inwoners en eigenlijk toch wel een sneer geeft aan minister Crevits. Dan komt hij hier op de tribune vertellen dat hij het allemaal zo niet heeft bedoeld. En vooral, hij wil niet onderbroken worden! Nu, dat is zijn goed recht. Dan moet u wel de eerlijkheid hebben, mijnheer Diependaele, om zelf ook niemand te onderbreken.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Van der Borght, u stelde een pertinente vraag. U vroeg of ik de budgetten zou investeren in jachthavens in plaats van in stuwen en sluizen op de Dender. Ik kan u bevestigen dat dat niet zo is. Het is absoluut de bedoeling om de stuwen en sluizen dit jaar aan te pakken. De budgetten liggen vast.
U hebt voorgelezen uit een schriftelijke vraag over de timing. Het klopt, de timing van de start van de werken is niet gehaald. Dat neemt niet weg dat we de aannemer hebben aangesteld en de budgetten hebben vastgelegd.
In de commissievergadering van 7 november hebben we uitgebreid van gedachten gewisseld. Er is een zeer transparante stand van zaken gegeven met een oplijsting van de knelpunten in het dossier van de Dender. Uw zorg is mijn zorg. Ook ik wil heel graag die spade morgen in de grond. Ik hoop dat dat lukt.
Voor Aalst gaat het om een enorm dossier. We gaan de stuw en de sluis een kilometer verderop zetten. We moeten de oevers meepakken. De stad vraagt om daar een stadsontwikkelingsproject van te maken. Ik vind dat een zeer goede zaak. We zullen dat op die manier doen. Voor Geraardsbergen zijn er problemen qua klassering. Dat is in de commissie aan bod gekomen. Ik moet dat niet opnieuw allemaal uitleggen. Uw zorg is mijn zorg.
Het is juist, mijnheer Van Malderen, dat je niet alle werken tegelijk kunt uitvoeren. Maar je kunt er wel voor zorgen dat alle stuwen en sluizen vernieuwd zijn op het ogenblik dat de meest complexe, namelijk Aalst en Geraardsbergen, operationeel worden. Dat is het engagement dat we opgenomen hebben en dat ook vandaag absoluut blijft bestaan.
Mijnheer Van Hauthem, ik dacht toch dat het de taak van een parlementslid was om te controleren, om na te vragen en om de minister soms in de richting van verdergaande oplossingen te stuwen. Ik zie echt niet in welk verschil er was tussen mijn betoog en wat in onze mededeling stond. De vragen blijven dezelfde.
Het is toch niet verkeerd dat je als parlementslid bezorgdheden waar je mee geconfronteerd wordt, meeneemt en er uitleg over vraagt, uitleg over timing, over noodzakelijke tijdelijke maatregelen? Volgens is mij dat de normale job van een parlementslid, tenzij het Vlaams Belang daar misschien een ander idee over heeft.
Ik sluit me aan bij wat door mijn fractieleider gezegd is. Ik heb helemaal nergens vermeld dat procedures niet nageleefd moeten worden. Natuurlijk moeten die gevolgd worden. Alleen vraag ik mij af of het de moeite was om de procedureweg te doorlopen voor die tijdelijke maatregelen die daar nu te zien zijn. Ik vraag me af of men als Vlaamse Regering niet beter zou mikken op kortere procedures voor fundamentele oplossingen.
Er wordt gezegd dat we de mensen een rad voor de ogen draaien door te zeggen dat procedures niet zouden moeten worden nageleefd, wat ik dus niet gezegd heb. Maar ik wil er u toch aan herinneren – tenzij de VRT haar werk opnieuw niet gedaan heeft – dat de bevoegde minister in 2011 op televisie verklaard heeft dat in 2012 de nodige investeringen gedaan zouden zijn. We zijn vandaag 2014, en het is niet gebeurd. (Applaus bij Open Vld)
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het is inderdaad niet het eerste actualiteitsdebat over wateroverlast in deze legislatuur. Ik hoop eerlijk gezegd wel dat het het laatste is. Het eerste debat hebben we gehad na de overstromingen van november 2010. Toen stond zowat de helft van Vlaanderen onder water en sprak iedereen schande over het feit dat er te weinig geïnvesteerd was in waterbeheersing enzovoort.
We hebben toen als parlement de juiste beslissing genomen om die problematiek serieus te gaan onderzoeken en er serieuze aanbevelingen rond te formuleren. We hebben maanden aan een stuk hoorzittingen gehouden, waar alle waterloopbeheerders, drinkwatermaatschappijen, rioleringsmaatschappijen, de gouverneurs, buitenlandse experten en verzekeringsmaatschappijen aan bod gekomen zijn. We hebben heel het veld gehoord over hoe we die waterlastproblematiek moeten aanpakken.
We hebben daar heel wat uit geleerd. We hebben geleerd dat ondanks investeringen die in het verleden gebeurd waren, de risico’s op overstromingen waren toegenomen. Dat heeft voor een stuk te maken met klimaatveranderingen – we krijgen nattere winters, drogere zomers, heviger zomeronweders – maar ook met het veranderende ruimtegebruik. Vlaanderen is in toenemende mate verhard, we zijn rivieren gaan insnoeren, we hebben winterbeddingen opgehoogd, we zijn erop gaan bouwen. En dat betekende inderdaad dat de risico’s op overstromingen toenamen.
We hebben ook geleerd welke oplossing we daarvoor moeten vinden. We moeten weer meer ruimte geven aan het water. We moeten het water plaatselijk vasthouden en het laten infiltreren waar het valt. We moeten de rivieren weer in een ruimer jasje steken. We moeten investeren in overstromingsgebieden, zodat overstromingsgebieden en natuurgebieden onder water lopen, en niet de kelders van de mensen.
We zijn met een pak aanbevelingen gekomen die zeer to the point waren. Mevrouw De Vroe, ik dank u nog altijd voor uw medewerking aan de resolutie, maar ik denk dat u veel te bescheiden bent als u zegt dat er in drie jaar tijd niets is aangevangen met die resolutie. De meeste aanbevelingen die we vanuit het parlement hebben geformuleerd, zijn opgevolgd. Ik geef er een paar mee.
We hebben als parlement gevraagd naar verruimde buffer- en infiltratie-eisen bij nieuwe verharde oppervlakten. Een aangepaste stedenbouwkundige verordening, dat hadden we ook al gevraagd in 2008. Toen is daar niets van gekomen. Nu heeft de regering die stedenbouwkundige verordening aangepast en de buffereisen en infiltratie-eisen voor nieuwe verharde oppervlakten aanzienlijk verstrengd. Ook dat is een gevolg van onze parlementaire resolutie.
We hebben meer maatregelen gevraagd tegen erosie. Als we voorkomen dat landbouwgrond afspoelt, kunnen we ook de waterafspoeling vertragen en voorkomen dat onze afvoerkanalen en riolen dichtslibben. Nog vorige week heeft de regering een aantal bijkomende maatregelen voor erosiebestrijding aangekondigd.
We hebben gevraagd om onze rioleringsnetten aan te passen aan de hevigere regenval in de zomer, om onze nieuwe rioleringsnetten uit te rusten of te dimensioneren voor een regenbui die eens in de twintig jaar voorkomt in plaats van voor een regenbui die eens in de vijf jaar voorkomt, zoals het voordien was.
De nieuwe code van goede praktijk voor de aanleg van rioleringen en voor de vervanging van bestaande rioleringen is goedgekeurd.
Mijnheer Martens, ik wil gewoon even iets verduidelijken, want ik denk dat u mij niet goed begrepen hebt. Ik heb niet gezegd dat er met de resolutie niets is gebeurd, ik heb gesproken over de Vlaamse Regering die de dingen laat aanslepen, die verkeerde keuzes maakt en die alles op de lange baan schuift. Ik heb niet over de resolutie gesproken, ik heb alleen gezegd dat ik wacht op concrete maatregelen op het terrein die ervoor zullen zorgen dat we in de toekomst niet langer zulke overstromingen en schadegevallen hebben als in 2010. Dat is een duidelijk verschil, dat wou ik toch even zeggen.
De maatregelen die ik net heb opgenoemd, zijn ook maatregelen die de regering op onze vraag heeft genomen. Het is de regering die de stedenbouwkundige verordening heeft gewijzigd, die de code voor goede praktijken heeft veranderd en verruimd en die in april van vorig jaar met een conceptnota is gekomen voor de signaalgebieden, de nog niet aangesneden harde bestemmingen in de overstromingsgevoelige gebieden. In die conceptnota komt de regering ook tegemoet aan maatregelen die we voor die overstromingsgebieden hebben gevraagd: een nieuw instrumentarium, erfdienstbaarheden die het waterbergend vermogen in die gebieden kunnen vrijwaren, instrumenten die in het Landinrichtingsdecreet vervat zullen zitten voor een herverkavelingsuitruil waarbij harde bestemmingen beneden in een vallei in overstromingsgevoelig gebied, kunnen worden uitgeruild met bestemmingen bovenaan in de vallei waar geen overstromingsrisico is. Dat wordt nu allemaal mogelijk met het nieuwe Landinrichtingsdecreet.
Binnen de regering is er een overeenkomst bereikt dat het Rubiconfonds wordt geheroriënteerd: dat was ook een expliciete vraag van de commissie Wateroverlast. Ook wat dat betreft zit er nog een en ander in de pijplijn.
Mijnheer Martens, ik wil hier nog heel eventjes op ingaan. Uw fractievoorzitter heeft daarnet gewezen op de sereniteit van dit debat. Ik heb daarnet gesproken over de concrete maatregelen en ik meen dat het heel belangrijk is dat we nu eens denken aan de mensen die nu thuis aan het kijken zijn, aan de mensen die ons werk opvolgen, die de gedachtewisselingen lezen en die onze parlementaire vragen lezen. Bij het lezen van bepaalde dossiers in hun directe omgeving – mevrouw Van der Borght heeft er al naar verwezen – reageren ze enthousiast, ze zijn blij met wat er zal gebeuren waardoor ze in de toekomst geen overstromingen meer zullen hebben, maar nu zien ze dat er nog altijd niets verwezenlijkt is. Het zijn die concrete maatregelen die in het verleden beloofd werden, maar die nog altijd niet werden uitgevoerd, die dringend moeten worden uitgevoerd.
Ik kom daartoe, mevrouw De Vroe, want mijn gedachten gaan ook uit naar de mensen die nog altijd met het risico op watersnood zitten. Ik zou ook niet graag hebben dat die mensen het idee krijgen dat wij hier vijf jaar lang niets hebben zitten doen en dat dit parlement, met verkozenen die zij hebben aangeduid en naar hier hebben gestuurd, hier vijf jaar lang zijn tijd heeft zitten verdoen, want dat is zeker niet het geval.
Hebben wij ons werk gedaan? Ja. Is ons werk af? Neen. Er ligt ook in dit parlement nog werk op de plank. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de versnelling van de procedures. Waarom duurt het zo lang? Het duurt zo lang om een vergunning voor een nieuwe stuw of een nieuwe sluis te krijgen omdat de regels dat nu eenmaal vereisen. Er moet een project-MER gemaakt worden, dat neemt tijd in beslag, het is de Europese milieu-effectenbeoordelingsrichtlijn die ons daartoe verplicht.
Kan het sneller? Ja, het kan sneller. Ook in het ontwerp van omgevingsdecreet hebben we maatregelen getroffen om net die procedures sneller te doen gaan. We voorzien in de integratie van de MER-procedure in de vergunningsprocedure en dat kan tot 1 jaar tijdswinst opleveren. Mochten we dat ontwerp van omgevingsdecreet hier al hebben goedgekeurd, zou men in de praktijk ook al sneller te werk kunnen gaan.
Collega’s, ik heb vernomen dat de regering vorige week het ontwerp van omgevingsvergunningendecreet aan het parlement heeft overgemaakt. Als voorzitter van de commissie Leefmilieu engageer ik mij ertoe om het zo snel mogelijk te agenderen zodat we in de procedures in de toekomst niet langer achteraan bengelen door serieel eerst een MER en dan een vergunningsprocedure, maar dat we veel sneller vooruit kunnen gaan in een geïntegreerde procedure.
Het Landinrichtingsdecreet, met nieuwe instrumenten in onze gereedschapskoffer om om te gaan met de wateroverlastproblematiek en om planologische ruil te kunnen doorvoeren, komt ook naar dit parlement en moet deze legislatuur nog worden goedgekeurd, zodat men in de volgende legislatuur met een ruimere gereedschapskoffer aan dat integraal waterbeleid kan timmeren en de mensen van overstromingen kan vrijwaren.
Ons werk is nog niet af, collega’s, ook het werk van de regering is nog niet af. In een conceptnota, beste ministers, had u afgesproken een eerste reeks signaalgebieden, een zeventigtal voor een totaal van ongeveer 571 hectare, nog eind 2013 te gaan beslechten in de Vlaamse Regering. Dat wil zeggen dat u maatregelen zou goedkeuren die ervoor zorgen dat het waterbergend vermogen daar definitief wordt gevrijwaard, dat er een herbestemming komt, dat er wateradaptief wordt gebouwd op paaltjes, op zo’n manier dat de overstromingsrisico’s worden opgelost en niet verschoven. Tenzij ik mij vergis, heb ik nog geen beslissing van de regering gezien over die eerste reeks signaalgebieden. Wij rekenen erop, beste excellenties, dat dit alsnog gebeurt.
In de conceptnota stond dat er in het voorjaar 2014 een tweede trein van signaalgebieden zou worden getrancheerd door de Vlaamse Regering. Ook die tweede trein staat nog niet op de rails. In de conceptnota is ook afgesproken dat het Rubiconfonds geheroriënteerd zal worden zodat het geld dat erin zit, zal worden besteed aan planologische oplossingen in het kader van de wateroverlastproblematiek. Ook die heroriëntering is nog niet gebeurd.
Ik doe een dringende oproep aan de regering om de hand aan de ploeg te slaan en de engagementen na te komen. Die afspraken hebben we samen gemaakt, we zouden graag zien dat die ook worden nagekomen. Dan garanderen wij als fractie dat we met bekwame spoed de decreten zullen behandelen en dienstbaar zullen zijn in de oplossing van de wateroverlastproblematiek, zodat we het spoedig tot een goed einde kunnen brengen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, ministers, collega’s, ondanks het feit dat hier al zo veel is gezegd, zijn een aantal belangrijke zaken nog onvoldoende of nog niet aan bod gekomen. Naast de kern en de praktische kant van het debat zijn er nog steeds twee instellingen bevoegd voor de bevaarbare waterlopen, namelijk de nv Waterwegen en Zeekanaal en de nv Scheepvaart. Vertel aan de Brazilianen dat er voor dat beetje water twee ministers verantwoordelijk zijn, en ze vallen dood in het oerwoud van de Amazone.
Er zijn liefst vier instanties bevoegd voor de onbevaarbare waterlopen. Vier instanties! Het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten en de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen. Raar dat er nog geen vereniging van Hobbits is die er ook iets mee te maken heeft.
Er is een minister bevoegd voor de bevaarbare waterlopen: minister Crevits beweegt zich met een bootje. En dan heb je minister Schauvliege voor de onbevaarbare waterlopen, die het moet doen met zwembandjes of een zwemeend. Beide hebben een opgesplitste verantwoordelijkheid. De vraag is: wat heeft deze Vlaamse Regering en misschien de voorgaande – in geen van beide zetelden wij, ter informatie – gedaan? (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
In de volgende misschien ook niet, maar als u het ooit brengt tot minister, mijnheer Van Malderen, wie weet ik ook. In welke mate heeft de Vlaamse Regering in deze legislatuur werk gemaakt van een hervorming om de versnippering van bevoegdheden over de bevaarbare en de onbevaarbare waterlopen tegen te gaan? Men zegt steeds: de Vlaamse Regering moet zich focussen op haar kerntaken. We hebben echter zo veel verschillende beleidsniveaus dat we niet meer komen tot de kerntaken. Het risico op overstromingen tot een minimum herleiden is een van de kerntaken. Dat is nu een van de kerntaken!
In dezen geldt meer dan ooit het devies: beter voorkomen dan genezen.
En dan hebben we die bewuste Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten. Het hele verhaal bewijst ook nog maar eens dat er nog altijd nauwelijks uitvoering is gegeven aan de breed gedragen aanbeveling van de Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten. Het verkorten van de doorlooptijd van de procedure is belangrijk om ervoor te zorgen dat er sneller buffering en wachtbekkens kunnen worden gerealiseerd.
Minister Crevits, in het VRT-nieuws van afgelopen zondag zei u zelf dat ook voor het herbouwen van een dijk een MER-rapport moet worden gemaakt, dat er ook procedures moeten worden doorlopen en dat dit ervoor zorgt dat het wat complexer is bij ons. Dat ‘complexer bij ons’ is echter ‘complexer door ons’. En dat is misschien de missing link: door ons, maar spijtig genoeg ten koste van diegenen die werken.
De commissie Versnelling is in feite een dode mus. Er wordt veel show rond verkocht maar in feite gaat alles nog altijd even traag. Ik zie dat sommigen willen reageren en zeggen dat dit net is als bij de unieke omgevingsvergunning. We praten sinds 2004 over de unieke omgevingsvergunning. Die is op de ministerraad goedgekeurd, maar zal spijtig genoeg het parlement niet meer halen voor april, en dan is het hier afgelopen. En dus wordt het een verhaal van de volgende regering. Is Vlaanderen nog wel bij machte om dingen te doen? Als men naar de werkloosheidscijfers van Vlaanderen en Wallonië kijkt, dan hoop ik dat er eindelijk een paar lampjes beginnen te branden, zeker in de hoofden van diegenen die denken dat in Vlaanderen alles beter is. Het is vijf voor twaalf, want we worden ingehaald door diegenen die we permanent onderschatten omdat we nalaten actie te voeren en het houden bij woorden, plannen en doelstellingen zonder concrete realisatie.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, dit debat is geen welles-nietesspelletje. Dit debat heeft vooral juiste informatie nodig.
Als we spreken over de commissie-Sauwens, dan herinner ik me dat u het daar heel vaak hebt gehad over die eengemaakte vergunning, de permis unique. Maar het is eigenlijk geen permis unique, want het gaat over twee vergunningen die naast elkaar lopen.
Vlaanderen is begonnen met de ongelofelijk uitdagende oefening om van die twee vergunningen één vergunning te maken. Het is heel gemakkelijk om dat te zeggen, maar daarvoor moeten knopen worden doorgehakt. Vandaag bevinden de milieu- en de bouwvergunning zich soms op twee verschillende beleidsniveaus. Wie beslist daarover? Wie beslist over een beroep daartegen? Hoe verloopt de handhaving?
Indien u zich in deze materie zou verdiepen, dan zou u versteld staan van het werk dat er de afgelopen drie jaar is verzet in een dossier waar als sinds de jaren 80 over gesproken worden. Nooit voordien heeft men zo ver gestaan in dit dossier, dat nu klaar is om aan het parlement te worden voorgelegd. Als dat decreet naar het parlement komt, dan is het vooral van belang dat het voldragen en juridisch sterk onderbouwd is.
Mijnheer Sabbe, ik hoop dat u zult deelnemen aan het debat over dit onderwerp wanneer we ons daar in dit parlement verder over zullen buigen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik wil eigenlijk hetzelfde zeggen als de heer Ceyssens. De beslissing over de omgevingsvergunning is genomen in de Vlaamse Regering en ligt neer in het parlement. De voorzitter van de commissie heeft zich daarnet nog sterk gemaakt dit met spoed te behandelen in de commissie zodat dit nog deze legislatuur een feit zal zijn.
Mijnheer Sabbe, ik denk dat u me daarnet niet goed hebt gehoord. Ik heb me wel degelijk geëngageerd om dit spoedig te behandelen. Het is een engagement van de meerderheid om daar de volgende maand mee te landen. Ik weet dan ook niet waar u het haalt dat we dit niet meer rond zouden krijgen tijdens deze legislatuur. Het is de vaste wil en overtuiging van de meerderheid om dat af te werken.
U hebt het ook gehad over het aantal spelers op de onbevaarbare waterlopen. Dat knelpunt hebben wij ook opgenomen in onze resolutie. Er wordt werk gemaakt van een fusie en een afschaffing van Polders en Wateringen waar ze niet meer werken.
Volgende week staat op de agenda van onze commissie ook het decreet tot de herclassificatie van de onbevaarbare waterlopen met als gevolg dat er veel minder beheerders zullen overblijven. Veel gemeentebesturen zullen hun klasse 3-onbevaarbare waterlopen overdragen aan de provincies.
Er zullen veel minder spelers zijn op het terrein. We zijn dus wel degelijk tegemoetgekomen aan de kritiek dat er te veel spelers aanwezig waren op het terrein.
Mijnheer Sabbe, ik nodig u, als vast lid van de commissie, uit om volgende dinsdag naar de vergadering te komen.
Wel, ik ben heel blij te horen dat er zo veel goede intenties zijn.
Mijnheer Ceyssens, u komt ook uit de privésector. De collega’s uit Wallonië hebben al sinds 2005 een unieke omgevingsvergunning. Zijn wij dan zoveel minder snel en zoveel minder slim dat wij dat niet kunnen? Ik ben erin geslaagd om een oppervlakte van 30.000 vierkante meter in Charleroi vergund te krijgen met milieuvergunning – wat in Vlaanderen klasse 2 is, namelijk vergunningsplichtig – in zes weken tijd. Dat krijg je in Vlaanderen niet gedaan. Nog altijd niet. We moeten durven toe te geven dat we dat niet goed hebben gedaan. Ik kan nog een aantal andere voorbeelden aanhalen. Ik hoop dat ik ongelijk heb en dat deze unieke omgevingsvergunning hier op tafel ligt vooraleer deze legislatuur ten einde is. Ik heb al zo veel beloftes gehoord. Ik geef nog een aantal andere voorbeelden.
Ik wil erop wijzen dat men voor de Codex Ruimtelijke Ordening de strategische projectvergadering gepland heeft.
In Wallonië hebt u uw vergunningen misschien tegelijkertijd gekregen, maar het zijn er twee die tegelijk behandeld zijn, met alle mogelijke nadelige gevolgen van dien als er beroepsprocedures zijn. Precies om dat te vermijden, gaat Vlaanderen het beter doen en naar één omgevingsvergunning gaan.
Dit Vlaams Parlement heeft kamerbreed, de 124 volksvertegenwoordigers samen, al de conclusie getrokken dat er een probleem is in de commissie-Sauwens. We zouden beter input krijgen over hoe we de zaken het best zouden aanpakken in plaats van te blijven herhalen dat er een probleem is. Dat zou ons veel meer vooruithelpen.
Mijnheer Ceyssens, ik wil daar gerust op ingaan, maar een aantal andere dossiers zijn significanter ter zake. In de Antwerpse mobiliteit is er een gigantisch probleem, waardoor er zelfs tewerkstelling verdwijnt. In augustus 2009 hebben we er al over gesproken snelle en bewarende maatregelen te nemen, maar nu komen we enkel tot een verfpottenakkoord. Ik denk niet dat u kunt spreken over voldoende slagkracht om de grote problemen aan te pakken.
Ik heb het met minister Muyters al vaak gehad over het stopzetten van de Vlaamse aanmoedigingspremie voor de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet waarmee de mensen gestimuleerd worden om niet te werken. Het is nochtans een partijprogrammapunt van de N-VA om de mensen niet meer te stimuleren om niet te werken. Zulke zaken blijven aanslepen en gaan zeer moeilijk vooruit. Het is een processie van Echternach. Ik hoor het u graag zeggen.
Als u erin zult slagen om deze bocht nog voor het einde van de legislatuur te nemen, krijgt u van mij een maxima cum laude. Eerst zien en dan geloven. Want dat is de rode draad in de vier en half jaar tijd: eerst zien en dan geloven dat u iets concreets hebt gerealiseerd.
We hebben een bestuurlijke vereenvoudiging gehad, althans van de provincies, waar er een enorme opportuniteit was om het Vlaamse bestuurlijke waterhoofd fundamenteel te reduceren. Uiteindelijk was het een maat voor niets, waarbij we wat aan de cosmetica van de provincies hebben gerommeld, maar niet aan de essentie.
Het probleem waarnaar we moeten kijken, is niet het vastgestelde probleem, maar het achterliggende probleem, namelijk de bestuurlijke traagheid en complexiteit van Vlaanderen. Daarvan moeten we fundamenteel werk maken, ook in volgende regeringen. We moeten daar iets aan doen, want dat is onmiddellijk gelinkt aan de competitiviteit en de toegankelijkheid van onze regio voor investeringen en voor economische welvaart.
Om af te sluiten, heb ik een aantal concrete vragen. We hadden een aantal zaken gezegd, bijvoorbeeld over die 600 hectare bijkomend overstromingsgebied. Het is toch belangrijk om vandaag een staat op te maken van die 600 hectare. Waar staan we? Hoeveel daarvan is gerealiseerd?
Een ander punt is zeer pragmatisch, staat zeer dicht bij de bevolking, namelijk het onderhoud en het uitdiepen van grachten en beken om ervoor te zorgen dat het afvloeien van het water, zeker van landbouwgebieden, zeer gemakkelijk en snel kan gebeuren. Dat was ook een van de actiepunten. Is daar al werk van gemaakt? Is dat al dan niet voldoende gerealiseerd?
Het grootste probleem situeert zich bij aanbeveling vijf van de resoluties van 7 juli, over de vereiste investeringsprojecten. We hebben het hierover al voldoende gehad. De minister verwijst naar het MER en zegt dat we niet sneller kunnen gaan. Ze zegt dat we niet kunnen terugkeren naar de middeleeuwen, waar de burggraaf of dijkgraaf snel beslist om een dijk aan te leggen. Oké, het zij zo. Dat is duidelijk, maar niets moet zo lang duren als het bij ons duurt. We moeten niet blijven steken in studiefases en onderzoek.
Dat is de kern van het probleem. Als we in Vlaanderen sneller, efficiënter zouden kunnen zijn en korter op de bal zouden kunnen spelen, dan zou er een ander Vlaanderen komen waar het nog veel beter is om te wonen, te werken en zich te ontspannen. (Applaus bij LDD)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, collega’s, toen ik zondagavond op het VRT-journaal de reportage over de aanpak van de wateroverlast langs de Dender zag, moest ik spontaan denken aan een sketch van Monty Python’s Flying Circus, meer specifiek aan de fameuze sketch van de microscopische dijk.
Kent u die sketch? Er staan drie mensen aan een woelige rivier, die geïnterviewd worden door een journalist. Naast hen liggen zandzakjes ongeveer tien centimeter hoog. De drie bewoners vertellen aan de journalist dat de zandzakjes hen moeten beschermen tegen wateroverlast. Ze hebben er toch niet het volste vertrouwen in want de vorige keer stond het water niet tien centimeter hoog, maar anderhalve meter. Ze hebben toch een beetje argwaan. Vervolgens komt er een minister in beeld en die lacht en zegt dat die mensen eigenlijk niets snappen van bescherming tegen overstromingen. Het zand ligt er goed en maakt zelfs deel uit van een ambitieus pakket van bijzonder beleidsmaatregelen dat nog net voor de verkiezingen binnen de daadkrachtige regering werd afgesproken. De regering is dus goed bezig en mensen klagen nu eenmaal gauw.
Kent u die episode van Monty Python? Uiteraard niet want de aflevering bestaat niet. Het is gewoon een tragikomisch stuk uit het VRT-journaal van vorige zondag dat eigenlijk een ideaal scenario zou zijn voor John Cleese en zijn kompanen: buurtbewoners die wijzen naar zandzakjes, de maatregelen die de Vlaamse overheid na drie jaar kan treffen langs de Dender, terwijl er in Wallonië wel maatregelen werden getroffen.
Minister, ik begrijp wat u aan het parlement en aan de mensen thuis probeert duidelijk te maken. U zegt dat u hard aan het werken bent om het probleem aan te pakken. Binnenkort gaat het allemaal opgelost zijn. Alleen horen we dat liedje al jaren. Het is niet meer geloofwaardig.
Op 19 januari 2011, bijna exact drie jaar geleden, verklaarde u het volgende in de plenaire vergadering: “De datum van 2012 voor het vernieuwen van de stuwen in Aalst en Geraardsbergen is uitdrukkelijk opgenomen in de planning. Als we goed doorwerken – wat we uiteraard zullen doen en dat engagement geef ik –, dan kunnen we in 2012 klaar zijn.” Quod non.
Het is intussen 2014 en nog altijd geen vernieuwde stuwen op de ‘Vlaamse’ Dender. Dat is natuurlijk wat de mensen u verwijten: u maakt beloftes die u niet waarmaakt. Het beeld van de daadkrachtige minister Crevits ligt aan diggelen. Men vertrouwt u niet meer in de Denderstreek.
Minister, het einde van de legislatuur is in zicht. Nu komt de afrekening van uw beleid. Minister, laat het duidelijk zijn: de grote oorzaak van de overstromingen in Vlaanderen is de historische verstening en bebouwing. De overheid heeft ongeordend en ondoordacht laten bouwen, zeker in overstromingsgevoelige gebieden. En die klok draai je niet zomaar terug, dat weet ik ook. De klimaatverandering, waarbij er tijdens de winter steeds meer neerslag valt, verhoogt nog eens het risico op overstromingen in Vlaanderen. Deze regering is niet verantwoordelijk voor de fouten uit het verleden. Dat heeft niemand gezegd en het zijn vooral de collega’s uit de meerderheid die hebben verwezen naar het verleden. Het is niet de verantwoordelijkheid van deze regering, maar deze regering is wel verantwoordelijk voor het huidige waterbeleid.
Dan zien we toch dat de aanpak van de Dender symptomatisch is voor het waterbeleid in Vlaanderen. Het gaat allemaal tergend traag. Bij de evaluatie van de overstromingen in november 2010 was een van de belangrijkste vaststellingen dat we in Vlaanderen onvoldoende bezig zijn met het actief beschermen van watergevoelige gebieden, om het waterbergend vermogen te behouden en zones voor waterinfiltratie in de grond te beschermen. Dat zou eigenlijk voor een groot deel toekomstige overstromingen moeten vermijden. Meer dan drie jaar na de grote overstromingen van 2010 staan er inderdaad een aantal zaken in de steigers, die de heer Martens daarnet heeft opgesomd. Er zijn een aantal stappen gezet, vooral in gemakkelijke dossiers, zoals die gewestelijke verordening inzake hemelwater. Dat heeft jaren geduurd en al bij al was dat een vrij eenvoudig dossier.
Op het terrein verandert er echter zeer weinig. Zo werd beloofd om in 2013 al een eerste reeks watergevoelige gebieden te beschermen die nog onbebouwd zijn, maar wel bijvoorbeeld in industriegebied of woongebied liggen. Dat zijn de fameuze signaalgebieden. Het is 2014, en nog altijd is er geen beslissing van de Vlaamse Regering.
Wat hebben we de voorbije jaren dan wel gedaan op het vlak van het waterbeleid? We hebben structuren vereenvoudigd. Het credo qua waterbeleid was dat er moest worden vereenvoudigd. Dat was natuurlijk het grote knelpunt in Vlaanderen met betrekking tot het overstromingsgevaar: die fameuze structuren. De bekkenbeheerplannen zijn eindelijk geïntegreerd in de stroomgebiedbeheerplannen. Bravo. Alsof we daarmee een vierkante meter grond in Vlaanderen hebben beschermd tegen overstromingen.
De slotsom is dat er nog veel werk voor de boeg is om Vlaanderen te beschermen tegen overstromingen, en vooral veel werk voor de volgende Vlaamse Regering. (Applaus bij Groen)
Minister Crevits heeft het woord.
Geachte leden, er is deze namiddag al heel veel gedebatteerd. De heer Sanctorum zei daarnet dat hij het zondagavond een tragikomisch stuk vond op de VRT. Ik vond het ook een tragikomisch stuk. Ik werd wat triest toen ik daar hoorde poneren hoeveel minder Vlaanderen investeert, hoeveel minder belangrijk de waterbeheersing is in Vlaanderen dan in Wallonië. Dat is manifest fout.
Ik heb deze namiddag al geprobeerd duidelijk te maken dat Vlaanderen een netwerk aan waterwegen beheert dat ettelijke keren langer is dan het Waalse: in totaal 1354 kilometer wordt beheerd door Waterwegen en Zeekanaal, terwijl dat voor Wallonië 400 kilometer is. Niet alleen is dat zo, maar zelfs als men uitrekent hoeveel er per kilometer wordt geïnvesteerd, dan blijkt dat we bijna 10.000 euro per kilometer meer investeren dan Wallonië.
Als dus een stuk wordt opgebouwd aan de hand van een compleet foutieve vergelijkingsbasis, dan kan ik niet anders dan daar enigszins ontgoocheld op terugkijken. Dat is wellicht ook de oorzaak van het debat dat hier vandaag wordt gehouden.
Ik probeer een aantal punten te overlopen.
Ik hoop dat ik niemand ervan hoef te overtuigen dat Vlaanderen volop investeert in de bestrijding van wateroverlast. U mag de principes ter zake niet vergeten. Die zijn: vasthouden, bergen en afvoeren. Dat betekent dat er zeer nauw moet worden samengewerkt tussen het lokale niveau, mijn collega van Leefmilieu, minister Schauvliege, en ikzelf, maar ook tussen de diensten die op het terrein alle werken doen.
Als je de investeringen bekijkt die we nu doen en die we in de voorbije jaren hebben gedaan, dan zie je dat er vooral ook enorm is geïnvesteerd in dat vasthouden, in dat bergen, in dat werken met peilniveaus van bufferbekkens. Dat is net de reden waarom de hevige neerslag die er in de voorbije periode is geweest, steeds voldoende goed is opgevangen.
Zoals ik deze namiddag ook al heb gezegd, we investeren niet alleen in onze waterwegen. We investeren ook in de beveiliging van onze havens en van onze kust. Dat mag niet worden onderschat en heeft ook al heel positieve effecten gehad.
Collega’s, ik erken, samen met jullie, dat er nog veel werk aan de winkel is. Ik zie dat nu, op dit ogenblik, de laatste loodjes worden gelegd om stuwen en sluizen van 100 of 150 jaar oud te vernieuwen. Zo zijn er tientallen in Vlaanderen. Dan besef je dat er de voorbije honderd jaar wellicht te weinig is geïnvesteerd in datgene wat we nu moeten doen. Als minister bevoegd voor de infrastructuur heb ik de laatste zeven of tien jaar nog niets anders meegemaakt dan het versneld moeten investeren in een verouderde infrastructuur, die vernieuwd moet worden.
Een aantal mensen hebben mij hier geconfronteerd met quotes van mezelf. Ik heb in 2011 inderdaad met veel enthousiasme over het Denderbekken gezegd dat we in de budgetten voorzien en dat we een aannemer aanstellen. Ik wil dat de procedures vooruitgaan, zodat we die werken kunnen starten. Het is mij gelukt wat de budgetten betreft. Het is mij ook gelukt een aannemer aan te stellen. Maar het is mij in 2012 niet gelukt om de spade in de grond te krijgen. De redenen zijn al genoeg aan bod gekomen: we moeten inderdaad een MER maken; Geraardsbergen ligt in een beschermd gebied; in Aalst willen we er een stadsvernieuwingsproject van maken. Ik heb al deze redenen nooit ontkend. Ze werden zeer transparant, in alle mogelijke verslagen en rapporten, tot twee maanden geleden aan jullie, aan de hele wereld, aan alle mensen wereldkundig gemaakt.
Betekent dit dat we in afwachting van die globale vernieuwing niets hebben gedaan? Neen. Ik heb al gezegd dat er zeven maatregelen werden genomen voor het Denderbekken. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat we bij hevige regen de grootste problemen de baas kunnen. Ze zullen niet kunnen verhinderen dat we die stuwen en sluizen moeten vernieuwen. Dat is absoluut noodzakelijk. Maar door goede debietregelingen en debietmeters, door waterkeringen die werden gebouwd, door het herstel van een bestaande dijk en door het leggen van zandzakjes als erosiebestrijdingsmaatregel proberen wij ervoor te zorgen dat de toestand beveiligd blijft.
Collega’s, ik zal in de komende maanden samen met mijn diensten nog stevig doorwerken, want het is uiteraard noodzakelijk dat we dit jaar kunnen starten, zowel in Geraardsbergen als in Aalst. We zullen ervoor zorgen dat ook alle andere stuwen en sluizen gelijktijdig met die twee waarover het nu gaat, in werking kunnen treden. Het is ook absoluut de bedoeling om de dijkversterking rond Overboelare uit te voeren. Die zandzakjes zijn een zeer tijdelijke maatregel, dat weet iedereen. Andere maatregelen zijn niet tijdelijk. Het is de bedoeling om daar een nieuwe stevige dijk te bouwen. Daarvoor is een bouwvergunning noodzakelijk.
De samenwerking met Wallonië verloopt goed. Het is juist dat we de timings wederzijds moeten respecteren. Ik kan daar geen kritiek op leveren. Er is een commissie die dat zeer goed opvolgt. Ik ben ervan overtuigd dat onze administraties daarin goed werk leveren.
Collega’s, we staan de komende jaren voor zeer grote investeringsprojecten, ook in waterbeheersing. Niet alleen in het Denderbekken maar ook aan de kust, in de Westhoek, in het Leiebekken en rond de IJzer. De problemen in Vlaanderen zijn bekend. Er wordt volop geïnvesteerd.
Ik ben het niet eens met diegenen die denken dat de resolutie die in dit parlement werd goedgekeurd, onvoldoende wordt opgevolgd. Het zou nuttig geweest zijn dat in november iedereen in die commissie aanwezig zou geweest zijn, dan zouden we daar de oplijsting van de maatregelen gehad hebben.
We moeten proberen ervoor te zorgen dat de mensen in Vlaanderen de voeten droog houden. Maar dat betekent ook – en ik kijk hier in het bijzonder naar de mensen die de regio Geraardsbergen goed kennen – dat er geen bouwvergunningen worden verleend in waterzieke gebieden. Daardoor maak je de problemen nog groter. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik heb met veel aandacht naar uw antwoord geluisterd. U begon met een opsomming van de goede samenwerkingen die er zijn. Mag ik u hier oproepen om ervoor te zorgen dat de verschillende administraties veel beter met elkaar zouden samenwerken?
U hebt daarover een schrijven gekregen van de burgemeester van Geraardsbergen, die u daarover heeft ingelicht. Hij gaf het voorbeeld van een ingenieur van Waterwegen en Zeekanaal die in Geraardsbergen plannen kwam ontvouwen maar moest toegeven dat hij niet beschikte over de plannen en de meetgegevens van Aquafin. Hij moest ook toegeven dat die in feite onontbeerlijk zijn om een ernstige studie te kunnen maken. De burgemeester heeft dan beide instanties samengebracht en heeft moeten vaststellen dat hij sedertdien niets meer van hen heeft gehoord.
Ook wijlen provinciegouverneur André Denys verklaarde toen dat hij heel ontgoocheld was door de gebrekkige gang van zaken en ook moest vaststellen dat elke administratie vanuit zijn eigen ivoren toren aan het aanmodderen is. Vandaar mijn warme oproep. U kunt hier nu wel zeggen dat er goed wordt samengewerkt. Wat we hier al heel de namiddag trachten duidelijk te maken is: in vele vragen die hier gesteld zijn en in vele antwoorden van u op schriftelijke vragen, worden ons telkenmale, waarschijnlijk met de beste bedoelingen, een aantal conclusies, plannen en data voorgelegd, maar we kunnen er niet naast dat we vandaag, in januari 2014, ondanks die vele beloftes en die vele gedane uitspraken, nog maar bitter weinig te zien krijgen op het terrein, behalve dan de zandzakjes.
Minister, dank voor uw antwoord. U hebt wel geen antwoord geboden op het werklijstje dat ik de regering heb meegegeven: de twee treinen van signaalgebieden waarrond in de conceptnota was afgesproken dat die nog deze legislatuur zouden worden behandeld en waarvoor nog planningsinitiatieven zouden worden opgestart. Het is belangrijk om die gebieden definitief als waterbergend gebied te vrijwaren.
Ook de heroriëntering van het Rubiconfonds stond aangekondigd in de conceptnota die we in maart 2013 hebben goedgekeurd. Ik hoop ook dat daar nog werk van wordt gemaakt, want dat betekent een alternatieve financiering voor de planologische oplossing die we voor onze waterproblemen zullen moeten bieden.
Verder deel ik uw frustratie met betrekking tot de procedures. Ik stel alleen maar vast dat men al vijftien jaar bezig is aan een overstromingsgebied als Kruibeke-Bazel-Rupelmonde, van gigantisch belang voor het vrijwaren van het Zeescheldebekken tegen overstromingen. Antoine Denert heeft er al een heel lange baard van gekregen. Ik hoop dat de juridische procedures die nog lopen rond het verleggen van de pijplijn van Air Liquide, als ik me niet vergis, nog deze legislatuur kunnen worden beslecht en we ook daar spoedig het lintje kunnen gaan doorknippen. Zowel rond de Dender als rond de andere bekkens zijn die overstromingsgebieden broodnodig. De investeringen op het vlak van stuwen en dijken moeten we zo snel mogelijk aanpakken. De middelen mogen daarbij niet de limiterende factor zijn. De beveiliging tegen overstromingen moet absolute prioriteit krijgen, ook in onze begroting. We moeten zo snel gaan als de procedures ons enigszins toelaten.
Voorzitter, minister, ik heb het debat heel de tijd goed aangehoord. Ik vond het eerlijk gezegd een scheldtirade tussen de traditionele partijen. Ik heb dat niet willen doen. Ik heb de problemen bij naam willen noemen. Ik zeg eerlijk dat ik positief in debat heb willen gaan omdat de problemen ter plaatsen te ernstig zijn om hierover een strijd te voeren en een politiek toneel op te voeren tussen de partijen. Ik vind dat eigenlijk ongehoord.
We hebben de problemen bij naam willen noemen, de problemen rond de administratieve mallemolen maar ook de traagheid van een aantal dossiers die werden opgestart. Ik heb het dossier Overboelare genoemd, waarvoor pas in 2013 een studie werd opgestart. Minister, ik denk dat u toch moet toegeven dat er enige traagheid in zit.
Wat betreft de goede samenwerking met Wallonië: ik hoor u dat graag zeggen. U geeft altijd een opsomming: het water moet worden vastgehouden, gebufferd, men moet het bergen en dan afvoeren. Minister, hoe zit het nu in Wallonië? Heeft men daar dezelfde mentaliteit als wij? Wordt het water daar gebufferd? Ik heb nog altijd de indruk dat ze hun dijken hebben opgetrokken en hun burgers beschermd, maar het water wordt wel sneller naar Vlaanderen afgevoerd en wij moeten de problemen hier maar oplossen. Daar heb ik geen antwoord op gekregen.
Een andere belangrijke vraag betreft de tijdelijke maatregelen. Ik wil niet schertsend doen over die zandzakjes. Het is echter zielig te zien dat aan de ene oever zandzakjes liggen om de erosie tegen te gaan, en aan de andere oever geen enkele maatregel wordt genomen om de burgers bij wateroverlast te beschermen tegen het wassende water dat op hen afkomt.
Minister, ik zou graag vernemen welke concrete maatregelen u wilt nemen om de problematiek in Overboelare aan te pakken. Uiteindelijk zult u pas in 2018 een concrete maatregel kunnen uitwerken. Welke tijdelijke maatregelen zult u ondertussen nemen?
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb duidelijk gehoord dat het dossier u na aan het hart ligt. U bent erin geslaagd enige klaarheid met betrekking tot de stand van zaken van de procedure te creëren.
We moeten rekening houden met de realiteit, die procedures omvat. Er moet overleg met de lokale actoren zijn. Nieuwe processen kunnen dit alles eventueel doorkruisen. Daar moet zeker oog voor zijn. We moeten alles doen om de zaken maximaal op elkaar af te stemmen.
Ik wil ook nog even op uw laatste opmerking ingaan. U wilt het signaal geven geen bouwvergunningen meer te verlenen voor plaatsen met waterproblemen of problemen met de watertoets. Dat is een belangrijk signaal om bijkomende overstromingen in risicogevoelige gebieden in de toekomst te vermijden. Ik hoop dat iedereen die het moet horen dit signaal oppikt. Ik hoop eveneens dat hierop het nodige toezicht zal worden uitgeoefend.
Minister Schauvliege, u hebt geen antwoord gegeven op de vraag over de lijst met prioritaire signaalgebieden. De eerste reeks zou eind 2013 aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd. Dat is nog niet gebeurd. U zult daar blijkbaar zo meteen een antwoord op geven.
Minister Crevits, u hebt deze namiddag al heel wat kritiek te verduren gekregen. Ik zou graag met een positieve oproep eindigen.
U moet in voldoende budgetten voorzien. Ik heb het niet enkel over de stuwen en de dijken. Ik heb het over het hele pakket aan maatregelen die op korte termijn moeten worden gerealiseerd. Er is duidelijk een budgetteringsprobleem. Dat is ook het bericht dat u van de burgemeesters uit de streek en van de provinciegouverneur hebt gekregen. U moet in voldoende budget voorzien om het totaalpakket aan maatregelen te kunnen financieren. Op die manier kunnen we overstromingen in de Denderstreek in de toekomst zo veel mogelijk vermijden.
Er is een fundamenteel vertrouwensprobleem ontstaan. Ik wil u oproepen om het vertrouwen te herstellen. De mensen in de Denderstreek zijn duidelijk kwaad. De lokale besturen zijn ook kwaad. De burgemeesters hebben u al meermaals brieven gestuurd. De provinciegouverneur heeft ook al aan de alarmbel getrokken. Ik stel voor dat u een poging onderneemt om het vertrouwen te herstellen. Dat is in ieders belang.
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Schauvliege zal straks nog op een aantal punten ingaan.
Zelf wil ik nog onderstrepen dat ik het niet aanvaard dat sommigen in dit halfrond het hele beleid van de Vlaamse Regering met betrekking tot wateroverlast tot enkele zandzakjes willen herleiden. Heel wat Vlaamse volksvertegenwoordigers en fractievoorzitters hebben net aangetoond welke immense investeringen de Vlaamse Regering tijdens deze legislatuur op veel plaatsen heeft gedaan en nog zal doen om tot een mogelijke beheersing van de wateroverlast te komen. Ik ben het niet eens met de mensen die hierover populistische uitspraken willen doen die ocharm op een enkel televisiebeeld zijn gebaseerd.
Wat dat beeld zelf betreft, wil ik voor allicht de vijfde keer deze namiddag herhalen dat de mensen op het terrein ook om deze werken hebben gevraagd. Het doel van de werken bestaat eruit een geërodeerde dijk te herstellen. Het college van burgemeester en schepenen heeft hier een positief advies op gegeven. De werken zijn ondertussen uitgevoerd.
Het zijn trouwens niet de enige werken, mevrouw Van den Eynde. Ik heb er zeven uiteengezet, die ervoor moeten zorgen dat we het water kunnen beheersen, ook in die regio.
Mijnheer Sanctorum, u zegt dat er een probleem is van vertrouwen. Vertrouwen is inderdaad heel belangrijk. Het is ook heel belangrijk dat als er een knelpunt is in een dossier, waardoor je de timing waar je rotsvast in gelooft, niet haalt, je dat open communiceert. Ik heb dat ook altijd gedaan, laatst nog in november toen dit dossier uitgebreid aan bod kwam in het parlement. We hebben heel open en transparant gezegd waar we stonden en op welke manier de timings moesten worden ingevuld.
Mensen in Overboelare weten dat ook. Ik heb de actiegroepen op mijn kabinet ontvangen, er zijn negen woningen onteigend. Ik weet dat er groepen zijn die liever nog veel meer woningen zouden onteigenen en er een groot overstromingsgebied zouden van maken. Daar ben ik het niet mee eens, dat is niet mijn keuze. Ik wil daar een nieuwe dijk bouwen, daar moet ik wel een vergunning voor krijgen, natuurlijk. We moeten samen met het lokaal bestuur afspreken hoe die er precies moet uitzien. Daarvoor is veel overleg nodig.
Minister Schauvliege is naar het schepencollege van Geraardsbergen geweest om toelichting te geven bij alle dossiers. Ik wil dat gerust ook nog eens doen, maar kom me niet zeggen dat ik geen vertrouwenwekkende daden stel. Het is inderdaad soms moeilijk om een timing te halen. Dat betekent niet dat we niet aan het dossier werken. Als ik zeg dat de spade dit jaar in de grond gaat, is dat omdat ik erop vertrouw dat dat ook zal gebeuren. We staan ook al een stuk verder in de procedure dan twee jaar geleden.
Ik had gehoopt dat we twee jaar geleden hadden kunnen starten. Ik heb er onvoldoende rekening mee gehouden dat dit toch een heel complex dossier is. Maar iedereen staat nu klaar, de budgetten zijn gepland, en ik hoop dat het in de komende periode kan gebeuren.
Minister, u hebt alleszins gelijk. In de populistische aanpak van het beeld van de zandzakjes kan ik u bijtreden. Het is een beeld dat natuurlijk blijft hangen. Het voordeel van dit debat is dat de Dender weer op de agenda is geplaatst. Het is duidelijk dat u dit ter harte neemt, en dat we hier allemaal achter staan. Ik ben dus deels gerustgesteld.
Het feit dat de regering werk maakt van de procedure om de voortzetting van de werken op de Dender aan te pakken, zal zeker ten goede komen aan de volgende Vlaamse Regering. Dan moeten we sneller vooruitgaan met die werken op de Dender.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Vandaag ging het debat vooral over de Dender. In de commissie overlopen we geregeld heel nauwgezet alles wat er in deze legislatuur is gebeurd met de aanpak van wateroverlast.
Na 2010 is er een resolutie goedgekeurd in het parlement met tien concrete aanbevelingen. Al die aanbevelingen worden telkens in de commissie overlopen. Daaruit blijkt dat er heel veel is gebeurd en dat alles absoluut op schema zit. Dat heeft Bart Martens, voorzitter van de commissie, daarstraks mooi geïllustreerd. Het is jammer dat een element in dit debat uit de context wordt gehaald, maar dit wil ik hier uitdrukkelijk herhalen.
De signaalgebieden en het Rubiconfonds zijn een gedeelde bevoegdheid met minister Muyters, bevoegd voor ruimtelijke ordening. We hebben de timing gehaald in die zin dat de concrete maatregelen in december al naar de Inspectie van Financiën zijn gestuurd. Op heel korte termijn zal het aan de Vlaamse Regering kunnen worden voorgelegd. Beide dossiers, signaalgebieden en Rubiconfonds, zijn aan elkaar gebonden. Dat is ook de informatie die ik van minister Muyters heb ontvangen.
Minister Hilde Crevits heeft verwezen naar zeven concrete acties die ze neemt op de Dender, en dus niet alleen de karikatuur die wordt gemaakt van de zandzakjes.
Ik wil nog toevoegen dat naast de investeringen voor de onbevaarbare waterloop er ook extra is geïnvesteerd in de buffercapaciteit, voor bijkomende wachtbekkens rond het Denderbekken. In deze legislatuur is daarvoor 25 miljoen euro vrijgemaakt. De afgelopen drie jaar is de buffercapaciteit rond het Denderbekken met 20 procent toegenomen. Dat moet voor extra bescherming zorgen. Het lijkt me belangrijk genoeg om dat te vermelden.
Minister, ik blijf toch op mijn honger zitten: hoe zit het met de goede samenwerking met Wallonië? Ik hoor wel zeggen dat Vlaanderen maatregelen neemt om de buffercapaciteit te verhogen – 25 miljoen voor de aanleg van wachtbekkens –, maar wat doet Wallonië? Buffert Wallonië, of wordt het water zomaar rechtstreeks naar Vlaanderen gestuurd? Daar verneem ik niets over.
Mevrouw, ik dacht dat ik daar in de loop van het debat op had geantwoord. Wij zitten met Wallonië samen om de werken op elkaar af te stemmen. Zo moeten wij, als het over de Dender gaat, ervoor zorgen dat wij niet een toestand krijgen waarin stroomopwaarts is vernieuwd maar stroomafwaarts niet. Deux-Acren is de sleutel. Wij moeten ervoor zorgen dat onze stuwen zijn vernieuwd op het moment dat bij hen de laatste stuw, die voor de verbinding tussen Wallonië en Vlaanderen zorgt, is vernieuwd.
Voorts is er ook samenwerking inzake het openzetten van de kleppen: men moet er steeds voor zorgen dat men de hoeveelheid water doorlaat die de stroomafwaarts gelegen zones aankunnen. Na de vorige wateroverlast, van 2010, kwam er kritiek dat men het water van de Zenne en de Dender te snel liet doorstromen. Er zijn in dat verband goede afspraken gemaakt. Zelf neem ik niet deel aan die vergaderingen, maar men zegt me dat het ambtelijk overleg zeer goed verloopt en dat voor de uitvoering van de werken zeer goed wordt samengewerkt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– De meerderheid, Open Vld, het Vlaams Belang en Groen kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 16.45 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.