Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de problemen bij het groenestroombedrijf Electrawinds, in het licht van de overheidsmiddelen waarmee de Vlaamse Regering het bedrijf de voorbije jaren op diverse wijzen heeft ondersteund.
Het debat is geopend.
Minister Lieten heeft gevraagd of ze eerst een toelichting mag geven. Als de regering het woord vraagt, mag ik dat nooit weigeren.
Minister Lieten heeft het woord.
Dames en heren, geachte leden van het parlement, alvorens in te gaan op de concrete elementen in dit debat, wil ik een paar dingen toelichten. Op de eerste plaats wil ik iedereen eraan herinneren dat Electrawinds een beursgenoteerd bedrijf is, dat op dit moment op zoek is naar middelen. De onderhandelingen daarover lopen. Wij zijn als Vlaamse overheid op geen enkele manier rechtstreeks betrokken bij die onderhandelingen. We moeten dus een beetje opletten wat we zeggen en de discussie op een verantwoorde manier voeren, zodat we geen fouten maken in het kader van de beursreglementering.
Ik zal proberen jullie zo uitgebreid mogelijk te informeren. Daarna kunnen we het debat in alle lengte en breedte voeren.
Eerst en vooral wil ik iedereen eraan herinneren dat de Vlaamse overheid – niet alleen de huidige Vlaamse Regering, maar ook de voorgaande regeringen – er heel sterk op heeft ingezet om investeringen in hernieuwbare energie te stimuleren. Dat komt ergens vandaan. Ons Vlaams beleid is natuurlijk gestoeld op het Europese beleid. Ik verwijs naar de richtlijn hernieuwbare energie van 2001. Op basis daarvan is er een Europees klimaat- en energiepakket goedgekeurd waarin de EU afsprak om tegen 2020 allemaal samen 20 procent van onze energie op een hernieuwbare manier te produceren. Dat is dan weer vertaald in nationale doelstellingen. Voor België betekent dat dat we tegen 2020 13 procent hernieuwbare energie moeten halen. Dat is belangrijk als achtergrondinformatie.
Hoe doet de Vlaamse overheid dat? Op de eerste plaats creëren we een rendabele markt voor die hernieuwbare energie, onder andere door die groenestroomcertificaten, maar we doen dat natuurlijk ook – en dan kom ik dichter bij het onderwerp van vandaag – door te blijven inzetten op investeringen in hernieuwbare energie. Deze regering is dat zo overeengekomen in het regeerakkoord. In dat regeerakkoord staat dat we in de eerste plaats willen investeren en investeringen willen stimuleren in een meer hernieuwbare energievoorziening. Als gevolg daarvan is hernieuwbare energie dan ook een van de dertien doorbraken van Vlaanderen in Actie.
Via deze inleiding kom ik tot het dossier Electrawinds zelf. Ik wil jullie daar graag zo volledig mogelijk over inlichten, maar ik moet er eerst bij zeggen dat er uiteindelijk gedurende verschillende jaren steun en financiering is gegeven vanuit verschillende kanalen van de Vlaamse overheid. Ik heb geprobeerd om alle informatie te verzamelen om jullie een volledig overzicht te kunnen geven. Ik heb dus informatie opgevraagd bij onder andere ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) en andere overheidsinstellingen.
Ik kan natuurlijk geen uitspraken doen over vennootschappen waar de Vlaamse overheid totaal geen zeggenschap over heeft. Ik beschik trouwens over weinig informatie over dat onderwerp, namelijk dezelfde informatie die jullie lezen in de krant. Zo zijn er onder andere Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM), Dexia, Belfius, DG Infra en de Vlaamse Energieholding. Voor de volledigheid wil ik zeggen dat de Vlaamse Energieholding niet het Vlaams Energiebedrijf is dat we hier hebben opgericht, maar iets anders.
Tussen 2003 en 2012 is er ongeveer 15 miljoen euro aan subsidies, dus rechtstreekse financiële steun, toegekend aan Electrawinds. Dat is via verschillende instrumenten gebeurd binnen het Agentschap Ondernemen. Zo is er een strategische investerings- en opleidingssteun toegekend. Het gaat ook over ecologiesteun, groeipremie en expansiesteun. Van die 15 miljoen euro is uiteindelijk tot op heden 11,8 miljoen euro aan het bedrijf uitbetaald door het Agentschap Ondernemen. Op 17 juni 2011 werd er een strategisch investeringsdossier goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Dat was een beslissing van de Vlaamse Regering, maar alle andere beslissingen werden genomen binnen de delegatie bevoegdheden door de minister van Economie. De uitbetaalde steun, dus 11,8 miljoen euro, kunnen we opsplitsen: 4 miljoen euro ecologiesteun, 400.000 euro groeipremie, 575.000 euro strategische steun en 6,75 miljoen euro expansiesteun. Van die uitbetaalde steun is uiteindelijk 1,87 miljoen euro toegekend in deze legislatuur en 9,9 miljoen euro tijdens de vorige legislaturen.
De tweede categorie subsidies valt binnen mijn eigen bevoegdheidsdomein Renovatie en Technologie. Electrawinds kreeg tussen 2005 en vandaag steun voor drie projecten. Er is het lopende project FlanSea, een consortium van negen partners waar Electrawinds deel van uitmaakt, naast andere bedrijven zoals DEME. Zij hebben een onderzoeksproject lopen rond golfenergie. Die steun werd toegekend op 16 december 2010. De totale maximale steun aan Electrawinds zelf is in dit verband 185.000 euro.
In 2005 en 2007 zijn er vanuit Innovatie twee haalbaarheidsstudies gesteund: één over de biomassacentrale van Electrawinds voor een bedrag van 27.000 euro, en één over Electrawinds West-Vlaanderen voor een bedrag van 20.000 euro.
Ik geef u een chronologisch overzicht van de rechtstreekse overheidssteun via investeringen en van de beslissingen daaromtrent. Ik wil u eraan herinneren dat we de regel aanhouden dat we in dit parlement geen vragen behandelen over de investeringsbeslissingen van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen (Gimv). Daar is een reden voor. Het is een beursgenoteerd bedrijf waarin de overheid een belang van 27 procent heeft en dat voor 73 procent in private handen is. De overheid heeft wel een aantal bestuurders, maar die zijn in de minderheid. Er is zeker en vast een belangrijke bevoegdheidsdelegatie naar de directie. We willen de investeringsbeslissingen van Gimv niet in het parlement ter discussie stellen omdat we Gimv niet in gevaar willen brengen en we beperkte zeggenschap hebben. Ik heb me daaraan gehouden.
Ik geef u zoveel mogelijk informatie. In december 2008 verstrekte Gimv-XL een achtergestelde lening met warrant aan Electrawinds voor een bedrag van 25 miljoen euro. Gimv was toen de eerste overheidsgerelateerde investeringspartner die een beslissing nam.
Het Gimv-XL-fonds heeft een grootte van 609 miljoen euro. Ze investeren in grotere bedrijven. Gimv en de Vlaamse Participatiemaatschappij (VPM) hebben een engagement van 185 miljoen euro in diverse bedrijven. Meer dan de helft daarvan is afkomstig van private investeerders. Het Gimv-XL fonds wordt op een autonome wijze beheerd door Gimv en de investeerders. We zijn via VPM vertegenwoordigd in de toezichtsraad die moet toezien op de correcte naleving van de fondsvoorwaarden.
PMV komt in het spel in juni 2009, aan het einde van de vorige legislatuur. Toen kreeg ze de vraag van een Vlaamse ondernemer om een deel van de aandelen in Electrawinds NV over te kopen van Windpark NV. De betrokken ondernemer had de uitkoop van een buitenlandse partner, 3E, eerst gefinancierd met bankleningen, maar in volle financiële crisis wilden de banken deze financiering niet langer aanhouden. De ondernemer ging op zoek en kwam aankloppen bij PMV om deze financiering over te nemen. Om dit bedrijf in een voor onze regio strategische sector als hernieuwbare energie in Vlaamse handen te houden, heeft PMV haar rol gespeeld en die beslissing genomen.
Ik hoor u al opperen dat PMV er in de toekomst voor moet opteren om geen minderheidsparticipaties te nemen, en enkel meerderheid mag verwerven. Ik wil er u op wijzen dat dit een vergaande strategiewijziging zou inhouden. We hebben er met betrekking tot het Vlaams economisch overheidsinstrumentarium altijd voor gekozen om private investeerders te ondersteunen en pas op te treden als de private markt het niet wil doen. Daarom is PMV in 2009 in het Electrawindsdossier opgetreden.
Het functioneren van onze investeringsmaatschappijen staat onder controle van het Rekenhof. De spelregels worden vastgelegd in het decreet betreffende de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid van 7 mei 2004. Dit decreet bepaalt dat de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid privaatrechtelijk vormgegeven agentschappen zijn die extern verzelfstandigd zijn.
Dat komt erop neer dat ze een eigen raad van bestuur hebben en zich tot het Vlaamse Gewest, tot de regering, tot dit parlement verhouden zoals een privébedrijf zich tot zijn aandeelhouders verhoudt. In uitvoering van dit decreet sloot de Vlaamse overheid dan ook een samenwerkingsovereenkomst af met PMV, waarin de autonomie van deze investeringsmaatschappij expliciet wordt bevestigd.
Een van de drie activiteiten die PMV op basis van deze samenwerkingsovereenkomst mag ontwikkelen, is het nemen van autonome investeringsbeslissingen. Artikel 8 van deze samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat de raad van bestuur de strategie en het investeringskader bepaalt voor de autonome investeringsactiviteiten, dat hij daarbij een marktconform rendement nastreeft en een investeringsbeleid voert rekening houdend met de maatschappelijke noden en baten. Dit artikel bepaalt ook dat de raad van bestuur, of de vennootschapsorganen of investeringscomités waaraan die beslissingsbevoegdheid heeft gedelegeerd, autonoom beslist of hij middelen onder de vorm van kapitaal of een eigen vermogen of achtergestelde leningen gaat inbrengen.
Ter aanvulling daarop heeft de raad van bestuur van PMV ook een corporategovernancecharter aangenomen, waarin het bestuursmodel eigenlijk verder wordt beschreven. Paragraaf 4, punt 1 daarvan beschrijft ook duidelijk de rol van het Vlaamse Gewest als aandeelhouder. Die rol houdt in dat de minister niet betrokken mag zijn bij het dagelijks beheer en de ondernemingen de volledige operationele autonomie moet gunnen, dus ook op het vlak van de investeringsbeslissingen.
Minister, kunt u afronden?
Ik zal nog even de investeringen overlopen. Dat is waardevolle informatie. Ik zou dat wel willen doen. (Opmerkingen)
U kunt een toelichting geven, en het is natuurlijk niet aan mij om te zeggen wat de regering moet zeggen …
Absoluut niet.
Dit wordt echter heel detaillistisch. Ik veronderstel dat de mensen die een uiteenzetting zullen houden, ook al weten welke investeringen de respectieve betrokkenen hebben gedaan. Ik stel dus voor dat u afrondt.
Voorzitter, met alle respect, ik denk dat de mensen hier alleen maar informatie hebben uit de kranten, en ik probeer nu iedereen duidelijk te informeren. (Rumoer)
Daarnaast is het debat open voor iedereen, zo lang en zo breed als het hoort. Ik zal het dus kort houden.
Minister, ik vraag alleen maar dat het parlement zijn visie zou kunnen geven op deze kwestie.
Absoluut.
Dan kunt u daar straks natuurlijk nóg op inspelen. Ik vraag u dus eigenlijk gewoon dat u uw toelichting zo kort mogelijk zou houden, alstublieft.
Voorzitter, ik geef geen visie. Ik zal de toelichting kort houden, en ik heb tot nu toe alleen feiten gegeven. Ik ga verder over de feiten.
Ik ben op tijd begonnen, om 14 uur. Het is al bijna 14.20 uur. Ik vraag gewoon dat u het kort zou houden. (Opmerkingen)
Mijnheer Van Malderen, tot nader order leid ik nog altijd deze vergadering. Ik vind dat dit ook op tien minuten kan worden meegedeeld. Dan kan het parlement zijn mening formuleren, en dan kan de minister daar perfect een repliek op geven. Tot middernacht wat mij betreft. Daar heb ik geen probleem mee.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, ik kan u alleen maar bijtreden. Natuurlijk laat het reglement toe dat de regering eerst een mededeling doet, een toelichting geeft, maar dit is geen mededeling meer. Dit is geen toelichting meer.
Minister, u bent hier al aan het anticiperen op vragen die zelfs nog niet zijn gesteld. U bent hier bezig een heel verhaal te brengen dat u net zo goed had kunnen brengen na de uiteenzettingen van al die parlementsleden die hierover het woord hebben gevraagd, zodat dit is uitgemond in een actualiteitsdebat. U bent aan het anticiperen op wat het parlement eventueel – eventueel – te vragen heeft.
Dat is echt geen manier van doen. De voorzitter vraagt u bondig te zijn. U zegt dat u gewoon doorgaat. U bent inderdaad al twintig minuten bezig. Ik zou zeggen: ga naar uw plaats, luister naar wat het parlement te vertellen heeft en kom dán uw verhaal doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega’s, even ter verduidelijking, ik pas gewoon het reglement toe. Anders zou u me misschien verdenken van autoritair optreden. Het is altijd goed het reglement te kennen. Ik lees even voor uit het reglement: “Aan de leden van de regering en de verslaggevers moet het woord worden verleend wanneer zij het vragen.” Dat staat zelfs in de bijzondere wet. Het reglement vervolgt: “De voorzitter kan hun vragen te besluiten als hij oordeelt dat de plenaire vergadering voldoende is ingelicht.” Ik meen dat het op dit moment geen zin heeft om heel veel details te geven. De minister kan daar straks op inspelen. Minister, ik vraag u dus om zo snel mogelijk af te ronden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Voorzitter, ik had de indruk dat het het debat ten goede zou komen indien ik op voorhand enkele feiten zou meegeven, maar sommigen hebben daar blijkbaar geen behoefte aan. Ik zal mijn betoog kort vervolgen en afronden.
Ik zou u nog informatie kunnen geven over de beslissingen van de raad van bestuur van PMV. Blijkbaar wil het parlement dat later horen. Ik wil er nog aan toevoegen dat naast de subsidiesteun en de beslissingen van PMV er ook een bijdrage is geweest vanuit Gigarant, waarbij Electrawinds een waarborg kreeg toegekend.
Voorzitter, ik wil eindigen met te zeggen dat ik heel graag alle discussies hierover wil behandelen, dat ik dat doe met de informatie die ik heb gekregen, en dat ik uitkijk naar het debat, dat – hoop ik – niet alleen zal gaan over enkel het dossier Electrawinds maar ook over onze investeringspolitiek en over de manier waarop de Vlaamse overheid daar verder mee wenst om te gaan. Ik luister graag naar de mening van het parlement.
De heer Penris heeft het woord. Mijnheer Penris, u hebt zeven minuten.
Voorzitter, zeven minuten is niet veel.
Minister, het dossier Electrawinds is kenschetsend voor hoe we de laatste jaren, parlementair gesproken, met het economisch overheidsinstrumentarium zijn omgegaan. Ik kan me niet herinneren dat hierover al ten gronde grote debatten werden gevoerd. Hoe gaan wij om met PMV? Hoe gaan wij om met Gimv?
Minister, uzelf hebt daar al eens uw mening over gegeven, en wel op 7 november 2013 in uw antwoord op een vraag van de heer Bothuyne. Ik citeer: “PMV en Gimv zijn investeringsmaatschappijen die een heel grote operationele autonomie hebben. Ik heb me nooit gemoeid met de opportuniteitsbeoordelingen van de raden van bestuur van PMV en van een beursgenoteerd bedrijf zoals Gimv. Dat is niet de taak van een minister, en dat zal ik ook nooit doen. De beleidsdoelstellingen zijn dat de middelen worden besteed in functie van de krijtlijnen die in de beheersovereenkomst en in de oprichtingsdecreten staan. Het is aan de raad van bestuur om ze dagelijks toe te passen. Ik heb er tot nader order alle vertrouwen in dat de raad van bestuur van PMV enerzijds en de raad van bestuur van Gimv anderzijds het maximale doen om de belangen van hun vennootschap te waarborgen. Het is ook hun wettelijke taak om dat te doen. Als ze daarover met elkaar gesprekken voeren en proberen om zo tot een win-win te komen, dan is dat uiteraard een eigen inschatting die ze moeten maken.”
Daarmee moesten we het toen stellen, nietwaar mijnheer Bothuyne? Het is duidelijk dat de besluitvorming binnen die organen met een probleem wordt geconfronteerd. Want wie zijn de bestuurders in PMV? Die mensen worden aangesteld door ons, door het Vlaamse Gewest. Ze zijn bekend: Clair Ysebaert, voorzitter, liberaal en onder meer gewezen kabinetschef van Guy Verhofstadt; Greta D’hondt, gewezen CD&V-kamerlid; de Antwerpse N-VA-schepen Koen Kennis; de gewezen N-VA-woordvoerder Jeroen Overmeer; Raf Suys, kabinetschef van minister-president Peeters; en uw eigenste kabinetschef Patrick Verjans. De secretaris-generaal van een van de departementen van de Vlaamse administratie en de voorzitster van de Vlaamse Interuniversitaire Raad wens ik qua politieke kleur buiten beschouwing te laten.
Welke rol speelt PMV ten aanzien van Electrawinds? We zullen dat straks of misschien later nog ten gronde mogen vernemen. Maar, minister, ik ben van plan om hierover verdere initiatieven te nemen. Waarom zijn er mensen in PMV die zich de voorbije jaren op sleeptouw hebben laten nemen door het bestuur van Electrawinds? Ik stel de vraag. De heer Vande Lanotte, sp.a, stelt dat de groenestroombedrijven het vandaag moeilijk hebben, onder andere door externe factoren zoals de marktprijzen.
Heel merkwaardig om dat te mogen optekenen uit de mond van een socialist. Voornamelijk omdat we weten dat het net sp.a was, zijn en uw partij, die het voorbije decennium dé promotor was, minister, van groene stroom en het groenestroombeleid in Vlaanderen. Maar Vande Lanotte zei gisteren ook dat een belangrijke oorzaak voor de moeilijkheden het feit is dat de aandeelhouders niet meer op één lijn zitten. Wel, minister, PMV is een aandeelhouder – weliswaar een kleine – en speelt een rol in het initiatief van het investeringsconsortium rond Duco Sickinghe.
We stellen vast dat mensen van PMV niet meer op één lijn zitten met de historische aandeelhouders. Het jaarverslag van PMV van 2012 stelt met betrekking tot de beursgang van Electrawinds van vorig jaar : “De aandelen van Electrawinds nv werden omgeruild in aandelen van het beursgenoteerde ECTSE, inmiddels Electrawinds SE genoemd. PMV beschikt over een verkooprecht op de aandelen Electrawinds SE met een minimaal gegarandeerd rendement. Omwille van dit verkooprecht is men van oordeel dat er geen indicatie is van duurzame waardevermindering op de oorspronkelijke aanschafwaarde.” Vandaag, minister, tenzij u mij tegenspreekt, is er wel een duurzame waardevermindering en dreigen PMV en Gimv samen te verliezen.
Minister, u ervan afmaken met de houding ‘you lose some, you win some’ kan in dit dossier niet. De vraag is hoe wij als Vlaams Parlement omgaan met de investeringsmaatschappijen waarin wij overheidsmiddelen hebben gestopt, in het geval van PMV zijn wij zelfs voor 100 procent aandeelhouder. Op 8 augustus 2011 werd de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen PMV en het Vlaamse Gewest ondertekend, ter vervanging van de vorige versie uit 2003. Gisteren was die samenwerkingsovereenkomst nergens te bemachtigen op het net, ook niet via de databank DORIS, voorzitter. Ik hoop dat we in dergelijke documenten inzage zullen krijgen.
We hebben, minister, een probleem met betrekking tot informatie. Vandaag kunt u wel stellen dat u openheid wilt geven in het debat. Maar ik denk, voorzitter, in alle eerlijkheid en objectiviteit, dat dit parlement in dit dossier nood heeft aan een onderzoekscommissie, die alles wat het dossier Electrawinds aanbelangt ten gronde kan en mag uitspitten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister, u komt als een consultant naar voren. De meeste consultants komen ongevraagd, u ook. (Opmerkingen van de voorzitter)
Wilt u dat ik begin met de reactie op de heer Penris?
Mijnheer Penris, ik begrijp uw betoog, maar we moeten voorzichtig zijn. Het is duidelijk dat dit dossier een voorbeeld is van staatskapitalisme, lees: socialistisch staatskapitalisme. Ik ken enkele van de bedrijven als PMV en Gimv. Meestal maken die mensen, wanneer het over dossiers gaat van een privé-ondernemer, hun huiswerk wel degelijk en grondig. In die gevallen komen ze nooit tot het ter beschikking stellen, allemaal samen dan nog, van pakweg 116 miljoen euro aan een bedrijf dat ettelijke jaren later nog altijd maar 112 miljoen euro omzet realiseert. Dat is duidelijk de politieke hand, die de managers binnen die organisaties heeft overspeeld. Dat is de kern van de zaak. Als we nu in een commissie het onderzoek richten op de executives, zijn we verkeerd bezig. Het is overduidelijk waar de verantwoordelijkheid zit, bij minister Vande Lanotte zelf en bij niemand anders.
Mijnheer Sabbe, ik volg u voor een stuk, maar laat ons, in al onze wijsheid als parlementsleden, onderzoeken wat we te onderzoeken hebben. Ik wil eenieder met de beschuldigende vinger wijzen, maar ik vind dat we enkel mogen afgaan op de feiten die we kennen en zouden kunnen kennen.
En daarom, voorzitter, zullen wij een initiatief aankondigen dat een formele onderzoekscommissie opricht in dit parlement om alle dingen die we in dit dossier mogen en moeten kennen, te kennen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het verhaal van Electrawinds is momenteel een bijzonder triestig verhaal: opgericht in 1998 en bedoeld om groene energie te ontwikkelen, gaat het bedrijf vandaag gebukt onder een berg schulden. Het is vandaag – dat is belangrijk om te zeggen – nog geen afgelopen verhaal. Onderhandelingen zijn nog steeds lopende. Dit gegeven en het feit dat het om een beursgenoteerd bedrijf gaat, verplichten ons – dat wisten we – om in dit debat een zekere voorzichtigheid aan de dag te leggen.
Het gaat hier immers niet alleen om de aandeelhouders en de schuldeisers alleen, want laten we niet vergeten dat dit bedrijf ook enkele honderden mensen tewerkstelt, waaronder alleen al een vijftigtal in mijn regio. In het bijzonder voor die mensen zijn het bange dagen. Het gaat hier over jobs. We moeten dan ook durven te hopen dat er alsnog een degelijke oplossing uit de bus komt.
Toch is het noodzakelijk om hier in het halfrond een debat over deze problematiek te voeren. Het is ondertussen immers al voor iedereen duidelijk geworden dat de verschillende overheden de afgelopen jaren bijzonder veel geld in het bedrijf hebben geïnvesteerd. Wij, parlementsleden, moeten daar vragen over stellen. Dat is onze plicht.
En ja, het is opvallend dat er effectief diverse publieke instellingen in dit project zijn gestapt. En ja, we weten dat een huidig minister ooit voorzitter was van de raad van bestuur. En ja, velen vermoeden dat er toch wel flink gelobbyd werd om maximale steun voor het bedrijf te verzamelen. We moeten daar niet flauw over doen, maar het probleem vandaag is niet die steun op zich, maar wel het feit dat er overheidsgeld werd gestopt in een bedrijf dat er klaarblijkelijk niet in is geslaagd om een financieel gezonde onderneming op touw te zetten.
Is het slecht management, grootheidswaanzin, de economische crisis, gewijzigde stroomprijzen of een falend groenestroombeleid dat voor de gigantische schuldenberg heeft gezorgd? Waarschijnlijk ligt de oorzaak in een combinatie van diverse factoren. En ook de bijzonder complexe structuur van de groep rond Electrawinds en haar aandeelhouders en investeerders zal waarschijnlijk niet hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van een performant bedrijf. We vragen ons dan ook terecht af of de investeringsvehikels van de overheid deze malaise niet konden zien aankomen of inschatten.
In hoeverre werd aan alle juiste parameters voldaan om de publieke middelen effectief te investeren, minister? Het bedrag is natuurlijk niet min. We hebben het al gehoord. Het gaat om vele tientallen miljoenen overheidssteun, waarvan een aanzienlijk deel afkomstig is van instellingen die onder de bevoegdheid van deze Vlaamse Regering vallen. Ik meen dat we het in dit debat, hier in het Vlaams Parlement, dan ook specifiek moeten hebben over die investeringen. Het debat vandaag, voorzitter, dient om klaarheid te brengen in een wel zeer complexe en niet-transparante materie. We hopen, mevrouw de minister, straks van u klaarheid te krijgen.
Collega’s, laten we de Vlaamse steun eens even onder de loep nemen. De Vlaamse investeringsmaatschappij PMV zou eind juni 2009 beslist hebben om voor 25 miljoen euro te investeren, waarvan 15 miljoen in de vorm van aandelen en 10 miljoen in de vorm van achtergestelde leningen. Blijkbaar zou ondertussen al voor 1,3 miljoen euro aan aandelen opnieuw zijn verkocht, wat het huidige investeringsbedrag op 23,5 miljoen euro brengt. PMV is uiteraard voor 100 procent een dochter van de Vlaamse overheid, met een rechtstreekse lijn tussen het bestuur van PMV en de Vlaamse Regering. En dus, minister, zou u ons moeten kunnen vertellen waarom PMV in Electrawinds een interessant investeringsproject zag.
Ook de beursgenoteerde investeringsmaatschappij Gimv, waarin de Vlaamse overheid deels participeert, stelde via een fonds middelen beschikbaar. We lezen echter ook dat Gimv ondertussen al 12,1 miljoen euro aan intresten en vergoedingen zou hebben ontvangen. Daarbovenop heeft Gimv samen met Belfius via het fonds DG Infra+ ook nog eens voor een lening van 15 miljoen euro gezorgd. Natuurlijk gaat het bij Gimv en DG Infra+ niet over 100 percent overheidsbedrijven.
Dan is er Gigarant, dat wel in handen van de Vlaamse overheid is. Het staat garant voor ongeveer 6,6 miljoen euro aan leningen. Ten slotte is er nog de specifiek Vlaamse steun, onder meer via het Agentschap Ondernemen, goed voor zo’n 6,2 miljoen euro.
Minister, dit kluwen van overheidsvehikels en investeringsmaatschappijen waarin de overheid participeert, in een context van problemen bij Electrawinds, mag geen aanleiding zijn om het belang van investeringsmaatschappijen en economische stimulansen onderuit te halen. Dat is duidelijk. En ja, we moeten ook allemaal eerlijk durven te erkennen dat aan investeren steeds risico’s zijn verbonden. Als wij alleen nog mogen investeren in iets waarvan we 100 procent zeker zijn dat het lukt, dan zijn vehikels als PMV en Gigarant compleet overbodig. Daar mag het debat dus zeker niet toe herleid worden.
Collega’s, we moeten wel kritisch zijn. En het is vooral het mislukken van de reddingsoperatie van de afgelopen weken die wat dat betreft heel wat ogen heeft doen opengaan. Want waarom werd het herkapitalisatieplan van ongeveer 47,2 miljoen euro, dat het consortium op tafel had gelegd, niet aanvaard? Het verlies van de controle door sommigen? De soap van de afgelopen week heeft in feite aangetoond dat het niet normaal is dat de overheid zoveel investeert, maar tegelijk weinig heeft te vertellen. Welke inspraak hebben wij?
Het dossier is bovendien bijzonder wazig. Wij zijn kleine aandeelhouders in het Luxemburgse moederbedrijf Electrawinds SE. Het gebrek aan inspraak moeten we toch fundamenteel in vraag durven te stellen.
Maar de belangrijkste vraag voor u, minister, is dat u voor ons en voor de Vlamingen duidelijkheid schept over de echte risico’s die wij lopen. Want aan cowboyverhalen heeft niemand een boodschap. We weten hier allemaal dat op leningen ook rente wordt betaald. We weten hier allemaal ook dat voor garanties door Gigarant een vergoeding moet worden betaald. Dit moet in kaart worden gebracht. Hoeveel van de ongeveer 100 miljoen euro aan aangewende Vlaamse middelen werd al gerecupereerd? Hoeveel geld dreigen wij nog te verliezen? Wat zijn de mogelijke scenario’s? PMV blijkt over een putoptie te beschikken. Hebt u informatie in welke omstandigheden die zou worden gelicht? We lezen en horen ook dat sommige schuldeisers over meer privileges dan anderen beschikken, zodat ze een claim kunnen leggen op bepaalde bezittingen van Electrawinds. Geldt dit ook voor de Vlaamse investeringsgroepen?
Ik besluit. Het is een moeilijk dossier, maar we verwachten van u opheldering in deze complexe zaak. De Vlaamse belastingbetaler heeft het recht om duidelijk te weten wat met publieke middelen gebeurt. U moet die duidelijkheid verschaffen, zonder daarbij de lopende onderhandelingen in gevaar te brengen.
Tot slot, voorzitter, wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om een oproep tot de huidige bestuurders en aandeelhouders te richten. Een oproep opdat ze hun verantwoordelijkheid zouden nemen. Het is schandelijk te moeten lezen dat allerlei intriges en achterhoedegevechten een degelijke oplossing zouden belemmeren, zeker als we weten hoeveel overheidsmiddelen in dit bedrijf werden geïnvesteerd. Het zou van een minimum aan respect voor de belastingbetaler getuigen mochten de huidige decision makers hun trots opzijzetten en voor een degelijke oplossing kiezen, in het belang van het bedrijf en van iedereen die er werkt. (Applaus)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik neem het risico op een rechtszaak erbij, want ik wil enkele zaken hier heel duidelijk stellen. Het dossier Electrawinds komt neer op laster en eerroof ten nadele van de hele groene-energiesector. Het mismanagement in één bedrijf werpt zijn schaduw op de hele sector.
Dat is geen persoonlijke aanval op deze of gene politicus, maar wel op bedenkelijke en ondoorzichtige constructies waar opnieuw de belastingbetaler en de gewone spaarder de dupe van worden. In die omstandigheden mag het Vlaams Parlement toch vragen stellen. Of niet? Dat is zeker zo omdat de Vlaamse Regering zelf heel wat miljoenen euro’s in dit bedrijf investeerde. Wees wel gerust, minister: mijn uiteenzetting is nagelezen door een advocaat, en hij heeft mij groen licht gegeven.
Het dossier gaat in essentie over de controle op de besteding van Vlaams belastinggeld voor de Vlaamse Regering. Groen vindt investeringen in de opkomende groene economie zeer belangrijk. We erkennen dat investeringen in nieuwe technologieën altijd risico’s inhouden. Het verleden toont evenwel aan dat de controle op de besteding van het belastinggeld en op het management zeer strak moet zijn.
Hebben CD&V, sp.a en de N-VA dan geen lessen getrokken uit eerdere drama’s? Ondanks een sterk basisproduct is Lernout & Hauspie aan een irrealistische groeistrategie ten onder gegaan, met grote schade voor kleine spaarders tot gevolg. Met het faillissement van Alfacam zijn heel wat publieke middelen verloren gegaan. De Vlaamse Regering en haar vehikels hebben een waanzinnig groeiscenario gevolgd.
Het dossier van Electrawinds roept dan ook heel wat vragen op over de rol van de Vlaamse Regering. Waarom heeft de Vlaamse Regering tussen 2009 en nu, maar eigenlijk ook voordien, met behulp van allerlei instrumenten meer dan 100 miljoen euro in een enkel bedrijf geïnvesteerd?
Minister, u hebt daarnet een aantal instrumenten opgelijst. In de commissie zijn hierover al vragen gesteld. We hebben zelf moeten puzzelen. We hebben de informatie zelf bij elkaar moeten brengen. Ik vind het onbetamelijk dat u vandaag de openheid wilt geven waar we in de commissie al weken om vragen. Het Vlaams Parlement moet nu zelf puzzelen om een volledig en correct beeld te krijgen van de diverse geldstromen die langs investeringsmaatschappijen, waarborgen, aandelen, achtergestelde leningen, strategische investeringssteun en innovatiemiddelen vanuit Vlaanderen naar Oostende zijn gestroomd.
Mijnheer Rzoska, ik wil de discussie op alle fronten voeren. Wat ik echter absoluut niet neem, is dat u me verwijt dat ik het Vlaams Parlement niet over alles zou hebben geïnformeerd. Ik heb op alle vragen van de commissieleden correct geantwoord. Nu hebben opeens heel veel mensen interesse in dat dossier. Dat was de voorbije jaren minder het geval. Daar kan ik ook niets aan doen. Ik heb alle me gestelde vragen duidelijk beantwoord. Ik zal dat vandaag ook doen. Ik ben trouwens begonnen met alles nog eens op een rijtje te zetten. Ik pik het niet dat u me ervan tracht te beschuldigen informatie achter te houden. Dat neem ik niet. (Applaus bij sp.a)
Minister, ik roep u op eens naar alle door commissieleden gestelde vragen om uitleg en schriftelijke vragen te kijken. De antwoorden zijn in zeer omfloerste bewoordingen gegeven. U bent begonnen met de stelling dat u alle informatie vandaag eens hebt samengebracht. Dat is nu net wat het Vlaams Parlement al maanden vraagt. Die samengebrachte informatie komt vandaag naar boven. Ik stel vast dat het Vlaams Parlement de puzzel zelf moet leggen en zelf moet ontdekken wie wat heeft geïnvesteerd. (Opmerkingen)
Mijnheer Van Malderen, de heer Rzoska geeft minister Lieten een antwoord. Als hij klaar is, krijgt minister Lieten opnieuw het woord. Daarna kunt u het woord krijgen. De heer Bothuyne knipt echter ook al een half uur met zijn vingers.
Mijnheer Rzoska, ik wil de polemiek niet verder voeren. Ik heb mijn mening gegeven. Ik heb alle vragen van de commissieleden beantwoord. Dit geldt ook voor bijkomende vragen die zijn gesteld. Ik daag u uit de vragen op te lijsten waarop ik volgens hen niet heb geantwoord.
Ik heb steeds mijn best gedaan om openheid te verschaffen. Ik ben deze middag trouwens begonnen met in dit halfrond alles nog eens op een rijtje te zetten. U kunt me er dan ook niet van verdenken informatie achter te houden.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik wil kort reageren op de woorden van de heer Rzoska. Ik heb vastgesteld dat hij zich sinds deze week, nu het dossier in de media komt, profileert als een specialist met betrekking tot het dossier Electrawinds. Ik feliciteer hem hiervoor.
Er worden echter al veel langer vragen over dit dossier gesteld. Er is al veel eerder duidelijk uitleg gegeven. De mensen die het wilden weten, konden alles duidelijk lezen in de antwoorden van de minister op de vragen om uitleg van de heer Vereeck, de heer Verstreken en mezelf. Naar aanleiding van een vraag om uitleg die ik in de commissie heb gesteld, is vorige maand nog meer dan een half uur over het dossier Electrawinds gesproken. Diegenen die het dossier wilden kennen, konden het ook kennen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me volledig aan bij de vorige spreker.
Mijnheer Van Malderen, dat verbaast me.
Mijnheer Bothuyne, u hebt het over profilering. Ik wil er met alle respect op wijzen dat u twee weken geleden hier zelf een actuele vraag over Electrawinds hebt gesteld. Blijkbaar waren een aantal zaken in verband met het dossier Electrawinds u nog niet duidelijk. Blijkbaar had u geen antwoord op al uw vragen gekregen. (Applaus bij Groen, Open Vld, het Vlaams Belang en LDD)
Indien u een persoonlijke aanval wilt inzetten omdat ik hier nog maar elf maanden zit, meld ik u dat ik mijn job als parlementariër doe, elf maanden of niet. Indien dat nodig is, ga ik met betrekking tot een dossier tot op het bot. (Applaus bij Groen, het Vlaams Belang en LDD)
Mijnheer Rzoska, ik wens u daar heel veel succes mee. Alleen wil ik niet dat u insinueert dat dit parlement dit dossier niet al veel langer opvolgt en al heel wat informatie heeft. Uiteraard evolueert het dossier en is het logisch dat een volksvertegenwoordiger zoals ikzelf, en blijkbaar vanaf nu ook u, hier steeds meer vragen over stellen. We doen allebei ons werk, laten we dit ook allebei respecteren.
Dan hoop ik dat u straks mijn conclusies mee onderschrijft.
De spreiding over verschillende financieringskanalen heeft vooral één belang gediend: de totale geldstroom – meer dan 100 miljoen euro vanuit Vlaanderen, 160 miljoen euro als we alle middelen samentellen – maskeren. Vandaag kunnen specialisten nog steeds het volledige plaatje niet leggen. Er wordt gegoocheld met cijfers dat het een lieve lust is. Minister, ik roep u op om nu eindelijk duidelijkheid te verschaffen. Wat is het totaalbedrag van de belastingbetaler dat de Vlaamse Regering aan Electrawinds heeft gegeven? Waarop werd het ingezet en vooral, tegen welke voorwaarden? De belastingbetalers hebben vandaag recht op 100 procent transparantie.
Minister, als Electrawinds de afgelopen jaren – ik heb wel degelijk mijn job gedaan, mijnheer Bothuyne – ter sprake kwam in dit parlement, hebben u en uw collega’s verschillende keren gezegd, ook vandaag nog: “Let op, beursgenoteerd bedrijf: daarover kunnen we niet te veel zeggen wegens de mogelijke impact op de beurskoersen.”
Minister, u trekt ook telkens uw paraplu open onder het mom van autonome werkingen van verschillende Vlaamse investeringsmaatschappijen, hun investeringsteams en de betrokken raden van bestuur. Ik ga niet dieper in op de lijst van namen die hier al zijn genoemd.
Dat is de kern. U weet dat u die paraplu vandaag niet meer kunt opentrekken. Uw eigen kabinetschef, die van minister-president Peeters, zoveel mensen met een politieke kleur zijn betrokken bij ParticipatieMaatschappij Vlaanderen en eigenlijk ook bij Gimv.
Collega’s, de onderste steen in dit dossier moet naar boven.
Mijnheer Rzoska, u probeert nu al een tijdje – met wisselend succes – een ongelooflijke schandaalsfeer te creëren rond het drama dat dit moeilijke dossier voor heel wat gezinnen is. U zegt dat de onderste steen naar boven moet. Dan schermt u met namen, net als de heer Penris, van leden van de raad van bestuur.
U hebt dit dossier recent ontdekt. Ik verwijs u toch naar het corporategovernancecharter van 31 augustus 2011, waarin alle vragen die u stelt, worden beantwoord. De mensen in de raad van bestuur zetten de strategische koers van PMV uit, de dossierbeheerders, die niet door de politiek zijn aangesteld en dus geen politieke bindingen hebben, behandelen de individuele dossiers. Wij, net als de minister, hebben evenveel recht als iedereen om het jaarverslag van PMV te bekijken. Dat is waar de bestuurders zich mee bezighouden. Dat zijn de grote lijnen.
Mijnheer Rzoska, we willen nu toch echt niet terug naar de tijd van de Boelwerf. We komen uit dezelfde streek, we weten welk drama daar is gebeurd door een systeem te vinden waarbij de politiek rechtstreeks intervenieerde in de economie, rechtstreeks beslissingen nam ten gunste of ten ongunste van bedrijven. We weten allemaal waartoe dit heeft geleid: naar een ongelooflijk pijnlijk faillissement, dat een hele streek heeft ontregeld, waar ongelooflijk veel belastinggeld werd verspild en waar nadien ministers op de strafbank van een onderzoekscommissie mochten gaan zitten, waarna ze wijselijk hebben besloten: nie wieder, dat doen we niet meer, we zetten hier schotten tussen. Die schotten wilt u opheffen. U gaat terug naar de politieke prehistorie.
Mijnheer Van Malderen, u geeft een helemaal verkeerde conclusie van wat ik eigenlijk bedoel. U geeft een argument om geen rechtstreekse steun meer te geven. Wel, wat u vandaag doet, is onrechtstreekse steun geven. Misschien zal het gevolg hetzelfde zijn: dat veel mensen hun job zullen verliezen, dat heel wat spaarders hun geld kwijt zijn. Er is een andere methodiek toegepast, maar de finaliteit is dezelfde. Er dreigen op dit moment alleen maar verliezers te zijn in dit dossier.
Mijnheer Van Malderen, ik vrees dat de schotten waarover u het hebt, niet meer zijn dan schaamlapjes om te verbergen dat de politiek misschien nog meer dan ooit tevoren zich mengt. (Applaus bij LDD en het Vlaams Belang)
Ik geef u een aantal voorbeelden. Belgacom is toch het bewijs dat finaal de politiek beslist wat er gebeurt. Ook bij de NMBS heeft de politiek al die jaren de benoemingen gedaan, met het gevolg dat de treinen later komen dan ooit tevoren. Ook dit dossier is er. Ik ken geen enkel dossier in de privésfeer waar men erin slaagt om 160 miljoen euro los te peuteren van de overheid, los van de groenestroomcertificaten, nog eens 160 miljoen euro, en waarvan er niet eens is bewezen wat de privéaandeelhouder er heeft in gestoken. Als we proberen te achterhalen wat de privéaandeelhouder er heeft in gestoken, dan komen we enkel aan een amalgaam van een aantal zaken, onder andere ook met die groene cvba die ertussen zit. Het is duidelijk dat de politiek de agenda heeft bepaald en dat de schotten waar u het over hebt, zolang sp.a een vinger in de pap te brokken heeft, imaginair zijn en niet bestaan. (Applaus bij LDD en het Vlaams Belang)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Een actualiteitsdebat betreft natuurlijk een heel concreet dossier, maar ik zou aan de heer Rzoska en een aantal anderen het volgende willen zeggen. Ik ben bijvoorbeeld als minister terechtgekomen in een onderzoekscommissie over de Boelwerf en de scheepskredieten. Het parlement heeft in 2001 radicale conclusies getrokken. We hebben gemaakt dat Gimv, die beursgenoteerd was, op een onafhankelijke manier kon besturen en dat op geen enkele manier de minister – dat was toen, geloof ik, de heer Van Mechelen – zich mengde in die dossiers. Dat was een onafhankelijke instelling die enorm veel participaties heeft genomen, goede en slechte. Uiteindelijk is Gimv een van de meest performante investeringsmaatschappijen in West-Europa geworden want ze is de internationale toer opgegaan.
Een andere zaak is PMV. Ook daar kwam vroeger de regering rechtstreeks tussen. Wij hebben een derde functie gecreëerd, een PMV die de moederholding was van onder meer Gimv. Zoals de heer Van Malderen zegt, neemt PMV eigenstandig beslissingen. Natuurlijk worden de mensen aangeduid door de politiek. Hoe zou het anders kunnen? Het gaat over overheidsgeld. (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
Mijnheer Penris en mijnheer Rzoska, als ik u hoor, dan moeten die onafhankelijke investeringsmaatschappijen eigenlijk worden opgedoekt en gaan we terug naar de jaren 80, toen Norbert De Batselier als minister van Economie elke woensdagmorgen de top van Gimv bij hem op het kabinet ontving en daar over alle dossiers werd beslist, rechtstreeks vanuit de Vlaamse Regering. Wilt u naar een soort van neo-etatisme gaan, in de oude zin van woord? De heer Van Mechelen en ikzelf in de jaren 90 als minister van Economie, hebben geprobeerd in de marktsector te maken dat de investeringsmaatschappijen op een onafhankelijke manier kunnen werken. Dat is natuurlijk vol risico’s. Of wil Groen niet dat men nog investeert in die dingen? Of wilt u dat dat rechtstreeks gebeurt via de kabinetten en via de minister? U pleit hier voor een nieuwe vorm van etatisme, mijnheer Rzoska! (Opmerkingen van de heer Björn Rzoska)
Mag ik vragen de tussenkomsten kort te houden, dat komt alleen maar het debat ten goede.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen en mijnheer Van Rompuy, er is natuurlijk een verschil tussen de theorie en de praktijk. Men heeft een aantal schotten gebouwd. Dat is juist. Maar de vraag is wat die schotten waard zijn.
Minister, u hebt in uw inleiding, zoals we hadden verwacht, gezegd dat de raad van bestuur van PMV autonoom beslist over de strategische doelstellingen en dat de Vlaamse Regering daar zich niet in mengt. Er zijn duidelijke beschotten. Wel, dat is de theorie. De praktijk is dat zowel uw kabinetschef als de kabinetschef van de minister-president en nog een aantal andere politieke figuren, daar deel van uitmaken. Dan moet u mij eens vertellen dat u geen rechtstreekse lijn hebt met uw kabinetschef en dat minister-president Peeters geen lijn heeft met zijn kabinetschef in die raad van bestuur van PMV.
De theorie is één zaak, de praktijk is wat anders. Als u dat echt onafhankelijk wilt maken, wel dan sleept u daar uw kabinetschefs niet in. U maakt mij niet wijs dat de politiek die mensen daar niet in gezet heeft om het zelfs nog politiek aan te sturen. Er is dus een groot verschil tussen de theorie en de praktijk Als u het echt meent, dan haalt u daar uw kabinetschef uit, want u gaat mij niet vertellen dat die u geen raad komt vragen en u niet inlicht over de dossiers die de raad van bestuur van PMV behandelt.
De autonomie van PMV waar u zich achter verschuilt, is gelet op de politieke samenstelling van de raad van bestuur van PMV, inderdaad een schijntje. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Deze reactie vind ik verwerpelijk en ik zal uitleggen waarom. (Opmerkingen van de heer Pieter Huybrechts)
Mijnheer Huybrechts, als u het woord wilt, kunt u dat vragen en dan krijgt u dat.
Minister Lieten heeft het woord.
Zoals de heer Van Rompuy heeft uitgelegd, hebben wij er jaren geleden voor gekozen om die activiteiten af te splitsen en een eigen raad van bestuur aan te stellen. Ik vind dat u heel lichtzinnig omgaat met de kennis en de verantwoordelijkheid van de mensen die in een raad van bestuur zetelen, mijnheer Van Hauthem. Ik herhaal dat ik dit heel verwerpelijk vind. Als men er in dit halfrond niet uitgeraakt, dan kijkt men meestal wie er in de raad van bestuur zit en probeert men een sfeer te creëren, zoals we hebben meegemaakt met het Vlaams Energiebedrijf, van ‘ons kent ons’ en ‘dat is daar toch allemaal gefoefel’.
Ik ga daar niet mee akkoord. De mensen die in de raad van bestuur deze opdracht opnemen, hebben een zware juridische en strafrechtelijke verantwoordelijkheid. Zij moeten heel duidelijk handelen om de belangen van de vennootschap waarin zij zetelen, te behartigen. Die mensen doen dat allemaal met een duidelijke ernst. Het gaat dan over de mensen die daar nu in zitten en – en dan richt ik me tot Open Vld en Groen – , over de mensen die er in het verleden in hebben gezeten. Ik zal niet aanvaarden dat die mensen hier zomaar worden zwartgemaakt en in een slecht daglicht worden geplaatst. Die mensen voeren hun job en hun mandaat uit, en ik hoop dat u de correctheid hebt om daar geen negatieve sfeer rond te scheppen omdat dit u politiek goed uitkomt.
Minister, voor alle duidelijkheid, ik twijfel niet aan de kennis en aan de ernst van de mensen die in de raad van bestuur zitten. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Dat heb ik nooit betwist. U moet me geen woorden in de mond leggen die ik niet heb gezegd. Ik zeg alleen dat u me niet moet vertellen dat die raad van bestuur zo autonoom is dat, wanneer daar kabinetschefs in zitten met hun kennis en kunde, er geen politieke contacten zijn. In dat geval speelt – en niet enkel in dit dossier – de politieke verantwoordelijkheid van de Vlaamse Regering wel degelijk. Dat is mijn punt gelet op de samenstelling van de raad van bestuur, hoe goed die mensen dan ook zijn. Als daar kabinetschefs in zitten, hoe goed en degelijk die ook zijn, dat heb ik nooit betwist, dan speelt hier wel degelijk een politieke verantwoordelijkheid van de Vlaamse Regering. U kunt zich dan niet verbergen achter de beslissing van een autonome raad van bestuur. (Applaus bij het Vlaams Belang)
U vergist zich volledig. Wij hebben gekozen voor een systeem van op afstand plaatsen. De regering is politiek verantwoordelijk voor de documenten die binnen de regering en door dit parlement zijn goedgekeurd. Dat is de juridische en wettelijke praktijk en realiteit. Zo moet worden beslist op welke manier en in welke omgeving PMV als extern verzelfstandigd agentschap kan functioneren. Dat is beslissen over de samenwerkingsovereenkomst die is gesloten tussen de raad van bestuur van PMV en de regering. In die samenwerkingsovereenkomst staat uitdrukkelijk dat de bestuurders autonoom beslissen en dat de minister zich op geen enkele manier mag moeien met die beslissingen. Ik daag u uit om één feit, aanleiding of bewijs te noemen waaruit u zou kunnen afleiden dat ik me op een of andere manier voor of achter de schermen zou hebben gemoeid met die beslissing. Als u dat niet kunt, dan hoop ik dat u stopt met zinloze beschuldigingen te uiten en leden van de raad van bestuur zwart te maken. (Opmerkingen)
Minister, u hebt zich ook tot mij gewend. Ik weet niet waarom, want ik heb de aanwezigheid van bepaalde mensen in die raden van bestuur niet in vraag gesteld. We moeten daar echter eerlijk in zijn.
Als de ministers effectief hun kabinetschefs in de raad van bestuur van PMV plaatsen, dan betekent dat dat het een doelbewuste keuze van de Vlaamse Regering is om de lijn met PMV kort te houden.
Minister, ik heb u maar één vraag gesteld. Ik beschuldig niemand. Kunt u ons, gezien de rechtstreekse lijn met PMV, vertellen waarom PMV in Electrawinds een interessant investeringsproject zag? Ik heb niet meer of minder aan u gevraagd.
Minister, ik denk niet dat iemand u persoonlijk viseert. Maar als het de Vlaamse Regering menens is om schotten te plaatsen tussen de politiek en de investeringsvehikels die ze heeft gecreëerd, dan is het zinvol om er onafhankelijke bestuurders te plaatsen en geen kabinetsmensen of mensen die schatplichtig zijn aan de politiek. Dan ben je zeker dat de beslissingen enkel gebeuren op basis van ‘facts and figures’.
Ik heb het specifiek over het Electrawindsdossier. Vindt u het normaal dat 76 procent van de geldstroom dateert uit de periode dat minister Vande Lanotte voorzitter was van de raad van bestuur? 76 procent van de 116 miljoen euro is er gekomen in de 2,5 jaar van zijn voorzitterschap.
Die mensen – en ik ken ze – maken een analyse op basis van eigen vermogen, eigen inbreng en de middelen die worden ingebracht. Ik herken hier nergens een ‘verdedigbare proportie’ tussen eigen inbreng en wat de overheid via semi-overheidsbedrijven heeft ingebracht. Dat is de kern van de zaak en daarmee zijn we in dit dossier over de schreef gegaan: 116 miljoen euro inbreng via allerlei semi-overheidskanalen zonder dat er een evenredige inspanning van de privésector tegenover staat. Dat doet men in een normaal dossier niet. Dit dossier beantwoordt op dat vlak niet aan degelijk bestuur.
Voorzitter, ik ga eerst antwoorden op een aantal vragen die mij zijn gesteld.
Mijnheer Van Rompuy, uiteraard steunen wij – en ik heb dat in het begin gezegd – investeringen in groei, in technologie, in duurzaamheid. De kern in dit betoog is de controle op de besteding van de middelen. Het gaat over publieke middelen, en dan heeft dit parlement in mijn ogen wel degelijk een taak om te controleren hoe die middelen worden besteed.
Mijnheer Van Rompuy, mijnheer Van Malderen en mijnheer Bothuyne, u wordt persoonlijk in dit dossier en u hebt het over persoonlijke profilering. Ik zal u een gedachte meegeven van uw oud-partijgenoot Torfs, mijnheer Bothuyne. Hij zegt: “Op het moment dat in een debat mensen persoonlijk beginnen te worden, dan zie je onmiddellijk de verliezers in het debat zitten.” Blijkbaar prikkelt dit debat toch tot enige persoonlijke rancune. (Applaus bij Groen, Open Vld en het Vlaams Belang)
Terugkomend waar ik eigenlijk geëindigd was: het zijn dergelijke vragen die worden opgeworpen door collega’s, geruchten die de ronde doen. Minister, ik zeg het duidelijk voor u mij daar weer op aanspreekt: het zijn geruchten, bijvoorbeeld dat “het Vlaams Toekomstfonds via Gimv erin zou zitten, net zoals het Zorgfonds”. Het zijn allemaal geruchten die, wat mij betreft, tot de kern komen en waar dit parlement zijn controlerende taak volledig moet kunnen spelen.
Als er dan toch niks te verbergen valt, dan moet er volledige klaarheid worden gebracht over die strategische beslissingen en die mogelijke – mogelijke – belangenvermengingen in dit dossier. En als dat niet voldoende is en als we via hoorzittingen geen duidelijkheid krijgen, dan moet dit parlement een volgende stap zetten en naar een onderzoekscommissie overgaan.
Mijnheer Diependaele, ik wil u de hand reiken. Als u aan de overkant van de straat terecht – terecht – vraagt naar een onderzoekscommissie over Dexia en Arco, dan moet u vandaag ook de moed hebben om in dit dossier hier klaarheid te eisen. Sommige constructies zoals het verzekeren van waardeverlies van aandelen van Electrawinds met weer andere aandelen Electrawinds door bijvoorbeeld PMV, doen denken aan andere dossiers, en dan heb ik het zeer duidelijk over de Gemeentelijke Holding.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, bedankt dat u ons de hand reikt. Ik blijf er ook bij dat een onderzoekscommissie over wat er is gebeurd bij Dexia, te verantwoorden is. Het verschil is dat er daar inderdaad zeer duidelijke aanwijzingen waren van zaken die fout liepen. Er konden verschillende documenten worden ingekeken door uw collega’s en mijn collega’s in het federale parlement. Maar ik voer geen politiek op basis van geruchten en vermoedens.
Ik heb concrete aanwijzingen nodig om concrete daden te kunnen stellen en standpunten te kunnen innemen. Maar vooralsnog heb ik geen concrete zaken gezien die een onderzoekscommissie verantwoorden.
Mijnheer Diependaele, ik volg uw analyse. En dan is er maar één instrument: laat ons klaarheid brengen via een hoorzitting, eventueel via een onderzoekscommissie, om te onderzoeken of er wel degelijk iets aan de hand is. Als er dan niets aan de hand blijkt, kunnen we overgaan tot de orde van de dag. (Applaus bij Groen en het Vlaams Belang en van de heer Peter Reekmans)
U hebt groot gelijk, en uw inschikkelijkheid om niet noodzakelijk naar een onderzoekscommissie te gaan, siert u. Maar ik heb van de minister nog niets anders gehoord dan dat zij absoluut bereid is om volledige klaarheid te schenken in dit dossier. Ze was daarnet trouwens begonnen met een stand van zaken, maar mocht het niet eens afmaken. Ik vraag aan de minister absolute klaarheid en zij heeft beloofd om die straks ook te geven.
Ik kom tot mijn laatste punt. Ik wil het nog hebben over iets wat hier alleen nog maar onrechtstreeks genoemd is, namelijk Groenkracht: vierduizend spaarders die vanuit een duidelijke overtuiging investeren in duurzame bedrijven. Opnieuw werd spaarders een rad voor de ogen gedraaid. De risico’s werden geminimaliseerd, en tot op de dag van vandaag staat bijvoorbeeld op de website van Groenkracht de status ‘veilig’ bij ondernemen in Electrawinds.
Voor ons, collega’s, is de groene economie te belangrijk om ze over te laten aan dergelijke cowboys, die voorbijgaan aan het gegeven dat elk bedrijf, ook een groen bedrijf, een gezonde kostenstructuur nodig heeft om op een gezonde manier te groeien.
Mijn fractie vraagt in dit dossier drie concrete zaken. Het eerste punt heb ik al aangehaald: hoorzittingen, om een antwoord te geven op de vele vragen – ik heb ze in dit korte tijdsbestek niet allemaal kunnen stellen – en de vele geruchten over belangenvermenging, en mogelijk onvoldoende toezicht en coördinatie tussen de verschillende vehikels van de Vlaamse Regering in dit dossier.
Mochten die hoorzittingen geen of onvoldoende resultaat hebben, dan willen wij eventueel overgaan tot de oprichting van een onderzoekscommissie.
Ons derde concrete voorstel, en daar zullen we ook een motie over indienen, is de instelling van een permanente voortgangsrapportering in de commissie Economie over de investeringsinspanningen van Gimv, PMV, Gigarant en dergelijke, met inbreng van het Rekenhof, dus eigenlijk volgens het model dat we ook hanteren bij de voortgangsrapportage over BAM en Oosterweel.
De tijd van de paraplu’s is voorbij. De enige piste die overblijft, is die van de volledige openheid, waar dit Vlaams Parlement toch zo graag prat op gaat. (Applaus bij Groen en het Vlaams Belang)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik zal vandaag trachten te bewijzen dat een enerzijds-anderzijdsbetoog wel degelijk heel scherp en duidelijk kan zijn.
Enerzijds is er Electrawinds en de bedrijfsvoering daar. Het is duidelijk dat er strategische fouten zijn gebeurd en strategische keuzes verkeerd zijn ingeschat.
De discussie over al wat fout loopt en is gelopen binnen het beheer van de strategie van Electrawinds, een beursgenoteerd bedrijf, moet in de eerste plaats voor de algemene vergadering gevoerd worden. Het is daar dat de huidige, en wat mij betreft ook de voormalige bestuurders, tekst en uitleg moeten geven bij hoe zij het bedrijf beheerd hebben, beheren en verder willen beheren. De verantwoordelijkheden moeten scherp gesteld worden, en wie fouten of verkeerde keuzes heeft gemaakt, moet daar de consequenties van ondergaan. Dat debat hoort thuis in de bestuurskamers en de aandeelhoudersvergadering van Electrawinds. Het parlement zelf moet dat proces niet maken.
Maar het moet wel gebeuren, in de aandeelhoudersvergadering. Ik reken er dan ook op, minister, dat we er bijvoorbeeld via PMV op zullen aandringen dat dat gebeurt en dat er duidelijkheid en transparantie wordt geboden. Duidelijkheid en transparantie zijn immers cruciaal in dit dossier.
Ik hoop dan ook dat iedereen beseft dat we dit bedrijf niet zomaar ten onder kunnen laten gaan. Ik hoop dat de partijen die op dit moment betrokken zijn bij de lopende onderhandelingen, niet alleen aan hun eigenbelang denken, maar ook denken aan het belang van de onderneming in haar geheel, het belang van de werknemers en alle betrokkenen. Een faillissement lijkt ons hoe dan ook de slechtst mogelijke optie. Daarnaast is ook het aan een lage prijs verkopen van de toch nog altijd waardevolle activa aan buitenlandse groepen evenzeer een slechte optie. De nog steeds waardevolle activa van Electrawinds moeten zo veel mogelijk in Vlaamse handen blijven.
Bij deze oefening moet er ook speciale aandacht gaan naar de 4000 mensen die te goeder trouw hun spaarcenten hebben geïnvesteerd in Groenkracht. De heer Rzoska heeft er daarnet ook al naar verwezen. Groenkracht is de coöperatieve vennootschap van Electrawinds die zichzelf als veilige en zowat risicoloze belegging heeft verkocht aan duizenden Vlaamse gezinnen. De vraag moet ook worden gesteld of die kleine coöperanten altijd correct werden geïnformeerd over de risico’s van hun belegging. Heeft het bestuur van de coöperatieve fouten gemaakt? Dat moet worden onderzocht, wat ons betreft door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, ik was niet van plan om het woord te nemen in dit debat. Maar ik hoor nu al tot twee keer toe vertellen, zowel door de collega van CD&V als door die van Groen, dat wie in Groenkracht heeft geïnvesteerd, een spaarder is. Dat is niet waar. Dat is een belegger. Men belegt in aandelen en dat betekent dat men risico neemt, niet dat men spaart. Dat is de hele mythe die rond de ecologische, groene stroom wordt gecreëerd. Alsof het zou gaan over mensen die op een idealistische, vrijwillige manier hun centen beleggen in die groene stroom. Dat is niet waar. Het gaat over geld. Big money. Nu blijkt dat die groene stroom uiteindelijk veel geld kost aan de belastingbetaler. Dat is de realiteit. Dat mag ook eens worden gezegd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mocht de heer Dewinter hebben geluisterd, had hij gehoord dat ik heb gezegd dat mensen hun spaarcenten hebben geïnvesteerd. Een investering is inderdaad een belegging, met de risico’s van dien. Ik vraag mij af of de mensen voldoende werden geïnformeerd over de risico’s die hieraan verbonden zijn. Dat moet worden onderzocht. (Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Ik heb nooit gezegd dat het een spaarrekening is, mijnheer Dewinter. Luistert u misschien eerst naar mijn betoog alvorens commentaar te geven.
Voorzitter, ik sluit mij in dezen aan bij de heer Bothuyne. Mijnheer Dewinter, het gaat inderdaad om spaarders die geïnvesteerd hebben. Dat heb ik ook gezegd. U haalt er natuurlijk wel een coöperatieve uit die wij zelf ook zeer dubieus vinden. Het gaat namelijk louter om een financiële coöperatieve. Ik volg de heer Bothuyne: dat verdient een onderzoek.
Mijnheer Dewinter, ik kan u overigens een hele lijst bezorgen van coöperatieven die wel degelijk op een zeer transparante manier omgaan met hun aandeelhouders, zoals Wase Wind en Ecopower.
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Iedereen doet heel verontwaardigd over wat er nu gebeurt binnen Electrawinds, maar de fundamentele groei van dat bedrijf en andere bedrijven heeft natuurlijk heel wat te maken met de investeringen op het vlak van groene energie, dus met het Energiedecreet an sich, dat zorgt voor stevige ondersteuning op het vlak van energie. Onze partij heeft al herhaaldelijk gezegd dat het, om verder ‘bubbles’ in de toekomst te vermijden, nodig is om te investeren daar waar er een zeker rendement is. Als bedrijven zoals Electrawinds vandaag in moeilijkheden komen, is dat mede omdat de overheid keer op keer haar investeringen of subsidiebeleid herziet. Ook dat is nodig. Er is niet alleen een grondig en duidelijk afwegingskader nodig voor het industrieel beleid en voor investeringen die PMV kan doen, maar er is ook een duidelijk afwegingskader nodig vanuit de overheid over datgene wat je wel en niet kunt subsidiëren. Electrawinds is mede het slachtoffer van de oversubsidiëring uit het verleden. Dat element wordt in dit debat onderbelicht.
Mijnheer Bothuyne, ik hoor u spreken over spaarders in plaats van investeerders. Ik hoop één ding: dat we niet in een tweede Arco-scenario terechtkomen. Een hold-up op federaal niveau is voldoende, geef ons alstublieft geen hold-up op Vlaams niveau. Laat het ons dus houden op investeringen, wat het ook zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Sabbe, mijnheer Dewinter, u lijdt blijkbaar aan dezelfde gehoorziekte. Ik heb nooit het woord spaarder in de mond genomen. U wel! (Rumoer)
U probeert alles weer op een hoopje te gooien om zo een bepaalde sfeer te creëren.
Ik keer graag terug naar Groenkracht en de coöperatieven die Electrawinds moet ondersteunen. Deze coöperatieve heeft zich als ethische belegging geprofileerd en verkocht. Met een politicus in de raad van bestuur zou ze een voorbeeldfunctie moeten vervullen, maar tot vandaag is op de website van Groenkracht te lezen dat een dividend van 6 procent in 2013 vooropstaat. Hier kunnen dus zeker vragen over gesteld worden.
Collega’s, enerzijds heeft het bedrijf zijn rol, anderzijds is er de rol van de Vlaamse overheid. Moet de overheid investeren in de sector van de hernieuwbare energie? Heeft de overheid een rol in het verschaffen van risicokapitaal? Dat is een discussie die wel zeker in het parlement thuishoort. De discussie die wij hier kunnen en moeten voeren, is die over de vraag of het al dan niet wenselijk is dat de overheid rechtstreeks of onrechtstreeks investeert, participaties neemt of zich garant stelt om de ontwikkeling te ondersteunen van bedrijven in speerpuntsectoren.
Het vergroenen van onze economie is een van de uitgangspunten van het beleid van de Vlaamse Regering; een investering in een bedrijf als Electrawinds paste daar dan ook volledig in. Tenzij ik mij vergis, is dit een optie die kamerbreed werd gedragen. Investeringen in groene economie werden in dit huis altijd door alle partijen ondersteund.
Het is belangrijk om geen spelletjes te spelen met ons overheidsinstrumentarium. Dit gaat immers niet alleen over Electrawinds. Investeringsbeslissingen worden genomen door onafhankelijke bestuurders en investeringscomités. Ons economisch overheidsinstrumentarium dat grotendeels via PMV en in samenwerking met Gimv is ontwikkeld, is zeer belangrijk en waardevol. Honderden Vlaamse bedrijven, klein en groot, zijn op deze manier ondersteund in hun groei. Duizenden, tienduizenden banen zijn erdoor behouden of gecreëerd.
Voorbeelden als Vandemoortele of Volvo Cars spreken tot de verbeelding, maar er zijn ook vele kmo’s en spin-offs van universiteiten die via PMV zijn kunnen ontstaan of zijn gegroeid. Wat ons betreft, mogen we het kind niet met het badwater weggooien.
Er is een kader ontwikkeld dat in dit parlement op veel steun heeft kunnen rekenen en waar weinig vragen bij werden gesteld. Getuige de laatste bespreking over de beleidsbrief Overheidsinstrumentarium van een maand geleden. Ik was de enige om vragen te stellen. (Rumoer. Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Alle anderen vonden het blijkbaar een duidelijk document. (Opmerkingen van de heer Pieter Huybrechts)
Het is gewoon een vaststelling, collega. U was welkom in de commissie.
Zo is het duidelijk dat een dergelijke investering volledig paste in de investeringsprioriteit Groene Technologie van PMV, die ze altijd transparant heeft vooropgesteld. De traditionele regels werden gevolgd om te vermijden dat men meer dan 33 procent aandeel in het kapitaal zou nemen. Het is niet aan de overheid om een meerderheid na te streven in dergelijke ondernemingen, integendeel. We willen geen staatsbedrijven creëren in deze sector.
Als we investeren, moeten we wel iets te zeggen hebben. Daar heb ik al op gewezen, minister. Als dit bedrijf verder gaat en PMV blijft een rol spelen, dan hebben we een bestuurder nodig. We moeten mee aan de tafel zitten en wegen op de beslissingen. We mogen de fouten uit het verleden niet herhalen.
Mijnheer Bothuyne, u hebt het over medezeggenschap. Vindt u het normaal dat een kapitaalsverhoging – een voorstel van de PMV – niet wordt aanvaard door de hoofdaandeelhouders? Vindt u het normaal dat dit parlement de reden daarvoor niet kent?
U hebt het de hele tijd over transparantie. De PMV krijgt haar middelen via de Vlaamse begroting. Als parlementslid zou ik toch wel heel graag weten waarom op een kapitaalsverhoging die zij voorstelt, niet wordt ingegaan? Dat is toch het minimum aan transparantie dat we van het bestuur van de PMV mogen verwachten? Volgens mij heeft het beursgenoteerd zijn niets te maken met de geheimhouding. Er is meer transparantie mogelijk. Het volstaat niet om te zeggen dat die nodig is.
Ik heb daarnet bij het begin van mijn betoog gezegd dat die transparantie er moet komen, maar dat dit parlement niet het proces mag gaan maken van de bedrijfsvoering van Electrawinds. Dat moet gebeuren in de aandeelhoudersvergadering. Onze vertegenwoordigers daar moeten die transparantie eisen, zodat dit zowel voor ons als parlement als voor PMV en voor elke belastingbetaler heel duidelijk en open wordt.
Hebt u die transparantie dan? Ik verneem immers dat de kabinetschef van de minister-president daarin zetelt.
Dat zijn onafhankelijke bestuurders, mevrouw De Knop. (Gelach)
Dus ik zou niet weten hoe …
Mijnheer Bothuyne, u bent zich eigenlijk enigszins aan het vastpraten. U hebt het eerst over uw vertegenwoordigers, die dan maar de informatie moeten ophalen in de raad van bestuur van Electrawinds. Tegelijkertijd zegt u dat dit transparant moet worden. U gaat er dus eigenlijk van uit – dat was ook het punt dat ik wou maken – dat er vandaag absoluut geen transparantie is. Er is zeer veel mist in dit dossier, en die mist moet optrekken. Het is de taak van dit parlement om die mist te doen optrekken, zeker aangezien er zeer veel geld is geïnvesteerd in dat bedrijf.
Voor mij is het heel duidelijk waar er is geïnvesteerd in Electrawinds en wie dat heeft gedaan. Het is me niet duidelijk waar Electrawinds naartoe gaat. Dat zijn de onderhandelingen die op dit moment lopen, en daarover wil ik transparantie in de aandeelhoudersvergadering, zodat iedereen correct kan worden geïnformeerd.
De heer Reekmans heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, u hebt het hier over transparantie. Uw partij is een meerderheidspartij. Die heeft effectief vertegenwoordigers in die raad van bestuur. Via uw meerderheidsfractie, via uw ministers had u die transparantie al moeten hebben.
Vandaag komt u hier meer transparantie vragen. Dat is hetzelfde verhaal als dat van de regeringscommissarissen. Ik heb hier al heel veel vragen gesteld over De Watergroep en de verslagen van de bijeenkomsten van de raad van bestuur opgevraagd. De regeringscommissarissen zijn daar amper aanwezig. Het is al enkele keren aangetoond dat de minister nadien aan de regeringscommissarissen moest vragen wat er is gezegd, omdat die er niet was.
Weet u wat het probleem is? Die transparantie zal er nooit komen. Dit zijn betaalde mandaten, zoals bij de intercommunales. Daarbij weten gemeenteraden en colleges al evenmin wat die mensen daar gaan doen. Dat weet u maar al te goed.
Kom hier alstublieft vandaag niet de schijnheilige uithangen en zeggen dat er meer transparantie moet komen. Als u die wilt, neem uw telefoon en bel naar de kabinetschef van de minister-president. Dan zou u toch een antwoord moeten krijgen. Kom hier alstublieft geen theater opvoeren, want het is heel slecht theater!
Mocht u het dossier enigszins kennen, dan zou u niet op die manier interveniëren!
Die arrogantie heb ik van u geleerd.
De raad van bestuur van PMV is één ding, de raad van bestuur van Electrawinds een ander. Ik stel voor dat, als we een toekomst geven aan dit bedrijf, en PMV maakt daar deel van uit, PMV dan eindelijk een bestuurder krijgt binnen Electrawinds. Dat zal zorgen voor die transparantie, ook voor het toekomstige beheer van het bedrijf. Dat is de vraag die we hier ook al in het verleden hebben gesteld. Er is een duidelijk onderscheid tussen de raad van bestuur van PMV en de raad van bestuur van Electrawinds.
Risico-investering en risicokapitaal verstrekken is per definitie geen risicoloze aangelegenheid. Ook een waarborg kan altijd worden uitgewonnen. Dat is nu eenmaal de aard van het beestje. We moeten dan ook oppassen dat we, telkens wanneer er een dossier fout loopt, de geschiedenis niet gaan herschrijven of ons bezondigen aan steekvlampolitiek. Ons overheidsinstrumentarium is op dit moment een heel performant instrumentarium, en we moeten dat ook zo houden, en er alles aan doen om het te verbeteren.
Dit dossier, dat niet zomaar een dossier is, want er zijn heel grote sommen overheidsgeld mee gemoeid, heeft nood aan meer transparantie, maar vooral ook aan een duidelijke koers voor de toekomst. Ego’s en persoonlijke belangen moeten wijken, omdat in dit dossier ook het algemeen belang, dat van de belastingbetaler en dat van duizenden gezinnen en kleine aandeelhouders, zijn rechten opeist. Ik roep dan ook alle betrokkenen op om samen naar een oplossing te zoeken voor het bedrijf, zijn werknemers, de investeerders en vooral ook voor die duizenden kleine beleggers. (Applaus bij CD&V en van de heer Jan Roegiers)
Mijnheer Bothuyne, uiteraard ben ik het ermee eens dat we risico’s moeten nemen in de ontwikkeling van een groene, duurzame economie, maar ik daag u uit me een bedrijf te noemen dat heden ten dage meer dan 100 miljoen euro aan overheidssteun ontvangt. Er is geen enkel ander bedrijf dat via de overheid een dergelijk bedrag binnenkrijgt. Daar mogen we dan toch vragen over stellen.
Ik heb gisteren ook het voorbeeld van Ford Genk gebruikt, dat in het verleden 58 miljoen euro steun heeft ontvangen. Over de vraag of dat terecht of onterecht was, gaat de discussie niet. De vraag is echter: hoe komt het dat één bedrijf meer dan 100 miljoen euro van die Vlaamse belastingbetaler krijgt?
Er is nooit 100 miljoen euro van de Vlaamse belastingbetaler naar dat bedrijf gegaan. Zoals u weet, is een groot deel via Gimv gegaan. Dat is een private instelling, waarin de Vlaamse overheid een minderheidsbelang heeft. Door alles opnieuw op één hoop te gooien, creëert u geen transparantie, maar bezondigt u zich aan negatieve sfeerschepping. Daar zal de hele sector, die u daarnet wilde verdedigen, onder lijden. En als het gaat om concrete bedrijven die in een grote mate ondersteuning kregen, ik heb er net een genoemd: Volvo Cars in Gent, op dit moment een succesverhaal, heeft op een moment dat het moeilijk ging via Gigarant een waarborg gekregen van 198 miljoen euro. (Opmerkingen)
Dat is een waarborg, met een overheidsinstrumentarium. U, of uw collega uit uw fractie, hebt dat daarnet op dezelfde hoop van overheidsondersteuning gegooid. 198 miljoen euro is een flink bedrag. De grote voedingsgroep Vandemoortele heeft tientallen miljoenen euro investering gekregen via Gimv-XL. Dat was een goede investering. Het is heel belangrijk dat we dat kunnen verankeren in onze Vlaamse economie. Zo zijn er tientallen grote en kleine bedrijven die ondersteuning krijgen en hopelijk nog zullen krijgen vanuit dit overheidsinstrumentarium. Laat ons ervoor zorgen dat dit overheidsinstrumentarium ook in de toekomst deze bedrijven en die jobs kan ondersteunen. (Applaus bij CD&V en sp.a)
De heer van Malderen heeft het woord.
Ik wil mij eerst en vooral aansluiten bij elke spreker die hier tot nu toe de hoop heeft uitgedrukt dat het bedrijf Electrawinds alsnog zou kunnen worden gered. Het ziet er niet goed uit, maar het is onze morele en politieke plicht om te blijven vechten voor elke job in deze regio, die snakt naar jobs. Want als er een reden is waarom mensen in deze regio gevochten hebben om jobs te krijgen, is het omdat de regio rond Oostende er jaren van verstoken is gebleven. We kenden daar de hoogste structurele werkloosheid van het land. Er was een goede reden om in die regio in te zetten op hernieuwbare energie, maar ook in heel Vlaanderen. Verschillende regeringen hebben die beleidslijn al bevestigd. De laatste keer gebeurde dat met Vlaanderen in Actie (ViA). De Vlaamse overheid wil werk blijven maken van hernieuwbare energie, en daarmee ook jobs creëren. We doen dat over de partijgrenzen heen. Dat is, wat mij betreft, goed. De voorwaarde daartoe is dat er een markt kan worden uitgebouwd. Die markt bestond in het begin niet. Vandaar het tweede thema van dit debat: de rol van het overheidsinstrumentarium als hefboom om een markt te creëren, daar waar de markt er zelf niet voor zorgt. Collega’s, beleid is niet de stroom volgen, beleid is af en toe tegen de stroom in het goede doen. Als de stroom de foute kant uitgaat, moet het beleid proberen de stroom te verleggen.
De opbouw van dat overheidsinstrumentarium is vandaag volledig te noemen. Het is hier nog niet vermeld, maar ik wil toch verwijzen naar minister-president Peeters, die bij de bespreking van de beleidsbrief in de commissie Economie heeft verwezen naar het feit dat Vlaanderen een Europese prijs heeft gekregen voor het meest complete en het meest efficiënte overheidsinstrumentarium dat in Europa bestaat. We hebben vaak de neiging om alles te bekritiseren en slecht te vinden. De rest van Europa zegt dat we een volledig en complementair overheidsinstrumentarium hebben, dat de hele keten van bedrijfsvoering omvat. Dat mag toch even gezegd worden.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, u hebt het over jobs in de sector van de groene energie en over hoe belangrijk dat is voor de Vlaamse Regering. Dat was een aandoenlijk en emotioneel betoog. Maar u moet mij toch eens vertellen welk beleid deze Vlaamse Regering nastreeft op het vlak van groene energie. De Vlaamse Regering voert in de sector van de groene energie een flipflopbeleid. Neem bijvoorbeeld de zonnepanelen. In 2011 waren er nog 84.000 installaties, in 2013 is dat nog 1,8 procent daarvan.
Van de top tien van de bedrijven blijven er nog twee over in Vlaanderen. Er zijn zesduizend jobs verloren gegaan in de sector van de groene energie en van de zonnepanelen. De doelstelling voor Vlaanderen is 13 procent groene energie tegen 2020. We hebben ocharme 3,8 procent bereikt op dit moment. Waar zitten uw groene jobs, mijnheer Van Malderen? Waar is de visie of het beleid op het vlak van groene energie? Ik heb het de voorbije legislatuur echt nog niet gezien. En dan investeert u met de Vlaamse overheid bijna 100 miljoen euro in één bedrijf, Electrawinds, terwijl er honderden bedrijven overkop gaan in de sector van de groene energie en zonne-energie.
Mevrouw Meuleman, u maakt een zijsprong. Ik wil er wel in meegaan, maar mijn tijd is uiteraard beperkt. Ik wil u enkel zeggen: ik heb er geen enkel probleem mee dat een overheid via subsidies probeert een markt op te zetten, die zonder die subsidies niet zou kunnen ontstaan. Waar ik wel – en ik vermoed dat u toch niet het tegendeel kunt beweren – een probleem mee heb, is dat de overheid zou gaan oversubsidiëren, want dat is echt met belastinggeld gaan lopen. (Opmerkingen van mevrouw Elisabeth Meuleman)
Wat u een flip-flopbeleid noemt, is niet meer of niet minder dan de subsidiëring aanpassen aan de prijzen die op dat moment, in de door de subsidies ontstane markt, zijn gaan gelden. Het gaat om het wegwerken van een onrendabele top. Dat is eenvoudigweg goed beleid. Ik kom straks terug op een aantal problemen die vandaag bestaan.
Ik was kort de geschiedenis aan het schetsen van ons overheidsinstrumentarium, omdat in die opbouw ook wel de complementariteit ingebed zit. We hadden Gimv, maar die kreeg niet onterecht de kritiek dat het als vehikel een beetje risicoschuw was, dat er te weinig Vlaamse verankering was en dat de rol van de overheid verwaterd was met 27 procent van de aandelen. Daarop werd op 27 mei 2004 PMV opgericht, met een aantal principes, zoals de schotten, waarover we daarnet al een deeldebat hebben gehad.
Wat hebben we gezien? Er kwam een financiële crisis en je kreeg nieuwe vragen vanuit het bedrijfsleven, vragen naar garanties die we met het bestaande instrumentarium niet konden bieden. Daarvoor hebben we Gigarant in het leven geroepen, dat voor veel grotere bedrijven en veel grotere vragen garanties kon geven.
De risico’s die met elk van die instrumenten gepaard gaan, verschillen. Als één vehikel absoluut zekerheid wil inbouwen in zijn investeringen en een ander zich net gaat richten op bedrijven die zonder die garantie in moeilijkheden komen, zijn er aan dat laatste uiteraard een pak meer risico’s verbonden.
Als ik mij daarnet een beetje lastig maakte over uw opmerkingen, mijnheer Rzoska, was het niet omdat ik vond dat ik ongelijk had en dat ik dat wou maskeren, maar omdat ik uw opmerkingen met betrekking tot PMV en het instrumentarium onwaarachtig acht. De simpele waarheid is dat, toen PMV in dit parlement is opgericht op 27 mei 2004, uw partij, net zoals de mijne en Open Vld, in de meerderheid zat. Toen hebt u evengoed mee PMV opgericht. De principes die toen zijn ingesteld, zijn nog altijd reëel: het corporategovernancecharter, de scheiding tussen raad van bestuur en minister en ook de scheiding tussen dossierbeheerders en de raad van bestuur, die zich alleen met strategie bezighoudt. Sinds 2004 zijn die structuur en die manier van bedrijfsvoeren hier nog nooit in vraag gesteld. Dat vind ik oprecht onwaarachtig.
Als u vragen hebt over de werking van de raad van bestuur, kunt u zich misschien richten tot de heer Steenkiste, die jaren in de raad van bestuur heeft gezeten, tot 2010, en die kabinetschef was van de heer Tavernier.
Uw aanval – want dat is het – komt vrij ongeloofwaardig over. Door wat u nu zegt, vooral dat laatste, geeft u zelf de indruk en bevestigt u eigenlijk dat er bij PMV wel degelijk sprake is van politieke banden. Ik val PMV niet af, het is een zeer interessant instrument. U hebt daarnet enkele voordelen opgesomd, zoals de Vlaamse verankering. Maar pas die principes die u zelf hebt opgelijst voor PMV, eens toe op Electrawinds. Vlaamse verankering? Ondertussen is het in handen van een Luxemburgse holding. Waar zit het op de beurs? In Duitsland. Daar kunt u toch niet naast kijken.
En wat betreft PMV, is het trouwens uw eigen collega, de heer Bothuyne, die hier twee weken geleden zei en ook vandaag zegt dat we er eigenlijk te weinig in te zeggen hebben. Tot zover dus de goede strategie binnen PMV.
Ik denk dat elke partij inderdaad achter de oprichting van PMV stond, maar dat ontslaat ons toch niet van de plicht om op geregelde tijdstippen het instrumentarium te evalueren en om telkens opnieuw te bekijken of er een voldoende goed afwegingskader is om ervoor te zorgen dat de investeringen die er zijn, correcte investeringen zijn of dat het op een andere manier kan gebeuren.
Ik hoor bijvoorbeeld dat de mensen van PMV ondanks de ruime inbreng in het bedrijf, geen zitje hebben in de raad van bestuur, en dat stemt me toch tot nadenken. En dat moet ons allemaal tot nadenken stemmen, niet zozeer om het proces te maken van Electrawinds, maar om eruit te leren, opdat we het instrumentarium verfijnen en de transparantie in de toekomst wel gewaarborgd is. Dat lijkt me een element dat dit parlement kan oppikken. Het is onze verantwoordelijkheid, hier en vandaag.
Mevrouw De Knop, u hebt voor 100 procent gelijk dat er transparantie moet zijn en informatie-uitwisseling. Die is er ook in de commissie. Ik zal daar op iedere vraag antwoorden. Maar ik kan me van deze hele legislatuur niet herinneren dat u ooit in die commissie een vraag hebt gesteld. Ik nodig u dus uit om naar de commissie te komen om er uw vragen te stellen. Ik zal mijn best doen om op al uw vragen zo goed mogelijk te antwoorden. Uw discours hier vind ik een klein beetje goedkoop.
Ik vind uw repliek ook heel goedkoop, minister, want u weet perfect dat wanneer er raakvlakken zijn met energie en overheidsinstrumentarium, ik wel naar uw commissie kom. Ik heb herhaaldelijk vragen gesteld over het Vlaams Energiebedrijf in uw commissie of in de commissie Energie van minister Van den Bossche. Ik vind uw repliek heel onnozel. Waarom gaat u niet in op mijn voorstel om het toekomstgericht te bekijken en om met zijn allen die verantwoordelijkheid op te nemen? Ik heb er nog expliciet bij gezegd dat we hier niet zijn om het proces te maken van Electrawinds, maar wel om iets te doen aan wat er vandaag misschien mank loopt.
Men vroeg mij naar een aantal voorbeelden van strategie en die wil ik u wel meegeven, want verschillende bedrijven hebben gebruik gemaakt van de beleidslijn om te investeren in hernieuwbare energie. Dat is ook logisch, want daarvoor werd het beleidsinstrument gecreëerd. Er is Belwind geweest, waarin PMV samen met Colruyt is gegaan, Aspiravi, waarin gemeenten met de Vlaamse Energieholding in participeren. Het zijn voorbeelden die goed functioneren. Naast Electrawinds dat nu in moeilijkheden zit, is er ook Thenergo, dat niet gelukt is. Er is een sector uitgebouwd, mevrouw Meuleman, die het vandaag inderdaad niet makkelijk heeft. Zelfs in die moeilijke omstandigheden zijn er sommige projecten die lukken, andere die blijven steken op de tekentafel en nog andere die in de problemen komen. Dat zijn groeipijnen die gepaard gaan met elke ontwikkeling in elke sector.
Vandaag zit Electrawinds in de focus. In de krant kunnen we inderdaad alle mogelijke cijfers lezen, allemaal door elkaar. Ik hoop dat de minister de duiding waarmee ze begonnen was, straks kan afwerken. Het is in elk geval zo dat, ongeacht het vehikel dat gebruikt is, of dat Gimv is of PMV of Gigarant, de Vlaamse overheid generiek een aantal kwaliteitsnormen hanteert. Ik ben ervan overtuigd dat ze hier ook werden toegepast. Dat betekent dat Electrawinds vandaag geen uniek verhaal is. Het is niet uniek als bedrijf dat vragen heeft gesteld aan de Vlaamse overheid inzake ondersteuning. Het is niet uniek als bedrijf dat in moeilijkheden komt. Het is evenmin uniek in een verhaal waaraan de overheid een bijdrage levert, maar waar nog altijd een meerderheid aan private investeerders in zit. Als die dossiers in het verleden ondersteund werden door zowel private investeerders als door een onafhankelijke beoordeling in de verschillende maatschappijen van ons instrumentarium, dan heeft het er ook mee te maken dat op dat moment heel veel verschillende mensen het een waardevol en aantrekkelijk project vonden.
Ik wil echt niet de polemiek aangaan, mijnheer Rzoska, maar na één keer op internet te googelen, vind ik al een uitnodiging waaruit blijkt dat u met uw partij op 20 maart 2009 het bedrijf bent gaan bezoeken. Nu noemt u het een toonbeeld van hoe het niet moet zijn, maar in dat document noemde u het een toonbeeld van hoe Vlaanderen een nieuwe groene deal zou kunnen aangaan. In die zin bent u toch meegegaan met de aantrekkelijkheid van dit project, dat zich vandaag inderdaad in zwaar weer bevindt.
Ik rond af. Het bedrijf bevindt zich in moeilijkheden. De aandeelhouders zijn erg verdeeld. Ik herhaal mijn pleidooi: grijp elke kans, overstijg het eigen gelijk om een oplossing mogelijk te maken en de schade te beperken. Mijnheer Bothuyne, de transparantie waar al zolang om wordt gevraagd, zal in de eerste plaats op de aandeelhoudersvergadering moeten worden gecreëerd. Transparantie betekent ook loze beweringen voor zichzelf houden. De belastingbetaler heeft recht op een correcte afhandeling van het dossier. Correct optreden betekent ook dat wij niet als luidspreker van geruchten fungeren, laat staan dat wij zelf geruchten de wereld mogen insturen.
Mijnheer Van Malderen, het klopt dat wij in 2009 een Groene Pluim aan het bedrijf hebben uitgereikt. Dat toont aan dat wij dergelijke investeringen waarderen. U mag de chronologie niet door elkaar halen. In 2009 was het bedrijf volop op zoek naar middelen. Het grootste deel van de Vlaamse investeringen gebeurde tussen 2009 en vandaag. U bent historicus. Wat u nu doet, is hineininterpretieren. Dat is voor uw rekening.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, er is hier al veel gezegd; ik probeer er nog een paar originele gedachten aan toe te voegen, hoewel dat niet gemakkelijk zal zijn. De afgelopen weken is het dossier Electrawinds niet uit het nieuws geweest. We kregen een beetje het gevoel dat we naar een soap keken. We konden volgen hoe de raad van bestuur en de verschillende aandeelhouders op zoek gingen – en hopelijk nog steeds gaan – naar een oplossing, zodat het bedrijf overeind blijft staan. Aangezien het afgelopen jaar heel wat overheden met heel wat overheidsinstrumenten geld in Electrawinds hebben gestopt, zijn wij van mening dat het een goede zaak is dat wij dit debat kunnen voeren. Het is immers de plicht van het Vlaams Parlement om na te gaan wat er met het belastinggeld van de Vlamingen gebeurt.
Maar zoals anderen hier ook al zegden: wij willen voorzichtig zijn. Vooral omdat wij tot vandaag geen definitief uitsluitsel hebben over de vraag of er wel een oplossing kan worden gevonden. Wij willen dan ook niet al te verregaande uitspraken doen die een oplossing in de weg zouden kunnen staan. Ik weet ook wel dat elke dag uit nieuwsberichten blijkt dat het uitzicht op een oplossing almaar kleiner wordt. Toch moeten wij beseffen dat een oplossing de beste garantie is om het belastinggeld dat in Electrawinds is gestopt, kan worden gerecupereerd. Dat moet natuurlijk onze eerste bekommernis zijn. Wij ondersteunen dan ook de oproep dat alle actoren zich rond een tafel moeten zetten en aan een oplossing moeten werken.
Hier is al het woord “koppigaards” gevallen. Maar een oplossing is nodig, want in het belang van de werknemers en van de belastingbetalers. De onderhandelingen moeten dus alle kansen krijgen. Het gaat bovendien om een beursgenoteerd bedrijf, wat het allemaal nog gevoeliger maakt. Vanochtend kregen wij bovendien te horen dat er misschien toch wel investeerders of overnemers voor bepaalde onderdelen zouden zijn, wat betekent dat een oplossing niet helemaal onmogelijk is.
Het is ook onze plicht om hieruit lessen te trekken. Wij moeten nagaan hoe wij nog beter het belastinggeld kunnen beschermen. Het is duidelijk dat Electrawinds op een bepaald ogenblik heel snel is gegroeid, en dat is op zich ook geen probleem. Heel wat van die bedrijven zijn snel gegroeid. Daarom kon Electrawinds genieten van veel overheidssteun. Minister, kunt u klaarheid scheppen over de stappen die de afgelopen jaren zijn gezet? Hoe zit het precies met de leningen, achtergestelde leningen en participaties? Wat is de stand van zaken?
Voor de N-VA is er niets mis met het principe dat een overheid gerichte investeringssteun geeft en via investeringskanalen zelf investeert in maatschappelijk belangrijke vernieuwende sectoren, zoals de sector van de duurzame energie. Uiteraard moet er dan aan bepaalde randvoorwaarden worden voldaan.
Het moet gaan om doordachte, weloverwogen beslissingen, die met kennis van zaken en op basis van goed bevonden businessplannen worden genomen. Er moet verantwoordelijk met het gemeenschapsgeld worden omgesprongen. Er moet respect zijn voor de regels van het corporate en ethisch ondernemen.
We houden daarbij voor ogen dat ondernemen niet de kerntaak van de overheid is. Het kan gaan om secundaire belangen, zoals de verankering, die hier al is aangehaald, de strategisch belangrijke investeringen, de groeimogelijkheden en zo verder. Hier is de meerwaarde bij uitstek van maatschappelijk nut.
In dit geval voert de investering uit wat in zowat elke beleidsbrief of beleidsnota van de afgelopen jaren staat, met name dat hernieuwbare energie een strategische prioriteit vormt. Dit moet uiteraard allemaal binnen die randvoorwaarden gebeuren.
Wat me met betrekking tot dit dossier opvalt, is niet enkel dat de overheid investeringssteun heeft verleend, maar dat zeer veel verschillende overheden steun hebben verleend. Het gaat om de lokale, de Vlaamse en de federale overheid. Dit heeft natuurlijk tot een veelheid aan participaties en verstrekte leningen geleid. We moeten ons de vraag stellen of het voor de overheid op die manier nog mogelijk is op een efficiënte wijze enig zicht op de bedrijfsvoering te behouden.
Mijn laatste opmerking betreft een punt dat tot de verantwoordelijkheid van het bedrijf zelf behoort. Indien het gaat om producten die zelf al zeer sterk worden gesubsidieerd, in dit geval door middel van groenestroomcertificaten, moet het bedrijf een globale afweging maken. Het gaat niet op deze subsidies als verworven inkomsten te beschouwen en op basis hiervan een verdere bedrijfsvoering op te bouwen. Dit heeft uiteindelijk tot een overmatige schuldenlast geleid.
We zullen zien of er de komende uren of dagen nog een oplossing uit de bus komt. Dit is in het belang van de werknemers en van de belastingbetalers. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, ik zou nog een vraag willen stellen over onze fundamentele opmerking. Er worden beschotten ingebouwd. Hierdoor is het zogezegd niet langer de Vlaamse Regering die de subsidies toekent. Er zijn beschotten tussen de Vlaamse Regering en de overheidsparticipatiemaatschappijen gebouwd. Het beeld wordt hoog gehouden dat er een groot beschot is tussen de raad van bestuur, die autonoom de strategische beslissingen neemt, en de Vlaamse Regering, die vervolgens in het Vlaams Parlement moet verklaren dat ze hierover niets kan vertellen omdat het om beslissingen van de autonome raad van bestuur gaat.
Minister, ik heb niemand beschuldigd. Ik heb ook niet beweerd dat alleen maar slechte beslissingen zijn genomen. Het gaat me om het principe. Hoe kunt u het beeld hoog houden dat een raad van bestuur autonoom is indien daar, naargelang de meerderheid die op dat ogenblik aan de macht is, allemaal kabinetschefs in zetelen? De woorden van de heer Van Malderen waren op dat vlak zeer verhelderend.
Mijnheer Diependaele, ik stel deze vraag aan u. Wat vindt u van onze opmerking dat het niet past daar mensen uit de kabinetten, hoe bekwaam ze ook mogen zijn, te plaatsen en vervolgens de schijn trachten hoog te houden dat de raad van bestuur volledig los van de Vlaamse Regering opereert? We hebben die opmerking gemaakt, en ik zou graag uw reactie horen.
Eerst en vooral heb ik geen redenen om aan te nemen dat die beschotten niet zouden hebben gewerkt. Daar heb ik geen bewijzen van gezien. Ik wil echter nog dieper op de initiële vraag ingaan. Volgens mij is het omwille van het democratisch principe zelfs noodzakelijk daar mensen te plaatsen. (Opmerkingen)
Mijnheer Van Hauthem, u moet daar eens goed over nadenken. Indien we als democratische overheid willen dat een onafhankelijk of neutraal orgaan, in dit geval een bedrijf, omwille van het maatschappelijk belang tot bepaalde investeringen overgaat, wil ik niet doof en blind zijn. We steken daar veel geld in. Het gaat effectief om een maatschappelijke taak. Ik wil dan ook weten wat daar effectief gebeurt. Ik wil dat in de gaten houden. Om die reden worden daar natuurlijk mensen geplaatst. Dat valt op basis van de democratie perfect te verantwoorden.
Mijnheer Diependaele, ik volg uw redenering tot op zekere hoogte. U moet dan echter ook consequent zijn. Het Vlaams Parlement moet daar ook inzage in hebben. Dat is de democratische controle. Een minister mag zich dan niet verschuilen achter de strategische beslissingen van een autonome raad van bestuur waar de Vlaamse Regering volgens uw visie wel inzage en inspraak in heeft en het Vlaams Parlement niet. Het is het een of het ander.
Mijnheer Van Hauthem, eerst en vooral, er zijn wetgevende bevoegdheden en uitvoerende bevoegdheden. Dit valt onder uitvoerende bevoegdheden. Ik heb de minister op geen enkel moment horen zeggen dat ze weigert om die transparantie te geven, integendeel. Er is zopas een verdienstelijke poging geweest om dat te doen, maar die hebt u geblokkeerd.
Ik geef toch even duidelijkheid over de coporate-governancestructuur. We kiezen mensen die als deskundigen in die raad van bestuur zitten en daar de belangen van de vennootschap moeten dienen. Dat betekent dat die mensen hoofdelijk en persoonlijk verantwoordelijk zijn voor de beslissingen die ze daar nemen. Zij wegen daar af of er bepaalde investeringen moeten gebeuren en of die passen binnen wat in het investeringskader is afgesproken. Daar is geen enkele tussenkomst of beïnvloeding vanuit de politiek gebeurd. Dat was ook de bedoeling.
Wil dat zeggen dat we het parlement niet kunnen informeren over de beslissing? Geen enkel probleem. U kunt me alle vragen stellen, ik zal die vragen doorspelen aan de raad van bestuur en ik zal hen vragen op al uw vragen te antwoorden, waarom en hoe dat is beslist. Voor PMV is dat geen enkel probleem.
Als het gaat over Gimv, zitten we in een andere positie. Daar zitten we in een minderheidspositie en daar kan dit parlement jammer genoeg niet op dezelfde manier transparantie en inzage vragen en de bestuurders vragen omleg uit te geven.
Er zijn twee zaken die we niet mogen verwarren: het eerste is wie beslist en wie de verantwoordelijkheid draagt. Het tweede is hoe we dit parlement goed kunnen informeren. Wat PMV betreft, is er geen enkel probleem om dit parlement te informeren op basis van alle gestelde vragen. Ik zal erop staan dat de raad van bestuur van PMV en het management daar altijd de nodige antwoorden op geven.
Minister, ik ben het volledig eens met uw antwoord. De voorzitter van de commissie Economie is niet aanwezig, maar we kunnen haar de vraag doorspelen om de raad van bestuur of de directie van PMV uit te nodigen om in de commissie te komen uitleggen hoe het zit met dat verschil tussen wat strategische doelen en beslissingen zijn enerzijds, en individuele beslissingen die door casemanagers worden genomen anderzijds. Daar zit het grote verschil, het grote schot, mijnheer Van Hauthem. We hebben de ervaring al gehad naar aanleiding van investeringen in gestructureerde producten, dat ze dat met de nodige kennis en overtuigingskracht kunnen brengen.
De heer Penris heeft het woord.
Niet ik, maar professor Van de Cloot laat in De Morgen het volgende optekenen; “Dat de overheid via verschillende vehikels een pionier uit de nieuwe, beloftevolle sector ondersteunt, is niet het punt van discussie.” Dat hebben we vandaag ook duidelijk gemaakt, nietwaar mijnheer Rzoska? “Maar de manier waarop, de ondoorzichtigheid van optreden en de veelheid van fondsen, doet wel vragen rijzen. (…) De Federale Participatie- en Investerinsgmaatschappij (FPIM), Belfius, de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV), Gimv, DG Infra+, Gigarant, Gemeentelijke Holding en de Vlaamse Energieholding: via deze kanalen is er in de voorbije jaren zo’n 160 miljoen euro in dat betrokken bedrijf gepompt. Door de versnippering van die kanalen beschikt de overheid echter niet over een sterk mandaat. Anders gezegd: ondanks de 160 miljoen euro heeft de overheid eigenlijk niets te zeggen over dat bedrijf. Critici beginnen nu ook Johan Vande Lanotte met de vinger te wijzen. De vicepremier en sp.a-zwaargewicht speelde als voormalig bestuursvoorzitter van Electrawinds een belangrijke rol in de groei van het bedrijf. Geruchten doen de ronde dat hij zijn invloed heeft uitgeoefend om zoveel mogelijk overheidsgeld los te weken. Geruchten die nergens hardgemaakt kunnen worden.”
Ik bevestig dat ook voorlopig.
“Maar het pleit niet voor Vande Lanotte, noch voor de overheidsfondsen, dat ze blijkbaar niet in de gaten hadden dat ze op een schromelijke manier werden misbruikt. Door wie? Dat is een andere vraag, en opheldering is daar zeker op zijn plaats. Maar ook zij” aan wie we de vragen stellen, “geven niet thuis voor info in deze cruciale uren. Duidelijk is wel dat het onverantwoord was om zoveel belastinggeld te plaatsen tegenover zo weinig zeggenschap.” Dat zegt die professor, niet ik.
Minister, voorzitter, ik denk dat we, rekening houdende met wat dergelijke mensen zeggen, onze verantwoordelijkheid moeten kunnen opnemen. Dat is de reden waarom ik erop blijf staan dat we in dezen een onderzoekscommissie oprichten naar de manier waarop PMV met belastinggeld is omgegaan in het verleden.
We moeten inderdaad met iedereen zijn mening rekening houden, maar het verwondert mij dat u dat nu net citeert. U gaf daarnet het verwijt dat er vanuit de overheid een vertegenwoordiging zit bij PMV. Die heeft de taak om de opdracht van PMV in de gaten te houden, wat ik volledig onderschrijf omdat ze inderdaad met belastinggeld werkt, en dus moet daar een maatschappelijk belangrijke richting aan gegeven worden en moet de overheid daarover waken. Maar nu komt u zeggen door de heer Van de Cloot te citeren – alle respect voor zijn woorden – dat de overheid daar eigenlijk niets te zeggen had. Wat is het nu?
Dat is niet de overheid, collega, dat zijn politiek benoemde mensen die niets met de overheid te maken hebben.
Voorzitter, ik wil er nog een punt aan toevoegen. U moet eens praten met mensen uit het bedrijfsleven zelf. Ik ga er absoluut mee akkoord dat je als parlement effectief zo veel mogelijk informatie moet krijgen, maar op een bepaald moment zit je met het probleem dat sommige informatie, als het effectief over bedrijfsvoering gaat, zeer gevoelig is. Natuurlijk zijn wij alle 124 parlementsleden te betrouwen, zonder twijfel, maar het punt is dat die bedrijfsleiders zelf niet altijd zo gewillig zijn om die informatie zomaar open en bloot te geven. U kunt zeggen: geen probleem, dat is hun probleem, dan geen overheidsgeld en dan blijven ze met lege handen achter. Maar als overheid verlies je dan ook een sturend element. Want dit willen we nu net doen: we willen met die investeringen zeer gericht sturen naar wat wij voor de maatschappij belangrijk vinden, in dit geval groene stroom. Het is niet zo evident en zwart-wit.
Mijnheer Diependaele, ik wil een aantal opmerkingen maken bij uw betoog. U bent uw tweede punt geëindigd met te zeggen: ik heb ogen nodig om te weten wat er gebeurt binnen PMV. Eigenlijk stel ik vast dat wat u zegt en wat de minister zegt, ver uit elkaar ligt. De minister zegt: er zijn geen banden en het zijn autonome organen, terwijl u net zegt dat we daar ogen hebben zitten en dat we die ook nodig hebben. Ik kan u daar misschien een stuk in volgen.
Ik wil een tweede punt maken. U zegt in uw betoog, waar ik me uiteraard bij aansluit, dat het goed afloopt met de toekomst van dit bedrijf. Waar u in heel uw betoog niet over spreekt, zijn de mogelijke fouten die gemaakt zijn. Ik wil u een tweet voorleggen van uw kersverse partijgenoot Johan Van Overtveldt van gisteren: “Te veel vragen rond het kluwen Electrawinds blijven onbeantwoord.” Dat is, mijnheer Diependaele, de taak van dit parlement. Daarom nogmaals mijn uitnodiging: laat ons samen de onderste steen naar boven halen.
Mijnheer Rzoska, u hebt niet goed geluisterd. Ik heb wel degelijk gezegd dat het de verantwoordelijkheid is van het bedrijf zelf dat het zich in zijn bedrijfsvoering voor toekomstige investeringen en vooral voor de schuldenopbouw – want dat is nu het probleem – blijkbaar gebaseerd heeft op het feit dat het die subsidiestroom van de groenestroomcertificaten heeft aangenomen als een zekere inkomst. Dat is de verantwoordelijkheid van de bedrijfsvoering zelf. Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten. Ik ga volledig akkoord dat de fouten die gemaakt zijn, volledig de verantwoordelijkheid van het bedrijf zijn.
Ik heb zeer duidelijk gezegd dat je wetgevende macht hebt en uitvoerende macht. Als u dat echt wilt, moet u de democratie gaan herdenken en kunnen we in dit parlement allemaal een kabinet van dertig tot veertig man hebben om elk detail van de wetgeving te gaan uitwerken. Maar zo gaat het niet. Wij geven een opdracht aan de regering, wij zeggen dat wij groene stroom belangrijk vinden en zij moeten er op de juiste manier op inzetten door middel van instrumenten als PMV.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil even inpikken op wat collega Penris zonet heeft voorgelezen van de hoofdeconoom van Itinera, de heer Van de Cloot. Hij had het over de manier waarop; ik zou ook durven zeggen: de mate waarin. Ik verduidelijk mij. We weten ondertussen allemaal dat er 73 miljoen euro kapitaal – als ik Belfius even buiten beschouwing laat, met Belfius inbegrepen is het 85 miljoen euro – gestroomd is van de semi-overheidsbedrijven in de richting van Electrawinds en, nogmaals, 62,5 miljoen euro kredieten. De omzet van dat bedrijf is 112 miljoen euro in het boekjaar 2012. Als ik dat spiegel aan mijn eigen bedrijf, betekent dat dat met dit eigen vermogen, zijnde wat het kapitaal dat in deze firma is gestoken door de overheid, dit bedrijf een omzet zou kunnen realiseren van 1 miljard euro.
Dat is de ratio die wordt gebruikt. Met 85 miljoen euro eigen vermogen zit men normaal gezien aan een omzet van 1 miljard euro. Die 85 miljoen euro kapitaal van de overheid komt vandaag overeen met 112 miljoen euro in plaats van 1 miljard euro. Daarmee wil ik aantonen dat er niet alleen met de manier waarop maar ook de mate waarin, een volledige overkill is geweest van de financiering, zowel in kapitaal als in kredieten vanuit de overheid en de semi-overheidsbedrijven. Meer nog, want daarnaast is er die 160 miljoen euro groenstroomcertificaten die intussen zijn geïnd. Het is ook raar maar waar, en daar kunnen we niet naast kijken, dat 76 procent van al dat geld daar naartoe is gestroomd toen de heer Vande Lanotte voorzitter was van de raad van bestuur. Het is toch raar dat die machine plots op gang is gekomen. Dat adressenboekje heeft blijkbaar effect, want heel de geldstroom is op gang gekomen.
Ik wil het even over een heel andere boeg gooien. Wat is de rol van een voorzitter van een raad van bestuur? Iedereen heeft het hier over corporate governance, ook de minister. De echte inhoud van corporate governance is dat de voorzitter van een raad van bestuur het management wijst op de gevaren, op de risico’s, op de overfinanciering, op het te ver willen springen in plaats van gefaseerd te investeren. Dat is wat een voorzitter van een raad van bestuur moet doen. Als de feiten het tegenovergestelde blijken te zijn, dan stel ik me vragen bij de rol van die voorzitter. Meer nog, als de voorzitter van de raad van bestuur een vooraanstaand politicus is, een boegbeeld van de Belgische politiek, dan moet die nog extra voorzichtig zijn ten opzichte van een gewone sterveling en een normale ondernemer. Dat is niet alleen zoek in dit dossier, het is er los over.
Er is nog een bijkomend punt in dit dossier. En ook daar komen we spijtig genoeg opnieuw uit bij de politiek. Ik heb het over de groenestroomcertificaten. Het is voornamelijk onder impuls van sp.a dat de groenestroomcertificaten er zijn gekomen. Op zich was dat een goed idee om de groene energie te stimuleren, maar met een totale overkill. Zelfs onze Waalse vrienden hebben het veel beter gedaan. Vlaanderen heeft er in het begin mee gesmeten en het systeem veel te snel afgebouwd. In Wallonië werden enkel groenstroomcertificaten toegekend aan wie minstens 50 procent van de opgewekte energie zelf verbruikt. In Vlaanderen kon iedereen van om het even welk magazijn zonnepanelen kopen en die op een zwijnenstal leggen zonder daar ook maar iets van te verbruiken. Kassa, kassa, groenstroomcertificaten. Dat toont aan dat Vlaanderen misschien niet meer zo goed bezig is. Ook daar is een volledig verkeerde politiek gevoerd.
Men heeft hier veel te veel gefocust op het management van PMV, van Gimv en van de bedrijven. De Federale Participatiemaatschappij zit er voor het grootste bedrag tussen. Het is dus niet alleen een Vlaams, maar ook een federaal probleem. Het probleem ligt niet zozeer bij het management, hier heeft vooral een politieke agenda gespeeld. Immers, geen enkel bedrijf behalve de welgekende subsidiekampioen, namelijk de NMBS, heeft subsidies of kapitaalinjecties gekregen van aan de overheid gelinkte bedrijven zonder dat daar massale eigen investeringen tegenover stonden. We lijden in Vlaanderen dus niet alleen aan regulitis, maar ook aan subsiditis. Heel dit dossier is een voorbeeld van hoe het niet moet en van hoe men een markt reguleert. Er zijn immers ondernemers in dit land en zelfs in de regio Gent die investeren in alternatieve energie en dat volledig op basis van eigen middelen doen. Zij doen dat op een rendabele basis. Het kan dus. De manier waarop dit in dit dossier gebeurt, is volledig van de pot gerukt en wars van elke economische realiteit. Men moet dan ook nagaan of alles in dit dossier binnen het aanvaardbare is verlopen.
Tijdens de laatste weken, maanden en zelfs jaren klonk er de oorverdovende roep om een lastenverlaging op arbeid. We zijn het daar kamerbreed over eens, alleen gebeurt er niets. Het laatste concurrentiepact is een druppel op een hete plaat. Uit berekening blijkt dat het gaat over 0,2 procent per jaar op de loonmassa van de privésector. Dat is een peulenschil. Dat is symbolisch en start bovendien pas in 2015.
En die oversubsidiëring leidt tot debacles. Men spreekt over tewerkstelling, maar men denkt niet aan hoeveel tewerkstelling men zou kunnen creëren als men de hele subsidiewinkel weg zou laten en als men er resoluut voor zou kiezen om de subsidies die in dit land inmiddels bijna 10,137 miljard euro bedragen, te vervangen door een lineaire lastenverlaging. Die lineaire lastenverlaging kan natuurlijk ook maar worden gegenereerd door een forse afslanking van de overheid. De bedrijven die het op eigen kracht doen en het goed doen, moeten we stimuleren, niet door te demotiveren of ‘weg te fiscaliseren’ of de moed te ontnemen om verder te investeren. Die richting moeten we uitgaan, en zeker niet de richting van de 134 steunmaatregelen voor België en Vlaanderen, waarvan 71 federale en 63 Vlaamse. In die steunmaatregelen moeten we de bosmaaier zetten, net zoals in de Vlaamse regelgeving, die we al jaren met woorden bevechten maar in werkelijkheid nog geen meter verminderd hebben. (Applaus van mevrouw Ulla Werbrouck)
Minister Lieten heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, er zijn in het debat verschillende invalshoeken gebruikt. Je kunt natuurlijk verder gaan nadenken over, of bespreken en evalueren wat de raad van bestuur van Electrawinds de voorbije jaren heeft gedaan, welk investeringsbeleid er is gevoerd, hoe dat is gefinancierd. Ongetwijfeld zullen we daarover de volgende weken en maanden nog informatie over krijgen en onze mening kunnen vormen. Maar daarvoor zijn wij hier niet aanwezig. Wij moeten nagaan hoe de overheidsinstanties en de extern verzelfstandigde agentschappen waar Vlaanderen verantwoordelijk voor is, zich hebben gedragen.
Ik was ermee begonnen om jullie een overzicht te geven van wat we via de overheid, ofwel via een subsidie ofwel via een investering, de voorbije jaren ter beschikking hebben gegeven aan Electrawinds. Ik heb u uitleg gegeven over de subsidies via het reglementair kader van het Agentschap Ondernemen, ook over de IWT-subsidies. Ik was aangekomen bij PMV. Ik wil misschien toch nog even de juiste informatie herhalen.
Was is op dit moment het belang van PMV in Electrawinds? Op dit moment heeft PMV een investering van 15 miljoen euro in kapitaal in Electrawinds, en daarvan is intussen 1,3 miljoen euro terugbetaald. Daarbovenop heeft ze een achtergestelde lening lopen van 10 miljoen euro met een rente van 9,2 procent. Als we dat afzetten tegenover het kapitaal, dan is dat op dit moment 4 procent van het eigen vermogen van Electrawinds. Dat moeten we toch in het achterhoofd houden als we het debat voeren over welke rechten PMV moet vragen, of we een bestuurder moeten vragen, of we het in verleden goed hebben gedaan of niet. Dat debat kan voor mij zeker en vast worden gevoerd, en ik nodig iedereen ook uit om er zo snel mogelijk in de commissie in detail op in te gaan.
Ik wil het toch even in perspectief zetten. Er wordt soms gesproken over honderden miljoenen euro’s belastinggeld. We moeten voorzichtig zijn met alles op een hoopje te gooien. Electrawinds heeft op dit moment een kapitaal van ongeveer 240 miljoen euro, dat opgebouwd is via verschillende aandeelhouders, uit de private sector en uit de publieke sector. Vlaanderen maakt met de 15 miljoen euro – en dan neem ik er nog even de 10 miljoen euro achtergestelde lening bij – 4 procent uit van het eigen vermogen. Via Gigarant heeft Vlaanderen ook nog 75 procent waarborg gegeven voor een investeringsdossier ten bedrage van 12 miljoen euro. Die waarborg is nog niet moeten worden uitgevoerd. Er staan investeringen voor een biomassacentrale tegenover; er staan ook duidelijke garanties tegenover. Dat maakt het volledige plaatje van wat Vlaanderen via verschillende kanalen op een of andere manier heeft ingebracht in Electrawinds.
Collega’s, ik wil daar zeker verder met jullie over doorgaan en de voorgeschiedenis van de beslissingen, de omstandigheden en de context verder uitdiepen, en daar in de commissie verder over van gedachten wisselen. Ik hoop dat we daar dan ook kunnen bekijken of we, op basis van dit dossier, ons beleid moeten aanpassen. We moeten nagaan hoe de investeringspolitiek gewerkt heeft en bekijken of wij als aandeelhouder bepaalde suggesties moeten meegeven op de algemene vergadering.
Wat mij betreft, kunnen wij met de bestuurders van PMV ook het debat en de dialoog aangaan over het corporategovernancecharter, en bekijken of alle regels ter zake goed zijn, of er verduidelijkt of verstrengd moet worden. Dat debat is wat mij betreft open.
Ik heb gevoeld dat de meeste fracties het standpunt delen dat we goed moeten opletten dat we niet op basis van één specifiek dossier – dat we zeker moeten evalueren – een belangrijk instrument van de Vlaamse overheid om in onze economie te investeren, ‘op het schop zetten’. We moeten voorzichtig zijn met het trekken van conclusies.
Want het is voor heel veel bedrijven nu eenmaal moeilijk, zeker sinds de bankencrisis, om een financiering te vinden via de klassieke kapitaalfinancieringen op de kapitaalmarkt. Het is moeilijk om financieringen te vinden voor startende bedrijven, voor bedrijven die een serieuze stap in hun groei willen zetten, die een serieuze investering willen maken. Het is ook moeilijk voor bedrijven die werken in sectoren waar de risico’s groter zijn. Dat was zeker ook het geval voor Electrawinds.
Ik vind het belangrijk dat wij niet toelaten dat instrumenten als PMV en de waarborgregelingen via Gigarant nu in een negatieve perceptie terecht zouden komen. We mogen niet toelaten dat we onszelf een arm afhakken, want in deze economische tijden, waarin we echt snakken naar economische groei, moeten we die instrumenten verder kunnen laten werken. We moeten samen bekijken hoe we die nog beter kunnen laten werken.
Ik wil mij tot slot aansluiten bij de verschillende collega’s die opgeroepen hebben om de sereniteit aan te houden. Laten we hopen dat het, in die sereniteit, voor al die verschillende aandeelhouders mogelijk is om elkaar te vinden, om de investeringen die gebeurd zijn met privaat en met publiek kapitaal, veilig te stellen, om ervoor te zorgen dat de verschillende investeringen in groenestroomproductie verder kunnen werken, en dat we de tewerkstelling die daaraan verbonden is, kunnen houden.
Laten we afspreken dat wij die dialoog zo snel mogelijk voortzetten in de commissie. Ik zal mijn uiterste best doen om op al jullie vragen antwoord te geven. Ik ben ervan overtuigd dat ook het management van PMV daar beschikbaar voor is. (Applaus bij sp.a en CD&V)
Voorzitter, de minister heeft een moeilijk debat op een constructieve manier afgerond. Om haar te steunen, zou ik voorstellen dat dit parlement akkoord gaat met het feit dat we onderzoek durven te voeren naar de controle op de besteding van Vlaamse overheidsmiddelen via een controle op de legitimiteit van de strategische beslissingen en de opportuniteit van individuele beslissingen van de publieke investeringsmaatschappij PMV nv. Ik denk dat we daar allemaal wijzer van kunnen worden en dat we daar in de toekomst veel uit zullen kunnen leren.
Minister, zoals u gemerkt hebt, deel ik uw mening dat alles in het werk moet worden gesteld om het bedrijf alsnog operationeel te houden en de jobs in de mate van het mogelijke te bewaren. Ik heb een aantal heel concrete vragen. U moet die niet beantwoorden indien u daarmee onderhandelingen of posities in gevaar brengt, maar het blijft voor de periode nadien misschien toch wel belangrijk om over na te denken. Aangezien die korte lijn er toch duidelijk is met PMV, waarom zagen wij Electrawinds toch als een interessante investering?
Tot mijn spijt blijf ik vaststellen dat, als je het volume bekijkt van de middelen die de overheid via haar verschillende kanalen ter beschikking stelt, wij verhoudingsgewijs te weinig inspraak hebben. Zonder ons te moeien in de operationaliteit ervan, lijkt het mij belangrijk dat we, indien we een globaal pakket van ettelijke tientallen miljoenen euro’s ter beschikking stellen van een bedrijf, daar voldoende inspraakmogelijkheden tegenover stellen om te zien welke richting het schip al dan niet vaart.
Verder vraag ik mij af of wij als schuldeiser of overheidsbedrijf een bevoorrechte positie hebben die alsnog een rol kan spelen in die onderhandelingen. Dat lijkt mij heel belangrijk. Ik heb gezien dat er een voorstel was van PMV, Gimv en het bedrijf van de heer Duco Sickinghe om in een reddingsplan te opereren.
Misschien is het belangrijk om te weten of we daar in de komende periode een actieve rol in kunnen spelen. Kunt u als voogdijminister nog actief proberen met de verschillende spelers op het terrein tot een oplossing te komen?
U hoeft daar nu niet op te antwoorden, maar deze vragen zijn bij mij blijven hangen.
Minister, uiteraard gaan we in op de uitnodiging om dit dossier in de commissie uit te spitten. Ik blijf evenwel toch wat op mijn honger zitten. U bent deze vergadering begonnen met een zeer technische opsomming van via welke verschillende instrumenten de overheid in dit dossier zit. Over de grenzen heen werden er een aantal essentiële vragen gesteld waarop we tot op vandaag geen antwoord krijgen. Daarvan wil ik twee punten aanhalen.
Wat mij betreft – en die vraag is niet enkel door mij gesteld, maar werd ook gesuggereerd door een aantal mensen van de meerderheid – blijven we op dit moment het antwoord schuldig op de vraag hoe het komt dat één bedrijf 100 miljoen euro indirect of direct binnenhaalt. Daarop heb ik van u geen antwoord gekregen.
Het tweede punt waarover ik mij verwonder, is dat u, als bevoegd minister, niet ingaat op het dossier van Groenkracht. U kunt zeggen dat u daar weinig mee te maken hebt, maar u bent natuurlijk wel via uw investeringsvehikels mee verantwoordelijk voor een bedrijf dat een constructie opzet waarbij zeer veel gewone spaarders een rad voor de ogen is gedraaid. Daarover doet u geen uitspraken. Ik vind dat jammer.
Minister, ik doe een laatste poging om toch iets constructiefs uit dit dossier te halen.
Er moet een soort van gedragscode worden opgesteld dat alle aan de overheid gelinkte bedrijven, wanneer zij in een bedrijf investeren, met elkaar afstemmen. FPIM heeft 30 miljoen euro geïnvesteerd, Gimv 28 miljoen en PMV 15 miljoen euro. Volgens mij lijkt een afstemming geen overbodige luxe, zeker wanneer het over dergelijke bedragen gaat.
Minister, u hebt daarnet iets heel belangrijks gezegd. U zei dat het voor gewone bedrijven heel moeilijk is om financiering te vinden. Welnu, vindt u het dan niet opvallend hoe gemakkelijk het in dit dossier was om geld te vinden? Het is toch veel te gemakkelijk gegaan om 150 of 160 miljoen euro – naargelang je Dexia al dan niet beschouwt als semioverheid – te vinden, in tegenstelling tot de moeilijkheidsgraad die een normale kmo ondervindt bij het zoeken naar financiering. We hebben het hier wekelijks over kmo’s. Ook de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) heeft het erover hoe moeilijk het is om financiering te vinden. Het is trouwens een van de toptienproblemen van kmo’s om aan geld te geraken voor hun groei. Het gaat dan misschien over 1, 2 of maximaal 3 miljoen euro. Dan zijn er in dit dossier toch wel erg gemakkelijk astronomische bedragen binnengerijfd.
Verder denk ik dat we een zuivering moeten nastreven in uw subsidiëringspolitiek en enkel dat houden wat we nog willen doen, misschien op het vlak van onderzoek en ontwikkeling. Al het andere moeten we dringend overboord gooien en omzetten in een lineaire lastenverlaging.
Last but not least is de structuur van Electrawinds absoluut ontransparant. Ik heb lang samengewerkt met Duitsers. Een van hun voorwaarden om te investeren was een transparante structuur. Dit bedrijf is wars van alle transparantie. Als u toch zo graag over corporate governance spreekt, moet er misschien een gedragscode komen bij PMV, maar ook bij anderen. Als de structuur van het betreffende bedrijf een voorbeeld is van spitstechnologie waar een kat zijn jongen niet meer vindt, zeggen we resoluut neen. Zo hadden we indertijd de CDO’s die een massa geld hebben gekost. Met een dergelijk moeilijke structuur wordt er niet geïnvesteerd!
Ik vond het ook een interessant debat. Ik stel vast dat hier geen consensus meer bestaat over de grond van de zaak.
In de jaren negentig hebben we na de KS-commissie (Kempense Steenkoolmijnen) de taken van Gimv geherdefinieerd. In 2000, na de onderzoekscommissie Scheepskredieten, hebben we Gimvindus afgeschaft. In 2004 hebben we – onder toenmalig minister Van Mechelen – de taakstelling van PMV op scherp gesteld, al was die al duidelijk. Nu, vandaag, mijnheer Penris, bent u het blijkbaar niet meer eens met die decreten. (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
Ik heb het niet over Electrawinds, daar ga ik geen uitspraken over doen.
Ik probeer positief te zijn. Ik stel voor dat we in de commissie Economie een debat ten gronde voeren. Ik zou het overheidsinstrumentarium en de rol van de overheid willen evalueren. Zijn we het daar nog over eens? Ook Groen is het er niet meer mee eens, volgens mij.
Er bestaat hier een grote misvatting over de eigenlijke doelstelling van ons overheidsinstrumentarium. Dat moeten we evalueren en eventueel conclusies trekken. Het omgekeerde gaan doen, uit één dossier alle conclusies trekken, is totaal zinloos. We hebben in het verleden geleerd dat we onze handen het best afhouden van een individuele bedrijfsvoering. Wij zijn geen bestuurders. Wij kunnen geen onderneming besturen. De heer Sabbe zal ons daar wel op wijzen. Hij zal zeggen: waar moeien die onbekwame politici zich mee? Ze hebben geen vertrouwen in het bedrijfsleven en ze zijn actief op de markt. Dit omgekeerde discours hebben we jaren terug al meegemaakt.
Ik neem alle overwegingen mee. We kunnen in de commissie verder praten, daar sta ik helemaal achter, mijnheer Van Rompuy.
Nog één mededeling, mijnheer Rzoska, met Groenkracht hebben wij niets te maken. We zijn op geen enkele manier met dat bedrijf verbonden. Ik kan uw vragen niet beantwoorden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Het Vlaams Belang, Open Vld, LDD en Groen kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 16.54 uur zijn ingediend.
Het debat is gesloten.