Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de rol van de openbare omroep in een gezamenlijke benefietactie ten voordele van de slachtoffers van de tyfoon Haiyan in de Filipijnen
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Van den Bossche.
De heer Yüksel heeft het woord.
Op 8 november 2013 zaaide de tyfoon Haiyan dood en vernieling in de Filipijnen. Het voorlopige dodental ligt op vierduizend en miljoenen mensen hebben hun hebben en houden verloren en moeten nu in moeilijke omstandigheden trachten te overleven. Na een wat moeizame start komt de internationale hulp goed op gang. Reddingswerkers van over de hele wereld zijn toegestroomd om te helpen. Uit ons land is het Belgian First Aid and Support Team (B-Fast) ter plaatse om hulp te bieden.
Er is uiteraard ook een rol weggelegd voor de media. Via de media hebben we allemaal de beelden in onze huiskamers gezien. De VRT, de VMMa en SBS hebben de handen in elkaar geslagen om met een gemeenschappelijke reclamespot de bevolking op te roepen om te storten voor HAIYAN 21-21. Daarnaast zetten de verschillende zenders ook individuele acties op het getouw.
Ik kom tot mijn punt. Een speciale televisie-uitzending is nog niet gepland, ondanks de vraag van het Consortium 12-12 voor een fondsenwerving via de televisie. Een dergelijke benefietactie past volgens mij perfect in de decretale opdracht van de VRT. In de beheersovereenkomst lezen wij in operationele doelstelling 37.1 dat de VRT haar sociaal-maatschappelijke relevantie kan en moet verhogen. Het laatste initiatief in dat verband dateert van 2010 na de aardbeving in Haïti.
De klok tikt verder voor de mensen in de Filipijnen. Het is dramatisch voor hen. Minister, waarom gaat de VRT niet in op de vraag van het consortium om een televisie-uitzending te maken, met de andere zenders uiteraard?
De heer De Ro heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, 11 miljoen getroffen Filipino’s, waarvan 40 procent kinderen; meer dan 4000 doden; 18.000 gewonden en meer dan 1500 vermisten; meer dan 1 miljoen huizen verwoest en 2,5 miljoen mensen die noodhulp behoeven. Het zijn hallucinante cijfers die de enorme omvang van het menselijk leed aantonen. Er zijn nog andere cijfers die onze aandacht moeten trekken: 18,5 miljoen euro is in Nederland opgehaald; 40 miljoen euro in Engeland; 6 miljoen euro in Zwitserland, maar slechts 2,4 miljoen euro in België. Dat zijn de bedragen die tot gisteren bij het grote publiek werden ingezameld.
Zijn wij gieriger? Neen, zeggen experts: het grote verschil bestaat erin dat in ons land nog geen grote benefietacties door de media zijn georganiseerd. En dat is volgens alle experts noodzakelijk om van een hulpcampagne een succes te maken. Het feit dat de media nog niets ondernamen, verbaast de heer Yüksel en mezelf, maar ook veel betrokkenen. Mijn fractievoorzitter heeft vorige week opgeroepen om te komen tot een gecoördineerde actie van alle media in ons land, zowel langs Nederlandstalige als Franstalige kant. Experts steunen die oproep, maar het blijft onnoemelijk stil in het medialandschap.
Wij hebben een grote, sterke openbare omroep, met een grote maatschappelijke rol die in de beheersovereenkomst is verankerd. Die rol neemt de openbare omroep nu niet op. Daarom wil ik u vragen waarom de VRT die trekkersrol in het medialandschap niet opneemt? Wat zult u daaraan doen?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mijn collega kan daar niet verschrikkelijk veel aan doen, want artikel 7 van het Mediadecreet bepaalt dat het programma-aanbod en uitzendschema tot de autonomie van de VRT zelf behoort. Contactname met de VRT leert mij dat de omroep al een tijdje aan het overleggen is met het consortium. Er zijn al een paar zaken gebeurd, zoals de productie van een spotje voor tv en radio, dat op alle zenders wordt uitgezonden. Op de radio is een actiedag gehouden, waarbij alle zenders van de VRT aandacht aan de ramp hebben besteed. Op Eén is in het programma Koppen een reportage uitgezonden. Er is een extra uitzending van Café Corsari gemaakt en in het jeugdjournaal Karrewiet is aan het onderwerp ook veel aandacht besteed.
Inzake redactionele aandacht kan men dus niet stellen dat de VRT haar verantwoordelijkheid niet heeft opgenomen. Uw vraag luidt evenwel of een grote benefietshow mogelijk is, zoals ook vroeger, naar aanleiding van andere rampen, gebeurde. De VRT heeft gemeld dat de omroep daarover gesprekken voert met het consortium, maar dat het vandaag te vroeg is om al een definitief antwoord te geven. In elk geval is de omroep bereid om dat idee te onderzoeken.
Ik dank u voor het antwoord. Vanzelfsprekend bepaalt de VRT autonoom welke redactionele initiatieven de omroep neemt. Hier staat evenwel een speciale uitzending, van de drie zenders samen, ter discussie. Op dat vlak moet de VRT, als openbare omroep, een voortrekkersrol spelen. Dat gebeurde ook bij initiatieven uit het verleden. Het is goed dat men daarover praat, maar de tijd speelt in ons nadeel. Volgende maand zal men daarover niet meer spreken. Men moet van de gelegenheid gebruikmaken om nu een initiatief te nemen. Er is zeer veel geld nodig om de nood te leningen. Vandaag is veel te weinig geld opgehaald. Wanneer komt er een definitief antwoord?
In de media lezen we verschillende analyses. Wanneer wordt zo’n benefietuitzending opgezet? Zijn daar regels of procedures voor?
Ik hoop dat Villa Politica niet wordt uitgezonden in de Filipijnen, want dan zal men horen dat wij hier nog aan het spreken zijn, terwijl die mensen al twee weken in de spreekwoordelijke shit zitten.
Ik had verwacht, minister, dat u zou zeggen dat u gezien het betreffende artikel in het Mediadecreet niet veel kunt doen vanuit de Vlaamse Regering. Maar er is hier sprake van humanitaire nood. We hebben geen tijd te verliezen.
We hebben een openbare omroep, de leidende omroep in ons mediabestel, die hier zijn trekkersrol kan spelen. Er is zelfs een extra opportuniteit, want ze hebben daar twee fantastische Filipijnse actrices, die nu zelf het initiatief genomen hebben om een filmpje te maken. Die twee dames, die ons op dinsdagavond verblijden met hun rol in ‘Eigen kweek’, gebruik die als boegbeeld, gebruik die in een campagne, speel die uit, maak een mediacampagne, organiseer een avond waarbij alle Vlamingen aangesproken worden en de gulheid die Vlaanderen rijk is, ontgonnen kan worden. We hebben bij eerdere initiatieven gezien dat dat kan.
Ik snap echt niet dat het antwoord van de openbare omroep, met alle middelen die hij heeft, luidt: we zijn nog aan het nadenken. (Applaus bij Open Vld en bij Groen)
De heer Wienen heeft het woord.
Ik vraag mij nu toch af welke richting de collega’s uit willen. Als er in de commissie Media of in de plenaire vergadering nog maar richting de programmatie wordt gestuurd door de politici, is het kot te klein, want dan zijn het de politici die de programma’s willen maken. Ik zou de collega’s willen vragen om het programmeren en het programmamaken over te laten aan de programmamakers.
Ik vind het spijtig dat dit wordt aangegrepen om nog eens een goedkope aanval op de VRT te lanceren. In dezen heeft de VRT al haar verantwoordelijkheid genomen, met een promotiefilmpje, met de dagelijkse oproepen om geld te storten voor dit lovenswaardige initiatief. Ik kan die oproep enkel herhalen. Nu zeggen dat de VRT er niets aan doet, is de waarheid onrecht aan doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandaele heeft het woord.
De VRT en vtm hebben in het verleden al een paar keer met succes samengewerkt voor een inzamelactie. Ik denk bijvoorbeeld aan Tsunami 1212 in 2005 en de aardbeving in Haïti in 2010. De heer De Ro heeft gelijk: een grootschalige inzameling kan alleen als de audiovisuele media die actie trekken.
De minister moet natuurlijk opletten dat ze niet wordt beschuldigd van inmenging in het beleid van de omroep, maar ze kan wel vriendelijk suggereren dat de omroep iets zou doen. Minister Bourgeois heeft dat gedaan ten tijde van de tsunami. Vriendelijk suggereren dat ze de hand aan de ploeg slaan, kan wel, denk ik.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Collega’s, je moet weten waar je naartoe gaat. Ofwel zeg je dat wij politiek kunnen ingrijpen op een openbare omroep wat betreft de programmatie en het organiseren van benefieten, ofwel niet. Dat is een keuze die je maakt. Dat is in dezen een dunne lijn. Het is een grens waar je niet over gaat.
Je kunt misschien stellen dat de VRT hier wat onverschillig is, maar ik kan elke week wel een benefiet bedenken voor een minder mediatiek gebeuren. Ik vind het een moeilijke discussie. Ik kan enigszins begrip hebben voor het feit dat de minister zegt dat je niet rechtstreeks kunt ingrijpen. Dat is een politieke keuze die je moet maken. Als je die deur openzet, weet je niet hoever ze open zal gaan.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik sluit me wel aan bij de twee vraagstellers. Niets is zo krachtig als de audiovisuele media. Zij kunnen het verschil maken. Je kunt altijd wel een of andere regel of decreet vinden die het wat moeilijker maakt en die een argument kan zijn om niet in te grijpen.
Ik denk dat er uitzonderlijke momenten zijn waarop je de krachten moet kunnen bundelen en voluit gaan. Dan vind ik dat wij die vraag vanuit het parlement moeten kunnen stellen, in alle vrijheid. Het kan een signaal zijn, dat we oproepen om niet te veel tijd te verliezen en dringend iets te doen.
Het is zeker niet zo dat de VRT onverschillig zou zijn ten aanzien van wat er is gebeurd, of dat zij niets zou hebben gedaan. Er zijn veel redactionele bijdragen geweest. Er is al een actiedag geweest. Zij hebben een spotje gemaakt om geld in te zamelen. Je kunt helaas vaststellen dat de Vlaming nog niet veel heeft bijgedragen. Dat noopt misschien tot iets anders. Maar het is niet zo dat de VRT niet onmiddellijk haar verantwoordelijkheid heeft opgenomen. Zij heeft een aantal acties opgezet. Onze publieke zender heeft dat zeer zeker gedaan.
Moet minister Lieten dat nu suggereren aan de VRT? Ik kan enkel zeggen dat zij dit debat, dat overigens live op een zender wordt uitgezonden, zal hebben bekeken en dat zij zal hebben gehoord dat er vrij veel steun is voor een dergelijk initiatief. Als mens zou ik er zeker enthousiast op reageren indien de VRT daarover zou beslissen. Mevrouw Meuleman, het gaat er niet om dat we een regeltje in het decreet vinden om toch maar niet te moeten ingrijpen. Het is zeker niet zo dat minister Lieten niet graag zou willen dat het gebeurt, maar zij moet daar wel een zekere terughoudendheid aan de dag leggen inzake die inmenging.
Ik hoop dus dat die benefiet er komt. Ik wil dat zeer duidelijk zeggen. Maar minister Lieten kan dat niet opleggen. Ik vermoed echter dat het signaal van deze namiddag zeer duidelijk zal zijn overgekomen. Daardoor hoop ik nog net iets sterker dat het signaal zal zijn gehoord.
Minister, ik hoop inderdaad dat de Reyerslaan en ook de andere lanen dit gehoord hebben.
Ten aanzien van de collega’s die onze vragen beschouwen als een interferentie op de programma’s en als een aanval op de VRT: zij dwalen. Er vindt een humanitaire ramp plaats, en wij vinden dat de VRT binnen de beheersovereenkomst en binnen de mogelijkheden moet bekijken wat maatschappelijk relevant is. Vandaag zien wij dat Vlaanderen en andere landen en regio’s een warm hart tonen door op deze manier een benefietuitzending mogelijk te maken en zo meer geld en middelen binnen te halen. Vlaanderen kan dat ook. De openbare omroep heeft daar een voorbeeldfunctie. Daarom is het ook een openbare omroep. Minister, ik hoop dat u deze boodschap aan uw collega doorgeeft. Ik hoop dat de VRT, maar ook de VMMa en SBS dit debat hebben gevolgd en dat ze daar de nodige conclusies uit trekken.
Minister, collega’s, voorzitter, het heeft een paar dagen geduurd vooraleer de eerste hulpverleners het rampgebied konden bereiken. Wat mij en ook heel veel Filipino’s hier in België heeft getroffen toen wij die eerste beelden zagen, was dat die mensen aan de kant van de weg zichzelf een stem hadden gegeven. Zij gaven geen interviews en zij hadden geen slotrepliek. Ik zal dan ook mijn slotrepliek niet gebruiken voor een lang pleidooi. Zij gebruikten de kracht van papier en woorden. (De heer Jo De Ro toont een papier met een boodschap op)
Zij hadden allemaal wel iets bij om in het Engels de oproep te lanceren dat zij hulp nodig hebben. Minister, ik wist niet dat uw collega ziek was, dus ik had hier ‘Freya’ moeten schrijven in plaats van ‘Ingrid’, maar ik zal het u toch meegeven. Ik hoop niet dat u dit als een platitude beschouwt, maar het is wel iets wat de mensen ginder ter plaatse als vraag aan de wereld gericht hebben. Ik denk dat we het hier ook zo moeten doen en dat we geen tijd mogen verliezen. U hebt het zelf ook gezegd. Ik hoop dat dit signaal duidelijk is aangekomen in de Reyerslaan, de Medialaan en in Zaventem. Ik hoop dat u dit bord meeneemt en dat dit signaal wordt doorgegeven. Wij hebben trouwens gehoord dat in het verleden nog ministers dat hebben gedaan. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.