Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Peeters.
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, het is met een week vertraging dat ik mijn actuele vraag mag stellen. Ik ben natuurlijk erg blij dat ik als oppositielid de actuele vraag mag stellen die ik wil stellen. Dat is natuurlijk het echte Festival van de Politiek. Dat vindt hier gewoon plaats zonder bijkomende kosten. We vieren hier bijna een festival van de democratie.
Ik heb van minister Schauvliege vernomen dat er een probleem is met de verontreiniging van de site van Ford Genk. Dat wisten we al. Bovendien is er blijkbaar ook een probleem met de brandveiligheid van enkele van de hallen op de site. Dat is nieuw. De situatie is volgens minister Schauvliege dermate ernstig dat enkele hallen zullen moeten worden gesloopt.
Minister-president, wat is de visie van de Vlaamse Regering op die site van Ford Genk nu precies? Indien u die visie wilt verduidelijken, zou ik daar nog een tweede vraag aan willen koppelen. Welke maatregelen zult nu nog voor 31 december 2014 nemen om ervoor te zorgen dat we daar vanaf 1 januari 2015 nieuwe industriële activiteiten kunnen ontplooien?
Dat laatste punt baart me wat zorgen. We weten dat een aantal hallen zullen moeten worden gesloopt. Indien we nu niets doen en blijven stilzitten, zou het wel eens kunnen dat we in 2015 met de sloop, de sanering en eventuele nieuwe herbestemmingsplannen heel wat tijd zullen verliezen. Welke tussentijdse maatregelen wilt u voor 1 januari 2015 nemen om tijdig klaar te zijn voor de doorstart van de site?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, ik heb gisteren contact gehad met Stephen Odell, de CEO van Ford Europa, met de uitdrukkelijke vraag om in dit dossier toch enige vooruitgang te boeken. Maanden geleden heb ik met de heer Odell afgesproken geen juridische procedures op te starten voor de verwerving van deze gronden, maar dit in der minne op te lossen. Dat is al een tijdje geleden en de zaken gaan niet vooruit, dus heb ik hem gisteren duidelijk laten weten dat, indien hij er nog altijd van overtuigd is dat dit in der minne moet worden geregeld, er binnenkort toch een aantal stappen vooruit moeten worden gezet. Hij antwoordde er nog altijd van overtuigd te zijn dat Ford in dezen geen juridische procedures hoeft te voeren, omdat we dan jaren bezig zijn.
Het is natuurlijk zo dat daar nog altijd activiteiten plaatsgrijpen, en dat men zegt tot het einde van die activiteiten die gronden en gebouwen daarvoor nodig te hebben.
Ik heb u al gezegd dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) de opdracht heeft gekregen, in overeenstemming met het Bodemsaneringsdecreet, om te bekijken welke verontreinigingen er nu al zijn, en daarvoor ook een bodemsaneringsproject op te maken. Dat loopt allemaal verder.
Het is zo dat wij natuurlijk in eerste instantie geïnteresseerd zijn in de terreinen. Bepaalde gebouwen zijn verouderd. De toekomst ervan is zeer onzeker. Ze zouden niet langer kunnen worden gebruikt. Andere gebouwen komen daar wel voor in aanmerking. Dat sluit enigszins aan bij uw vraag over de brandveiligheid. Die is in eerste instantie een probleem van de lokale overheden. Volgens de burgemeester voldoen de huidige gebouwen voor het huidige gebruik, maar zouden voor nieuwe vergunningen belangrijke aanpassingen nodig zijn. Dat is de informatie die ik heb gekregen.
We zullen de volgende dagen en weken wat intensiever overleg plegen daarover. Vorige week heb ik in de commissie ook duidelijk laten verstaan dat we onze advocaten verder de opdracht hebben gegeven de vorderingen voor te bereiden voor de terugbetaling van de subsidies die we aan Ford hebben gegeven.
De conclusie is dat dit dossier verder moet worden aangepakt. We hopen in dit dossier, samen met Ford, op een onderhandelde oplossing in der minne, waarbij we die gronden kunnen verwerven. Er zijn problemen qua sanering. Er is het probleem van die vorderingen. Er zijn problemen met die gebouwen, en in het bijzonder wat de brandveiligheid betreft. Hopelijk hebben we tegen het einde van dit jaar duidelijkheid over wat die onderhandelde oplossing inhoudt. Is dat niet mogelijk, dan zullen we daaruit een aantal conclusies moeten trekken.
Minister-president, u schuift natuurlijk ook de beslissing door naar het einde van dit jaar. Ik ga er dan ook van uit dat er voor het einde van dit jaar geen maatregelen zullen worden genomen om de Fordsite klaar te maken vóór 1 januari 2015. Wat me eigenlijk ook niet duidelijk is, is wie er nu aan het stuur zit. U zegt zelf dat de Vlaamse Regering de gronden wil verwerven. U hebt zich uitdrukkelijk gekant tegen het verder commercialiseren van de site door Ford. Ik heb ook een antwoord gekregen waarin u stelt dat de OVAM geïnteresseerd is om eventueel de gronden te verwerven. Bovendien is het me ook niet duidelijk wie precies welke visie aan het ontwikkelen is. Wordt die visie ontwikkeld door de Vlaamse Regering? Zal die werkgroep in het kader van het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) een visie ontwikkelen? Gaat die in de richting van relatief grote industriële activiteiten? Wordt dat een kmo-zone? Wie zit er nu eigenlijk aan het stuur om een nieuwe visie op die site te ontwikkelen?
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil in eerste instantie de vraag van de heer Vereeck onderschrijven. Het lijkt me heel belangrijk dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over wat er met die site gaat gebeuren, wie die gronden zal verwerven en dergelijke meer. Die site, een heel grote oppervlakte op het Genkse grondgebied, zal immers uiteraard ook bij de relance van Limburg en de banencreatie in Limburg een heel belangrijke plaats gaan innemen.
Daarnaast wil ik u een bijkomende vraag stellen. Uw partijvoorzitter, Wouter Beke, heeft onlangs tijdens een debat in Limburg gezegd dat er vanuit de Europese Commissie extra financiële middelen zouden komen, bovenop wat eerder al was toegezegd. Kunt u dat bevestigen, minister-president? Kunt u meer duidelijkheid geven over die extra financiële middelen die vanuit Europa naar Limburg zouden komen voor de uitwerking van het Limburgplan?
De heer Keulen heeft het woord.
Minister-president, u moet proberen te gaan naar een onderhandelde oplossing. U moet boven alles vermijden om in een juridisch geding of een gerechtelijke procedure te worden gevangen. U moet dat wel altijd als optie openhouden maar dan bent u voor jaren vertrokken en daar zitten de Limburgse gemeenschap en de mensen uit Genk zeker niet op te wachten. U moet overtuigd zijn van uw sterke punten, maar vooral proberen om juridische procedures te vermijden. Verder moet u Ford nog eens wijzen op hun verpletterende verantwoordelijkheid, ook wat de woordbreuk uit het verleden betreft, en hen erop wijzen hoe ze positief kunnen bijdragen aan een nieuwe economische activiteit in de provincie Limburg.
Mevrouw Quintens heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, we mogen niet de boodschap uitsturen dat elk appartementsgebouw in Vlaanderen dat in de jaren 60 is gebouwd, brandonveilig zou zijn want dan zouden heel wat mensen vanaf vandaag dakloos zijn. Volgens de huidige normen kunnen we deze fabriek inderdaad niet brandveilig noemen, maar we kunnen wel voor 100 procent bevestigen dat er geen gevaar is voor het personeel en dat de gebouwen voldoen aan de veiligheidsnormen waaraan ze moeten voldoen om daar op een veilige manier te kunnen werken.
Minister-president, ik heb de vraag over de bestemming van de Ford-terreinen ook al in de commissie gesteld. We zullen keuzes moeten maken voor die nieuwe activiteiten. Om de juiste keuzes te kunnen maken, zal het heel belangrijk zijn dat deze terreinen in publieke handen blijven – ik laat nog even in het midden of het dan gaat over de stad Genk of over Vlaanderen. Minister-president, ik weet dat een onderhandelde oplossing de beste oplossing is, maar we zullen toch een goede strategie moeten ontwikkelen om die terreinen in publieke handen te houden.
Mijnheer Vereeck, u vraagt wie er aan het stuur zit. U moet daarbij een onderscheid maken tussen het verwerven van de terreinen en de ontwikkeling van die terreinen. We zitten nu in de fase waarbij wordt nagegaan wie de terreinen kan verwerven. Vraag is ook hoe dat zal gebeuren. Als we onze vordering uit het Hermesfonds moeten laten schieten om die terreinen te verwerven, dan komt daar grond voor in de plaats. Dat heb ik in de commissie al gezegd.
Wanneer het gaat over de effectieve ontwikkeling moet zeker de stad Genk daarbij worden betrokken. Op dit moment heeft de Vlaamse Regering heel duidelijk aan Ford Genk laten verstaan dat zij die gronden wil verwerven tegen een symbolische waarde. Genk wil die terreinen echter zelf vermarkten. Daar zal de discussie de volgende dagen en weken over gaan.
Mijnheer Janssens, ik ben niet overal waar er wordt gesproken over dit dossier. U weet dat wij van Europa 66,5 miljoen euro extra hebben gekregen. Wanneer wij bijkomende Europese middelen krijgen, dan zullen we die zeker inzetten. Had mijn voorzitter van CD&V het over de steunkaarten of ging het over andere nog lopende discussies waarbij ook Limburg nog extra middelen kan krijgen? Dat kan ik van hieruit niet zeggen. Alle extra middelen die we vanuit Europa naar Limburg kunnen halen, zullen we inzetten.
Mijnheer Keulen, u hebt terecht gezegd dat oplossingen waarover is onderhandeld de beste zijn. U hebt ook verwezen naar Antwerpen. We hebben daar lessen uit getrokken. Een bedrijf kan ook zeggen dat het geen liquide middelen en grond nodig heeft maar gelukkig heeft Ford die houding op dit moment niet. Stephen Odell, een zeer correct man tot nu toe, in wie ik het volste vertrouwen heb, vindt dat we daar vooruitgang moeten boeken.
Ik denk dat dat wel de goede richting uitgaat, maar ik zal, net zoals u, pas gerust zijn als we die gronden hebben verworven. Dan begint de tweede operatie: hoe gaan we die gronden ontwikkelen? Dat kan gebeuren in het kader van het SALK, met alle betrokkenen. We kunnen dan afspraken maken over wie effectief de ontwikkeling van die terreinen op zich neemt.
Mevrouw Quintens, uw opmerking is terecht. Die gebouwen staan natuurlijk niet op instorten en er dreigt niet onmiddellijk gevaar voor de werknemers. Wel heb ik een officieel antwoord gekregen van minister Schauvliege dat die gebouwen naar huidige normen niet meer brandveilig zijn en dat ze zullen moeten worden gesloopt. De reden dat ik dat onder de aandacht breng van het parlement en de publieke opinie is: als die gebouwen moeten worden gesloopt, verliezen we heel wat tijd voor er nieuwe gebouwen staan. Kunnen we nog voor 1 januari 2015 een deel van de gebouwen slopen en een deel van de site heropbouwen? Als we een snelle doorstart willen, moeten we weten dat die hallen niet zomaar beschikbaar zijn op 1 januari 2015, want er moet een deel worden gesloopt.
Minister-president, dank u voor uw duidelijke antwoord over de verwerving van de gronden. Ik doe een oproep om de visieontwikkeling voor die site te bespoedigen, want het is belangrijk om snel met een duidelijk plan te komen voor die site. Stel dat we dat plan al op het einde van 2013 zouden hebben, dan kunnen nu al bepaalde acties worden ondernomen om bepaalde deelgronden te saneren, bepaalde hallen te slopen en misschien zelfs bepaalde procedures te starten voor de herbestemming en voor RUP’s. Misschien is dat ook een opdracht voor het SALK-directiecomité, om met een werkgroep zeer snel die visie te ontwikkelen. Dank u wel. (Applaus bij LDD)
De actuele vraag is afgehandeld.