Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, afgelopen vrijdag heeft de Vlaamse Regering een reeks besluiten goedgekeurd in verband met de kinderopvang in Vlaanderen, in uitvoering van het decreet dat we hier hebben goedgekeurd, zowel over het opvangloket als over de vergunningen. De vergunningen zijn een heel belangrijk punt. Wij hebben dat in de commissie verschillende keren bepleit. Het is belangrijk dat er vanaf 1 april 2014 een vergunning noodzakelijk zal zijn voor kinderopvang.
Natuurlijk komen er dan overgangsmaatregelen, en daarom wil ik er echt op aandringen dat men er niet met de botte bijl door gaat. Het is belangrijk dat iedereen die kinderopvang aanbiedt, dat ook in de toekomst kan blijven doen.
Welke initiatieven gaat u, minister, en gaat Kind en Gezin nemen om ervoor te zorgen dat elke kinderopvangplaats op de hoogte is van de nieuwe maatregelen inzake vergunning? Het zou ook interessant zijn, minister, dat er een monitoring zou gebeuren zodat we een zicht krijgen op de mogelijke gevolgen voor het aanbod. Wat denkt u daarvan?
Minister Jo Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw De Vits, ik kan bevestigen dat er in het agentschap wordt gewerkt aan een zeer grootschalig communicatieplan. Men heeft contacten gelegd met alle beroepsgroepen, met alle mogelijke betrokken stakeholders. Men heeft communicatie ontwikkeld op het algemene niveau, van zeer breed en gemakkelijk toegankelijk tot zeer technische zaken. Er zullen infosessies worden georganiseerd. Men gaat tot op het niveau van de individuele initiatieven. Uiteraard is er ook opvolging. Het is evident dat dit gepaard moet gaan met een zeer grootschalige campagne. Ik kan u verzekeren dat die campagne ondertussen is voorbereid. Begin september wordt een startmoment georganiseerd om dit alles inVlaanderen uit te rollen. Men zal er ook voor zorgen dat alle initiatieven terechtkunnen bij Kind en Gezin. Er zijn dus heel wat voorbereidingen getroffen.
Ik kan u bevestigen dat we dat aanbod gaan monitoren. Dat is een terechte vraag van u. Het is juist dat de uitvoeringsbesluiten heel belangrijke overgangsbepalingen bevatten. Van zodra je bij de overgang van de huidige naar de nieuwe situatie wordt geconfronteerd met nieuwe bepalingen, moet je er in die omstandigheden ook voor zorgen dat er een vorm van overgang mogelijk is. Het decreet heeft natuurlijk een rechtsgrond gecreëerd om continuïteit te waarborgen. Iedereen die nu exploiteert, wordt immers geacht te beschikken over een vergunning. In die zin wordt ervoor gezorgd dat er op een bepaald ogenblik geen administratieve achterstand ontstaat. Ik denk dat die schikkingen inderdaad legitiem en terecht zijn, en we gaan het ook op die manier aanpakken.
Minister, bedankt voor het positieve antwoord, zowel wat het communicatieplan als wat de monitoring betreft. De maatregel is zeer belangrijk en de impact groot. Maar we konden niet verder gaan met de huidige situatie, die ook leidt tot wantoestanden. Eens men het attest van toezicht verliest, kan men overschakelen op de gemelde opvang, wat kan leiden tot wantoestanden. We staan dus totaal achter de maatregel, en ik ben tevreden met het antwoord van de minister.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb met interesse naar de vraag en het antwoord geluisterd, en het antwoord stelt mij ook tevreden. Minister, ik had nog één vraag. Er zijn nog belangrijke uitvoeringsbesluiten nodig. Ik neem aan dat die tijdig worden genomen en dat ook de sector hierbij wordt betrokken, zodat hij voor voldongen feiten wordt geplaatst. Kunt u dat bevestigen?
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Minister, u hebt steeds gesteld dat er tegenover eenzelfde vergunningsbesluit eenzelfde financieringsbesluit zou staan. Dat is natuurlijk van cruciaal belang voor het overleven van de zelfstandige sector en voor het behoud van de plaatsen in de kinderopvang. Gelet op de budgettaire krapte ben ik daar echt bezorgd over. Ik vraag dan ook of u het engagement zult kunnen nakomen. Hoe zult u bij de implementatie van de besluitvorming ervoor zorgen dat er tegenover eenzelfde vergunningsbesluit eenzelfde financieringsbesluit zal staan?
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me hier enigszins bij aansluiten. Informatie is belangrijk. Ik vraag me echter af of er berekeningen zijn gemaakt. Zijn deze uitvoeringsbesluiten haalbaar voor alle huidige vormen van kinderopvang? Iedereen weet dat de inkomensgebonden private kinderopvang het met een subsidie van 28 tot 29 euro per dag per kind moet rooien. De gesubsidieerde kinderopvang ontvangt 50 euro per dag per kind. Zijn deze uitvoeringsbesluiten in het licht van beide verschillende bedragen wel realistisch? Is dit voor al deze initiatieven berekend?
Ik zal eerst op de laatst gestelde vragen ingaan. Er zijn twee besluiten naar de Raad van State vertrokken. Het gaat om het vergunningenbesluit en het financieringsbesluit. Ik kan iedereen verzekeren dat beide besluiten uitvoering met de verschillende sectoren, groepen en betrokken partijen zijn besproken.
Wie het financieringsbesluit leest, zal merken op welke wijze de verschillende trappen, groepsopvang en gezinsopvang, in de toekomst zullen worden gefinancierd. Daar hoort ook een bepaald groeipad bij. Dit vormt natuurlijk al een belangrijk verschil. We hebben, dankzij de inzet van de verschillende partijen, een cao voor de niet-erkende gesubsidieerde sector kunnen negotiëren. Die sector hoort nu ook bij het beruchte paritair comité. We vangen daar aan met andere arbeidsvoorwaarden dan in de erkende gesubsidieerde sector. Er is dan ook een ander financieel groeipad. Er is tevens een engagement om met betrekking tot die voorwaarden op termijn tot een uniformisering te komen. Er zijn heel wat initiatieven genomen om te komen tot een financieel groeipad dat geleidelijk kan worden ingevuld.
Ik neem aan dat iedereen goed beseft dat we de voorbije jaren enorm veel in de verbetering van de financiële leefbaarheid van de niet-erkende gesubsidieerde sector hebben geïnvesteerd. De vergoedingen liggen nu al hoger dan het bedrag dat daarnet is vermeld. Er zijn de voorbije jaren inspanningen geleverd. De komende jaren zullen allicht nog inspanningen moeten worden geleverd. In het financieringsbesluit staat te lezen op welke manier dit wordt opgebouwd.
We moeten nog een aantal uitvoeringsbesluiten opstellen. Sommige moeten dringender dan andere worden gemaakt. Uiteraard blijft het de ambitie dit met het raadgevend comité en met de betrokken partijen te bespreken. Dit lijkt me niet meer dan evident.
We mogen niet vergeten dat dit, zoals mevrouw De Vits heeft vermeld, een zeer ernstige stap inhoudt. We evolueren naar een totaal nieuw kader dat de toekomst van de kinderopvang in Vlaanderen zal bepalen. Er moeten aanzienlijke transities plaatsvinden. We moeten in de nodige ondersteuning voorzien om die transities te kunnen maken. Tegelijkertijd moeten we trachten nog enige groei van het aantal plaatsen in de kinderopvang tot stand te brengen.
Dit omvangrijk werk heeft al heel wat overleg gevergd om te komen tot het punt waarop we ons nu bevinden. Vanaf september 2013 zullen we iedereen met de nodige zorgvuldigheid moeten informeren en, indien nodig, adviseren over de stappen die moeten worden gezet om een plaats te verwerven in het nieuwe landschap.
Er is nu al een tekort aan kinderopvangplaatsen. Het is heel belangrijk dat ten gevolge van de nieuwe regels geen enkele plaats verdwijnt. We moeten iedereen aan boord kunnen houden.
De actuele vraag is afgehandeld.