Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Bastiaens, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik wil kort verslag geven. Dit ontwerp van decreet heeft een dubbel doel. Enerzijds is er de gedeeltelijke omzetting van een Europese richtlijn die betrekking heeft op de vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek naar ongevallen in de scheepvaartsector; anderzijds is er de verduidelijking van de vrijstelling van aansprakelijkheid van de gouverneur van de provincie West-VIaanderen als coördinator van het Rampenplan Noordzee. De richtlijn die we hiermee omzetten, heeft tot doel de maritieme veiligheid te vergroten, de verontreiniging door schepen te voorkomen en de kans op ongevallen op zee in de toekomst te verminderen. Dat wil men bereiken door het bespoedigen van een veiligheidsonderzoek en een gedegen analyse van ongevallen en incidenten op zee, door de oorzaken vast te stellen. Voorts wil men erop toezien dat er tijdig en nauwgezet verslag wordt uitgebracht over het veiligheidsonderzoek en dat er voorstellen tot herstelmaatregelen worden geformuleerd. Volgens de richtlijn mag een dergelijk veiligheidsonderzoek nooit tot doel hebben zich over de aansprakelijkheid uit te spreken of de schuldvraag te beantwoorden.
De bepalingen in de richtlijn hebben voornamelijk betrekking op federale bevoegdheden. Enkel artikel 6 en artikel 8, in verband met het verlenen van toegang tot de nodige gegevens aan de onderzoeksinstantie, zijn als gemengde bevoegdheid aangeduid. Daarom staat dit ook in dit parlement op de agenda. Het opvragen van deze gegevens zal moeten gebeuren binnen de procedures en termijnen die worden vooropgesteld in het zogenaamde Scheepvaartbegeleidingsdecreet.
Over het ontwerp van decreet werden ook twee adviezen ontvangen, een van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en een van de Raad van State. De SERV drukt in zijn advies de bezorgdheid uit over de samenhang binnen het Scheepvaartbegeleidingsdecreet door parallelle wijzigingstrajecten. Die samenhang werd echter nauwkeurig bewaakt. De aansprakelijkheidsuitsluitingvan havenkapiteinsdiensten, zoals gevraagd door de SERV, overstijgt de scope van het Scheepvaartbegeleidingsdecreet en moet het voorwerp zijn van een afzonderlijk decretaal initiatief tot actualisering van de Havenkapiteinswet. In antwoord op een vraag van de heer Keulen heeft de minister tijdens de commissievergadering ook gesteld dat aan de gewestelijke havencommissaris werd gevraagd om hierover met de havens een initiatief op te starten.
De SERV verwees tevens naar de federale wetgeving met betrekking tot de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen (FOSO), die stipuleert dat de havens de kosten voor de werking van de FOSO moeten dragen. Daarover is veel commotie ontstaan. Die is er nog steeds. De havens hebben tegen deze wet immers een vernietigingsberoep ingesteld bij het Grondwettelijk Hof. De Vlaamse Regering diende op 25 februari 2013 echter een memorie van tussenkomst in, vanwege de mogelijke effecten voor Vlaanderen.
Tijdens de commissievergadering werd een technisch amendement dat de artikelen 2, 3 en 4 van het ontwerp van decreet aanvult, eenparig aangenomen. Het geamendeerde ontwerp van decreet werd nadien eenparig aangenomen.
De heer Keulen, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik kan het verslag van mevrouw Bastiaens volledig onderschrijven. Ik heb hier verder niets aan toe te voegen.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, het pijnlijke is dat we dergelijke verslagen allemaal kunnen lezen. Volgens mij had het Bureau afgesproken geen verslaggeving te brengen.
Ik wil ook een opmerking ten gronde maken. Dit ontwerp van decreet betreft de scheepvaartbegeleiding. De Vlaamse Havencommissie heeft ons meegedeeld dat verschillende wijzigingen moeten worden aangebracht en dat ook verschillende wijzigingstrajecten worden gehanteerd. Hierdoor moet niet altijd datgene worden gestemd wat er gestemd te worden is.
Mevrouw Bastiaens heeft er in haar uitvoerig verslag ook uitdrukkelijk op gealludeerd. Waarom geven we nu een gouverneur vrijstelling van aansprakelijkheid in dit soort aangelegenheden, maar onze havenkapiteinsdiensten niet? Minister, tenzij u nog een derde wijziging aan het Scheepvaartbegeleidingsdecreet wil aanbrengen, denk ik dat we hier toch wel hadden kunnen doen wat we konden doen.
De meerderheid heeft drie pijnlijke amendementen moeten indienen. In één geval ging het om het invullen van een datum waar de Vlaamse Regering drie puntjes had gezet. Dit brengt me weer bij mijn stokpaardje. Het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering leveren heel slecht decretaal werk af. Ik zou willen dat dit in de toekomst niet meer gebeurt.
Ik wil er trouwens op wijzen dat die drie puntjes door een aantal mensen uit de diensten van de minister zijn gedetecteerd. Die mensen lezen de initiatieven van de minister taalkundig en legistiek na. De Vlaamse Havencommissie heeft hier ook op gewezen. Dat de minister hier dan nog niet op reageert, doet me de wenkbrauwen fronsen.
Wegens bepaalde omstandigheden was ik op 6 juni 2013 niet in de commissie aanwezig. Ik had dit punt graag toen te berde gebracht. Ik vind het pijnlijk dat ik dit vandaag hier moet doen.
Mijn fractie zal het ontwerp van decreet goedkeuren. Ik zal me onthouden. Ik wil het Vlaams Parlement een signaal geven. Wij zijn wetgevers. Laten we onze wetgevende functie ernstig nemen.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, ik dank de verslaggevers voor hun goed verslag.
Mijnheer Penris, ik was al in het verslag aan het zoeken. Ik vroeg me af waarom ik dat niet had gehoord. U was niet aanwezig. Ik heb nagekeken of uw fractie mee heeft gestemd. Dat is allemaal in orde. Ik beschouw uw toespraak zoals steeds als zeer waardevol. Verder noteer ik dat er een brede steun voor dit initiatief is.
Wat de datum betreft, klopt het dat er een fout is gemaakt. De datum was niet ingevuld. Ondertussen is dat in orde. Gelukkig beschikken we over goede diensten die dergelijke zaken opmerken.
Ik vermoed dat mevrouw Bastiaens in haar verslag ook naar de havenkapiteinsdiensten heeft verwezen. U hebt me die vraag in de commissie gesteld. Het verslag maakt er melding van. Ik heb de gewestelijke havencommissaris gevraagd met de havenbedrijven te vergaderen om dit probleem op te lossen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2012-13, nr. 2069/3)
De artikelen 1 tot en met 6 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.