Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de besparingen op cultuur in Antwerpen en de gevolgen voor de Vlaamse culturele instellingen
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, zo zie je maar hoe internationaal Antwerpen is, als een West-Vlaming er al vragen over begint te stellen.
Mijn bekommernis gaat in eerste instantie naar het Vlaamse cultuurbeleid, laat dat duidelijk zijn, en de gevolgen van een aantal beslissingen in Antwerpen voor dat Vlaamse cultuurbeleid en in het bijzonder voor een aantal grote Vlaamse culturele instellingen die er gevestigd zijn. U kent ze: deSingel, de Vlaamse Opera mijnheer Penris, u bent een grote fan, ik weet dat deFilharmonie, maar ook HETPALEIS en Toneelhuis, grote Vlaamse repertoiretheaterhuizen waar traditioneel tot, bij manier van spreken, één decreet geleden in een verplichte financiering van de twee partijen voorzien was. Dat valt weg.
Ik probeer een lijn te vinden in de besparingen die in Antwerpen naar voren komen. We bevinden ons hier niet in de Antwerpse gemeenteraad, ik zal daar dus niet verder op ingaan.
Ik vind het wel heel vreemd, minister, dat op het moment dat wij met heel velen in de commissie Cultuur praten over de goede samenwerking tussen Vlaanderen en de steden, want het nu de tendens dat in het cultuurbeleid de rol van de lokale besturen groter wordt op basis van de filosofie van het lokaal cultuurbeleid en van uw conceptnota voor het Kunstendecreet, de stad Antwerpen volgens mij eenzijdig beslist om de subsidies te verminderen van een aantal van deze door het Kunstendecreet, maar ook vanuit het sociaal-cultureel werk gesteunde grote Vlaamse instellingen.
Minister, werd u hierover vooraf gepolst of bent u op de hoogte gebracht, of is er overleg geweest tussen de stad Antwerpen en u of uw diensten over deze vermindering die een belangrijke impact heeft op onze Vlaamse subsidiëring? En is er op voorhand contact geweest met die grote Vlaamse culturele instellingen?
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, cultuur verhoogt niet enkel de aantrekkingskracht van de stad in binnen- en buitenland, maar verbindt ook de mensen binnen de stad. Het is immers een verbindende factor die weet te verbeelden en te vatten wat de inwoners in al hun verscheidenheid aan emoties en ervaringen delen.
En net in deze cultuursector wordt er in Antwerpen bespaard. De cijfers zijn gekend: HETPALEIS krijgt 350.000 euro minder, Toneelhuis 300.000 euro minder en deSingel, Monty, Rataplan en het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA) vallen terug op 0 euro subsidie. Uiteraard geldt de gemeentelijke autonomie en daar zullen we het hier vandaag niet over hebben.
Wat mij interesseert, zijn de gevolgen hiervan op het Vlaamse cultuurbeleid. Ik geef u twee voorbeelden. Deze Vlaamse Regering is heel sterk bezig geweest met de oefening rond Ballet en Opera. Dat was een heel moeilijke oefening, ook financieel. De Vlaamse overheid heeft recent beslist om nog eens een financiële injectie te geven omdat het allemaal heel moeilijk is. Wellicht zullen er nu gevolgen zijn op dat beleid. Alle instellingen die vanuit het Kunstendecreet gesubsidieerd worden, hebben eerst een financieel plan en een artistiek plan gemaakt. Deze instellingen moeten doelstellingen halen.
Minister, werd u op voorhand gecontacteerd door het Antwerpse stadsbestuur? Denkt u dat er repercussies zullen zijn op het Vlaams cultuurbeleid ten aanzien van deze instellingen? Wat gaat u daaraan doen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, ik stel samen met een aantal parlementsleden vast dat ik bevraagd wordt over beslissingen die in de stad Antwerpen werden genomen. Het behoort natuurlijk tot de autonomie van de stad Antwerpen om te beslissen wat ze met haar budget wil doen. Op de concrete vragen of ik op voorhand werd ingelicht, of er gesprekken zijn geweest over wat de stad Antwerpen van plan was met de budgetten, kan ik neen antwoorden.
Het is wel zo dat ik uiteraard gisteren en zelfs vandaag nog, contact heb gehad met de stad Antwerpen en met de bevoegde schepen om te vragen wat er klopt van wat wij lezen. En dan blijkt dat de engagementen die de stad voordien al nam ten aanzien van de grote culturele Vlaamse instellingen, allemaal gehandhaafd blijven en dus dat de berichten die daarover circuleren, niet kloppen. Dat is wat de bevoegde schepen mij heel uitdrukkelijk heeft meegedeeld. Ook blijkt dat er vooraf met alle instellingen gesprekken zijn geweest en dat ook verder met hen in overleg wordt gegaan.
Het klopt dat wij bij de op stapel staande wijzigingen in het Kunstendecreet een belangrijke rol weggelegd zien voor steden en gemeenten. We hebben daar een structureel overleg over opgezet en dat zullen we voortzetten. Het is belangrijk om in het teken daarvan duidelijke afspraken te maken over wie welke specifieke rol heeft en hoe we daarmee omgaan.
Ik wil ook nog eens benadrukken dat steden en gemeenten van ons serieuze budgetten ter beschikking krijgen voor het voeren van een lokaal cultuurbeleid. De stad Antwerpen kan daar uiteraard ook een beroep op doen. We hebben er deze legislatuur heel uitdrukkelijk voor gekozen om daar niet op te besparen, maar om die budgetten volledig te handhaven.
Minister, ik vind het sowieso een bizar signaal dat een stad eenzijdig deze evolutie doorbreekt. Eigenlijk wordt hiermee een bom gelegd in een traject van meer samenwerking tussen steden en Vlaanderen, het is alsof een vorm van samenwerkingsfederalisme tussen steden en Vlaanderen niet mag. Antwerpen doet dit eenzijdig.
Het is een bizarre tendens dat die groepen worden geviseerd in de besparingen, namelijk mensen die het wat moeilijker hebben, allochtonen en kunstenaars. Dat is erg opvallend. Wat de kunstenaars betreft, wijs ik op het kwalijke morele gewicht van de besparing. Ik zou graag hebben dat daarover verder overleg plaatsvindt.
Na wat de heer Heylen vandaag in De Morgen zegt en nu u hier zegt dat de budgetten bewaard blijven, weet ik niet meer wat ik moet geloven. Ik zie cijfers en tabellen uit Antwerpen circuleren. De heer Heylen zegt dat er nog niets is beslist en u zegt dat de subsidies gehandhaafd blijven. Drie klanken tegelijkertijd.
Inderdaad, minister, ik dacht dat ik het niet goed had begrepen toen u zei dat de engagementen zullen worden gehandhaafd tegenover de culturele instellingen vanuit Antwerpen. Ik ga er dus van uit dat die 300.000 euro minder voor Toneelhuis eigenlijk maar een kwakkel is en dat het ook maar een kwakkel is dat het M HKA op 0 euro is gezet. Ik hoop van ganser harte dat u dat kunt bevestigen, want het zou zeer positief nieuws zijn.
Dit toont aan dat u eigenlijk op voorhand moet overleggen, zeker als Vlaanderen een beleid voert. Het mooiste voorbeeld is de opera en het ballet. Wat Antwerpen nu doet, doorkruist de plannen van de Vlaamse overheid.
Minister, ik haal een citaat aan van iemand die we zeker niet als een subsidieslurpende culturo kunnen markeren: Winston Churchill, eerste minister tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen men hem vertelde dat er moest worden gesneden in cultuur vanwege de groeiende kosten van de Tweede Wereldoorlog, antwoordde hij met de vraag: Waarvoor vechten we dan nog? Minister, ik hoop van ganser harte dat u die woorden meeneemt.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, ik was zeer geïnteresseerd in uw antwoord. Vorige week in de commissie zijn we al uitgebreid ingegaan op een van die Vlaamse instellingen, op de fusieoperatie tussen ballet en opera. Daarvoor trekt de Vlaamse Regering extra middelen uit. Vandaag kregen we vanuit Antwerpen de boodschap dat er minder middelen zouden gaan vanuit Antwerpen naar opera en ballet. Dat leek een bom onder die fusie. Ik noteer vandaag dat u heel specifiek voor dat traject zegt dat Antwerpen de inspanningen zal blijven doen.
Gelet op de situatie en op het feit dat we er nu vragen over stellen, is het zo dat we het debat de komende jaren nog verschillende keren kunnen voeren, maar ik denk dat we nood hebben aan een protocol tussen de verschillende partners, de steden en Vlaanderen, om te vermijden dat we jaarlijks vragen moeten stellen, als de begroting moet worden opgemaakt en het opnieuw moeilijk zal zijn in de steden en gemeenten. Laat ons een kat een kat noemen: het zal overal moeilijk gaan de komende jaren en daarvan mogen deze instellingen toch geen nadeel ondervinden.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik denk ook dat de bezorgdheden die zijn geuit door de collegas, voor een stuk beantwoord zijn door de minister. Je kunt schepen Heylen er moeilijk van betichten dat hij geen idee of geen project heeft. Het bestuur in Antwerpen moet keuzes maken. Dat is verantwoord, dat is logisch. Ik vermoed, mijnheer Caron, dat, als er morgen keuzes worden gemaakt in Kortrijk of in Gent, u opnieuw een vraag gaat stellen die hier komt. Al betwijfel ik dat dat zal gebeuren. Het is duidelijk dat die cultuurinstellingen belangrijk zijn. Maar we mogen de situatie van steden en gemeenten niet onderschatten. We moeten daar naar een goed evenwicht streven. We moeten de lokale autonomie handhaven en de bezorgdheden die u hebt geuit, zijn beantwoord door de minister.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Minister, misschien zijn het kwakkels. Het is niet duidelijk of het nu gaat gebeuren of niet. Het is altijd aangenaam om de grootste stad te horen discussiëren in dit halfrond.
Minister, zijn er al Antwerpse culturele instellingen die ondertussen, formeel of informeel, bij u hebben aangeklopt? Hebt u er al iets over gehoord, indien dit besparingsscenario zou kloppen want nu is het blijkbaar de discussie wel of niet , of er vragen zijn om dit vanuit Vlaanderen bij te passen?
De heer Delva heeft het woord.
Er wordt in de commissie en ook hier vandaag heel dikwijls opnieuw gepraat over de noodzaak aan een betere samenwerking tussen de Vlaamse overheid en lokale overheden. Ze werken allebei met publieke middelen, ze subsidiëren soms dezelfde culturele actoren en ze moeten dus absoluut samen een coherent verhaal schrijven voor en met die culturele actoren. Die noodzaak aan samenwerking komt vandaag opnieuw naar boven.
Een collega suggereert het afsluiten van een protocol van de Vlaamse overheid met de steden en gemeenten. Het is moeilijk om vanuit de Vlaamse overheid met al die diverse lokale overheden te negotiëren of in debat te gaan. Ik vraag me af of er geen rol zou kunnen zijn weggelegd als intermediair voor een organisatie als de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), die de link zou kunnen zijn tussen de Vlaamse overheid de Vlaamse subsidies die wij vanuit dit parlement sturen en die deze regering aanwendt en de lokale overheden naar hun eigen lokale actoren.
Collegas, ik wil nog eens heel duidelijk stellen dat ik contact heb gehad met de schepen van de stad Antwerpen en dat hij mij heeft gezegd dat de engagementen die de stad heeft ten aanzien van de grote culturele instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, gevrijwaard blijven. Dat is belangrijk. Het gaat over opera, ballet, M HKA en dergelijke. De engagementen die ter zake genomen zijn, zullen zij ook voortzetten.
Collegas, u vraagt of er al vragen zijn van instellingen die minder zullen krijgen in de toekomst. Ja, die vragen zijn er, een aantal hebben contact genomen en uiteraard wordt de vraag gesteld of ik die bedragen zal bijpassen vanuit de Vlaamse Gemeenschap. Het antwoord op die vraag is heel duidelijk: neen. Als ik zou zeggen dat ik alles bijleg wat steden en gemeenten besparen op cultuur, dan zullen in de toekomst alle steden en gemeenten op cultuur besparen. Dat is absoluut niet de bedoeling. Het antwoord op de vraag is heel duidelijk: neen, wij zullen vanuit de Vlaamse Gemeenschap niet bijleggen voor wat er bespaard wordt in de steden en gemeenten.
Collegas, het is juist om de verwarring die er kan zijn over al of niet overleg, over hoe je in gesprek gaat met je steden en gemeenten te vermijden, dat we bij de evaluatie van het Kunstendecreet heel uitdrukkelijk hebben gesteld dat we in een rol moeten voorzien voor de steden en gemeenten en dat we goede afspraken moeten maken over wie wat doet. Op die manier kunnen we complementair zijn en elkaar aanvullen.
Collega Delva, ik ben daarover in gesprek met de VVSG, we gaan dit gesprek ook voortzetten. Het is belangrijk dat dit verankerd wordt in het decreet, en dat we op basis van het decreet goede afspraken maken met alle steden en gemeenten samen. Het is al te gemakkelijk om hier nu één stad te viseren. Geen enkele stad of gemeente heeft het gemakkelijk. Ze moeten alle kijken hoe ze alles budgettair rond krijgen.
Nogmaals, ik heb het engagement dat de stad Antwerpen voor onze eigen grote instellingen van de Vlaamse Gemeenschap haar engagementen verder zal nakomen, en al de rest behoort tot de autonomie van de stad Antwerpen. Ze zijn daar oud en wijs genoeg om die beslissingen te nemen die ze moeten nemen, dikwijls uit noodzaak omdat de budgettaire context niet zo fraai is.
Ik moet misschien opnieuw bij de VVSG gaan werken, collega Delva: mijn vorige baan was daar. Maar dat geheel terzijde.
Ik betreur de zeer bizarre communicatie die hierover gevoerd wordt, in ieder geval vanuit Antwerpen. Wat ik uit de gemeenteraad hoor en wat mijnheer Heylen zegt, staat contradictorisch tegenover elkaar, zeker wat de grote Vlaamse instellingen betreft.
Op basis van welke gronden, welke criteria zijn deze keuzes gemaakt? Het spijt mij voor de Antwerpenaren hier aanwezig, maar dat lijkt mij pure willekeur sorry dat ik het zo zeg.
Mijnheer Meremans, ik heb er geen probleem mee dat steden besparen, maar ik vind wel dat engagementen van overheden op alle niveaus een betekenis hebben. Zeker als ze samen dingen doen, moeten ze zich daaraan houden. Daarin steun ik mijnheer Delva. Het protocol zou een soort van contract moeten zijn voor de duur van de subsidieperiode, bijvoorbeeld vijf jaar van het Kunstendecreet. Dat zijn de ware oplossingen. Eenzijdigheid zou u noch van Vlaanderen, noch van lokale besturen accepteren.
Het is heugelijk nieuws dat u zegt dat de engagementen van de grote instellingen zullen worden gevrijwaard. Het is bijzonder jammer dat de communicatie daarover zo wordt gevoerd, en dat die instellingen vandaag op dit ogenblik nog altijd in de veronderstelling zijn dat ze minder gaan krijgen.
Minister, u zegt dat u heel erg gelooft in het lokaal cultuurbeleid en dat er daarvoor middelen zijn vrijgemaakt, ook voor Antwerpen, en dat die middelen niet zijn verminderd vanuit de Vlaamse overheid. En dan nog krijgen we dit verhaaltje. Dat staat toch wel haaks op elkaar. Ik hoop van ganser harte dat er een protocol komt van de Vlaamse overheid met de steden, of dat nu via de VVSG is of op een andere manier.
Het lijkt me echter belangrijk dat er op voorhand wordt gecommuniceerd over beslissingen die ook het Vlaamse beleid aangaan.
De actuele vragen zijn afgehandeld.