Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, mag ik vragen om nu recht te staan om een in memoriam uit te spreken naar aanleiding van het overlijden van André Denys.
Beste collegas, dames en heren, op 13 mei jongstleden is op 65-jarige leeftijd gewezen Vlaams volksvertegenwoordiger en ere-ondervoorzitter André Denys overleden. André Denys was 23 jaar lid van dit parlement, waarvan 14 jaar als fractieleider van de PVV en later de VLD. In 2004 verliet hij dit parlement om gouverneur van Oost-Vlaanderen te worden. Dit bleef hij tot januari 2013, waarna hij met pensioen ging.
Bij zijn afscheid van zowel de politiek als het gouverneurschap ontving hij een staande ovatie. Het was een oprecht eerbetoon aan wie hij was als mens, politicus en opdrachtgever. Zijn leven lang liet hij niemand onberoerd.
André Denys werd op 6 januari 1948 in Gistel geboren. Hij groeide op in een gezin van vellen- en huidenhandelaars. Het ondernemerschap kreeg hij van thuis uit mee. Zijn passie voor het debat ontwikkelde hij op het Sint-Niklaasinstituut in Anderlecht. In Engeland leerde hij de stiel van het leerlooien en als prille twintiger stond hij in Zulte aan het hoofd van een leerlooierij die hij had overgenomen. Zijn jongensdroom was wielrenner worden. Hij ruilde hem in voor een carrière als Flandrien van de politiek.
Het was in het katholieke Zulte van de jaren 70 dat hij concreet vorm gaf aan zijn politieke ambities. Hij introduceerde er de liberale stem en richtte er samen met anderen de lokale afdeling van de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) op. Als jong gemeenteraadslid volgde hij de gemeentelijke financiën en bepleitte hij wat hij ook in zijn verdere loopbaan zou blijven verdedigen: een gezonde samenhang tussen leefmilieu, industrie en tewerkstelling. Hij zette zich in voor het verbeteren van de informatie naar en de inspraak van de burger. Het typeerde de politicus die hij later zou worden: volksvoelend en met de vinger aan de pols van wat leefde onder de mensen.
Met het nodige doorzettingsvermogen en getuigend van een legendarische werklust, baande hij zijn weg naar de nationale politiek. In 1981 werd hij verkozen als PVV-volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Gent-Eeklo. Als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers was hij ook lid van de Vlaamse Raad, waar hij vanaf 1985 de liberale fractie leidde.
De eerste jaren van zijn parlementair mandaat omschreef hijzelf als zijn blokjaren. Alle dossiers werden nauwgezet ingestudeerd en voorbereid, hij miste geen enkele vergadering en toen hij fractieleider werd, deed hij dat met kennis van zaken. Ondernemer van nature richtte hij zich bij aanvang op financiën en economie. Maar later, en in de hem typerende ongebonden en kritische stijl, wierp hij zich ook op als Vlaamsgezinde sociaal-liberaal en vurig behartiger van de Vlaamse belangen.
In de Vlaamse Raad was hij lid van diverse commissies en mede door zijn toedoen werden voorstellen van decreet ingediend die verband hielden met onder meer de decentralisering van de financiering van het jeugdwerk, de democratisering van de sociaal-economische besluitvorming en de organisatie en erkenning van niet-openbare radios.
Van historisch belang was zijn resolutie om een einde te maken aan de compensatiepolitiek. De resolutie, die ook wel als anti-wafelijzerresolutie bekend werd, bracht voor het eerst een Vlaams front tot stand. Onomwonden werd gesteld dat het gedaan moest zijn met het geven van middelen omdat men aan Franstalige zijde weigerde te saneren.
In 1995 koos hij geheel binnen de verwachtingen voor de rechtstreeks verkozen Vlaamse assemblee. Hij bleef fractieleider van de liberalen tot 1999, was lid van het Uitgebreid Bureau en speelde, als tweede ondervoorzitter van het Vlaams Parlement, een actieve rol in het moderniseringsproces van het Vlaams Parlement. Hij ijverde voor administratieve vereenvoudiging en deregulering en werkte overtuigd mee aan de deontologische code voor de Vlaamse volksvertegenwoordigers.
Na 1999 lag hij mee aan de basis van een voorstel van decreet dat volksraadplegingen mogelijk wilde maken, bepleitte hij de vrije nieuwsgaring en de verdere kwaliteitsverhoging van het Vlaams sportlandschap. Hij kwam op voor de paardenwedrennen en verdedigde de vinkeniers in een legendarisch geworden debat.
André Denys was een generalist en buitengewoon origineel in zijn bijdragen aan een open en dynamisch debat. Als geen ander kon hij het debat aantrekken. Zijn woordenvloed was niet te stuiten en beginselvast als hij was, meende hij wat hij zei, in de oppositie zowel als in de meerderheid. Met zijn werkkracht en doorzettingsvermogen en zijn inzet voor de samenleving groeide hij uit tot een van de meest gewaardeerde parlementsleden. Als mens en politicus genoot hij waardering over de partijgrenzen heen.
Zijn benoeming in 2004 als gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen noemde hij de ultieme bekroning van zijn jarenlange inzet voor de federale en Vlaamse politiek. 2004 was het jaar waarin ik mijn intrede deed in het Vlaams Parlement. Ik vind het spijtig dat ik hem in het Vlaams Parlement niet langer heb meegemaakt. André Denys was een politicus naar mijn hart, een enthousiast en inspirerend man met respect voor anderen. Een hele warme en aangename mens. Hij was ook een provinciegouverneur zoals we er te weinig hebben. Iemand die te midden van de mensen stond, die luisterde naar de mening van anderen en troost bood waar nodig.
Dames en heren, onze gedachten gaan nu naar zijn echtgenote Rita, zijn kinderen en kleinkinderen. Met André Denys nemen we afscheid van een parlementair boegbeeld dat zijn taak met kracht en brio heeft vervuld.
Mag ik u vragen om een moment van stilte in acht te nemen?
De Vlaamse volksvertegenwoordigers nemen enkele ogenblikken stilte in acht.