Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, een ijverige journalist heeft deze week de wapenhandel, de import en export vanuit Vlaanderen becijferd en heeft uitgerekend dat er 258 miljoen euro aan wapenexport was het voorbije jaar. Bij nader inzien blijkt dat zelfs 284 miljoen euro te zijn geweest. Het jaarverslag hebben we nog niet, maar de maandrapporten wel, en zo kunnen we dat samentellen. Dat is een stijging met 41 procent ten opzichte van het jaar 2011, in een jaar tijd dus. Blijkbaar heeft de crisis geen impact op de internationale wapenhandel. Ik weet niet of er een relatie is met de conflicten in de wereld, waar dan ook, maar het is opvallend.
Het is ook opvallend omdat sinds vorig najaar uw decreet over de wapenhandel en wapenuitvoer er is, met enerzijds het stelsel van algemene vergunningen en anderzijds het stelsel van de Europese regeling. Daardoor worden een aantal goederen, bijvoorbeeld de visualisatieschermen van Barco, die binnen Europa worden geëxporteerd en dan door andere firmas, bijvoorbeeld Franse, worden ingebouwd, niet meer geregistreerd in de overzichten die we krijgen. Wellicht is de wapenhandel vanuit Vlaanderen nog een stuk groter dan die 284 miljoen euro. U begrijpt dat wij dat op zich geen interessante evolutie vinden, maar tot daar aan toe. Wat wij erger vinden is dat we geen inzicht meer hebben in het eindgebruik. Van ongeveer tweederde van wat uit Vlaanderen vertrekt, kennen we dat niet.
Minister-president, hoe verklaart u die sterk stijgende wapenexport? Kan de situatie in het Midden-Oosten daar iets mee te maken hebben? Hoe is uw houding ten opzichte van Saoedi-Arabië? Is die al dan niet gewijzigd sinds 5 maart?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, collega Caron, het jaarverslag zal zo snel mogelijk aan het parlement worden overgemaakt conform artikel 50 van het decreet. Dat zal een mogelijk uitgebreid debat mogelijk maken in de commissie.
Dat men de maandelijkse rapportering heeft gebruikt om in de pers reeds een en ander te lanceren, is natuurlijk het recht van journalisten, parlementsleden enzovoort. Ik ga ervan uit dat we met nog meer kennis van zaken kunnen debatteren als we het jaarverslag hebben overgemaakt. Ik zal dat kortelings aan het Vlaams Parlement bezorgen, waarin decretaal is voorzien.
Uw vraag bevat twee elementen, ten eerste hoe het komt dat er een stijging is wat de uitvoer betreft. U hebt de cijfers geciteerd. Ik wil onderstrepen dat vooral de stijging naar de Verenigde Staten de oorzaak is van die bijkomende miljoenen, maar ook naar Europese landen. Wat dat betreft is er geen enkel probleem, maar we zullen daar verder over kunnen debatteren.
Uw tweede element gaat over de Arabische landen. Daar heeft de heer Roegiers, die momenteel niet aanwezig is, een tijdje geleden een vraag over gesteld. Als u vraagt of mijn standpunt daarover gewijzigd is, is het antwoord neen. Het standpunt blijft hetzelfde. We hebben een aantal landen on hold gezet, we hebben ook embargos tegen Syrië en Libië, en dat blijft zo. Wat Saoedi-Arabië betreft, heb ik vorige keer gezegd dat er geen reden is om nu bijkomende beslissingen te nemen of stappen te zetten. Dat wordt opgevolgd door de administratie. Mocht het nodig zijn, zullen we dat doen. Ik heb toen ook geantwoord dat Saoedi-Arabië niet het probleem is want dat de laatste jaren er niets naar is uitgevoerd.
Mijnheer Caron, het cijfermateriaal heb ik u al kunnen duiden. Wat de Arabische landen betreft, en zeker die landen het onderwerp zijn van de Arabische Lente, is er ook duidelijkheid. Ik hoop dat we daar in de commissie verder over kunnen spreken.
We zullen dat hopelijk doen, minister-president. Ik wil onderstrepen dat het niet noodzakelijk gekend is wat we uitvoeren naar Saoedi-Arabië. Als dat gaat via een ander Europees land, dan weten we dat niet, dat is duidelijk. Als Saoedi-Arabië daar militaire luchthavens mee uitrust, ontsnapt dat aan onze controle.
Hoe gaat u straks rapporteren? Daar ben ik heel erg benieuwd naar. Ik zal het anders formuleren. Zul u een overzicht maken van de informatie die we vroeger in de jaaroverzichten kregen, maar niet door de Europese regelgeving of door de algemene vergunningen worden gevat? Zal die informatie voor uw beleid nog nuttig zijn? Voor ons als parlementsleden is het zeker nuttig. We willen in elk geval de internationale wapenhandel verder blijven monitoren. Een groot deel van de internationale wapenhandel ontsnapt aan onze aandacht.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Mijnheer Caron, in 2011 lag de export sowieso al lager dan in 2010. U moet dus niet hard schrikken dat die in 2012 opnieuw stijgt. De minister-president geeft terecht aan dat Vlaanderen doet wat binnen zijn mogelijkheden ligt dankzij een nieuw, streng maar rechtvaardig en evenwichtig decreet.
Minister-president, het Vlaams Vredesinstituut (VVI) maakt opmerkingen over een aantal landen die u aangeeft: Qatar, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten. Het is in de commissie al eens aan bod gekomen, ik denk naar aanleiding van een vraag van de heer Roegiers. Zijn er signalen uit de sector waar we meer rekening moeten mee houden?
Ik zal in de commissie nogmaals rapporteren zoals afgesproken in het decreet en de besluiten. Ik kijk uit naar het debat.
Neen, mijnheer Hendrickx, er zijn volgens mij geen bijkomende elementen die relevant zijn om hier aan te halen. Nogmaals, het decreet is, zoals u zelf zegt, streng maar rechtvaardig, en wordt uitgevoerd. Verder verwijs ik, met het akkoord van de heer Caron, naar de commissie.
Ik zal in de commissie graag het debat te gronde voeren, minister-president. Het decreet moet voor de eerste keer de controle doorstaan. Ik hoop dat daaruit niet zal blijken dat de wapenhandel in Vlaanderen losser is dan voorheen en dat we nog veel minder zicht hebben op het eindgebruik. Ik wil niet horen dat Saoedi-Arabië afgedankt militair materiaal inzet in Syrië. (Rumoer)
Ik wil geen Vlaamse rupsvoertuigen op het scherm zien. (Rumoer)
De actuele vraag is afgehandeld.