Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Crevits.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, de voorbije jaren zijn er heel wat beleidsmaatregelen en acties geweest om autisme bekend en vooral bespreekbaar te maken. Ik moet toegeven dat daardoor vaak de drempel is verlaagd om te spreken over autisme.
Minister, autisme gaat niet weg. Als bij kinderen autisme wordt vastgesteld, wordt ook vaak de ogen geopend voor een van de problemen waar de ouders mee te maken hebben. Het is bewezen dat autisme sterk erfelijk wordt bepaald. Heel wat acties zijn vooral gericht op kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis.
Er is een Vlaamse studie, die ook internationaal belangrijk is, die onderzocht heeft wat de impact van autisme is op volwassenen en welke noden zij hebben. In Vlaanderen zijn er 87.000 volwassenen met een autismespectrumstoornis. Onrechtstreeks heeft dit gevolgen voor het functioneren van volwassenen in onze maatschappij: omgaan met medische informatie, zoeken naar werk, uitvoeren van werk, relaties opbouwen, opvoeden.
Minister, de sociale actoren op het werkveld, zoals OCMWs, worden hier dagelijks mee geconfronteerd. Is uw collega op de hoogte van het nieuwe Vlaamse onderzoek? Welke maatregelen zal de minister nemen voor het ondersteunen van volwassenen met autisme?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw De Wachter, uiteraard is het antwoord op uw vraag mij meegedeeld door minister Vandeurzen, bevoegd voor het welzijn.
Hijzelf en zijn mensen hebben enkel via de pers kennis kunnen nemen van het onderzoek waarnaar u verwijst. Formeel noch informeel heeft hij de resultaten van het onderzoek gekregen. Via de informatie van de gebruikersgroepering vzw Autistem is hij op de hoogte van het bestaan van een onderzoeksproject van de Plantijn Hogeschool over ondersteuningsbehoeften van normaal tot hoog begaafde volwassenen met autismespectrumstoornis. Het doel van dat onderzoek is de ontwikkeling van een autisme-vriendelijk instrument, dat rekening houdt met sterke kanten van autistische personen.
Aan de hand van een interviewleidraad wordt geïnventariseerd welke ondersteuning nu al geboden kan worden en door wie. Het is dan de bedoeling om beleids- en handelingsgerichte adviezen te formuleren met betrekking tot die groep die toch altijd maar groter wordt. Het onderzoeksproject loopt sinds september 2012. Het loopt nog tot september van dit jaar, er zijn dus nog geen resultaten bekend. Het is voor minister Vandeurzen bijgevolg nog niet duidelijk of het onderzoek waarvan sprake is in de pers, hetzelfde project betreft. Het zou hem verbazen, de kans is heel klein dat er al een rapport van de Plantijn Hogeschool gepubliceerd is, maar dat komt er sowieso aan na september 2013.
Voor het overige heeft hij mij een heel interessant overzicht gegeven van wat vandaag al bestaat aan begeleiding, niet enkel van kinderen en jongeren met autisme, maar ook van volwassenen. Gelet op het bestek van deze actuele vraag, is het overzicht wat te uitgebreid, maar hij heeft mij een zestal initiatieven meegedeeld.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord dat u ons hier vandaag kunt geven. Het is heel belangrijk voor de commissie Welzijn dat we in de toekomst inzage kunnen krijgen in dit onderzoek, om dan nog verder te gaan en te bekijken welke beleidsmaatregelen effectief nog genomen zullen worden om volwassenen met een autismespectrumstoornis verder te ondersteunen, want we stellen vast dat de problematiek binnen de hele samenleving toeneemt. We weten dat de kinderen van de eerste generatie waarbij autisme werd geanalyseerd en bij wie de diagnose werd gesteld, ondertussen de volwassen leeftijd hebben bereikt. Het is ook zo dat er meer kenbaarheid aan wordt gegeven, de aantallen zullen dus alleen maar toenemen.
In de toekomst moeten we bekijken of dit al dan niet hetzelfde onderzoek is. Ik kan daar op dit moment niet over oordelen. We moeten samen met minister Vandeurzen bekijken hoe we dit vanaf september kunnen aanpakken. Het vraagt toch wel een heel andere aanpak dan wanneer het gaat over kinderen en jongeren.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is natuurlijk heel moeilijk hier met u te debatteren over een heel specifiek dossier dat niet echt gebaseerd is op algemene kennis want ik twijfel niet aan uw heel brede algemene kennis. Ik wil alleen een oproep doen. In het buitenland bestaan overal wel uitvoerige studies over de problematiek van het autisme bij volwassenen en de grote problemen die volwassenen met een autismespectrumstoornis ondervinden. Mevrouw De Wachter heeft dit goed geschetst. Een beleid is nodig. Ik wil de voorzitter van de commissie oproepen om niet te wachten tot het rapport in september misschien bekend zal geraken, maar om voordien al, op basis van studies uit het buitenland, een debat te voeren om te bekijken op welke wijze het beleid daarop kan inspelen.
Mocht ik de indruk hebben gewekt dat er vandaag in Vlaanderen niets gebeurt rond volwassen personen met autisme, dan wil ik dat toch eventjes rechtzetten. Er zijn vandaag, verspreid over Vlaanderen, al meerdere voorzieningen die zich niet enkel richten tot kinderen en jongeren met autisme, maar ook tot volwassenen. De voorzieningen voor volwassen personen met een handicap, ook voor volwassen personen met autisme, krijgen de komende jaren ook ruimte naargelang de vragen die er zijn; de middelen kunnen flexibel ingezet worden.
De diensten thuisbegeleiding autisme worden versterkt. Eind december 2012 dit is dus een vrij recente stand van zaken waren er 1588 personen met autisme in begeleiding bij de diensten thuisbegeleiding. Die diensten richten zich dus ook tot volwassenen met autisme.
Er is de oprichting van de diensten ondersteuningsplan, waarbij zes provinciale diensten rechtstreeks toegankelijk zijn, er is de projectoproep voor initiatieven woongarantie en ondersteuningsgarantie. Er gebeurt dus heel wat, men houdt uiteraard rekening met het feit dat de generatie volwassen geworden is en men probeert om met die noden rekening te houden.
Mevrouw De Wachter vroeg of de minister rekening hield met het nieuwe onderzoek. Het antwoord daarop is neen. Op de vraag of er andere onderzoeken zijn, heb ik geprobeerd om een antwoord te formuleren. De resultaten, zeker van het onderzoek van de Plantijn Hogeschool, zullen heel nuttig zijn om mee te nemen in het toekomstige beleid.
Minister, zoals ik zelf al zei, zijn er op dit moment al beleidsmaatregelen. We zullen er verder op moeten bouwen en we zullen ze moeten evalueren, want, en dat is cruciaal, uit dit onderzoek blijkt dat 87.000 volwassenen in Vlaanderen te maken hebben met een autismespectrumstoornis, en dat heeft vooral gevolgen op het vlak van de arbeidstoeleiding, de werkzekerheid, het al dan niet kunnen beheren van een budget en de opvoedingsondersteuning binnen de gezinnen.
Het is dus veel ruimer dan alleen een autismespectrumstoornis. We moeten daar in de toekomst op voortbouwen. We moeten binnen Welzijn bekijken welke maatregelen moeten worden getroffen. Het gaat immers over 87.000 mensen. Daar moet iets tegenover worden gesteld in de hulpverlening.
De actuele vraag is afgehandeld.