Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aanbevelingen van de OESO inzake het woon-werkverkeer
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, uw nieuwe Brusselse collega, Rudi Vervoort, liet gisteren in De Morgen uitschijnen dat een tolheffing zoals die in Londen bestaat, ook in Brussel zou kunnen. Ik dacht dat er sinds enkele jaren een politiek akkoord bestond tussen de drie gewesten over de verkeersfiscaliteit, met drie belangrijke elementen. Het eerste is een kilometerheffing voor vrachtwagens die tegen 2016 zou kunnen worden ingevoerd. Het tweede is een wegenvignet voor lichte voertuigen. Het derde element is een proefproject in de GEN-zone (Gewestelijk Expresnet) met personenwagens om na te gaan wat een intelligente kilometerheffing teweeg zou kunnen brengen.
Met de uitspraak van de minister-president van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zag ik natuurlijk het spookbeeld van de tolhuisjes rond Brussel plots opdoemen. Ik vind dat we beter eerst het proefproject van start kunnen laten gaan om te zien of de intelligente kilometerheffing een kans maakt. Gelukkig kregen we gisteren van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) plots steun. Als België zijn fileprobleem wil oplossen, aldus de OESO, dan zullen we aan rekeningrijden moeten doen. Met een intelligente kilometerheffing kan men differentiëren naar plaats en tijd en op die manier de files meer spreiden.
Minister-president, u hebt daar ook op gereageerd. U hebt gezegd dat dit voor Vlaanderen de optie was. Ik dank u en de OESO. Voor mij was het echter onduidelijk dat op eenzelfde dag twee ministers-presidenten schijnbaar iets anders vertellen. De ene heeft het over een tolheffing, de andere over een kilometerheffing. Hoe zal het interregionaal overleg over de verkeersfiscaliteit verder lopen, minister-president?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, mijn actuele vraag heeft betrekking op het rapport van de OESO. Het betreft een zeer interessante economische survey van België. Het rapport is aarzelend positief. Ons land kent een aarzelende economische heropleving. Er zijn echter ook een aantal grote bedreigingen. De kosten van de vergrijzing vormen een bedreiging. De export zit nog niet helemaal goed.
Het punt waar ik echter op wil ingaan, is het probleem van de files. Het wegennet in Vlaanderen is volledig gesatureerd. We excelleren in Vlaanderen vooral op het vlak van files; Brussel en Antwerpen hebben meer files dan San Francisco, Milaan, Parijs of Londen. We hebben het grootste fileprobleem in heel Europa. Het is hier in vergelijking erger dan in bepaalde wereldsteden.
Volgens de OESO is hier een grote milieu- en gezondheidskost aan verbonden. Er is ook een zeer grote economische kost. We moeten hier dringend iets aan doen. Een verdere uitbreiding van het wegennet zal niet helpen. Deze zeer dure optie brengt grote gezondheids- en milieukosten met zich mee. Bovendien zou een verdere uitbreiding van het wegennetwerk het fileprobleem niet oplossen.
Dat een organisatie als de OESO zoiets verklaart, is natuurlijk niet onbelangrijk. Het klinkt ons als muziek in de oren. Volgens de OESO zijn er een aantal oplossingen. Er moeten dringend maatregelen worden genomen. Er moet meer en beter overleg komen. Er moet een langetermijnvisie op de infrastructuur in ons land tot stand komen. Die visie moet regio-overschrijdend zijn, en ook de federale overheid moet hierbij worden betrokken. Voor we wegenwerken uitvoeren, moeten we een goede kosten-batenanalyse uitvoeren. We moeten op vrij korte termijn het rekeningrijden invoeren. Dit moet ook voor personenwagens gelden. Volgens de OESO kunnen we hier het best in de steden Brussel en Antwerpen mee beginnen.
Minister-president, bent u van plan deze duidelijke aanbevelingen aan te nemen en te volgen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, het is goed dat Vlaamse volksvertegenwoordigers en mevrouw Meuleman in het bijzonder het rapport van de OESO hebben gelezen en ook enthousiast verdedigen. Ik ga ervan uit dat zij ten aanzien van de volgende rapporten van de OESO en van de andere aspecten van dit rapport eenzelfde enthousiasme aan de dag zal leggen. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Dat belooft voor de toekomst.
Het rapport van de OESO omvat veel facetten. Ik heb begrepen dat beide vraagstellers het op de kilometerheffingen en op een aantal uitspraken van mijn kersverse Brusselse collega toespitsen.
Het rapport van de OESO stelt over de kilometerheffing dat dit de richting is die we moeten uitgaan. Ik kan enkel naar het Vlaams regeerakkoord verwijzen. De Vlaamse Regering en minister Crevits in het bijzonder werken een gefaseerde invoering van de kilometerheffing uit. In de eerste fase gaat het om vrachtwagens. Daar wordt verder aan gewerkt. Wat personenwagens betreft, stelt het Vlaams regeerakkoord dat we eerst een draagvlak willen zoeken en dat we pilootprojecten zullen lanceren.
We trachten nu samen met de andere gewesten een systeem voor vrachtwagens in te voeren. Dat systeem kan ook naar personenwagens worden uitgebreid. Het zou immers spijtig zijn later te moeten vaststellen dat een dergelijke uitbreiding niet kan. Dan zouden we heel het systeem weer in de prullenmand moeten kieperen. We houden rekening met de mogelijkheid het systeem later uit te breiden.
Mevrouw Brouwers heeft daarnet al naar een pilootproject verwezen. Dat project wordt nu volop geconcretiseerd. Het is de bedoeling dat tijdens de uitvoering van dit pilootproject ook naar de reacties op een kilometerheffing voor personenwagens wordt gekeken. Het lijkt me niet nodig dit te versnellen. Ik stel voor dit proefproject gewoon uit te voeren.
Wat de uitspraken van minister-president Vervoort betreft, verwijs ik naar het van 21 januari 2011 daterend politiek akkoord met afspraken over onder meer de invoering van een kilometerheffing. Een tolheffing voor Brussel staat daar niet in. Dit akkoord voorziet niet expliciet in een stadstol.
Ik zie hem binnenkort, tijdens een eerste contact sinds hij in functie is getreden. Ik zal hem erover aanspreken, om toch wat meer duiding te krijgen.
Het gaat om het uitvoeren van het politiek akkoord, met het proefproject voor personenwagens wat ons betreft, samen met alle betrokkenen. We moeten zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over de intenties ter zake van de nieuwe minister-president van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Minister-president, ik ben zeer tevreden met uw antwoord. De tolheffing zou voor de vele pendelaars die elke dag naar Brussel rijden en voor heel wat Vlaams-Brabanders die naar de stad willen, toch een pure meerkost zijn die je niet op een of andere manier kunt vermijden. Een intelligente kilometerheffing zoals vooropgesteld in het proefproject, heeft deels het mijden van de spits tot gevolg. Die zaken moeten we onderzoeken.
Ik ben dus heel tevreden dat u de tolheffing pur sang van de hand wijst en dat u zich houdt aan het politiek akkoord om verder te gaan op de ingeslagen weg. Ik kijk met veel belangstelling uit naar de verdere uitrol van het proefproject.
Minister, mijn nieuwe vrienden van de OESO die aanbevelingen komen dus niet uit verdachte groene hoek leggen toch wel enige sense of urgency aan de dag. In 2016 beginnen we met de vrachtwagens en nadien volgt een gefaseerde uitrol voor de personenwagens. Daarvan is de timing echter nog helemaal niet duidelijk. Het blijft daarbij ook bij een aantal papieren aanbevelingen. Ik zou het toch wat concreter willen zien.
In dat rapport staat dat we tegen 2030 te kampen zullen hebben met 30 procent meer wagens op onze wegen. Dat betekent dus nog eens een derde extra reistijd om onze grote steden te bereiken. De OESO wijst dus op een zekere sense of urgency.
Kunt u een concrete timing geven wat de personenwagens betreft? Kunt u het proefproject niet uitbreiden tot de grote steden, zoals Antwerpen en Brussel? Dat is trouwens een van de aanbevelingen in het rapport. Dan zouden wij al iets geruster zijn.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, los van het metapolitieke debat dat mevrouw Meuleman hier wenst aan te snijden, ben ik benieuwd naar de interne keuken van de CD&V. Mevrouw Brouwers, ik weet niet tot welke kapel u behoort, maar alvast niet tot die van de minister-president, want u stelt toch een aantal kritische vragen. Ik sluit mij graag aan bij die vragen.
Minister-president, hoever staan we met het verhaal dat mevrouw Brouwers heeft aangesneden? In welke richting zult u mee marcheren?
De heer Keulen heeft het woord.
Collegas, het is belangrijk dat het belang van de timing wordt benadrukt. Verder hopen wij dat die kilometerheffing de belastingneutraliteit ten opzichte van de globale fiscaliteit niet in het gedrang brengt. Minister-president, het mag dus niet leiden tot extra belastingen. Dat zou namelijk andermaal een economisch nadeel betekenen voor onze bedrijven, die vandaag op tal van vlakken op kop rijden en in de spits staan als het gaat over de kostenstructuur.
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Aan een aantal bemerkingen uit dat OESO-rapport wordt al gewerkt, zowel in Vlaanderen als in samenwerking met de andere gewesten. Over die kilometerheffing moeten we inderdaad samen met de andere gewesten tot een eenduidige beslissing en verdere uitwerking komen.
Een belangrijke ondertoon in dat OESO-rapport was toch ook dat ons mobiliteitsbeleid te sterk versnipperd is tussen de federale overheid en de gewesten. Zo is het spoor volledig federaal. Vanuit de gewesten hebben we daar slechts een minimale inspraak in. De huidige bedrijfswagencultuur is een gevolg van de hoge loonkost.
De gewesten hebben daar eigenlijk zeer weinig impact op. Hoe zult u ervoor zorgen dat de gewesten in de toekomst meer worden betrokken bij die mobiliteitsmateries die niet onder de bevoegdheid van Vlaanderen vallen?
De heer Vereeck heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, er was daarnet wat omgevingsgeruis, dus ik had mijn oortjes in om de minister-president goed te kunnen beluisteren, en ik heb iets helemaal anders gehoord.
Op de eerste rij staat er opnieuw omgevingsgeruis, naast u. Dat is de heer Reekmans.
Verwijderd. (Gelach)
Mevrouw Brouwers, ik heb de minister-president helemaal niet horen zeggen dat hij tegen die tol is. Hij zou contact zoeken met minister-president Vervoort om te horen wat eventueel de plannen met die stadstol zouden zijn.
Minister-president, wat is nu eigenlijk uw standpunt? Bent u tegen die stadstol of niet?
Mevrouw Meuleman, u moet wat optimistischer zijn. De toekomst, dat zijn elektrische autos, en die zullen echt niet vervuilen. Ook de OESO heeft wat dat betreft een veel te veel in de tijd beperkte zienswijze. U denkt natuurlijk dat, als er meer autos zullen komen, er sprake zal zijn van meer uitstoot, maar dat is helemaal niet zo: binnen de twintig jaar rijden wij vrolijk rond in elektrische autootjes. (Opmerkingen van mevrouw Elisabeth Meuleman)
Mijnheer Vereeck, ik heb gezegd dat de stadstol geen deel uitmaakt van de afspraken die op 21 januari 2011 zijn gemaakt door de drie gewestregeringen. Ik kan niet verhinderen dat collegas uitspraken doen. Ik zal hem eens vragen wat hij daarmee heeft bedoeld, maar ik weet wel dat dit zeker niet beslist is. Dat is iets wat hij zelf naar voren heeft geschoven. Het lijkt me niet wijs dat Antwerpen, Brussel, Gent en ander steden allemaal stadstol zouden gaan heffen, met alle gevolgen van dien. Persoonlijk ben ik daar niet zo enthousiast over, maar het maakt ook geen deel uit van het politieke akkoord.
Mijnheer Keulen, ik dank u voor uw vraag. Heel wat mensen zijn immers ongerust over die kilometerheffing voor personenwagens. Deze regering zal ter zake geen stappen zetten, op het proefproject na om het draagvlak en de elementen te kennen. Heel wat mensen maken er zich terecht zorgen over dat dit een bijkomende belasting zou zijn. Na dat proefproject en de evaluatie zal de volgende Vlaamse Regering mogelijk verdere stappen zetten op dat vlak. Ik ben het er echter met u over eens dat dit niet mag leiden tot een bijkomende belasting voor diegenen die al zwaar worden getroffen, diegenen die met de wagen van en naar het werk moeten rijden. Ik deel uw bezorgdheid. Ik kan me echter niet engageren, laat staan dat ik uitspraken zou kunnen doen over de volgende Vlaamse Regering, maar ik vind dat die daar zeer zorgvuldig mee moet omspringen. Er kan geen sprake zijn van een verhoging van de belastingen daardoor.
Er is natuurlijk ook de bezorgdheid over de kilometerheffing voor vrachtwagens. Ook de logistieke sector is heel belangrijk voor Vlaanderen. We willen vermijden dat we, door dit in te voeren, onze logistieke bedrijven een groot nadeel zouden bezorgen. Dat wordt ook mee in overweging genomen.
Mevrouw Eerlingen, ik ga ervan uit dat ook u hebt vastgesteld dat er in de zesde staatshervorming al stappen zijn gezet om het versnipperde beleid ter zake toch wat te harmoniseren. Samen met ons zult u dat dan enthousiast onthalen en een goed beleid ter zake voeren. Natuurlijk gaat het nog niet over het hele beleid. Er is immers sprake van heel wat facetten. Dat er een coherent mobiliteitsbeleid moet zijn, daar kan ik me alleen maar bij aansluiten. Hoe meer bevoegdheden we ter zake hebben, des te gemakkelijker het ook is om dat coherent beleid daadwerkelijk te realiseren.
Mijnheer Penris, ik weet niet waar uw vragen me heen willen brengen. Voorzitter, het is natuurlijk belangrijk dat de OESO ook in dit parlement aan bod komt. Dat zullen de mensen van de OESO heel graag horen en vaststellen. Die OESO-rapporten bevatten altijd heel belangrijke elementen. Mevrouw Meuleman heeft dat nogmaals bewezen, met zeer veel enthousiasme. Er is het principe dat de vervuiler betaalt, maar ik ga ervan uit dat we daarnaast ook resoluut gaan voor het principe dat de gebruiker betaalt voor de infrastructuur.
Dat is iets wat op Europees niveau stap per stap zal worden ingevoerd en wat een beetje losstaat van heel de vervuilingsproblematiek, die met een intelligente kilometerheffing ook kan worden aangepakt. Maar vooral het principe de gebruiker betaalt is heel belangrijk. Dat zal dan ook in de kilometerheffing worden meegenomen, elektrische wagen of niet.
Over de uitspraken van uw collega wil ik verder niet te veel woorden vuil maken. Dat was wel tamelijk voorzichtig geformuleerd in het interview in De Morgen. Het feit dat de journalist daar de titel van gemaakt had, geeft het wat meer ampleur. Ik vermoed dat onze Brusselse vrienden wel even intelligent zullen zijn als wij en toch eerst dat proefprojet afwachten, waar we nog maar heel recent samen onze schouders onder hebben gezet. Dan kunnen we kijken hoe het allemaal verder moet. Dat een intelligente kilometerheffing beter is dan een tolheffing, daar is iedereen wel van overtuigd, denk ik. Ik hoop dat men daar in dit gewest ook van overtuigd is.
Minister-president, als we voor rekeningrijden en voor een intelligente kilometerheffing zijn, dan is dat niet omdat we denken dat we een financiële melkkoe hebben gevonden. De OESO denkt dat volgens mij ook niet. De OESO redeneert vanuit een zeer sterk economische logica, namelijk dat het de regering en natuurlijk ook de belastingbetaler veel meer kost om nieuwe wegen aan te leggen en om compleet stil te staan dan dat het zou kosten om een intelligente kilometerheffing in te voeren. Ze doen dat vooral vanuit een economisch motief. Daarom is het ook zo belangrijk om met dat advies rekening te houden.
Ik ben teleurgesteld dat u zegt dat het er deze legislatuur niet komt en we daarna nog wel zullen zien wat een volgende regering daarmee doet. Ik zou liever een commissie Versnelling hebben die daar werk van maakt dan een die wegenwerken probeert te versnellen, want het blijkt dat dat niet echt een uitweg is.
De actuele vragen zijn afgehandeld.