Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de reactie van de minister op de beslissing van de gemeenteraad van Boom om in haar deontologische code voor gemeenteraadsleden een verbod op het dragen van levensbeschouwelijke symbolen op te nemen
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, gisteren werd de gemeentelijke autonomie voor een deel toch ten grave gedragen. Naar aanleiding van een volkomen democratische beslissing, met een tweederdemeerderheid, van de gemeenteraad van Boom, hebben ministers en partijvoorzitters zodanig veel druk uitgeoefend dat de meerderheid binnen die gemeenteraad uiteindelijk is bezweken. Die meerderheid heeft beslist om haar oorspronkelijke beslissing om een deontologische code uit te vaardigen met daarin ook een hoofddoekenverbod, bij een volgende gemeenteraad opnieuw aan te passen. Dit is ongezien in Vlaanderen.
U hebt daarin een niet onbelangrijke, maar helaas geen positieve rol gespeeld. Alhoewel het een N-VA-burgemeester betreft, hebt u het niettemin nodig geacht om te stellen dat een politicus iets anders is dan een ambtenaar die de overheid vertegenwoordigt. Hij of zij is net verkozen wegens zijn politieke overtuiging en dus moeten religieuze herkenningstekens en zeker de hoofddoek, volgens u kunnen.
Het enige probleem is dat men zich dan beperkt tot een discours over neutraliteit en dat men niet tot de essentie van de zaak komt. Het gaat hier niet over neutraliteit ten aanzien van gemeenteraadsleden, het gaat niet over het opleggen van neutraliteit van verkozenen, die uiteraard een politieke en ideologische boodschap uitdragen. Het gaat over het feit dat men het symbool van de discriminatie van de vrouw niet in een gemeenteraad wil, net zoals men geen racistische uitlatingen in de gemeenteraad wil, net zoals men ik zeg maar wat een kap van de Ku Klux Klan niet zou tolereren in een gemeenteraad, en net zoals men een of andere gek die verschijnt in een nazi-uniform, niet zou tolereren in een gemeenteraad. Zo tolereert de gemeenteraad van Boom ook die hoofddoek, het symbool bij uitstek van de minderwaardigheid van de vrouw, althans volgens de islamitische godsdienst, niet.
Ik vind het een beetje pijnlijk dat uitgerekend u, niet als minister van Binnenlands Bestuur, maar als minister van Integratie en Gelijke Kansen, het opneemt voor het dragen van de hoofddoek, voor dat symbool dat juist de gelijkheid van kansen in de weg staat en de discriminatie van de vrouw naar voren schuift.
Minister, mijn vraag aan u is dan ook vrij duidelijk. Vindt u ook niet dat u hier de gemeentelijke autonomie met de voeten hebt getreden? Mocht er al een klacht zijn, is het trouwens niet aan u, maar aan de gouverneur om erover te oordelen. Vindt u niet dat u misbruik maakt van uw positie als minister om druk uit te oefenen waardoor de gemeenteraad zijn beslissing herziet en waardoor uiteindelijk de gemeentelijke autonomie, die u zo dierbaar is althans in woorden, maar niet in daden , met de voeten wordt getreden? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, Boom is geen geïsoleerd geval, het lijkt wel een structureel probleem.
Ik geef u de feiten. In januari 2013 dient Anke Van dermeersch, gemeenteraadslid van het Vlaams Belang, een voorstel in om hoofddoeken te verbieden voor gemeenteraads- en districtsraadsleden in Antwerpen. De juridische dienst van de stad Antwerpen maakt brandhout van dit voorstel omdat de grondrechten ermee worden aangetast.
In februari schorst de Antwerpse gouverneur de retributietaks of vreemdelingentaks waardoor nieuwkomers van vreemde origine bij hun inschrijving 250 euro dienden te betalen. Opnieuw schorst de gouverneur op basis van het schenden van de Grondwet en het Europees Recht.
In april 2013 keurt de gemeenteraad van Boom een deontologische code goed waardoor de gemeenteraadsleden niet langer levenbeschouwelijke symbolen mogen dragen. N-VA-burgemeester Jeroen Baert beseft dat de beslissing juridisch niet afdwingbaar is maar doet toch verder en bezwijkt onder de druk die is ontstaan.
Minister, dit is een gevaarlijk precedent voor een democratische rechtstaat. Ik neem aan dat uw juristenhart bloedt en pijn doet. Stuk voor stuk zien we hier schendingen van grondrechten die zo belangrijk zijn voor de democratie. Minister, ik denk dat een structureel initiatief nodig is. Het is belangrijk dat u een omzendbrief stuurt waarin u heel duidelijk stelt dat grondrechten niet kunnen worden geschonden, want blijkbaar zijn er toch heel wat lokale mandatarissen die daarvan niet op de hoogte zijn. Met andere woorden, een soort inburgeringscursus voor lokale mandatarissen.
Minister Bourgeois heeft het woord.
De gemeenteraad van Boom heeft op 18 april een deontologische code aangenomen. Elke gemeenteraad neemt zon deontologische code aan. Dat staat in het Gemeentedecreet. Dat is inderdaad een code die juridisch niet afdwingbaar is, mevrouw Idrissi. Die code legt heel sterk de nadruk op de deontologie, de integriteit, de onkreukbaarheid van de mandatarissen. Die code bevat, voor het geval u daar een soort samenhang of andere bedoelingen in ziet, ook heel uitdrukkelijk hier in Boom een niet-discriminatiebepaling Ik lees ze voor: Mandatarissen stellen zich naar elke burger of ambtenaar gelijk op zonder onderscheid te maken naar bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, afkomst, taal, cultuur, seksuele geaardheid, opleiding, burgerlijke staat, sociale stand, partijvoorkeur, filosofische overtuigingen, inkomen. Ik wil er gewoon op wijzen dat ik niet onmiddellijk zie dat men daar een of andere discriminatoire bedoeling mee had. Maar men legt heel sterk de nadruk op objectiviteit en men maakt een parallel met de objectiviteit en neutraliteit voor ambtenaren. Die code bevat ook een bepaling, en ik citeer opnieuw letterlijk: Het zichtbaar dragen van kentekens van godsdienstige aard is verboden. Men plaatst dat onder het luik objectiviteit. Het is evident dat dit niets te maken heeft met objectiviteit en neutraliteit. Daar zijn we het allemaal, op het Vlaams Belang na, over eens. Een gemeenteraadslid, een mandataris heeft een mening en een overtuiging en heeft het recht om die te verkondigen en wordt ook heel vaak verkozen, precies vanwege die mening of die overtuiging. Dat heeft niet te maken met objectiviteit. Men mag dit niet verwarren met bepaalde regels zoals dresscodes die men bijvoorbeeld kan opleggen aan loketambtenaren. Dit is strijdig met het recht op het hebben van een overtuiging en het recht op het uiten van die mening.
Ik heb begrepen dat men in Boom zegt dat dit is gebaseerd op de scheiding tussen kerk en staat. Ook dat klopt natuurlijk niet. Artikel 9 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is daarin heel duidelijk en bepaalt dat eenieder de vrijheid heeft van gedachte, geweten en godsdienst.
Mijnheer Dewinter, ik heb hier een recent arrest van het Hof Van Cassatie bij me van Frankrijk, de lekenstaat bij uitstek, de staat bij uitstek van de laïcité. Daarin heeft een burgemeester aan een vrouwelijk gemeenteraadslid dat een kruisteken droeg, het recht tot spreken ontzegd. Die burgemeester is veroordeeld tot in beroep en heeft een fikse straf gekregen. Hij heeft zijn proces verloren. Het Hof van Cassatie heeft beslist dat de laïcité niet kan opwegen tegen artikel 9 van het EVRM.
Mijnheer Dewinter, ik ben geen minister van Gelijke Kansen, dat zou u moeten weten. Ik heb inderdaad gereageerd vanuit Denemarken. Ik heb de code laten opvragen via onze gouverneur. Nu ik de code heb, kan ik een uitspraak doen. Ik oefen nooit toezicht uit via de media. Er was echter geen enkele twijfel mogelijk. Ik heb me in duidelijke bewoordingen uitgesproken. Ik heb gezegd dat dit in strijd is met de fundamentele rechten en vrijheden en dus niet kan passeren.
Dit heeft niets te maken met het schenden van de gemeentelijke autonomie, mijnheer Dewinter. Als gemeenteraadslid zou u moeten weten dat het nog gebeurt dat gemeenten beslissingen nemen die strijdig zijn met de wet of het algemeen belang. Dat zijn de enige twee criteria die gelden, voor de rest is er de gemeentelijke autonomie.
Dan volgt er soms een klacht, ofwel vragen wij het dossier op. We doen dat zo is de traditie meestal in twee lijnen. Eerst is er de gouverneur, die kan schorsen. Handhaaft men de beslissing toch, dan kan ik vernietigen. Hier heeft de gouverneur het dossier opgevraagd, maar de secretaris van Boom heeft al laten weten dat men de beslissing op de gemeenteraadszitting van 16 mei zal intrekken.
Moet ik reageren met een omzendbrief, mevrouw Idrissi? Neen, volgens mij is dat absoluut niet nodig. Ik stel, bijvoorbeeld hier in het parlement, vast dat men unisono zegt dat een dergelijke deontologische code niet kan en in strijd is met de fundamentele rechten en vrijheden, op één partij na misschien. Ik stel ook vast dat dit een geïsoleerd geval is. En bovendien heeft Boom al aangekondigd de maatregelen te zullen intrekken.
Als ik bij elke overtreding van de wet of schending van het algemeen belang door een gemeente moet reageren met een omzendbrief, krijgen we regulitis van hier tot ginder. Mij komt het over dat iedereen de fundamentele rechten en vrijheden moet kennen en respecteren.
Minister, laten we een kat een kat noemen, of in dit geval een hoofddoek een hoofddoek. Het gaat hier niet over religieuze neutraliteit. Gemeente- en andere besturen moeten dit soort van kunstgrepen uithalen voor dat ene symbool dat ze niet in hun gemeenteraad, parlement of waar dan ook willen, namelijk de hoofddoek, het symbool bij uitstek van de radicale islam en van de discriminatie van de vrouw. Men viseert dat symbool. Dat wil men niet.
Het probleem is dat degenen die de hoofddoek dragen, net gebruik en misbruik maken van onze democratische rechtsregels om hun ondemocratische symbool te kunnen handhaven, ook als gemeenteraadslid, en zelfs als parlementslid. Dat moeten wij maar eens goed beseffen. Men beroept zich altijd opnieuw op de Grondwet, terwijl men die Grondwet juist niet aanvaardt, en zeker niet een van de belangrijkste principes, het principe van de scheiding tussen kerk en staat, en, misschien nog belangrijker, het principe van de gelijkheid tussen man en vrouw. Wij onderwerpen ons telkens opnieuw aan hun logica, in plaats van onze eerlijke logica, namelijk de gelijkheid tussen man en vrouw en het non-discriminatieprincipe tussen man en vrouw, aan hen op te dringen.
Ik vind het dan ook spijtig, minister, dat u, als minister bevoegd voor Inburgering en dergelijke, niet dat discours durft te voeren, maar zich beroept op allerlei juridische en andere weinig ter zake doende argumenten. U hebt hier een kans gemist om een statement te maken, zoals uw partijgenote, mevrouw Demir, dat heeft gedaan in de Kamer, toen ze daar het verbod vroeg op het dragen van hoofddoeken voor parlementsleden. Die kans hebt u als minister heel erg gemist. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Grondrechten zijn er niet om met voeten te treden, in de ene of de andere richting. Ik stel vast dat voor sommige partijen het ene grondrecht zwaarder doorweegt dan het andere.
Minister, mocht het alleen Boom geweest zijn, dan zou ik uw redenering kunnen volgen. Maar het gaat niet alleen om Boom. We hebben nu al drie precedenten gehad, en wellicht volgen er nog. Uw collega Siegfried Bracke zei dat het hart van de democratie is geraakt. Juist omdat het hart van de democratie is geraakt en omdat de Grondwet geen vodje is, om een andere politicus te parafraseren, is het belangrijk om de puntjes op de i te zetten en duidelijk te maken dat die regels zo vast staan dat je er niet mee kunt rammelen.
Mevrouw Zamouri heeft het woord.
Het moet gedaan zijn met de islam en al wie islamitisch is, te diaboliseren op om het even welk moment, maar dit was wel het meest foute moment dat we ons konden inbeelden.
Nihad Taouil is verkozen door de burgers. Ze is verkozen omwille van wie zij is. Punt aan de lijn. Wat hier gebeurt, is een regelrechte aanval op de democratie. Erkent u dit, minister? U hebt het al gezegd, u hebt het beaamd, waarvoor dank. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik vind dit echt schrijnend. Het einde van de democratie betekent het begin van iets anders, mijnheer Dewinter. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Voor wie naar mij geluisterd heeft, kan er geen twijfel over bestaan: ik veroordeel dit verbod op het dragen van een hoofddoek. Ik heb ook gezegd naar welke principes ik zou handelen als het bij mij op tafel zou liggen. Dit is heel duidelijk.
Ik ben het met u eens dat we moeten ophouden met het stigmatiseren van de islam. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Ik heb trouwens in het debat hier gezegd dat we in dialoog moeten gaan. De Vlaamse Regering gaat dat ook doen, zeer binnenkort ontmoeten we de vertegenwoordigers van de islam.
Ik blijf erbij, we moeten een groot onderscheid maken tussen de kleine groep van radicalen die onze rechtstatelijke principes verwerpt en het overgrote deel van islamieten dat hier wenst te leven. Zij willen zich inschrijven in onze pluralistische samenleving, waar alle mogelijke gelovigen en ongelovigen kunnen samenleven met respect voor elkaars levensbeschouwing. Dat is het fundament van onze rechtsstaat. Dat laten we niet onderuit halen. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Mijnheer Dewinter, u moet er niet een van de grondrechten, de niet-discriminatie, uithalen. U moet zich niet beroepen op één aspect. Ik heb het al gezegd: in de deontologische code van Boom staat uitdrukkelijk een niet-discriminatiebepaling op grond van afkomst, religie enzovoort. U mag zich niet beroepen op de verworvenheden van de verlichting als u het andere fundament daarvan, namelijk het respect voor ieders overtuiging en mening, en voor vrije meningsuiting zolang die niet tot haat of geweld oproept, niet erkent. U kunt niet één recht isoleren.
Ik stel vast dat er één partij is die op dat vlak een andere toon laat klinken, mevrouw Idrissi. Ik zie geen cascade van dergelijke beslissingen. Dit is een geïsoleerd geval. Men beroept zich op de objectiviteit duidelijk onjuist om de regels van de ambtenaar te gaan toepassen op verkozen mandatarissen. Ook het principe van de scheiding van kerk en staat is hier niet aan de orde. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
In Frankrijk, de staat van de laïcité bij uitstek, heeft het Hof van Cassatie een burgemeester veroordeeld omdat hij een vrouw met een christelijk kenteken, een kruisteken dus, het woord weigerde omdat dat strijdig is met artikel 9 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Die principes liggen vast. We gaan niet naar aanleiding van één incident, of van één gemeenteraad die het verbod nu weer gaat intrekken, weer een omzendbrief versturen.
Mevrouw Idrissi, laat er geen twijfel over bestaan: mijn administratie, de gouverneurs, ikzelf blijven waken over de toepassing van het recht. Dat is ook de enige beperking op die gemeentelijke autonomie. De schending van wetten, van het recht, van internationale verdragen, met inbegrip van de fundamentele rechtsprincipes die aan de grondslag liggen van deze samenleving, is ontoelaatbaar. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Ik kan alleen maar vaststellen dat gemeenteraadslid Taouil tijdens de gemeenteraad van Boom ostentatief een hoofddoek draagt, maar als maatschappelijk werkster bij het OCMW van Antwerpen helemaal geen hoofddoek draagt en dat evenmin doet in haar privéleven. Het is een politiek symbool. Het dient om te provoceren. Eerst nemen ze een vinger, dan een arm en dan nog meer. Wie dat niet begrepen heeft, heeft van heel de islam ontzettend weinig begrepen.
Aan de mevrouw daar bovenaan zou ik willen zeggen dat de islam zichzelf diaboliseert. Hij heeft dat gedaan anderhalve week geleden in Boston. Hij diaboliseert zich in de 20.000 terroristische moord- en terreuraanslagen sinds 11 september. Hij diaboliseert zich in de ontelbare haatoproepen op internet, op tv en in de media. Als de islam een te duchten en verwerpen godsdienst is, dan heeft hij dat volledig en totaal aan zichzelf en alleen zichzelf te danken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, we verschillen van mening. U zegt dat het een geïsoleerd geval is. Ik zeg dat er al een aantal precedenten zijn en ik heb dat ook proberen aan te tonen. Ik ben zelf ook juriste. Ik heb een onwaarschijnlijk geloof in de democratische rechtsstaat. Wanneer kan worden vastgesteld dat grondrechten systematisch met de voeten worden getreden, moet daar duidelijkheid over komen. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Ik hoop van ganser harte dat wanneer dit zich in de toekomst opnieuw voordoet, u toch die omzendbrief naar de lokale besturen zult versturen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.