Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Roegiers heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, gisteren stelde het Vlaams Vredesinstituut zijn rapport over de wapenexport naar de Arabische wereld voor. Dat viel al dan niet toevallig samen met de themazitting die de commissie Buitenlandse Aangelegenheden had georganiseerd rond de Arabische revoluties. Uit het rapport blijkt dat er sinds de Arabische Lente nauwelijks minder uitvoer van wapentuig naar de regio is geweest. Ook Vlaanderen heeft niet beduidend minder uitgevoerd. Opvallend was dat diverse sprekers op de themazitting gisteren hebben gewezen op de twee maten en gewichten die vaak worden gehanteerd. Professor Zemni beweerde dat gisteren, meer bepaald met betrekking tot Saoedi-Arabië. Vanmorgen omschreef ook Brigitte Hermans van Pax Christi Saoedi-Arabië niet minder als de olifant onder het tapijt in de regio.
Dat noopt tot enige voorzichtigheid, en dat is ook de kern van mijn vraag. Minister-president, we weten allemaal dat de situatie in de regio explosief is en blijft. We weten evengoed dat Saoedi-Arabië de olifant onder het tapijt is, dat met andere woorden, het gevaar voor afwending en wederuitvoer niet klein is. Uit diverse bronnen weten we dat vanuit Saoedi-Arabië wagentuig wordt geleverd aan Syrië. Minister-president, is het niet beter om vanuit het voorzichtigheidsprincipe en ik vraag het u formeel de wapenuitvoer naar Saoedi-Arabië on hold te zetten?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, deze vraag is eigenlijk ook al behandeld op 5 maart in de commissie. Nieuw feit is natuurlijk het rapport. Ik wil toch nog even onderstrepen dat wij door het nieuw decreet inzake wapenhandel met deze per definitie zeer delicate problematiek zeer zorgvuldig omgaan, dat de diensten dit voor de Arabische regio zelfs zeer restrictief toepassen. U weet dat de onholdmaatregel ook geldt voor een aantal landen Egypte, Bahrein en Jemen en dat er een wapenembargo is voor Syrië, Libanon, Libië en Iran.
In de commissie hebben we ook over Saoedi-Arabië gesproken. U hebt zelf de vraag gesteld. Naar aanleiding daarvan heb ik nog even nagekeken hoe het daarmee is. Sinds het begin van deze legislatuur zijn er zes vergunningen toegekend aan Saoedi-Arabië. Eén was voor luchthavenverlichting. De andere vijf zijn dossiers van 2009 en 2010. Dat is informatie die ik heb gekregen van mijn administratie. Als die onvolledig zou zijn, wil ik dat graag horen. Ik wil aantonen dat de zorgvuldige aanpak ook hier wordt gehanteerd. In 2009 en 2010 ging het over wielassen en stangen voor voertuigen van het Saoedische leger, waarvoor er ook toestemming was gegeven in het Europese standpunt ter zake.
We hebben het toen ook over de mensenrechten gehad, een problematiek die wij ook ter harte nemen. U weet dat wij daaromtrent een beleidsdocument hebben, Mensenrechten en het Vlaams internationaal beleid.
Mijnheer Roegiers, ik deel uw bezorgdheid over de Arabische regio. Wij hebben een aantal landen on hold gezet. Dat wordt heel zorgvuldig voorbereid, met de administratie, die alle informatie verzamelt. Wat Saoedi-Arabië betreft, is mijn informatie dat er sinds het begin van deze legislatuur zes vergunningen zijn, waar ik wat duiding bij heb gegeven. Dat toont mijns inziens aan hoe restrictief en zorgvuldig wij met het een en ander omspringen.
Als de informatie, die elke dag door de administratie wordt bijgehouden, in die richting zou gaan dat we nog verdere stappen moeten zetten, ervan uitgaande dat er ook vergunningen zouden worden aangevraagd die op een positieve manier zouden worden behandeld, quod non, dan wil ik daar zeker verder over discussiëren en bekijken welke bijkomende maatregelen er moeten worden genomen.
Minister-president, uw informatie is niet volledig, en dat weet u. Er zijn zes exportvergunningen rechtstreeks toegekend, er zijn er een aantal die via Turkije of Kroatië naar Saoedi-Arabië zijn gegaan. Dat weet u. Het is jammer dat u ook dat niet vermeldt in uw uiteenzetting.
U hebt op 5 maart inderdaad gezegd dat u de situatie zou bekijken. U zou verder informatie vergaren. Ik stel vast dat er niet veel stappen vooruit zijn gezet.
Er is het nieuwe feit van het Vlaams Vredesinstituut dat dat rapport heeft gepubliceerd, plus de eminente sprekers die ons allemaal wijzen op het gevaar voor wederuitvoer en afwending. Dat gevaar is aanwezig, we weten het allemaal. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat uw administratie de ogen daarvoor sluit. Ik vraag u heel formeel, vanuit dat voorzichtigheidsprincipe, om Saoedi-Arabië op dit ogenblik on hold te zetten. We zullen het dan wel verder evalueren.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Wij kunnen ons met de N-VA vinden in het pleidooi dat de minister-president nu komt te houden voor een strikte toepassing van het nieuwe Wapenhandeldecreet, dat op zich al vrij stringent is.
Mijnheer Roegiers, tijdens de hoorzitting over de Arabische lente hebben een aantal sprekers er toch ook op gewezen dat het al een meerwaarde is en dat de toepassing van het nieuwe Wapenhandeldecreet al veel opties uitsluit. (Opmerkingen van de heer Jan Roegiers)
Als zich nieuwe feiten en elementen voordoen, zullen we het rapport zeer zorgvuldig bekijken, evenals wat daar is gezegd. De heer Roegiers volgt dat van zeer nabij op. Dat siert hem, want het is een zeer delicate en belangrijke problematiek. Als we die bijkomende informatie verwerkt hebben, zullen we stappen zetten.
Minister-president, ik heb u op 5 maart daarover ondervraagd, ik ondervraag u nu opnieuw. Ik vermoed dat de voorzitter van mijn commissie niet elke maand zal toelaten dat ik diezelfde vraag stel. Ik denk dat er nieuwe elementen zijn, dat er duidelijke aanwijzingen zijn voor gevaar op wederuitvoer of afwending.
Ik begrijp uw standpunt op dit ogenblik eigenlijk niet. Ik vind, vanuit het voorzichtigheidsprincipe, dat we dat beter zouden doen in plaats van nog maar eens gegevens te verzamelen. We hebben die gegevens al. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.