Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, deze week kregen we op onze banken de Onderwijsspiegel, het jaarlijkse rapport van de Vlaamse Onderwijsinspectie. Daarin staan punten opgesomd die voor verbetering vatbaar zijn en andere die opportuniteiten bieden. Eén zaak kan echt niet door de beugel: in vier op de tien scholen kan de veiligheid van onze kinderen niet meer worden gegarandeerd. In één op de tien scholen moeten onmiddellijk aanpassingen gebeuren met betrekking tot brandveiligheid en elektriciteit. Niet volgend jaar, niet volgende maand, maar nu.
Alles heeft met geld te maken, zeker in het onderwijs. Het heeft te maken met de wachtrijen. Iedereen heeft het nu over de capaciteit, maar dat komt straks aan bod. De reguliere scholenbouw is ook een probleem, het wordt zelfs een ramp.
Momenteel wordt er volgens de chronologie van de dossiers gewerkt. U zult een besluit nemen, zegt u, waardoor andere criteria gehanteerd zullen worden, onder andere veiligheid. U weet hoe snel alles gaat in de politiek. U hebt nog een jaar, want volgend jaar in april valt alles hier stil. De besluiten die u tot nu toe genomen hebt in Onderwijs, kan ik op één hand tellen. Het wordt opnieuw brandjes blussen, minister. Ik hoop dat er niet eerst een grote brand moet uitbreken.
De begrotingscontrole is vandaag gestart. Gaat u dit bespreken tijdens de begrotingscontrole? Of gaat u met minister Muyters naar het basket en gaat u daar iets regelen?
Minister Smet heeft het woord.
Mevrouw Van Steenberge, u vergeet dat er een verkorte procedure bestaat voor dringende instandhoudingswerken, ten belope van een bedrag van 150.000 euro. Daarmee vermijdt men de wachtlijst en kan men meteen een dossier indienen dat meteen behandeld zal worden en waarmee het geld heel snel ter beschikking zal zijn.
Ik wil u er ook aan herinneren dat het Ministerie van Onderwijs niet verantwoordelijk is voor e staat van de schoolgebouwen. Ik wil hier helemaal geen paraplu opentrekken. Ik geef u gewoon de feiten zoals ze zijn. Het is de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de gebouwen. Dat is trouwens een subsidiërings- en erkenningsvoorwaarde voor een school. Daarom gaat de inspectie ook een marginale toetsing doen. Het zijn de brandweer en de burgemeester die verantwoordelijk zijn voor de staat en de veiligheid van de gebouwen, niet de minister van Onderwijs. De Inspectie van Onderwijs houdt een kwaliteitscontrole en een marginale toetsing. Dan geeft ze een aanbeveling aan de school. Natuurlijk stellen wij wel het geld ter beschikking, daar ben ik het met u eens.
We zijn inderdaad met de onderwijsverstrekkers aan het praten over een nieuw besluit. Het enige criterium voor het toekennen van reguliere middelen is de chronologie. Dat verkaart waarom zoveel scholen op die lijst staan. Ze weten dat het tien, twaalf jaar duurt voor ze aan de beurt komen en zetten zich dan maar op de lijst. Dat veroorzaakt een sneeuwbaleffect.
Met enkel het criterium van chronologie lopen we vast. We willen ook andere criteria opnemen en een combinatie hanteren. Onderwijs is het enige domein waar chronologie nog het enige criterium is. Dat besluit komt er nog voor de zomer. Ik hoop dat we het definitief kunnen goedkeuren voor de zomer, en anders wordt het het najaar. Het zal nog tijdens deze legislatuur gebeuren. De Vlaamse Regering heeft trouwens al principieel beslist om dat besluit op te stellen.
We hebben een erfenis van dertig jaar gekregen. We doen al veel inhaaloperaties. We doen DBFM-projecten (design, build, finance, maintain). We zijn effectief begonnen met een project van 1,5 miljoen euro. Er worden tweehonderd nieuwe scholen gebouwd. We werken aan nieuwe projecten met de verzekeringssector. Ik hoop dat we in de toekomst nog extra geld vinden. U weet dat ik daar heel eerlijk en open over ben geweest. Het is niet alleen een zaak van deze regering, het zal ook een zaak van toekomstige regeringen zijn. Wie aan de mensen iets anders vertelt, maakt hun iets wijs.
Minister, ik ken de procedure, ik denk dat ik ongeveer vier jaar geleden een van de eerste vragen stelde over de wachtlijsten. Toen was er nog een dubbele wachtlijst, want scholen schreven zich op die ene lijst én op die andere lijst in om toch maar aan geld te geraken voor scholenbouw en renovatie.
U hoeft inderdaad als minister van Onderwijs niet zelf de scholen te gaan maken of bouwen, maar het is wel de overheid die voor het geld zorgt. U zegt dat ook, maar het geld is er niet momenteel. Er bestaat inderdaad een prioritaire procedure, maar uit het rapport blijkt dat ze geen jaar, geen maand meer hebben en dat het nu moet gebeuren. Het gaat over de brandveiligheid, over de veiligheid van de gebouwen waar onze kinderen in zitten.
U zegt dat we naar de legislatuur in de toekomst moeten kijken en het gaat inderdaad over een erfenis van dertig jaar, maar die erfenis komt wel van politici, komt van de Vlaamse Regering. En wie zat er tot nu in de Vlaamse Regering? Ik vind het wel gemakkelijk dat u vandaag een nieuw project aankondigt van de socialisten, een maatschappij voor morgen en vooral voor het onderwijs. Maar u kunt er wel voor zorgen en het gebeurt niet.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik denk dat de verantwoordelijkheid voor gebouwen en brandveiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid is. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van de subsidiërende overheid, of in dit geval Vlaanderen. Het heeft vaak ook te maken met procedures die niet in orde zijn, met evacuatieplannen die niet op punt staan, met kleinere ingrepen zoals branddeuren, alarmsystemen. Ik denk dat je inderdaad moet wijzen op de plichten van de verantwoordelijke ter zake.
Ik denk echt niet dat we hier alleen naar de Vlaamse overheid moeten wijzen. We moeten natuurlijk een aantal problematieken bekijken in de globaliteit van de toestand van onze gebouwen in Vlaanderen, maar wij zijn een subsidiërende overheid. Het is nog altijd de verstrekker van onderwijs die in eerste instantie de hoofdverantwoordelijke is en blijft.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, eerst een opmerking van orde. De vraag van mevrouw Van Steenberge is geput uit de Onderwijsspiegel en wat daarover in de pers is verschenen. We zijn wel van plan om die Onderwijsspiegel en dit punt grondig te bespreken in de commissie Onderwijs. Er zullen nog momenten komen waar we het er over kunnen hebben.
Minister, u hebt natuurlijk gelijk. We zitten met een onderinvestering van decennia in onze schoolgebouwen, en dat slaat natuurlijk terug op de brandveiligheid, want de brandveiligheid is een stuk van de investeringen van de scholen. Maar dat doet niets af van het feit dat de bevoegdheid inderdaad dubbel is, en ik sluit me natuurlijk aan bij wat de heer Van Dijck zegt, want dat is correct. Minister, die verwaarlozing van de gebouwen is toch wel gebeurd toen ministers van uw eigen partij bevoegd waren voor Onderwijs. U mag ook een beetje in eigen boezem kijken in naam van uw eigen partij.
Mevrouw Meuleman heef het woord.
Minister, u weet dat ik ervaringsdeskundige ben in dit dossier. De school in mijn eigen gemeente was inderdaad door de Inspectie afgekeurd. Stabiliteitsingenieurs zeiden dat ze absoluut niet meer kunnen garanderen dat deze school veilig is voor de kinderen. Plots was het alle hens aan dek. Grote paniek bij de ouders, u kunt zich dat voorstellen. Er moest een oplossing worden gezocht, en de kinderen mochten de school niet meer binnen.
Zelfs dan zijn er in Vlaanderen geen middelen voorhanden en is er geen mogelijkheid om ervoor te zorgen dat die school en de kinderen die naar die school gaan inderdaad voorrang krijgen op die wachtlijst of dat er via andere criteria geprobeerd wordt om toch die dringende noden te lenigen.
Minister, ik ben het absoluut eens met u dat die criteria dringend moeten worden herzien. We moeten iets doen aan die ellenlange wachtlijsten. We moeten meer middelen uittrekken voor scholenbouw, we moeten die criteria herzien, want het kan toch niet dat scholen worden afgekeurd omdat ze onveilig zijn en dat we daar nog geen oplossing voor hebben en dat we onze kinderen verder naar die school moeten sturen. Zo erg is het met ons gesteld in Vlaanderen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Toen in de commissie enkele weken geleden een soortgelijke vraag werd gesteld, heb ik al gezegd dat het evident is dat brandveiligheid bijzonder belangrijk is. Als we zien wat de Onderwijsinspectie zoal moet nagaan, dan moeten dat toch grote deskundigen zijn op het vlak van onderwijskunde, op het vlak van pedagogie, op het vlak van management, op het vlak van volksgezondheid, op het vlak van energie, op het vlak van veiligheid en dergelijke meer.
Minister, het is belangrijk dat de Onderwijsinspectie werkt met veilige normen maar ook met haalbare en realistische normen. De kostprijs per vierkante meter voor scholenbouw is de laatste jaren enorm geëvolueerd. U hebt me dat onlangs geantwoord op een schriftelijke vraag. In 2000 was de prijs 656 euro per vierkante meter, in 2010 was dat 1234 euro per vierkante meter, en nu ligt de prijs nog een stuk hoger. De subsidiëring moet dan ook in dezelfde mate stijgen. Zo niet, wordt de situatie voor de scholen totaal onhoudbaar. Hoe denkt u dit op te lossen, minister?
De heer Wienen heeft het woord.
Ik heb een verschrikkelijk déjà-vugevoel. Het is goed dat de heer De Meyer erop wijst dat we dit twee of drie weken geleden eigenlijk al besproken hebben in de commissie naar aanleiding van een vraag van mevrouw De Knop en mezelf. We herkauwen de discussie hier nog eens. Ik vraag me af wat het nut daarvan is tijdens een actuelevragenuurtje.
We kappen een bepaalde problematiek in bepaalde stukken. Dit heeft inderdaad ook te maken met het capaciteitsprobleem in het onderwijs, waarbij men wordt geconfronteerd met verouderde gebouwen en een tekort aan nieuwe gebouwen. Reeds tijdens de vorige legislatuur was toegezegd dat er tweehonderd nieuwe scholen zouden worden gebouwd. We zijn nu begonnen met het eerste gebouw. En daar zit natuurlijk het probleem. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Het klopt inderdaad dat we dit debat al hebben gevoerd en dat de minister al eerder heeft aangegeven te zullen werken aan een lijst van criteria om op die manier prioriteiten te kunnen stellen binnen de reguliere scholenbouw en de wachtlijsten daar. Minister, we kijken daarnaar uit en hopen dat u geen weken meer nodig zult hebben om dat verder uit te werken. Ik wil u daarbij een advies geven. Ik wil u namelijk vragen om toch rekening te houden met het feit dat bepaalde leerlingen slechte leerlingen zijn in de klas. Ik heb het dan over scholen, netten en inrichtende machten die in het verleden onvoldoende geïnvesteerd hebben. Op basis van het feit dat zij onvoldoende hebben geïnvesteerd, mogen zij nu niet worden beloond door als eerste in de rang aan bod te komen. Die criteria zijn dan ook heel belangrijk.
Minister, ik wil ook nog even inpikken op de rol van het lokale bestuur en op de verantwoordelijkheid van de burgemeester en de brandweer. Ik weet niet of u goed beseft wat u zegt. Als de brandweer voluit zou gaan en de scholen zou controleren zoals dat hoort, dan kunnen we wellicht een derde van de scholen sluiten. U moet dus voorzichtig zijn met wat u zegt. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen op zijn niveau. Gelet op het tekort aan scholen, lijkt dit me niet de beste optie.
Iedereen moet inderdaad zijn verantwoordelijkheid nemen. Wie verantwoordelijk is voor de inschatting, moet die inschatting ook maken.
Verder heb ik weinig toe te voegen. Verschillende sprekers hebben al gezegd dat we dit debat in de commissie hebben gevoerd. Ik verwijs dan ook naar het antwoord dat ik al heb gegeven. We zullen dit tijdens een volgende commissievergadering verder bespreken.
Ik weet dat dit debat al is gevoerd in de commissie want ik zit altijd in de commissie. Mijnheer Wienen, u wilt blijkbaar laten uitschijnen dat ik er niet altijd ben.
Wij zullen dit inderdaad nog bespreken, maar mijn vraag was al ingediend. Mijn vraag was specifiek gericht op de bespreking van de begrotingscontrole, meet bepaald de extra middelen die gevonden waren. Ik heb niet beslist om dat in tweeën te hakken en afzonderlijk te behandelen, maar ik vind dat niet erg want ik heb nu meer spreektijd en meer aandacht. Ik vond het toch wel de moeite waard om die vraag te stellen. (Applaus van de heer Erik Arckens)
De actuele vraag is afgehandeld.