Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verdere werking van het Raveelmuseum
Verslag
De heer De Ro heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, dat Roger Raveel al bij zijn leven een gevierd kunstenaar was, hoef ik hier niet te stellen. Het is een open deur intrappen. Ook in dit huis is dat al verschillende keren gezegd. Bij zijn overlijden heeft zowel de politieke als de artistieke wereld dat nog benadrukt.
Nu zijn we twee maanden verder. Vorige week werden we geconfronteerd met de verzegeling van het museum dat naar hem is genoemd, waarbij ook in de pers is verschenen dat er een aantal structurele problemen zijn met de uitbating en de stichting die achter het museum zit. Er zou een structureel financieel tekort zijn. De weduwe, die de kunstenaar beloofde om het oeuvre bijen te houden, het te vrijwaren en het voor het publiek toegankelijk te houden, greep in door het museum te laten verzegelen. Inmiddels is het opnieuw vrijgegeven en is men een inventaris aan het maken.
Minister, wat kunnen u en de Vlaamse Regering doen zowel ten aanzien van het structurele tekort van het museum als om het oeuvre bijeen te houden? Het in het museum verzamelde oeuvre is toch wel indrukwekkend. Het is ook voor een groot deel geschonken door de overleden kunstenaar. Hoe kunt u ervoor zorgen dat het nog voor vele generaties toegankelijk zal blijven, voor de Vlaamse cultuurliefhebbers maar ook mensen van ver buiten onze regio?
De heer Arckens heeft het woord.
Voorzitter, ik weet dat u ervan houdt dat ik mijn vraag op een andere wijze stel. Collega De Ro heeft al een beeld geschetst. Ik ga enkele cijfermatige gegevens naar voren brengen om het boeltje in heel korte tijd nog wat meer vlees te geven, dit voor de aanwezigen maar ook voor thuis.
Het museum is opgericht in 1995, er zijn 672 werken, 14 schilderijen, 500 tekeningen, 150 objecten. Er zijn drie overheden betrokken: de Vlaamse overheid heeft 2 miljoen euro geschonken bij de bouw van het museum, de provincie deelt in de personeelskosten en de gemeente Zulte heeft de erfpacht van aanpalende gebouwen op zich genomen.
In ruil daarvoor heeft Roger Raveel bij leven en welzijn kunstwerken geschonken aan de drie overheden. Hij schoot bij de oprichting meer dan 25.000 euro voor. Verder zijn er kleine leningen. Hij verkoopt ook werk om de stichting te financieren. Men schat dat ongeveer 3,5 miljoen euro bij leven en welzijn door Roger Raveel is ingelost.
Het probleem is dat men voor deze cijfers uitging van een positief verwachtingspatroon: zodra de kunstenaar Roger Raveel zal overleden zijn, zal er nog meer inbreng zijn van liquide middelen, misschien van het volledig patrimonium van de kunstenaar zelf, zullen de resterende kunstwerken die hij heeft ook nog worden geschonken aan het museum, en is er een vooruitzicht op een structurele vermeerdering van de overheidsmiddelen.
Er is ook aan audit geweest van de provincie Oost-Vlaanderen, die aangaf dat er voor de periode 2008-1011 een structurele onderfinanciering was van het museum. Er was een probleem. De tweede grote liefde van de onlangs overleden kunstenaar heeft het zegel laten leggen op het museum, maar dat is ondertussen weggenomen.
Minister, dit is een zaak van publiek belang. Hoe gaat u deze zaak verder aanpakken?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collegas, ik veronderstel dat jullie goed weten hoe het Cultureel-erfgoeddecreet dat hier is goedgekeurd, in elkaar zit. Dat deelt de musea in landelijke, regionale en lokale musea in. U weet dat de regionale musea het Raveelmuseum is een regionaal museum niet structureel kunnen worden ondersteunend door de Vlaamse Gemeenschap. Dat kan decretaal niet. Het is de verantwoordelijkheid van de provincie. De provincie Oost-Vlaanderen neemt haar verantwoordelijkheid: ze geeft jaarlijks 125.000 euro subsidie aan het Raveelmuseum. Ook de gemeente geeft 12.000 euro aan dat museum.
Wil dat zeggen dat we vanuit de Vlaamse Gemeenschap niets kunnen doen? Neen, we hebben in de voorbije jaren onze verantwoordelijkheid genomen. We kunnen niet structureel ondersteunen, maar wel projectmatig, voor in totaal 269.000 euro. We hebben kwalitatief zeer goede projecten ondersteund.
In 2011 zijn we op vraag van Roger Raveel samengekomen: de Vlaamse Gemeenschap, de provincie en de lokale overheid, samen met de Stichting Roger Raveel. We voelden dat we de toekomst moesten voorbereiden: hoe zouden we omgaan met het museum als de kunstenaar er niet meer zou zijn? We hebben mee onze verantwoordelijkheid genomen en de expertise die we hebben in het agentschap Kunsten en Erfgoed ter beschikking gesteld van de stichting om uit te zoeken hoe we de toekomst kunnen voorbereiden.
Toen heeft de provincie zelf een audit besteld om na te gaan of de stichting op een goede manier met het museum bezig is en of ze financieel voldoende stabiel kan zijn. Uit de audit blijkt dat het museum een zeer goede werking heeft, maar dat de financiële structuur nogal precair was en dat er oplossingen moesten komen.
Op basis van het rapport heeft het agentschap, zoals door ons beloofd, enkele aanbevelingen gedaan. We zijn eind vorig jaar met die aanbevelingen naar de kunstenaar gestapt, samen met alle partners. De afspraak was dat we elkaar in februari opnieuw zouden ontmoeten, maar ondertussen is Roger Raveel jammer genoeg overleden.
Met de aanbevelingen in de hand kijken we verder met de stichting en alle betrokken partijen hoe die structuur steviger in elkaar kan worden gezet, met in het achterhoofd natuurlijk het Cultureel-erfgoeddecreet, waarmee we dat museum nu rechtsreeks structureel kunnen ondersteunen. In elk geval zullen we daarover verder onderhandelen.
Zoals blijkt uit de actuele vraag van de heer Arckens, bestaat de vrees dat die werken zullen worden vervreemd en Vlaanderen zouden verlaten. In totaal heeft de Vlaamse Gemeenschap 102 werken in eigendom. Dat was destijds ook de afspraak: de bouw werd door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd in ruil voor kunstwerken. Er zijn kunstwerken in eigendom van de provincie, en ook de gemeente heeft er enkele. Die zijn voldoende veiliggesteld. Aan de andere kant zijn er ook werken in eigendom van de stichting. We gaan ervan uit dat die niet naar het buitenland zullen verhuizen en bekend zullen worden gemaakt aan het ruime publiek, want dat is ook de missie van de stichting: de werken van Roger Raveel zoveel mogelijk en heel ruim bekendmaken. Dat doet ze op dit moment met positieve commentaren, zoals blijkt uit de audit.
Minister, ik begrijp dat er decretale spelregels zijn. Ik zit nog niet lang in het parlement, maar er zijn al enkele vragen aan u gesteld en bezorgdheden in de pers verschenen over kunstwerken die ofwel in privaat bezit zijn en dreigen te worden verkocht aan het buitenland, ofwel onze regio al hebben verlaten. De heer Arckens en ikzelf, en met ons heel veel mensen, vrezen dat er in dit dossier een kans bestaat dat een deel van het kunstpatrimonium dat wel nog publiek toegankelijk is, onze regio zou verlaten.
Minister, ik heb begrepen dat uw administratie enkele aanbevelingen heeft. Is het niet mogelijk dat uw diensten, ondanks het feit dat u decreetaal geen rechtstreekse subsidie kunt geven, in de komende weken een belangrijke rol spelen in gesprekken die worden georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap, en de bekommernis die hier is geuit meenemen, en ervoor zorgen dat de aanbevelingen worden omgezet in beleid?
Minister, ik dank u voor uw antwoorden, zelfs op vragen die ik niet heb gesteld. Het is interessant, minister, dat u het museum effectief meeneemt in de erfgoedwerking. Dat kan allemaal gevolgen hebben voor de verzameling, de publiekswerking, het onderzoek en dergelijke. We moeten het museum in de toekomst verder structureel ondersteunen, ook vanuit de Vlaamse Gemeenschap. U verwijst naar het Topstukkendecreet, dat is een bijkomend element.
Minister, ik heb een bijkomende vraag. Aangezien er een structureel financieringstekort blijft, zijn er al zaken geopperd in de pers, zoals steun uit de privésector of de bedrijfswereld, het uitschrijven van obligaties of bijkomende schenkingen. Behoort dat voor u tot de mogelijkheden om het museum vanuit de Vlaamse Gemeenschap verder te laten functioneren?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik heb een litho van Raveel. Ik heb de man ook persoonlijk gekend. Ik vind het een uitstekend werkend museum, dat wil ik eens hardop zeggen. Ook architecturaal en qua ligging, al ligt het perifeer in Vlaanderen, is het absoluut een aanrader, voor wie er nog nooit is geweest. Daarom alleen al. Je zou kunnen zeggen: moet je nu voor elke Vlaamse schilder een museum bouwen? Maar omdat het op die plek is, is het zo betekenisvol.
Minister, we hebben een ruime collectie die van de Vlaamse Gemeenschap is en die we moeten vasthouden. Ik zou niet graag hebben dat het museum, zoals ik de indruk heb, wordt meegesleurd in een discussie over de successie van de familie, over wie eigenaar is van al die stukken. Ik hoop dat het museum toegankelijk kan blijven. Dat is ook de positie die u inneemt. Ik steun u daarin. Mocht het zo zijn dat onze stukken bedreigd zijn, bent u dan eventueel bereid om partij te zijn in een geding en in elk geval onze rechten te vrijwaren, ten bate van de kunstcollectie zelf en de vele bezoekers die er komen?
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Voorzitter, ik wil misbruik maken van deze gelegenheid. Ik begrijp niets van wat de minister en de collegas zeggen. Heel deze rij en de rij hiervoor begrijpen niets van wat er wordt gezegd. Sommigen zijn misschien niet geïnteresseerd, ik wel. Ik zou graag hebben dat wij ook onze collegas kunnen begrijpen die een vraag stellen.
Verstaat u mij niet goed, mevrouw Van Steenberge?
Slechter dan twee weken geleden, voorzitter. Er is iets met de micros, echt waar.
Dat komt doordat ik een week afwezig ben geweest. Ik zal beter mijn best doen.
De heer Delva heeft het woord.
Ik deel de bezorgdheid van de vraagstellers. Net zoals bij de volgende actuele vraag, zal een samenwerking tussen een aantal overheden cruciaal zijn: Vlaanderen, de provincie en de gemeente.
Minister, u sprak van een audit of een studie die gemaakt is naar aanleiding van de precaire financiële structuur van het museum. Die studie had moeten worden besproken met de kunstenaar en enkele organisaties. Zijn er in de studie concrete elementen voorhanden die een begin van een oplossing kunnen bieden voor het vraagstuk dat we vandaag bespreken?
De heer Wienen heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Ik versta u perfect. De sprekers hebben misschien een onvoldoende dragende stem, maar voor mij lukt dat wel prachtig.
Ik ben verbaasd dat net een liberaal komt vragen naar meer overheidssteun om het cultureel erfgoed te bewaren. Normaal zijn de liberalen niet een partij die vraagt om overheidssteun.
Laten we een kat een kat noemen: ik denk dat u voldoende hebt gedaan, minister, en dat deze Vlaamse Regering meer dan voldoende heeft gedaan voor het behoud van de stukken van Roger Raveel, een belangrijk kunstenaar. Maar we moeten eerlijk zijn: Roger Raveel is niet de enige belangrijke moderne kunstenaar in Vlaanderen.
Je zou dit debat heel ver kunnen doortrekken. Wat zullen we bijvoorbeeld doen met wat Permeke achterlaat in Vlaanderen wanneer hij het tijdelijke met het eeuwige verwisselt?
In het verlengde van wat de heer Arckens zegt, zou ik u willen vragen in hoeverre het inderdaad niet mogelijk is om zulke zaken te organiseren in samenwerking met het bedrijfsleven. Laat ons dat het oprichten van een modern mecenaat noemen.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik onderschrijf wat mevrouw Van Steenberge zegt. Misschien moeten sommigen maar wat papiertjes rapen op de speelplaats.
Minister, u hebt inderdaad projectmatig ondersteuning geboden. Daar ben ik blij om. Ik weet ook dat u de rechten van de Vlaamse Gemeenschap daar gestand zult doen. Alleen onderschrijf ik ook de vraag van de heer Delva: misschien moeten provincies, gemeenten en de Vlaamse overheid hun krachten bundelen. Eerst moet het juridisch dispuut worden uitgeklaard. Is er al een concrete maatregel gepland voor de komende dagen en weken?
Collegas, wij willen niet liever dan dat het museum open en toegankelijk blijft. Het is inderdaad een museum dat heel wat bezoekers kan lokken. Daarom hebben we niet gewacht op de problemen om samen te zitten. In 2011 hebben we al het initiatief genomen om met iedereen rond de tafel te zitten. Daar zijn dan ook de aanbevelingen uit voortgekomen, mijnheer Delva. Die aanbevelingen worden voornamelijk aan de stichting gedaan, aangezien het museum wordt uitgebaat door de stichting. Daarin staat onder andere hoe zij de raad van bestuur kunnen uitbreiden, hoe ze nieuwe mensen kunnen aantrekken en een beroep kunnen doen op wat privaat kapitaal. Die aanbevelingen werden geformuleerd vanuit het agentschap. Ze werden in december besproken met Roger Raveel. Het was de bedoeling om in de loop van februari een aantal mensen aan te spreken om die stichting uit te breiden. Door de omstandigheden is dat wat achterop geraakt. We werken eraan verder en zullen proberen de stichting meer body en uitstraling te geven.
Mijnheer Arckens, het is natuurlijk de stichting zelf die daar verantwoordelijkheid in zal moeten nemen. Ik kan niet in de plaats van de stichting dingen doen. Het is de verantwoordelijkheid van de vzw om actie te ondernemen. Uiteraard stellen wij ons ter beschikking om expertise te delen. We doen dat in samenspraak met de provincie en de gemeente Zulte.
Mijnheer Wienen, u hebt een aantal voorstellen geformuleerd. Wij zijn bezig met proefprojecten die die richting uitgaan, zoals crowdfunding, waarbij we proberen publieke middelen meer ter beschikking te stellen. Ook die suggesties werden geformuleerd aan de stichting van Raveelmuseum.
Ik denk dat iedereen in het parlement hetzelfde wil, namelijk dat het museum een mooie toekomst heeft en goed gerund wordt. Dat moet gebeuren binnen de bestaande structuren en de contouren van het decreet Cultureel Erfgoed. We zullen onze verantwoordelijkheid daarin niet ontlopen en verder zoeken naar oplossingen in gesprek met alle betrokken actoren.
Minister, ik ben heel blij dat u duidelijk zegt dat u daarin verantwoordelijkheid wilt nemen. Het kan niet zijn dat structuren eventueel zouden verhinderen dat er oplossingen uit de bus komen. Daarom wil ik u vragen om effectief uw verantwoordelijkheid te nemen, binnen het decretale kader dat u hebt en desnoods daarbuiten, wanneer u ziet dat de stichting er niet in zou slagen om te doen waartoe ze verplicht is, namelijk het werk te vrijwaren voor komende generaties en open te stellen voor iedereen die dat wil en kan bezoeken. Sommige collegas horen ons hier niet. Wel, sommige collegas hoor ik wel, maar ik begrijp ze niet. (Applaus bij Open Vld)
De laatste opmerking had kunnen worden voorkomen indien het geroezemoes in deze zaal wat minder was geweest.
Voorzitter, ik heb in het algemeen toch wel de indruk dat wanneer kunst en cultuur aan bod komt, het hier soms heel rumoerig aan toe gaat. Waarom dat zo is, weet ik niet. Ik heb soms de indruk dat het een aantal mensen gewoon niet interesseert. Ik vind dat heel erg.
Minister, ik heb nog twee opmerkingen. Ten eerste hoop ik dat u nog goed zult kunnen samenwerken met de stichting van het Raveelmuseum. Dat is erg belangrijk.
Zoals de heer Caron heeft gezegd, is dit een uniek museum van een uniek Vlaams modernistisch kunstenaar. Het is eventjes in het nieuws gekomen. We hebben eventjes getwijfeld aan de werking en aan de eigenaardige demarche die de weduwe van Roger Raveel heeft genomen, maar ik denk dat u nu uw kijk op de zaak zeker niet mag laten verslappen en dat een en ander wel kan worden gegarandeerd.
De actuele vragen zijn afgehandeld.